Users Guide
Table Of Contents
- Gebruikshandleiding
- Inhoud
- Informatie zoeken
- Over de computer
- Informatie naar een nieuwe computer overbrengen
- Batterijen gebruiken
- Het toetsenbord gebruiken
- Het beeldscherm gebruiken
- Netwerken instellen en gebruiken
- Een netwerk- of breedbandmodemkabel aansluiten
- Een netwerk instellen in het Microsoft® Windows® XP- besturingssysteem
- Een netwerk instellen in het Microsoft Windows Vista®- besturingssysteem
- WLAN (Wireless Local Area Network)
- Mobiel breedbandnetwerk (of Wireless Wide Area Network)
- Dell Wi-Fi Catcher™-netwerkzoeker
- Microsoft® Windows® Firewall
- Multimedia gebruiken
- Kaarten gebruiken
- De computer beveiligen
- Problemen oplossen
- Controlelampjes
- Technische updateservice van Dell™
- Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
- Dell Support Utility (Dell-hulpprogramma)
- Problemen met stations
- E-mail-, modem- en internetproblemen
- Foutberichten
- Problemen met IEEE 1394-apparaten
- Toetsenbordproblemen
- Vastlopen en softwareproblemen
- Problemen met geheugen
- Netwerkproblemen
- Problemen met PC-kaarten
- Voedingsproblemen
- Printerproblemen
- Scannerproblemen
- Problemen met geluid en luidsprekers
- Problemen met de touchpad of met de muis
- Video- en beeldschermproblemen
- Intel® Active Management Technology
- System Setup-programma
- Software opnieuw installeren
- Onderdelen toevoegen en vervangen
- Dell™ QuickSet
- Uw computer op reis meenemen
- Specificaties
- Help-informatie
- Bijlage
- Woordenlijst

Het beeldscherm gebruiken 45
Het beeldscherm gebruiken
De helderheid aanpassen
Wanneer een Dell™-computer op batterijen werkt, kunt u stroom besparen door de laagste
helderheidsinstelling te gebruiken en op <Fn> te drukken en op de pijl-omhoog of -omlaag op het
toetsenbord te drukken.
OPMERKING: De toetsencombinaties voor helderheid hebben alleen invloed op het beeldscherm van de
draagbare computer, en niet op monitors of projectors die u op de draagbare computer of koppelapparaat aansluit.
Als de computer is aangesloten op een externe monitor en u wijzigt het helderheidsniveau, is het wel mogelijk dat
de helderheidsmeter verschijnt, maar zal het helderheidsniveau op het externe apparaat niet veranderen.
U kunt op de volgende toetsen drukken om de helderheid van het beeldscherm aan te passen:
• Druk op <Fn> en op de pijl-omhoog om de helderheid van alleen het ingebouwde beeldscherm te
verhogen (niet op de externe monitor).
• Druk op <Fn> en op de pijl-omlaag om de helderheid van alleen het ingebouwde beeldscherm te
verlagen (niet op de externe monitor).
De omgevingslichtsensor gebruiken
De omgevingslichtsensor bevindt zich op de onderkant van het computerbeeldscherm. De sensor
detecteert beschikbaar omgevingslicht en verhoogt of verlaagt het schermlicht automatisch in
omgevingen met weinig of veel licht.
U kunt de omgevingslichtsensor in- of uitschakelen door op de toetsencombinatie <Fn> plus linkerpijl
te drukken.
OPMERKING: Bedek de omgevingslichtsensor niet met plaklabels. Als de sensor is bedekt, wordt de
beeldschermhelderheid automatisch op het laagste niveau ingesteld.