Inspiron One 2020 Eigenaarshandleiding Computermodel: Inspiron One 2020 Wettelijk model: W06B Wettelijk type: W06B001
Opmerkingen, waarschuwingen en gevaar-kennisgevingen N.B.: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer. WAARSCHUWINGEN: Een WAARSCHUWING geeft aan dat er schade aan hardware of gegevensverlies kan optreden als de instructies niet worden opgevolgd. GEVAAR: Een GEVAAR-melding duidt op een risico op schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden. ____________________ © 2013 Dell Inc.
Inhoud Voordat u begint . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Schakel uw computer en aangesloten apparatuur uit Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aanbevolen hulpmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 9 10 . . . . . . . . 11 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer . . Technisch overzicht . De binnenkant van uw computer . Systeemkaartcomponenten . . . . . . .
De vaste schijf verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voorbereidende maatregelen Procedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De vaste schijf terugplaatsen Procedure . . . . . . . Nazorgmaatregelen . 24 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 24 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voorbereidende maatregelen Procedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 . . . . . . . . . . . . . . . . .
De afdekplaat van het moederbord verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Voorbereidende maatregelen Procedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 37 De afdekplaat van het moederbord terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 38 Procedure . . . . . . . Nazorgmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De ventilator opnieuw installeren Procedure . . . . . . . Nazorgmaatregelen . . . . . . . . . . . . . 48 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 48 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De aan-uitknopeenheid verwijderen Voorbereidende maatregelen Procedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 50 . . . . . . . . . . . . . . . . . De aan-uitknopeenheid terugplaatsen Procedure . . . . . . . Nazorgmaatregelen . . . . . . . . . 51 .
Het beeldschermpaneel verwijderen . Voorbereidende maatregelen Procedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 64 . . . . . . . . . . . . . . . . . Het beeldschermpaneel terugplaatsen Procedure . . . . . . . Nazorgmaatregelen . . . . . . . . . 68 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68 68 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De cameramodule verwijderen . Voorbereidende maatregelen Procedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Systeeminstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . System Setup openen . . . . . . . . System Setup-schermen . . . . . . System Setup-opties . . . . . . . . . Bootsequence (Opstartvolgorde) . Vergeten wachtwoorden wissen . CMOS-instellingen wissen . . . . . Het BIOS flashen 8 | Inhoud 83 . . . . . . . . . . . . . . 83 83 84 84 91 93 94 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Voordat u begint Schakel uw computer en aangesloten apparatuur uit WAARSCHUWINGEN: Als u verlies van gegevens wilt voorkomen, slaat u alle geopende bestanden op en sluit u deze; sluit alle geopende programma's voordat u uw computer uitschakelt. 1 Sla alle geopende bestanden op en sluit deze, en sluit alle geopende programma's af. 2 Ga met de muisaanwijzer naar de rechterboven- of rechterbenedenhoek van het scherm om de zijbalk Charms te openen. Klik vervolgens op Instellingen→ Aan-Uit→ Afsluiten. N.B.
WAARSCHUWINGEN: Alleen opgeleide onderhoudsmonteurs zijn bevoegd om de computerkap te verwijderen en met de componenten in de computer te werken. Raadpleeg de veiligheidinstructies voor volledige informatie over voorzorgsmaatregelen, werken in de computer en bescherming tegen elektrostatische ontlading.
Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer Nadat u de vervangingsprocedures hebt voltooid, gaat u als volgt te werk: • Breng alle schroeven opnieuw aan en zorg ervoor dat er geen losse schroeven in uw computer achterblijven. • • Zet de computer weer rechtop neer. • Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
Technisch overzicht GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
Systeemkaartcomponenten 17 1 2 3 16 15 4 5 14 6 7 13 8 9 10 11 12 1 processorsocket 2 connector van de ventilatorkabel (FANC1) 3 connector van de camerakabel (WEBCAM) 4 connector van de conversiekaartkabel (CONVERTER) 5 vaste schijf en optisch station connector van de stroomkabel (SATAP1) 6 connector van de kabel van het optische station Technisch overzicht | 13
7 connector van de kabel van de vaste schijf 9 connector van de touchscreenkaart 10 connector van de (TOUCH) beeldschermkabel 11 draadloze-minikaartconnector (MINICARD WIFI) 12 connector van de luidsprekerkabel (SPEAKER) 13 jumper voor het resetten van het wachtwoord (PWCLR1) 14 batterijhouder (BT1) 15 CMOS-jumper (CMOCL1) 16 connector van de geheugenmodule (DIMMB1) 17 connector van de geheugenmodule (DIMMA1) | Technisch overzicht 8 connector voor de kabel van de aan-uitknop en lampj
De afdekplaat van de standaard verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De afdekplaat van de standaard terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De computerstandaard verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De computerstandaard terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De achterplaat verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De achterplaat terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De vaste schijf verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
Procedure 1 Verwijder de kabel van het optische station en de ventilatorkabel uit de geleiders op de vasteschijfkooi. 2 Verwijder de schroeven waarmee de vaste schijf is bevestigd op het chassis. 3 Schuif en til de vaste schijf omhoog en verwijder vervolgens de stroom- en gegevenskabels uit de connectors op de vaste schijf.
4 Verwijder de schroeven waarmee de kooi van de vaste schijf aan de vaste schijf is bevestigd. 5 Verwijder de kooi van de vaste-schijf.
De vaste schijf terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
Het optisch station verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
4 Maak het montagekade van het optische station voorzichtig los en verwijder het van het optische station. 5 Verwijder de schroeven waarmee de bracket van het optische station is bevestigd aan het optische station en verwijder de bracket van het optische station.
Het optische station terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De conversiekaart verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De conversiekaart terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De touchscreenkaart verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in"Voordat u begint" op pagina 9 Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in"Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
3 Trek de connectorvergrendeling omhoog en koppel de beeldschermkabel en de kabel van de touchscreenkaart los uit de connectoren op de touchscreenkaart. 4 Koppel de kabel van de touchscreenkaart uit de connector op de touchscreenkaart. 5 Verwijder de schroeven waarmee de touchscreenkaart aan het chassis is bevestigd. 6 Til de touchscreenkaart uit het chassis.
De touchscreenkaart terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De geheugenmodules verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
3 Duw de bevestigingsklemmetjes aan weerszijden van de geheugenmoduleconnector met uw vingers voorzichtig uit elkaar totdat de geheugenmodule omhoog springt. 4 Verwijder de geheugenmodule uit de aansluiting.
De geheugenmodule(s) terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
Nazorgmaatregelen 1 Plaats de achterplaat terug. Zie "De achterplaat terugplaatsen" op pagina 20. 2 Plaats de standaard terug. Zie "De computerstandaard terugplaatsen" op pagina 18. 3 Plaats de afdekplaat van de standaard terug. Zie "De afdekplaat van de standaard terugplaatsen" op pagina 16. 4 Volg de instructies in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De afdekplaat van het moederbord verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De afdekplaat van het moederbord terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De draadloze minikaart verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
4 40 Til de draadloze minikaart uit de connector op het moederbord.
De draadloze minikaart terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De knoopbatterij verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De knoopbatterij terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De luidsprekers verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
Procedure 1 Koppel de luidsprekerkabel los van de connector (SPEAKER) op het moederbord. 2 Noteer hoe de luidsprekerkabel loopt en verwijder de kabel uit de geleiders. 3 Verwijder de schroeven waarmee de luidsprekers op het montagekader van het beeldscherm zijn bevestigd. 4 Til de luidsprekers samen met de kabel uit het montagekader van het beeldscherm.
