Users Guide

Het toetsenbord gebruiken 45
<Fn> en de toets pijl-omhoog Hiermee vergroot u de helderheid op
een geïntegreerd beeldscherm.
<Fn> en de toets pijl-omlaag Hiermee verlaagt u de helderheid op het
geïntegreerde beeldscherm (niet die op
een extern beeldscherm).
<Fn><Esc> Hiermee activeert u een
energiebeheermodus. U kunt deze
sneltoets opnieuw programmeren
zodat een andere energiebeheermodus
wordt geactiveerd. Gebruik hiervoor
het tabblad Geavanceerd in het venster
Eigenschappen voor energiebeheer.
<F2> Hiermee verandert u de naam van het
geselecteerde item.
<F3> Een bestand of map zoeken.
<F4> Hiermee geeft u de vervolgkeuzelijst
weer van de adresbalk in de Verkenner.
<F5> Hiermee vernieuwt u het actieve venster.
<F6> Hiermee schakelt u over tussen
schermelementen in een venster of op
het bureaublad.
<F10> Hiermee activeert u de menubalk in het
actieve programma.
<Ctrl><c>
Hiermee kopieert u een geselecteerd item.
<Ctrl><x> Hiermee knipt u een geselecteerd item.
<Ctrl><v> Hiermee plakt u een geselecteerd item.
<Ctrl><z>
Hiermee maakt u een handeling ongedaan.
<Ctrl><a> Hiermee selecteert u alle items in een
document of venster.
<Ctrl><F4>
Hiermee sluit u het actieve venster
(inprogramma's waarin u tegelijkertijd
meerdere documenten open kunt hebben).
<Ctrl><Alt><Tab> Gebruik te pijltoetsen om tussen
geopende items over te schakelen.
<Alt><Tab> Hiermee schakelt u over tussen
geopende toepassingen.