OptiPlex 5070 Tower Servicehandleiding Regelgevingsmodel: D18M Regelgevingstype: D18M005
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen,en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van het product. WAARSCHUWING: WAARSCHUWINGEN duiden potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertellen u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: LET OP duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan. © 2018 - 2019 Dell Inc. of zijn dochtermaatschappijen. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave 1 Aan de computer werken............................................................................................................... 7 Veiligheidsinstructies............................................................................................................................................................. 7 Voordat u in de computer gaat werken........................................................................................................................
De M.2. SSD verwijderen..............................................................................................................................................34 M.2 SSD plaatsen.......................................................................................................................................................... 35 SD-kaartleesapparaat......................................................................................................................................................
2,5-inch harde schijf............................................................................................................................................................76 2,5 inch hardeschijfeenheid verwijderen.....................................................................................................................76 De 2,5 inch hardeschijfeenheid plaatsen....................................................................................................................
Moederbord verwijderen..............................................................................................................................................114 Het moederbord plaatsen............................................................................................................................................ 117 5 Problemen oplossen..................................................................................................................
1 Aan de computer werken Veiligheidsinstructies Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw persoonlijke veiligheid te garanderen en de computer te beschermen tegen mogelijke schade. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van de volgende veronderstellingen uitgegaan: • • U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
6. Houd de aan-uitknop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd om het moederbord te aarden. OPMERKING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingspolsbandje of door regelmatig zowel een ongeverfd metalen oppervlak als een connector aan de achterkant van de computer tegelijkertijd aan te raken.
Voer de volgende stappen uit om ESD-schade te voorkomen: • • • • Gebruik een bedrade ESD-polsband die goed is geaard. Het gebruik van draadloze antistatische banden is niet meer toegestaan; deze bieden onvoldoende bescherming. Het aanraken van het chassis alvorens onderdelen te hanteren zorgt niet voor adequate bescherming tegen ESD op onderdelen met verhoogde gevoeligheid voor ESD-schade. Werk met alle elektrostatisch gevoelige onderdelen in een ruimte die vrij is van statische elektriciteit.
onderdelen apart houden van alle isolatoronderdelen wanneer service wordt verleend en dat ze antistatische tassen gebruiken voor het transport van gevoelige onderdelen. Gevoelige componenten transporteren Bij het transport van ESD-gevoelige componenten, zoals vervangende onderdelen of onderdelen die moeten worden teruggestuurd naar Dell, is het van kritiek belang om deze onderdelen in antistatische tassen te plaatsen voor veilig transport.
2 Technologie en onderdelen In dit hoofdstuk worden de technologie en onderdelen beschreven die beschikbaar zijn in het systeem. Onderwerpen: • • • • • • DDR4 USB-functies USB Type-C Voordelen van een DisplayPort via USB Type-C HDMI 2.0 Intel Optane-geheugen DDR4 DDR4-geheugen (double data rate van de vierde generatie) heeft een hogere snelheid dan de DDR2- en DDR3-technologieën en kunnen maximaal 512 GB hebben in vergelijking met het maximum van 128 GB per DIMM van de DDR3.
Afbeelding 2. Verschil in dikte Gebogen rand DDR4-modules hebben een gebogen rand zodat ze makkelijker geplaatst kunnen worden en zodat er minder druk komt te staan op de PCB wanneer het geheugen wordt geplaatst. Afbeelding 3. Gebogen rand Geheugenfouten Geheugenfouten op het systeem geven de nieuwe ON-FLASH-FLASH- of ON-FLASH-ON-foutcode weer. Het LCD-scherm gaat niet aan als al het geheugen niet werkt.
• • • • Nieuwe stroombeheerfuncties Full-duplex gegevensoverdracht en ondersteuning voor nieuwe overdrachtstypen Achterwaartse compatibiliteit met USB 2.0 Nieuwe connectoren en kabel In de onderstaande onderwerpen behandelen we enkele van de meest gestelde vragen over USB 3.0/USB 3.1 Gen 1. Snelheid Momenteel zijn er 3 snelheidsmodi gedefinieerd in de nieuwste USB 3.0/USB 3.1 Gen 1-specificatie. Super-Speed, Hi-Speed en Full-Speed. De nieuwe SuperSpeed-modus heeft een overdrachtsnelheid van 4,8 Gbps.
• • • • • • • • • Draagbare harde schijven met USB 3.0/USB 3.1 Gen 1 Docks en adapters voor schijven met USB 3.0/USB 3.1 Gen 1 Flashdrives en lezers met USB 3.0/USB 3.1 Gen 1 SSD-schijven met USB 3.0/USB 3.1 Gen 1 RAID's met USB 3.0/USB 3.1 Gen 1 Optische mediastations Multimedia-apparaten Netwerken Adapterkaarten en hubs met USB 3.0/USB 3.1 Gen 1 Compatibiliteit Het goede nieuws is dat USB 3.0/USB 3.1 Gen 1 vanaf het begin zorgvuldig is gepland om te kunnen samenleven met USB 2.0. Voor USB 3.0/USB 3.
gewoon USB 2 of USB 3.0 zijn. De Android-tablet N1 van Nokia, bijvoorbeeld, maakt gebruik van een USB Type-C-connector, maar aan de binnenkant is alles USB 2.0 - zelfs geen USB 3.0. Deze technologieën zijn echter wel nauw gerelateerd. Voordelen van een DisplayPort via USB Type-C • • • • • Volledige DisplayPort audio/video (A/V)-performance (tot 4K bij 60 Hz) Omkeerbare plug en kabelrichting Achterwaarts compatibel met VGA, DVI met adapters SuperSpeed USB (USB 3.1)-data Ondersteunt HDMI 2.
