Owners Manual

3
Installatie van het systeem
Met systeeminstallatie kunt u de hardware van uw computer beheren en de opties voor het BIOSniveau opgeven. Vanaf
de systeeminstallatie kunt u:
de NVRAM-instellingen wijzigingen na het toevoegen of verwijderen van hardware
de configuratie van de systeemhardware bekijken
geïntegreerde apparaten in- of uitschakelen
grenswaarden voor performance en stroombeheer instellen
de computerbeveiliging beheren
Openen van de System Setup (BIOS)
OPMERKING: Voordat u de System Setup opent, moet u een USB-toetsenbord aansluiten op de USB-poort aan de
linkerzijde van de computer of aan de achterzijde van de docking station als de computer daarop is aangesloten.
1. Zet de computer aan of start de computer opnieuw.
2. Wanneer het blauwe DELL-logo wordt weergegevens, moet u wachten tot de F2-melding verschijnt.
3. Druk na het verschijnen van de F2-melding meteen op <F2>.
OPMERKING: De F2-melding wijst erop dat het toetsenbord geïnitialiseerd is. Deze melding kan heel snel
verschijnen, dus moet u er goed op letten wanneer het verschijnt en daarna drukt u op <F2> . Als u op <F2>
drukt voordat de melding verschijnt, gaat deze toetsaanslag verloren.
4. Het scherm Systeembeveiliging wordt geopend.
5. Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven wachten tot het
bureaublad van Microsoft Windows wordt weergegeven. Daarna sluit u de computer af en probeert u het opnieuw.
Navigatie van de System Setup
Gebruik de volgende opties om door de schermen van de Systeeminstallatie te navigeren:
Toetsaanslag Actie
< Esc > Huidige weergave afsluiten of de huidige weergave naar de pagina Exit (Afsluiten) in System
Setup te schakelen.
<On Screen Keyboard
Icon>
Selecteer deze optie om door de schermen van de systeeminstallatie te navigeren met de
ingebouwde schermtoetsenbord van de tablet.
< Up Arrow > of <
Down Arrow >
( wanneer
aangesloten op een
optioneel, extern,
USB-toetsenbord)
Selecteer een te tonen onderwerp.
21