Operation Manual

Uw computer installeren en gebruiken 61
7
Dubbelklik op het scherm
Select Source Hard Drive
(Bronschijf
selecteren) op de vaste schijf vanaf welke u wilt migreren en klik
op
Volgende
.
8
Dubbelklik op het scherm
Select Member Hard Drive
(Harde schijven
selecteren als lid) op de andere schijf die als mirror moet gaan fungeren
in de configuratie en klik op
Volgende
.
9
Selecteer op het scherm
Specify Volume Size
(Volumegrootte opgeven)
de gewenste volumegrootte en klik op
Volgende
.
N.B.: Tijdens de volgende stap zullen alle gegevens op de deelnemende
schijf worden gewist.
10
Klik op
Voltooien
om het migreren te starten, of klik op
Vorige
om wijzigingen aan te brengen. Tijdens het migratieproces kunt u
de computer gewoon blijven gebruiken.
Een extra vaste schijf maken
In een RAID-niveau 1-configuratie kunt u een extra vaste schijf definiëren.
De extra vaste schijf wordt niet herkend door het besturingssysteem, maar u
kunt de schijf wel zien in Schijfbeheer en in de Intel RAID Option ROM
Utility. Op het moment dat een onderdeel van de RAID-niveau 1-array
uitvalt, bouwt de computer de mirror-array automatisch opnieuw op met
de extra vaste schijf als vervanger voor de uitgevallen deelnemende schijf.
U markeert een schijf als volgt als extra vaste schijf:
1
Klik op
Start
en ga naar
Alle
programma's
Intel
®
Matrix Storage
Manager
Intel Matrix Storage Console
om de Intel
®
Matrix Storage
Manager te starten.
2
Klik met de rechtermuisknop op de vaste schijf die u wilt markeren
als reserveschijf.
3
Klik op
Mark as Spare
(Markeren als reserve).
U verwijdert de markering als reserve als volgt voor een reserveschijf:
1
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de vaste schijf.
2
Klik op
Reset Hard Drive to Non-RAID
(Harde schijf instellen
op non-RAID).