Dell Latitude 3560 Eigenaarshandleiding Regelgevingsmodel: P50F Regelgevingstype: P50F001
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen,en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer. WAARSCHUWING: EEN WAARSCHUWING duidt potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertelt u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: Een GEVAAR-KENNISGEVING duidt op een risico op schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden. © 20162018 Dell Inc. of haar dochtermaatschappijen. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave 1 Aan de computer werken................................................................................................................................6 Veiligheidsinstructies..........................................................................................................................................................6 Voordat u aan de computer gaat werken........................................................................................................................
Het beeldscherm verwijderen.........................................................................................................................................22 Het beeldscherm plaatsen.............................................................................................................................................. 23 Het montagekader van het beeldscherm verwijderen................................................................................................
Touchpadspecificaties..................................................................................................................................................... 45 Batterijspecificaties..........................................................................................................................................................45 Specificaties voor de netadapter................................................................................................................................
1 Aan de computer werken Veiligheidsinstructies Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer tegen mogelijke schade te beschermen. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van de volgende veronderstellingen uitgegaan: • U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
6 Houd de aan-uitknop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd om het moederbord te aarden. 7 Verwijder de kap. WAARSCHUWING: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer.
2 Onderdelen verwijderen en plaatsen Deze paragraaf beschrijft gedetailleerd hoe de onderdelen moeten worden verwijderd uit, of worden geïnstalleerd in uw computer.
De batterij plaatsen 1 Plaats de batterij in de sleuf totdat deze vastklikt. 2 Volg de procedures in Nadat u aan de computer heeft gewerkt. De onderplaat verwijderen 1 Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2 Verwijder de batterij. 3 U verwijdert de onderplaat als volgt: a b Draai de borgschroeven los waarmee de onderplaat aan de computer vastzit [1]. Gebruik een plastic pennetje om de onderplaat los te maken en verwijder deze uit de computer [2].
Het toetsenbord verwijderen 1 Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2 Verwijder de batterij. 3 Draai de computer en klap het beeldscherm open om bij het toetsenbord te komen. 4 Verwijder het toetsenbord als volgt: a b Gebruik een plastic pennetje om het toetsenbord los te maken van de randen [1] en til het toetsenbord uit de computer [2]. Maak de vergrendeling los en koppel de toetsenbordkabel los uit de connectoren op het moederbord [3, 4].
De harde schijf plaatsen 1 Plaats de harde schijf terug in de sleuf in de computer. 2 Sluit de kabel van de harde schijf aan op de connector op het moederbord. 3 Draai de schroeven vast waarmee de harde schijf aan de computer wordt bevestigd. 4 Plaats: a b 5 batterij onderplaat Volg de procedures in Nadat u aan de computer heeft gewerkt. De beugel van de harde schijf verwijderen 1 Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
De beugel van de harde schijf plaatsen 1 Sluit de kabel van de harde schijf aan op de connector op de harde schijf. 2 Plaats de beugels van de harde schijf op de harde schijf en lijn deze uit met de schroefhouders aan beide zijden van de harde schijf. 3 Draai de schroeven vast waarmee de beugel van de vaste schijf aan de vaste schijf vastzit. 4 Plaats: a b c 5 harde schijf onderplaat batterij Volg de procedures in Nadat u aan de computer heeft gewerkt.
De geheugenmodule verwijderen 1 Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2 Verwijder de volgende onderdelen: a b 3 batterij onderplaat Verwijder de geheugenmodule: a b Trek de klemmetjes weg van de geheugenmodule totdat de geheugenmodule omhoog springt [1]. Koppel de geheugenmodule los uit de connector om hem uit de computer te verwijderen [2]. De geheugenmodule plaatsen 1 Plaats de geheugenmodule in de connector en druk op de module totdat de geheugenmodule vastklikt.
