Dell Latitude ST Eigenaarshandleiding Regelgevingsmodel: T02G Regelgevingstype: T02G001
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer. WAARSCHUWING: EEN WAARSCHUWING duidt potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertelt u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: EEN WAARSCHUWING duidt op een risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden. © 2012 Dell Inc.
Inhoudsopgave Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen..................................................2 Hoofdstuk 1: Aan de computer werken......................................................................................7 Voordat u in de computer gaat werken....................................................................................................................7 Aanbevolen hulpmiddelen..............................................................................................
Hoofdstuk 8: De batterij verwijderen........................................................................................29 De batterij plaatsen.................................................................................................................................................30 Hoofdstuk 9: De WLAN-kaart (Wireless Local Area Network) verwijderen......................31 De WLAN-kaart (wireless local area network) plaatsen.......................................................................
Hoofdstuk 21: Problemen oplossen...........................................................................................57 Enhanced Pre-Boot System Assessment (ePSA)...................................................................................................57 Het diagnostische ePSA-hulpprogramma uitvoeren..............................................................................................57 Pieptooncodes......................................................................................
Aan de computer werken 1 Voordat u in de computer gaat werken Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer tegen mogelijke schade te beschermen. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van de volgende veronderstellingen uitgegaan: • U hebt de stappen in Voordat u aan de computer gaat werken uitgevoerd. • U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
WAARSCHUWING: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de connector van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en daarna de netwerkkabel loskoppelen van het netwerkapparaat. 4. Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.
2 Overzicht De Dell Latitude ST is tablet-pc met een Windows 7-besturingssysteem en een 10" aanraakscherm, waarmee de mobiliteit van een tablet wordt gecombineerd met de beheerbaarheid, beveiliging en compatibiliteit van een laptop.
Functie Beschrijving Invoerapparaatgevoelige hulpmiddelen Het invoerpaneel van de tablet en het pictogram veranderen van formaat op basis van het gebruik van een pen of aanraken. Tabletcursor Speciale tabletcursor voor functies van de tablet-pc in tegenstelling van een standaardmuisaanwijzer. Touch Widget Apart hulpmiddel dat verschijnt in de Touch-modus voor het klikken van de rechtermuisknop.
De pen kalibreren De pen kan werken bij de standaardkalibratie of bij een kalibratie die door u of een andere gebruiker is ingesteld. Wij raden aan de pen alleen te gebruiken als deze is gekalibreerd met uw persoonlijke kalibratie-instellingen. Door middel van kalibratie worden de prestaties van de pen voor elke gebruiker geoptimaliseerd. 1. Open het configuratiescherm. 2. Dubbelklik op Tablet PC Settings (Instellingen van de tablet-pc). 3.
Eigenschap Actie Raak met de pen het scherm aan en houdt deze even zo totdat Windows een volledige cirkel rond de cursor tekent. Functie Hetzelfde als een klik met rechts op een muis. De pen als pen gebruiken De handschriftherkenningssoftware maakt het eenvoudig om met de pen tekst in te voeren in uw applicaties. Met sommige applicaties, zoals Windows Journal, kunt u met de pen rechtstreeks in het applicatievenster schrijven.
Tekst invoeren U kunt handschriftherkenning of het virtuele toetsenbord gebruiken om tekst in te voeren. Tabel 3. Pictogrammen van het invoerpaneel Pictogram Naam Functie Handschrifthe Het schrijfpaneel en het tekenpaneel zetten uw handschrift om in getypte tekst. U kunt rkenning voortdurend op het schrijfpaneel schrijven, zoals u op een blad papier met lijntjes schrijft. Gebruik het tekenpaneel om één teken tegelijkertijd in te voeren.
De onderstaande afbeelding toont de standaardinstellingen voor snelle penbewegingen. Deze kunnen worden aangepast door naar Start → > Control Panel (Configuratiescherm) → Pen and Touch (Pen en aanraken) te gaan op het tabblad Flicks (Bewegingen) te klikken.