De luidsprekers terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De ventilator verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De ventilator opnieuw installeren GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De aan-uitknopeenheid verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
Procedure 1 Maak de kabel van de aan-uitknop en het lampje voor de activiteit van de vaste schijf los van de connector (PWRCN1) op het moederbord. 2 Noteer hoe de kabel van de aan-uitknop en het lampje voor de activiteit van de vaste schijf loopt en verwijder de kabel uit de geleiders. 3 Verwijder de schroef waarmee de aan-uitknopeenheid aan het montagekader van het beeldschermen is bevestigd.
De aan-uitknopeenheid terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De warmteafleider van de processor verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
Procedure 1 Maak op volgorde (aangegeven op de warmteafleider van de processor) de geborgde schroeven vast waarmee de warmteafleider van de processor aan het moederbord is bevestigd. 2 Til de warmteafleider van de processor voorzichtig omhoog en maak deze los uit het lipje op het chassis. N.B.: Afhankelijk van het computermodel kan het uiterlijk van de warmteafleider variëren.
De warmteafleider van de processor terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De processor verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
Procedure 1 Druk de vergrendelingshendel omlaag en trek hem naar buiten zodat hij loskomt van de uitsparing waarin hij vastzit. 2 Trek de vergrendelingshendel helemaal uit om het processorafdekplaatje te openen. Laat de ontgrendeling uitgeklapt staan, zodat de nieuwe processor in de socket kan worden geplaatst. 3 Til de processor voorzichtig omhoog uit de houder.
De processor terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
6 Verwijder het thermische vet aan de onderzijde van de warmteafleider van de processor. 7 Breng nieuw thermisch vet aan op de bovenzijde van de processor. Nazorgmaatregelen 1 Plaats de warmteafleider van de processor terug. Zie "De warmteafleider van de processor terugplaatsen" op pagina 54. 2 Plaats de afdekplaat van het moederbord terug. Zie "De afdekplaat van het moederbord terugplaatsen" op pagina 38. 3 Plaats de achterplaat terug. Zie "De achterplaat terugplaatsen" op pagina 20.
Het moederbord verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
Procedure 1 Koppel alle kabels los van de connectors op het moederbord. N.B.: Zie voor de locatie van de connectors "Systeemkaartcomponenten" op pagina 13. 2 Verwijder de schroeven waarmee het moederbord aan het chassis is bevestigd. 3 Til het moederbord schuin op en schuif het vervolgens om de connectors op het moederbord los te maken uit de sleuven in het chassis. 4 Verwijder het moederbord uit het chassis.
Het moederbord terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
Het serviceplaatje invoeren in het BIOS 1 Zet de computer aan. 2 Druk tijdens de POST op om het programma System Setup (Systeeminstellingen) te openen. 3 Ga naar het hoofdtabblad en voer het serviceplaatje in het veld Service Tag Input (Invoer van het serviceplaatje). Zie "System Setup-opties" op pagina 84.
Het beeldschermpaneel verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
Procedure 1 Verwijder de kabel van de conversiekaart uit de connector op het beeldschermpaneel. 2 Verwijder de schroeven waarmee het chassis aan het montagekader van het beeldscherm is bevestigd. 3 Trek de lipjes los waarmee het chassis aan het montagekader van het beeldscherm is bevestigd. 4 Til het chassis van het beeldschermpaneel.
5 Trek de tape weg waarmee de beeldschermkabel op de connector op het beeldschermpaneel is bevestigd. 6 Druk op de vergrendeling aan beide zijden van de beeldschermkabel en trek vervolgens aan de beeldschermkabel om deze los te koppelen uit de connector op het beeldschermpaneel. 7 Til de connectorvergrendeling omhoog en koppel de touchscreenkabels los uit de connectoren op het beedlschermpaneel.
8 Verwijder de beeldschermkabel en de touchscreenkabels uit het beeldschermpaneel. 9 Til het beeldschermpaneel van het beeldschermpaneel en plaats het op een schoon oppervlak.
10 Verwijder de schroeven waarmee de schermpaneelbeugels aan het schermpaneel zijn bevestigd. 11 Verwijder de beeldschermbrackets van het beeldschermpaneel.