4 Verwijder de polssteun als volgt: a b c Open het scherm en maak de vergrendeling los om de kabels van de aan-uitknop, van hetv vingerafdrukleesapparaat, de touchpad en de led uit de connectoren op het moederbord te verwijderne [1, 2]. Verwijder de schroeven waarmee de polssteun aan de computer vastzit [3]. Gebruik een plastic pennetje om de polssteun uit de randen los te maken en hem uit de computer uit verwijderen [4].
b c d e f 3 onderplaat harde schijf toetsenbord polssteun moederbord Verwijder de knoopbatterij: a b Koppel de kabel van de knoopbatterij los uit de connector op het moederbord. Til de knoopbatterij omhoog om hem los te maken van de tape op het moederbord. De knoopbatterij plaatsen 1 Plaats de knoopbatterij in de sleuf in het moederbord. 2 Steek de knoopbatterij in de connector op het moederbord.
De USB-kaart plaatsen 1 Plaats de USB-kaart in de sleuf in de computer. 2 Draai de schroef vast om de USB-kaart aan de computer te bevestigen. 3 Sluit de kabel van de USB-kaart aan op de connector op de USB-kaart. 4 Plaats: a b c d e 5 polssteun toetsenbord harde schijf onderplaat batterij Volg de procedures in Nadat u aan de computer heeft gewerkt. De VGA-kaart verwijderen 1 Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
De VGA-kaart plaatsen 1 Plaats de VGA-kaart in de sleuf in de computer. 2 Draai de schroef vast om de VGA-kaart aan de computer te bevestigen. 3 Sluit de kabel van de VGA-kaart aan op de connector op de VGA-kaart. 4 Plak de tape vast om de kabel van de VGA-kaart te bevestigen. 5 Plaats: a b c d e 6 polssteun toetsenbord harde schijf onderplaat batterij Volg de procedures in Nadat u aan de computer heeft gewerkt.
b c d e 5 toetsenbord harde schijf onderplaat batterij Volg de procedures in Nadat u aan de computer heeft gewerkt. De systeemventilator verwijderen 1 Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2 Verwijder de volgende onderdelen: a b c d e 3 batterij onderplaat harde schijf toetsenbord polssteun Verwijder de systeemventilator als volgt: a b c Maak de kabel van de systeemventilator los van de connector op het moederbord [1].
c d e 3 harde schijf toetsenbord polssteun Verwijder de beeldschermkabel als volgt: a b c d Draai de schroef los om het metalen lipje los te maken waarmee de beeldschermkabel is bevestigd [1]. Til het metalen lipje omhoog om toegang te krijgen tot de beeldschermkabel [2]. Verwijder de tape waarmee de beeldschermkabel is bevestigd [3]. Koppel de beeldschermkabel los van de connector op het moederbord [4]. De beeldschermkabel plaatsen 1 Sluit de beeldschermkabel aan op de connector op het moederbord.
De stroomconnectorpoort plaatsen 1 Plaats de stroomconnectorpoort in de sleuf in de computer. 2 Leid de kabel van de stroomconnectorpoort door de geleiders. 3 Sluit de kabel van de stroomconnectorpoort aan op de connector op het moederbord. 4 Draai de schroef vast om de stroomconnectorpoort aan de computer te bevestigen. 5 Plaats: a b c d e f 6 beeldschermkabel polssteun toetsenbord harde schijf onderplaat batterij Volg de procedures in Nadat u aan de computer heeft gewerkt.
Het moederbord plaatsen 1 Plaats het moederbord in de sleuf in de computer. 2 Sluit alle kabels aan op de connectoren op het moederbord. 3 Draai de schroef vast om het moederbord aan de computer te bevestigen. 4 Plaats: a b c d e f g h i 5 systeemventilator beeldschermkabel polssteun toetsenbord geheugen WLAN-kaart harde schijf onderplaat batterij Volg de procedures in Nadat u aan de computer heeft gewerkt. De koelplaat verwijderen 1 Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
De warmteafleider plaatsen 1 Plaats de warmteafleider en lijn deze uit met de schroefhouders op het moederbord. 2 Draai de schroeven vast waarmee de warmteafleider aan het moederbord vastzit. 3 Plaats: a b c d e f g h i j 4 moederbord systeemventilator beeldschermkabel polssteun toetsenbord geheugen WLAN-kaart harde schijf onderplaat batterij Volg de procedures in Nadat u aan de computer heeft gewerkt. Het beeldscherm verwijderen 1 Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
Het beeldscherm plaatsen 1 Plaats het beeldscherm precies op de schroefgaten op de computer. 2 Plaats het rubber op beide zijden van de computer. 3 Draai de schroeven vast om de beeldschermeenheid op het chassis te bevestigen. 4 Plaats: a b c d e f g h i j k 5 moederbord systeemventilator beeldschermkabel stroomconnectorpoort polssteun toetsenbord geheugen WLAN-kaart harde schijf onderplaat batterij Volg de procedures in Nadat u aan de computer heeft gewerkt.