Gebruik van aanraken Een van de belangrijkste voordelen van de tablet-pc is de mogelijkheid eenvoudig te schakelen tussen peninvoer en aanraakinvoer. Wanneer u de aanraakmodus gebruikt, zweeft onder uw vinger een doorschijnende afbeelding van een computermuis, die aanraakaanwijzer wordt genoemd. De aanraakaanwijzer heeft linker- en rechtermuisknoppen die u met uw vinger kunt aantikken. U kunt het gebied onder de knoppen gebruiken om de aanraakaanwijzer te verslepen.
Show the touch pointer when I'm interacting with items on the screen (De aanraakaanwijzer weergeven als ik met onderdelen op het scherm werk) aan. Docking station De docking station is ontworpen voor de Latitude ST en kan afzonderlijk worden gekocht via dell.com. Zie de installatiehandeling van de docking station die beschikbaar is op support.dell.com.voor meer informatie.
Afbeelding 1. Vooraanzicht docking station 1. Dockconnector 2. Aan-uitledlampje Afbeelding 2. Achteraanzicht docking station 1. connector voor netadapter 2. USB 2.0-connector (1) 3. USB 2.0-connector (2) 4. Netwerkconnector (RJ45) 5. HDMI-connector 6.
De SD-geheugenkaart verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Druk op de SD-geheugenkaart om deze uit de computer te verwijderen. 3. Schuif de SD-geheugenkaart uit de computer. 3 De SD-geheugenkaart plaatsen 1. Druk de geheugenkaart in het compartiment totdat deze vastklikt. 2. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
De digitizerpen verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Druk op de digitizerpen om deze uit de computer te verwijderen. 3. Trek de digitizerpen uit de computer. 4 De digitizerpen plaatsen 1. Druk de digitizerpen in het compartiment totdat deze vastklikt. 2. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Het labelklepje verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Druk de vergrendeling in waarmee het labelklepje is bevestigd. 3. Til het labelklepje diagonaal omhoog en verwijder het uit de computer. 5 Het labelklepje plaatsen 1. Plaat het labelklepje diagonaal en lijn het uit met de vergrendelingslipjes op de randen. 2. Druk de randen van het labelklepje totdat dit vastklikt. 3. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
De simkaart verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder het labelklepje. 3. Schuif de simkaarthouder weg om de sleuf van de simkaart te ontgrendelen. 4. Draai de simkaarthouder omhoog. 5. Trek de simkaart uit de houder en verwijder deze uit de computer. 6 OPMERKING: Sluit de simkaarthouder nadat de simkaart uit de computer is verwijderd.
De simkaart plaatsen 1. Duw de simkaart in de simkaartsleuf totdat deze op zijn plaats klikt. 2. Plaats het labelklepje. 3. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
De onderplaat verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder het labelklepje. 7 OPMERKING: Verwijder de stylus en de dummy-SD-kaart om beschadiging van de computer te vermijden. 3. Verwijder de schroeven waarmee de onderplaat aan de computer is bevestigd. 4. Druk op de vergrendeling om het bovenste deel van de onderplaat los te maken. 5. Wrik de lipjes los waarmee de onderplaat is bevestigd en volg hierbij de volgorde van de pijlen in de afbeelding. 6.
De onderplaat plaatsen 1. Bevestig de onderplaat op de computer. 2. Druk de randen van de onderplaat in de vergrendelingsklemmetjes totdat deze vastklikken. 3. Draai de schroeven aan waarmee de onderplaat wordt bevestigd. 4. Plaats het labelklepje. 5. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
De batterij verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder het labelklepje. 3. Verwijder de onderplaat. 4. Koppel de batterijkabel los. 5. Verwijder de schroeven waarmee de batterij aan de computer wordt bevestigd. 6. Til de batterij omhoog en verwijder deze uit de computer.
