Administrator Guide

De pagina Intel AMT Configuration (configuratie Intel AMT) bevat de onderstaande door gebruikers configureerbare opties.
Zie Enterprise-modus en SMB-modus voor afbeeldingen van deze menuopties.
Menuopties
Host Name (hostnaam)
Een hostnaam kan worden toegewezen aan de computer die geschikt is voor AMT. Dit is de hostnaam van de computer die geschikt is voor Intel AMT. Als Intel
AMT is ingesteld op DHCP, MOET de hostnaam identiek zijn aan de naam van het besturingssysteem.
TCP/IP
Hiermee kunt u de onderstaande TCP/IP-configuratie van Intel AMT wijzigen.
l Network interface (netwerkinterface) ENABLE** (inschakelen) / DISABLED (uitgeschakeld)
Als de netwerkinterface is uitgeschakeld, zijn geen van de TCP/IP-instellingen meer nodig.
l DHCP Mode (DHCP-modus) ENABLE** (inschakelen) / DISABLED (uitgeschakeld)
Als de DHCP-modus is ingeschakeld, worden de TCP/IP-instellingen geconfigureerd door een DHCP-server.
Als de DHCP-modus is uitgeschakeld, zijn de onderstaande statische TCP/IP-instellingen voor Intel AMT vereist. Als een computer in de statische modus staat,
heeft deze een apart MAC-adres nodig voor de Intel Management Engine. Dit extra MAC-adres wordt vaak het Manageability MAC-adres (MNGMAC) genoemd.
Zonder een apart Manageability MAC-adres kan de computer NIET op de statische modus worden ingesteld.
l IP address (IP-adres) Internetadres van de Intel Management Engine.
l Subnet mask (subnetmasker) Het subnetmasker dat wordt gebruikt om vast te stellen bij welk subnet het IP-adres behoort.
l Default Gateway address (standaard Gateway-adres) De standaard gateway van de Intel Management Engine.
l Preferred DNS address (aanbevolen DNS-adres) Aanbevolen serveradres domeinnaam.
l Alternate DNS address (alternatief DNS-adres) Alternatief serveradres domeinnaam.
l Domain name (domeinnaam) De domeinnaam van de Intel Management Engine.
Provisioning Server (provisioneringsserver)
Stelt het IP-adres en het poortnummer (0-65535) in voor een Intel AMT-provisioneringsserver. Deze configuratie verschijnt alleen voor het Enterprise-
provisioneringsmodel.
Provision Model (provisioneringsmodel)
De volgende provisioneringsmodellen zijn beschikbaar:
l Compatibility Mode (compatibiliteitsmodus) Intel AMT 2.6** / Intel AMT 1.0
Met de compatibiliteitsmodus kunt u schakelen tussen Intel AMT 2.6 en Intel AMT 1.0.
l Host Name (hostnaam)
l TCP/IP
l Provisioning Server (provisioneringsserver)
l Provision Model (provisioneringsmodel)
l Set PID and PPS (PID en PPS instellen)
l Un-Provision (deprovisioneren)
l SOL/IDE-R
l Secure Firmware Update (beveiligde firmware-update)
l Set PRTC (PRTC instellen)
l Idle Timeout (time-out bij inactiviteit)