Users Guide
Table Of Contents
- Gebruikshandleiding
- Inhoud
- Informatie zoeken
- Over de computer
- Informatie naar een nieuwe computer overbrengen
- Batterijen gebruiken
- Het toetsenbord gebruiken
- Het beeldscherm gebruiken
- Netwerken instellen en gebruiken
- Een netwerk- of breedbandmodemkabel aansluiten
- Een netwerk instellen in het Microsoft® Windows® XP- besturingssysteem
- Een netwerk instellen in het Microsoft Windows Vista®- besturingssysteem
- WLAN (Wireless Local Area Network)
- Mobiel breedbandnetwerk (of Wireless Wide Area Network)
- Dell Wi-Fi Catcher™-netwerkzoeker
- Microsoft® Windows® Firewall
- Multimedia gebruiken
- Kaarten gebruiken
- De computer beveiligen
- Problemen oplossen
- Controlelampjes
- Technische updateservice van Dell™
- Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
- Dell Support Utility (Dell-hulpprogramma)
- Problemen met stations
- E-mail-, modem- en internetproblemen
- Foutberichten
- Problemen met IEEE 1394-apparaten
- Toetsenbordproblemen
- Vastlopen en softwareproblemen
- Problemen met geheugen
- Netwerkproblemen
- Problemen met PC-kaarten
- Voedingsproblemen
- Printerproblemen
- Scannerproblemen
- Problemen met geluid en luidsprekers
- Problemen met de touchpad of met de muis
- Video- en beeldschermproblemen
- Intel® Active Management Technology
- System Setup-programma
- Software opnieuw installeren
- Onderdelen toevoegen en vervangen
- Dell™ QuickSet
- Uw computer op reis meenemen
- Specificaties
- Help-informatie
- Bijlage
- Woordenlijst

Problemen oplossen 89
CONTROLEER OF U VERBINDING HEBT MET INTERNET — Controleer of u een abonnement hebt genomen bij
een internetaanbieder. Open het e-mailprogramma Outlook Express en klik op Bestand. Als u voor de
optie Offline werken een vinkje ziet staan, klikt u op de optie om het vinkje te verwijderen en verbinding
te maken met internet. Neem voor hulp contact op met uw internetserviceaanbieder.
SCAN DE COMPUTER OP SPYWARE — Als uw computer zeer traag is, vaak last heeft van pop-upadvertenties of
problemen met het opzetten van een internetverbinding, is uw computer mogelijk geïnfecteerd met
spyware. Gebruik een virusscanner met bescherming tegen spyware (mogelijk is voor uw programma een
upgrade nodig) om de computer te scannen en eventuele spyware te verwijderen. Ga voor meer informatie
naar support.dell.com en zoek op het trefwoord spyware.
Foutberichten
Vul de Diagnostics Checklist (zie "Diagnostische checklist" op pagina 161) in terwijl u deze controles
uitvoert.
WAARSCHUWING: Raadpleeg de veiligheidsinstructies in de
Productinformatiegids
voordat u begint met de
procedures in dit gedeelte.
Als het bericht niet wordt vermeld, raadpleegt u de documentatie bij het besturingssysteem of het
programma dat werd uitgevoerd toen het bericht verscheen.
AUXILIARY DEVICE FAILURE (FOUT IN HULPAPPARAAT)—Er kan een fout zitten in de touchpad, de track
stick of de externe muis. Controleer bij een externe muis de kabelaansluiting. Schakel de optie Pointing
Device (aanwijsapparaat) in het System Setup-programma in. Als het probleem aanhoudt, moet
u contact opnemen met Dell (zie "Hulp krijgen" op pagina 157).
BAD COMMAND OR FILE NAME (ONJUISTE OPDRACHT OF BESTANDSNAAM)—Controleer of u de opdracht
correct hebt gespeld, spaties op de juiste plaats hebt gezet en de correct padnaam hebt gebruikt.
CACHE DISABLED DUE TO FAILURE (CACHE UITGESCHAKELD WEGENS FOUT)—Er is een fout opgetreden in de
primaire cache van de microprocessor. Neem contact op met Dell (zie "Hulp krijgen" op pagina 157).
CD DRIVE CONTROLLER FAILURE (FOUT IN CONTROLLER VAN CD-STATION)—De vaste schijf reageert niet
meer op opdrachten van de computer (zie "Dell Support Utility (Dell-hulpprogramma)" op pagina 85).
DATA ERROR (GEGEVENSFOUT)—De vaste schijf kan de gegevens niet lezen (zie "Dell Support Utility
(Dell-hulpprogramma)" op pagina 85).
DECREASING AVAILABLE MEMORY (AFNEMEND BESCHIKBAAR GEHEUGEN)—Een of meer geheugenmodules
zijn defect of zitten niet goed vast. Plaats de geheugenmodules opnieuw en vervang ze indien nodig (zie
"Problemen met geheugen" op pagina 97).
DISK C: FAILED INITIALIZATION (INITIALISATIE SCHIJF C: MISLUKT)—De vaste schijf kon niet worden
geïnitialiseerd. Voer de vaste-schijftests in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit (zie "Dell Diagnostics
(Dell-diagnostiek)" op pagina 81).
DRIVE NOT READY (STATION NIET GEREED)—Er moet een vaste schijf in het compartiment zitten om
verder te kunnen gaan. Monteer een vaste schijf in de vaste-schijfhouder (zie "Problemen met stations"
op pagina 86).