De batterij plaatsen 1. Plaats de batterij in het batterijcompartiment. 2. Draai de schroeven aan waarmee de batterij is bevestigd. 3. Sluit de batterijkabel aan. 4. Plaats de onderplaat. 5. Plaats het labelklepje. 6. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
De WLAN-kaart (Wireless Local Area Network) verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder het labelklepje. 3. Verwijder de onderplaat. 4. Verwijder de batterij. 5. Koppel de antenne los die is aangesloten op de WLAN-kaart. 6. Verwijder de schroef waarmee de WLAN-kaart is bevestigd. 7. Verwijder de WLAN-kaart uit de computer.
De WLAN-kaart (wireless local area network) plaatsen 1. Schuif de WLAN-kaart in zijn sleuf. 2. Draai de schroeven aan waarmee de WLAN-kaart is bevestigd. 3. Sluit de antennes aan volgens de kleurcode op de WLAN-kaart. 4. Plaats de batterij. 5. Plaats de onderplaat. 6. Plaats het labelklepje. 7. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt. 8.
10 De WWAN-kaart (wireless wide area network) verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder het labelklepje. 3. Verwijder de onderplaat. 4. Verwijder de batterij. 5. Koppel de antenne los die is aangesloten op de WWAN-kaart. 6. Verwijder de schroef waarmee de WWAN-kaart is bevestigd. 7. Verwijder de WWAN-kaart uit de computer.
De WWAN-kaart (Wireless Wide Area Network) plaatsen 1. Schuif de WWAN-kaart in de sleuf. 2. Draai de schroef vast waarmee de WWAN-kaart wordt bevestigd. 3. Sluit de antennes aan volgens de kleurcode op de WWAN-kaart. 4. Plaats de batterij. 5. Plaats de onderplaat. 6. Plaats het labelklepje. 7. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
11 Het interne opslagapparaat verwijderen (Solid State Drive) 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder het labelklepje. 3. Verwijder de onderplaat. 4. Koppel de batterijkabel los. 5. Verwijder de schroef waarmee de solid state drive aan de computer is bevestigd. 6. Til de solid state drive diagonaal omhoog en verwijder deze uit de computer. Het interne opslagapparaat plaatsen (Solid State Drive) 1.
De knoopcelbatterij verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder het labelklepje. 3. Verwijder de onderplaat. 4. Verwijder de batterij. 5. Verwijder het interne opslagapparaat. 6. Koppel de knoopcelbatterijkabel los. 7. Maak de kabel van de knoopcelbatterij los en verwijder de knoopcelbatterij uit de computer. 12 De knoopcelbatterij plaatsen 1. Plaats de knoopcelbatterij in het compartiment en leid de kabel van de knoopcelbatterij. 2.
De luidspreker verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder het labelklepje. 3. Verwijder de onderplaat. 4. Verwijder de batterij. 5. Verwijder de schroeven waarmee de luidspreker aan de computer wordt bevestigd. 6. Koppel de luidsprekerkabel los. 7. Til de luidspreker omhoog en verwijder deze uit de computer.
De luidspreker plaatsen 1. Sluit de luidsprekerkabel aan op het moederbord. 2. Draai de schroeven aan waarmee de luidspreker is bevestigd. 3. Plaats de batterij. 4. Plaats de onderplaat. 5. Plaats het labelklepje. 6. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Het middelste frame verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder de digitizerpen. 3. Verwijder het labelklepje. 4. Verwijder de onderplaat. 5. Verwijder de batterij. 6. Verwijder de schroeven waarmee het middelste frame aan de computer is bevestigd. 7. Verwijder de tapes waarmee de antenne aan het beeldscherm is bevestigd. 8. Maak de beeldschermkabel los. 9. Wrik het middelste frame los van het beeldscherm en verwijder dit uit de computer.
Het middelste frame plaatsen 1. Bevestig het middelste frame aan de computer. 2. Druk de randen van het middelste frame in de vergrendelingsklemmetjes totdat deze vastklikken. 3. Sluit de beeldschermkabel aan. 4. Bevestig de tapes waarmee de antenne aan het beeldscherm wordt bevestigd. 5. Draai de schroeven aan waarmee het middelste frame aan de computer wordt bevestigd. 6. Plaats de batterij. 7. Plaats de onderplaat. 8. Plaats het labelklepje. 9.
