Service Manual

5. Verwijder de acht schroeven waarmee het beeldschermpaneel aan de achterzijde van het beeldscherm is bevestigd.
6. Til het beeldschermpaneel uit de achterzijde van het beeldscherm.
7. Noteer de plaatsing van de beeldschermkabel en kabels van de minikaartantenne en verwijder de kabels vervolgens uit de geleidingen op het
achterpaneel van het beeldscherm.
8. Draai het beeldschermpaneel om en leg het op een schoon oppervlak.
9. Verwijder de beeldschermkabel (zie De beeldschermkabel verwijderen).
10. Verwijder de beugels van het beeldscherm.
Het beeldschermpaneel terugplaatsen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Plaats de beugels van het beeldscherm terug (zie De beugels van het beeldschermpaneel terugplaatsen).
3. Plaats de beeldschermkabel terug (zie De schermkabel terugplaatsen).
4. Sluit de camerakabel aan op de connector op de cameramodule.
5. Plaats de beeldschermkabel en kabels van de minikaartantenne door de geleidingen op het achterpaneel van het beeldscherm.
6. Lijn de schroefgaatjes op het beeldschermpaneel uit met de schroefgaatjes op de beeldschermkap en breng de acht schroeven opnieuw aan.
7. Plaats het montagekader van het beeldscherm terug (zie Het montagekader van het beeldscherm terugplaatsen).
8. Plaats het beeldschermpaneel terug (zie Het beeldscherm opnieuw installeren).
Beeldschermkabel
De beeldschermkabel verwijderen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
1 cameramodule
1 achterzijde van beeldscherm 2 beeldschermpaneel
3 schroeven (8)
WAARSCHUWINGEN: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse
schroeven in de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de computer beschadigd raakt.