Het beeldschermpaneel terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
7 Volg de instructies van stap 3 tot stap 5 in "De vaste schijf terugplaatsen" op pagina 24. 8 Volg de instructies van stap 4 tot stap 6 in "Het optische station terugplaatsen" op pagina 27. 9 Plaats de achterplaat terug. Zie "De achterplaat terugplaatsen" op pagina 20. 10 Plaats de standaard terug. Zie "De computerstandaard terugplaatsen" op pagina 18. 11 Plaats de afdekplaat van de standaard terug. Zie "De afdekplaat van de standaard terugplaatsen" op pagina 16.
De cameramodule verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
Procedure 1 Verwijder de schroeven waarmee de cameraeenheid op het montagekader van het beeldscherm is bevestigd. 2 Til de cameraeenheid voorzichtig op en draai hem om. 3 Koppel de camerakabel los van de connector op de cameramodule. 4 Verwijder de schroef waarmee de cameramodule aan de bracket van de cameramodule is bevestigd. 5 Schuif en verwijder de cameramodule uit de bracket van de cameramodule.
De cameramodule terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
12 Plaats de afdekplaat van de standaard terug. Zie "De afdekplaat van de standaard terugplaatsen" op pagina 16. 13 Volg de instructies in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De microfoonmodule verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
Procedure 1 Verwijder de schroef waarmee de bracket van de microfoonmodule wordt bevestigd aan het montagekader van het beeldscherm. 2 Til de bracket van de microfoonmodule van het montagekader van het beeldscherm. 3 Schuif en til de microfoonmodule uit de sleuf in het montagekader van het beeldscherm. 4 Koppel de microfoonkabel los van de connector op de microfoonmodule.
De microfoonmodule terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
De antennemodules verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
Procedure 1 Plaats het chassis op een schoon oppervlak. 2 Noteer de plaats van de antennemodules op het chassis en maak de antennemodules los van het chassis. 3 Noteer hoe de antennekabels lopen en verwijder de kabels uit de geleiders. 4 Til de antennemodules samen met de kabel uit het chassis.
De antennemodules terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
Het montagekader van het beeldscherm verwijderen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
Procedure Verwijder het montagekader.
Het montagekader terugplaatsen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
Systeeminstellingen Overzicht Gebruik de systeeminstellingen voor: • het verkrijgen van informatie over de hardware in uw computer, zoals de hoeveelheid RAM, de grootte van de vaste schijf, enz. • • Wijzig de systeemconfiguratiegegevens. het instellen of wijzigen van een door gebruikers te selecteren optie, zoals het gebruikerswachtwoord, type geïnstalleerde vaste schijf, inschakelen of uitschakelen van basisapparaten, enz.
System Setup-schermen In het System Setup-scherm ziet u de huidige of instelbare configuratiegegevens voor uw computer. De informatie op het scherm is onderverdeeld in drie delen: de instelbare opties, het actieve helpscherm en toetsfuncties. Instelbare opties: dit gedeelte bevindt zich links in het scherm voor systeeminstellingen.
Main (Algemeen) — Processor Information (Processorinformatie) Processor Type Toont het type processor. Processor ID Geeft de processor-ID weer. Processor Core Count Geeft het aantal kernen weer. Processor L1 cache Toont de capaciteit van het L1cachegeheugen van de processor. Processor L2 cache Toont de capaciteit van het L2cachegeheugen van de processor. Processor L3 cache Toont de capaciteit van het L3cachegeheugen van de processor.