De camera verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder de digitizerpen. 3. Verwijder het labelklepje. 4. Verwijder de onderplaat. 5. Verwijder de batterij. 6. Verwijder het middelste frame. 7. Koppel de camerakabel los van het moederbord. 8. Trek de camerakabel van de tape waarmee deze op het moederbord is bevestigd. 9. Draai het middelste frame om en koppel de kabel van de cameraled los.
10. Verwijder de schroef waarmee de camerakaart aan de computer is bevestigd. 11. Til de camerakaart omhoog en verwijder deze uit de computer. 12. Koppel de camerakabel los van de camerakaart. De camera plaatsen 1. Sluit de camerakabel aan op de camerakaart. 2. Plaats de camera op de bovenrand van het beeldscherm. 3. Draai de schroef vast waarmee de camera wordt bevestigd. 4. Draai het middelste frame om en sluit de kabel van de cameraled aan. 5.
De I/O-kaart verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder de digitizerpen. 3. Verwijder het labelklepje. 4. Verwijder de onderplaat. 5. Verwijder de batterij. 6. Verwijder het middelste frame. 7. Verwijder de kabel van de I/O-kaart uit het moederbord. 8. Verwijder de schroef waarmee de I/O-kaart aan de computer is bevestigd. 9. Til de I/O-kaart omhoog en verwijder deze uit de computer.
De I/O-kaart plaatsen 1. Plaats de I/O-kaart aan de bovenrand van het beeldscherm. 2. Draai de schroef aan waarmee de I/O-kaart aan de computer wordt bevestigd. 3. Sluit de kabel van de I/O-kaart aan op het moederbord. 4. Plaats het middelste frame. 5. Plaats de batterij. 6. Plaats de onderplaat. 7. Plaats het labelklepje. 8. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
De dockingkaart verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder de digitizerpen. 3. Verwijder het labelklepje. 4. Verwijder de onderplaat. 5. Verwijder de batterij. 6. Verwijder het middelste frame. 7. Koppel de kabel van de dockingkaart los van het moederbord. 8. Draai het middelste frame om, til de dockingkaart omhoog en verwijder deze uit de computer. 9. Trek de tape los waarmee de dockingkaart is bevestigd.
10. Til de vergrendelingslipjes omhoog en koppel de dockingkaartkabel los van de dockingkaart. De dockingkaart plaatsen 1. Sluit de dockingkaartkabel aan op de dockingkaart en druk de vergrendelingsklemmetjes omlaag. 2. Zorg ervoor dat de dockingkabel bij het aansluiten naar boven is gericht, dat het label "DB" en de pijl naar buiten zijn gericht vanaf de moederbordconnector. Een onjuiste polariteit kan leiden tot een defecte dockingkaart. 3.
Het moederbord verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder de digitizerpen. 3. Verwijder de SD-geheugenkaart. 4. Verwijder het labelklepje. 5. Verwijder de telefoonsimkaart. 6. Verwijder de onderplaat. 7. Verwijder de batterij. 8. Verwijder de WLAN-kaart. 9. Verwijder de WWAN-kaart. 18 10. Verwijder het interne opslagapparaat. 11. Verwijder het middelste frame. 12.
15. Til het moederbord omhoog en verwijder het uit de computer. Het moederbord plaatsen 1. Draai de schroef aan waarmee het moederbord op het middelste frame wordt bevestigd. 2. Draai het middelste frame om en sluit de camerakabel aan op het moederbord, de dockingkaartkabel, luidsprekerkabel en de kabel van de knoopcelbatterij. 3. Druk de vergrendelingslipjes in van de kabels van de kaart met de aan-uitknop en van de I/O-kaart. 4. Plaats het middelste frame. 5. Plaats het interne opslagapparaat.