b Maak het montagekader van het beeldscherm bij de randen los en verwijder het montagekader van het beeldscherm uit het beeldscherm [2, 3, 4]. Het montagekader van het beeldscherm plaatsen 1 Plaats het montagekader van het beeldscherm op de computer en druk langs alle zijden totdat het vastklikt.
m montagekader van het beeldscherm 3 Verwijder de camera als volgt: a b Koppel de camerakabel los van de connector op de beeldschermmodule [1]. Til de camera weg van het beeldscherm [2]. De camera plaatsen 1 Plaats de camera in de sleuf in het beeldscherm. 2 Sluit de camerakabel aan op de connector op het beeldscherm.
j k l m 3 moederbord stroomconnectorpoort beeldscherm montagekader van het beeldscherm Verwijder het beeldschermpaneel als volgt: a b c Verwijder de schroeven waarmee het beeldschermpaneel aan het beeldscherm is bevestigd [1]. Verwijder de beeldschermpaneel van het beeldscherm [2]. Trek de tape [3] weg en koppel de LVDS-kabel los van de connector op het beeldschermpaneel [4]. Het beeldschermpaneel plaatsen 1 Sluit de LVDS-kabel aan op de connector op het beeldschermpaneel.
3 System Setup (Systeeminstallatie) Met System setup kunt u de hardware van uw computer beheren en de opties voor het BIOS‐niveau opgeven.
• Optisch station • Diagnostiek OPMERKING: Na het selecteren van Diagnostics (Diagnostiek) wordt het scherm ePSA diagnostics (ePSA-diagnostiek) geopend. In het scherm voor de opstartvolgorde wordt ook de optie weergegeven voor het openen van het scherm systeeminstallatie. Navigatietoetsen De volgende tabel geeft de navigatietoetsen weer voor het installeren van het systeem.
Opties voor het scherm Algemeen Dit gedeelte bevat de belangrijkste hardwarefuncties van de computer. Optie System Information Beschrijving • System Information (Systeemgegevens): toont BIOS Version (BIOS-versie), Service Tag, Asset Tag, Ownership Tag (labels voor service, inventaris, eigenaarschap), Ownership Date (datum eigenaarschap), Manufacture Date (productiedatum) en Express Service Code (Express-servicecode).
Optie Beschrijving • AHCI :deze optie is standaard ingeschakeld. Drives Hiermee kunt u de SATA-stations configureren. Alle stations zijn standaard ingeschakeld. De opties zijn: • SMART Reporting Dit veld bepaalt of vaste-schijffouten voor geïntegreerde stations tijdens het opstarten van het systeem worden gemeld. Deze technologie is deel van de SMART(Self Monitoring Analysis and Reporting Technology)-specificatie. Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Opties voor het scherm Video Optie Beschrijving LCD Brightness Hiermee kunt u de helderheid van het beeldscherm instellen afhankelijk van de voeding (On Battery (op batterij) en On AC (op netvoeding)). Switchable Graphics Hiermee kunt u de schakelbare grafische technologieën zoals NVIDIA, Optimus en AMD PowerExpress\X99 in- of uitschakelen. OPMERKING: De videoinstelling is alleen zichtbaar als er een videokaart in het systeem is geplaatst.
