Setup Guide

Table Of Contents
96 Snelstartgids
Mini Tower-computer — ingangen aan de achterzijde
4 stroomaansluiting Sluit de stroomkabel op deze ingang aan.
5 verbindingen op het
achterpaneel
Sluit seriële, USB- en andere apparaten op de juiste ingang aan.
6 kaartsleuven Toegangsaansluitingen voor geïnstalleerde PCI- en PCI Express-kaarten.
1
parallelle connector Sluit parallelle apparaten zoals een printer aan op de parallelle ingang. Als u over
een USB-printer beschikt, moet u deze aansluiten op een USB-ingang.
OPMERKING: De geïntegreerde parallelle ingang wordt automatisch
gedeactiveerd als de computer een geïnstalleerde kaart detecteert die een
parallelle ingang bevat die op hetzelfde adres is geconfigureerd. Raadpleeg voor
meer informatie de online handleiding.
2
lampje verbindingsintegriteit Groen — Er is een succesvolle verbinding tussen een 10 Mbps-netwerk en de
computer.
Oranje — Er is een succesvolle verbinding tussen een 100 Mbps-netwerk en
de computer.
Uit — De computer detecteert geen fysieke verbinding met het netwerk.
3
ingang netwerkadapter Om de computer aan te sluiten op een netwerk of breedbandapparaat moet u
een uiteinde van de netwerkkabel aansluiten op een netwerkcontact of een
netwerk- of breedbandapparaat. Sluit het andere gedeelte van de netwerkkabel
aan op de netwerkadapteringang op het achterpaneel van de computer. Een
klikgeluid geeft aan dat de netwerkkabel goed vastzit.
OPMERKING: Sluit geen telefoonkabel aan op de netwerkingang.
Bij computers met een netwerkadapterkaart moet u de ingang op de kaart
gebruiken.
U wordt aangeraden om Category 5-bedrading en -ingangen voor uw netwerk te
gebruiken. Als u toch gebruikmaakt van Category 3-bedrading, moet u de
netwerksnelheid naar 10 Mbps forceren om een betrouwbare werking te
garanderen.
13
10 9
8
5
6
7
24