De LVDS-kabel (Low-Voltage Differential Signaling) verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder de digitizerpen. 3. Verwijder het labelklepje. 4. Verwijder de onderplaat. 5. Verwijder de batterij. 6. Verwijder het middelste frame. 7. Trek de tape open waarmee de beeldschermkabel is bevestigd. 8. Maak de beeldschermkabel los.
De LVDS-kabel (Low-Voltage Differential Signaling) plaatsen 1. Sluit de beeldschermkabel aan op het beeldschermpaneel. 2. Maak de tape vast waarmee de beeldschermkabel wordt bevestigd. 3. Plaats het middelste frame. 4. Plaats de batterij. 5. Plaats de onderplaat. 6. Plaats het labelklepje. 7. Plaats de digitizerpen. 8. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Systeeminstellingen 20 Overzicht van System Setup Met System Setup (Systeem-setup) kunt u: • de systeemconfiguratie wijzigen nadat u hardware hebt toegevoegd, gewijzigd of verwijderd. • het instellen of wijzigen van een door de gebruiker te selecteren optie, zoals een wachtwoord. • de huidige hoeveelheid geheugen lezen of het geïnstalleerde type vaste schijf instellen. • de batterijstatus controleren.
OPMERKING: Niet alle instellingen die in het optieveld worden weergegeven, kunnen worden gewijzigd. Help Verschijnt rechts in het venster System Setup en bevat Help-informatie over de optie die is geselecteerd in de lijst Options (Opties). Gebruik de onderstaande toetsen om door de System Setup-schermen te bladeren: Toetsaanslag Actie < F2 > Geeft informatie weer over een willekeurig geselecteerd item in System Setup.
Optie Functie Asset Tag (Inventarislabel) Hier wordt het inventarislabel van uw computer weergegeven. CPU Type (Processortype) Hier wordt het type processor weergegeven. CPU Speed (Processorsnelheid) Geeft de snelheid van de processor weer. CPU ID (Processor-id) Hier wordt de processor-id weergegeven. CPU Cache (Cache CPU) Toont informatie over de cachegroote van de processor L1 Cache Size (Grootte L1cachegeheugen) Hier wordt de capaciteit van het L1-cachegeheugen van de processor weergegeven.
Optie Functie Charger Behavior (Ladergedrag) Geeft aan of de computerbatterij wordt geladen wanneer deze is aangesloten op een stroombron. Standaard: Disabled (Uitgeschakeld) ExpressCharge Een snelle oplaadtechnologie van Dell. Standaard: Enabled (Ingeschakeld) Batterijstatus Toont de actuele batterijstatus. Miscellaneous devices (Diverse apparaten) Met deze velden kunt u diverse ingebouwde apparaten in- of uitschakelen.
Problemen oplossen 21 Enhanced Pre-Boot System Assessment (ePSA) De ePSA is een diagnostisch hulpmiddel dat beschikbaar is op uw computer. Dit hulpmiddel bevat een reeks tests voor de hardware van een computer. U kunt deze tests zelfs uitvoeren als de computer geen media (vaste schijfdrive, cdstation, etc.) heeft. Als een ePSA-getest onderdeel een storing geeft, verschijnt op het systeem een foutcode en wordt er een pieptoon afgegeven.
2. De computer start opnieuw op en het hulpprogramma ePSA wordt automatisch uitgevoerd. 3. Tijdens het testproces wordt u gevraagd een JA of NEE vraag te beantwoorden. Druk Volume omhoog voor JA of op Volume omlaag voor NEE als u antwoord wilt geven. 4. Druk op de knop Security (Ctrl-Alt-Del) om OK te klikken als de tests zijn voltooid.
5. De knoppen voor volume omhoog en omlaag kunnen ook worden gebruikt als de Tab-toets wanneer u wilt schakelen tussen opties. Pieptooncodes De computer kan een reeks pieptonen afgeven tijdens het opstarten als het beeldscherm geen fouten of problemen kan weergeven. Deze reeks pieptonen, die pieptooncodes wordt genoemd, geven verschillende problemen aan. De vertraging tussen elk piepje is 300 ms; de vertraging tussen elke reeks piepjes is 3 sec; het piepje zelf duurt 300 ms.