Optie Beschrijving Standaardinstelling: Allow Non-Admin Password Changes (Wijzigingen op niet-beheerderswachtwoorden toestaan) is geselecteerd Non-Admin Setup Changes Hiermee kunt u bepalen of wijzigingen van de setupoptie zijn toegestaan wanneer er een administratorwachtwoord is ingesteld. Wanneer deze optie is uitgeschakeld, worden de setupopties geblokkeerd door het administratorwachtwoord. TPM Security Hiermee kunt u de Trusted Platform Module (TPM) tijdens POST inschakelen.
Optie Beschrijving • KEK • db • dbx Als u Aangepaste modus inschakelt, verschijnen de relevante opties voor PK, KEK, db en dbx. De opties zijn: • Save to File (Opslaan naar bestand): hiermee wordt de sleutel opgeslagen in een door de gebruiker geselecteerd bestand. • Replace from File (Vervangen uit bestand): hiermee wordt de huidige sleutel vervangen door een sleutel uit een door de gebruiker geselecteerd bestand.
Opties voor het scherm Energiebeheer Optie Beschrijving AC Behavior Hiermee kunt u bepalen of de computer automatisch inschakelt wanneer een netadapter wordt aangesloten. Standaardinstelling: Wake on AC (Inschakelen bij netvoeding) is niet geselecteerd. Auto On Time Hiermee kunt u de tijd instellen waarop de computer automatisch moet worden ingeschakeld.
Optie Beschrijving Primary Battery Charge Configuration In dit veld kunt u de oplaadmodus voor de batterij selecteren. De opties zijn: • Adaptive • Standard (Standaard): hiermee wordt uw batterij opgeladen op een standaardsnelheid • ExpressCharge (Snel opladen): de batterij wordt sneller opgeladen met behulp van de technologie van Dell voor snelladen. Deze optie is standaard ingeschakeld.
Opties voor het scherm Virtualisatie-ondersteuning Optie Beschrijving Virtualization Hiermee kunt u Intel virtualisatietechnologie in- of uitschakelen. Enable Intel Virtualization Technology (Intel Virtualization-technologie inschakelen) (standaard) VT for Direct I/O Hiermee schakelt u Virtual Machine Monitor (VMM) in of uit voor het gebruik van de extra hardwaremogelijkheden van de Intel® Virtualisatietechologie voor directe I/O.
Het BIOS updaten Het wordt aanbevolen uw BIOS (system setup) bij te werken wanneer de systeemkaart wordt vervangen of als er een update beschikbaar is. Op een laptop moet u ervoor zorgen dat batterij volledig is opgeladen en dat de computer is aangesloten op een stopcontact. 1 Start de computer opnieuw. 2 Ga naar Dell.com/support. 3 Vul de Service Tag of Express Service Code in en klik op Submit (Verzenden).
Een systeem- en installatiewachtwoord toewijzen U kunt alleen een nieuw Systeemwachtwoord en/of Installatiewachtwoord toewijzen, of een bestaand Systeemwachtwoord en/of Installatiewachtwoord wijzigen wanneer WachtwoordstatusOntgrendeld is. Als de wachtwoordstatus Vergrendeld is, u kunt het systeemwachtwoord niet wijzigen.
6 Druk op Y om de wijzigingen op te slaan en de systeeminstallatie te verlaten. Hierna wordt de computer opnieuw opgestart.
4 Diagnostiek Start bij problemen met uw computer eerst de ePSA diagnosefuncties voordat u met Dell contact opneemt voor technische assistentie. Het doel van het starten van deze diagnostische functies is het testen van de hardware van uw computer zonder extra apparatuur nodig te hebben of de kans te lopen om gegevens te verliezen. Als u het probleem niet zelf kunt oplossen, kunnen de medewerkers u op basis van de diagnosefuncties verder helpen om het probleem op te lossen.
Statuslampjes van apparaat Tabel 2. Statuslampjes van apparaat Pictogram Beschrijving Gaat branden wanneer u de computer inschakelt en knippert wanneer de computer zich in de energiebeheermodus bevindt. Gaat branden of knippert om de batterijstatus aan te geven.