Advanced (Geavanceerd) — Processor Configuration (Processorconfiguratie) Intel Hyper-Threading Technology Voor het inschakelen of uitschakelen van de functie Intel Hyper-Threading Technology voor de processor — Enabled (Ingeschakeld) of Disabled (Uitgeschakeld) (Standaard ingeschakeld) Intel(R) SpeedStep Technology Voor het inschakelen of uitschakelen van de functie Intel SpeedStep Technology voor de processor — Enabled (Ingeschakeld) of Disabled (Uitgeschakeld) (Standaard ingeschakeld) Intel(R) Virtualiz
Advanced (Geavanceerd) — USB Configuration (USB-configuratie) Rear USB Ports Hiermee kunt u de USB-poorten op de achterzijde inschakelen of uitschakelen — Enabled (Ingeschakeld) of Disabled (Uitgeschakeld) (Standaardinstelling is Enabled) Side USB Ports Hiermee kunt u de USB-poorten op de zijkant inschakelen of uitschakelen — Enabled (Ingeschakeld) of Disabled (Uitgeschakeld) (Standaardinstelling is Enabled) Advanced (Geavanceerd) — Onboard Device Configuration (Configuratie van geïntegreerde apparaten)
Boot (Opstarten) (vervolg) Keyboard Errors Hiermee kunt u de weergave van toetsenbord-gerelateerde fouten tijdens het opstarten inschakelen of uitschakelen Rapporteren of Niet rapporteren (Standaardinstelling is Report) USB Boot Support Hiermee kunt u het opstarten vanaf USBapparaten voor massaopslag, zoals een vaste schijf, optisch station, USB-stick, enz, inschakelen of uitschakelen.
Auto Power On Mode Hiermee kunt u instellen dat de computer elke dag of op een vooraf geselecteerde datum automatisch wordt ingeschakeld; deze optie kan alleen worden geconfigureerd als de modus Auto Power On (Automatisch inschakelen) is ingesteld op Enabled Everyday or Selected Day (Elke dag of Geselecteerde dag) (standaardinstelling is Selected Day) Auto Power On Date Hiermee kunt u de datum instellen waarop de computer automatisch moet worden ingeschakeld; deze optie kan alleen worden geconfigureerd a
Set Supervisor Password Hiermee kan het supervisorwachtwoord worden ingesteld, gewijzigd of verwijderd. Het supervisorwachtwoord beheert de toegang tot het hulpprogramma voor system setup. N.B.: Als u het supervisorwachtwoord verwijdert, wordt ook het gebruikerswachtwoord verwijderd. Stel het supervisorwachtwoord in voordat u het gebruikerswachtwoord instelt. User Access Level Hiermee kunt u toegang tot het hulpprogramma voor system setup geven of beperken.
Bootsequence (Opstartvolgorde) Deze functie stelt u in staat om de opstartvolgorde voor apparaten te wijzigen. Boot Options (Opstartopties) • USB Floppy Device (USB-diskettestation): de computer probeert op te starten vanaf het USB-diskettestation. Als het station geen besturingssysteem bevat, verschijnt er een foutmelding. • Internal HDD Devices (Interne HDD-apparaten): de computer probeert op te starten vanaf de primaire vaste schijf.
De opstartvolgorde voor de huidige opstartprocedure wijzigen U kunt deze functie gebruiken om de huidige opstartvolgorde te wijzigen om bijvoorbeeld vanaf het optische station te starten voor het starten van Dell Diagnostics vanaf de cd Drivers and Utilities. De voorgaande opstartvolgorde wordt hersteld bij de volgende opstart. 1 Als u opstart vanaf een USB-apparaat, sluit u het USB-apparaat aan op een USB-poort. 2 Zet de computer aan of start deze opnieuw op.
Vergeten wachtwoorden wissen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in"Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
CMOS-instellingen wissen GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in "Voordat u begint" op pagina 9. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11.
Het BIOS flashen Het kan nodig zijn om het BIOS te flashen als er een update beschikbaar is of als u het moederbord. Hoe u het BIOS flasht: 1 Zet de computer aan. 2 Ga naar dell.com/support. 3 Als u het serviceplaatje van uw computer hebt, typ dit dan in en klik op Verzenden. Als u het serviceplaatje van uw computer niet heeft, klik dan op Serviceplaatje detecteren om het serviceplaatje van uw computer automatisch te detecteren. N.B.