Code Oorzaak en stappen voor probleemoplossing 6 Fout tijdens test Video-BIOS Videokaartfout 7 Fout bij testen van CPU-cache Processorfout 8 Beeldscherm Beeldschermfout Foutcodes voor ledlampjes Diagnostische ledcodes worden weergegeven via het ledlampje van de aan-uitknop. Het ledlampje van de aan-uitknop knippert de bijbehorende ledcode voor de bijbehorende foutconditie.
Problemen bij de installatie Foutmelding: “Hardware is not adequate for running this software” (Hardware is niet geschikt voor uitvoeren van deze software) Stappen voor het oplossen van problemen: 1. Controleer of de bundel die u wilt uitvoeren, geschikt is voor het desbetreffende besturingssysteem (Win7) 2.
• Als het apparaat wordt herkend, moet u de installatie van de N-trig-bundel ongedaan maken en deze opnieuw uitvoeren. • Als het apparaat niet wordt herkend, moet u controleren of u het kunt zien onder Unknown Devices (Onbekende apparaten) en het stuurprogramma voor het onbekende apparaat bijwerken. Controleer in Windows 7 of het selectievakje Tablet PC Components (Tablet PC-componenten) (in Windows Features) is aangevinkt nadat de N-trig-softwarebundel is geïnstalleerd.
Technische specificaties 22 OPMERKING: Aanbiedingen kunnen per regio verschillen. De volgende specificaties zijn alleen de specificaties die wettelijk verplicht moeten worden meegeleverd bij de computer. Voor meer informatie over de configuratie van uw computer klikt u op Start → Help en ondersteuning en selecteert u de optie om informatie over uw computer weer te geven.
Video Videocontroller Intel HD Graphics 600 Videogeheugen 766 MB Communicatie Netwerkadapter Draadloos één RJ-45-connector ondersteuning via docking station • • • Draadloos Aan/Uit functionaliteit WWAN en GNSS (Global Navigation Satellite System, satellietnavigatiesysteem) Wi-Fi Poorten en connectors Audio één microfoonconnector, connector voor stereohoofdtelefoon/ luidsprekers Video één 19-pins HDMI-connector USB één 4-pins, USB 2.
Batterij Lengte 165,50 mm Hoogte 5,90 mm Breedte 114,10 mm Gewicht 200 g Spaning 7,4 V gelijkstroom Temperatuurbereik In bedrijf 0 °C tot 60 °C Niet in bedrijf –20 °C tot 60 °C Knoopcelbatterij CR2032-lithium-ionbatterij van 3 V Netadapter Type 30 W Ingangsspanning 100 V wisselstroom tot 240 V wisselstroom Ingangsstroom (maximum) 1,0 A Ingangsfrequentie 50 Hz tot 60 Hz Uitgangsvermogen 30 W Uitgangsstroom (30 W) 1,58 A Nominale uitgangsspanning 19 +/–1,0 V gelijkstroom Temperat
Omgeving Opslag 5% tot 95% (niet-condenserend) Hoogte (maximum): In bedrijf –15,20 m tot 3048 m Niet in bedrijf –15,20 m tot 10.668 m Contaminatieniveau in de lucht 66 G1, zoals gedefinieerd in ISA-71.
Contact opnemen met Dell 23 OPMERKING: Als u geen actieve internetverbinding hebt, kunt u de contactgegevens vinden op de factuur, de pakbon of in de productcatalogus van Dell. Dell biedt diverse online en telefonische ondersteunings- en servicemogelijkheden. De beschikbaarheid verschilt per land en product en sommige services zijn mogelijk niet beschikbaar in uw regio. Wanneer u met Dell contact wilt opnemen voor vragen over de verkoop, technische ondersteuning of de klantenservice: 1. Ga naar support.