5 Technische specificaties OPMERKING: Het aanbod kan per regio verschillen. Voor meer informatie over de configuratie van uw computer in: • Windows 10: klik of tik op Start > Instellingen > Systeem > Over. • Windows 8.1 en Windows 8: klik of tik op Start • Windows 7: klik op Start , klik met de rechtermuisknop op Deze computer en selecteer Eigenschappen.
Functie Specificatie L2 cache 256 KB L3 cache Maximaal 4 MB Geheugenspecificaties Functie Specificatie Geheugenconnector Twee intern toegankelijke DDR3L-connectoren Geheugencapaciteit 4 GB en 8 GB Type geheugen 1600 MHz (dual channel DDR3L configuratie) Minimumgeheugen 4 GB Maximumgeheugen 16 GB (8x2) GB Audiospecificaties Functie Specificatie Types 4-kanaals HD-geluid Controller Realtek ALC3246 Stereoconversie 24-bit (analoog-naar-digitaal en digitaal-naar-analoog) Interface Intel
Communicatiespecificaties Kenmerken Specificatie Netwerkadapter 10/100/1000 Mbps Ethernet LAN op moederbord (LOM) Wireless (Draadloos) Wi-Fi 802.11 b/g/n en 802.11a/b/g/n/ac Poort- en connectorspecificaties Functie Specificatie Audio één gecombineerde poort voor hoofdtelefoon/microfoon (headset) Video Netwerkadapter USB • Één 15-pins VGA-aansluiting • één 19-pins HDMI-poort één RJ45-poort • twee USB 3.0-poorten • één USB 2.0-poort OPMERKING: De USB 3.
Functie Specificatie Pixel pitch 0,252 mm x 0,252 mm Extern beeldscherm VGA Toetsenbordspecificaties Functie Specificatie Aantal toetsen VS 101, Brazilië 104, VK 102 en Japan 105 Touchpadspecificaties Functie Specificatie Actieve gedeelte: X-as 104,00 mm (4,09 inch) Y-as 64,00 mm (2,52 inch) Batterijspecificaties Functie Type Hoogte Breedte Diepte Gewicht Spanning Levensduur Specificatie • 4-cels "slimme" lithium-ionbatterij (40 watt) • 6-cels "slimme" lithium-ionbatterij (65 watt)
Specificaties voor de netadapter Functie Specificatie Type 65 W en 90 W Ingangsspanning 100 V wisselstroom - 240 V wisselstroom ingangsstroom (maximum) 1,50 A/ 1,60 A/ 1,70 A/ 2,50 A Inputfrequentie 50 Hz tot 60 Hz Uitgangsstroom 3,34 A/ 4,62 A Nominale uitgangsspanning 19,5 V DC Temperatuurbereik (in bedrijf) 0°C tot 40°C (32°F tot 104°F) Temperatuurbereik (Niet in gebruik ) -40°C tot en met 70°C (-40°F tot en met 158°F) Fysieke specificaties Functie Specificatie Hoogte (zonder 23,25 mm
Omgevingsspecificaties Temperatuur Specificaties Operationeel 0°C tot 35°C (32°F tot 95°F) Opslag -40°C tot 65°C (-40°F tot 149°F) Relatieve vochtigheid (maximum) Specificaties Operationeel 10 tot 90% (niet-condenserend) Opslag 10% tot 95% (niet-condenserend) Hoogte (maximum): Specificaties Operationeel –15,2 m tot 3048 m (-50 ft tot 10.000 ft) Niet in gebruik -15,2 m tot 10.668 m (-50 ft tot 35.000 ft) Mate van luchtvervuiling G1 of lager, zoals gedefinieerd in ISA-S71.
6 Contact opnemen met Dell OPMERKING: Als u geen actieve internetverbinding hebt, kunt u contactgegevens ook vinden op uw factuur, pakbon, rekening of productcatalogus van Dell. Dell biedt diverse online en telefonische ondersteunings- en servicemogelijkheden. De beschikbaarheid hiervan verschilt per land en product. Sommige services zijn mogelijk niet in uw regio beschikbaar. U neemt als volgt contact op met Dell voor zaken op het gebied van verkoop, ondersteuning of klantenservice: 1 Ga naar Dell.