• Intel Core i3/i5/i7-processor van de 7e generatie of hoger • Windows 10, 64-bits versie 1607 of hoger • Intel Rapid Storage Technology driver versie 15.9.1.1018 of hoger Tabel 2. Specificaties Intel Optane-geheugen Functie Specificaties Interface PCIe 3x2 NVMe 1.1 Connector M.
3 Belangrijke componenten van uw systeem 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. Zijplaat 3,5-inch harde schijf-eenheid Optisch station Koelplaateenheid Processor Geheugenmodule M.
OPMERKING: Dell geeft een lijst met componenten en hun onderdeelnummers voor de originele, gekochte systeemconfiguratie. Deze onderdelen zijn beschikbaar volgens garantiedekkingen die door de klant zijn aangeschaft. Neem contact op met uw Dell verkoopvertegenwoordiger voor aankoopopties.
4 Onderdelen verwijderen en plaatsen Zijpaneel Zijplaat verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de kap: a) Schuif de ontgrendeling om de kap los te maken van het systeem [1]. b) Schuif de kap naar de achterzijde van het systeem en til van het systeem [2]. Zijplaat plaatsen 1. Plaats de zijplaat als volgt: a) Plaats de kap op het systeem en druk hem naar voren totdat hij vastklikt.
2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Montagekader Montagekader aan de voorkant verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de zijplaat. 3. Verwijder het montagekader: a) Til de vergrendellipjes omhoog om het montagekader los te maken van de computer. b) Verwijder het montagekader van het systeem.
Montagekader aan de voorkant plaatsen 1. Plaats het montagekader aan de voorkant als volgt: a) Plaats het montagekader om de lipjes uit te lijnen met de sleuven op het systeemchassis. b) Druk op het montagekader totdat de lipjes vastklikken.
2. Plaats de zijplaat. 3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Voorpaneelklep De voorpaneelklep openen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep WAARSCHUWING: De voorpaneelklep opent slechts in beperkte mate. Zie de afbeelding op de voorpaneelklep voor het maximaal toegestane niveau. 3. Trek aan de voorpaneelklep om deze te openen.
Voorpaneelklep sluiten 1. Draai aan de voorpaneelklep om deze te sluiten.
2. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Hardeschijfeenheid - 3,5 inch en 2,5 inch 3,5 inch harde schijfeenheid verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. De hardeschijfeenheid verwijderen: a) Koppel de SATA-kabel en de stroomkabel los van de connectoren op de harde schijf.
b) Verwijder de HDD-vulbracket van het systeem [1]. c) Druk het blauwe lipje [2] in en trek de hardeschijfeenheid uit het systeem [3].
De 3,5 inch harde schijf uit de bracket van de harde schijf verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep c) 3,5 inch HDD-eenheid 3. U verwijdert de harde schijf als volgt: a) Trek aan één zijde van de bracket van de harde schijf om de pinnen op de bracket los te maken uit de sleuven van de harde schijf [1]. b) Verwijder de harde schijf uit de bracket [2].
3,5 inch harde schijfeenheid plaatsen 1. Schuif de harde schijf in de sleuf in het systeem, totdat de schijf vastklikt [1]. 2. Plaats de HDD-vulbracket [2]. 3. Sluit de SATA-kabel en de stroomkabel aan op de connectoren op de harde schijf. 4.
b) Zijpaneel 5. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. 2,5 inch hardeschijfeenheid verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. Ga als volgt te werk om de harde schijf-eenheid te verwijderen: a) Koppel de gegevens- en voedingskabels van de harde schijf los van de connectoren op de harde schijf [1].
a) Trek aan één zijde van de schijfbracket om de pinnen op de bracket los te maken uit de sleuven van de schijf [1]. b) Verwijder de schijf uit de bracket [2]. c) Verwijder de schijf uit de beugel [3]. De 2,5 inch harde schijf in de bracket van de harde schijf plaatsen 1. De harde schijf plaatsen: a) Lijn de harde schijf uit met de zijkant van de hardeschijfbracket en trek aan de lipjes aan de andere kant om de pinnen in de vasteschijfbracket te plaatsen.
2. Sluit de voorpaneelklep. 3. Installeer: a) Voorklep b) Zijplaat 4. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Optisch station Optisch station verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. Ga als volgt te werk om de optischeschijfeenheid te verwijderen: a) Koppel de gegevenskabel en stroomkabel voor het optische station los van de connectoren op het optische station [1].
c) Druk op het blauwe ontgrendelingslipje [1] en schuif het optische station uit het systeem [2].
De optische schijf plaatsen 1. Het optische station plaatsen: a) Sluit de voorpaneelklep. b) Plaats het optische station in het compartiment totdat het station vastklikt.
c) Open de voorpaneelklep [1]. d) Leid de kabels onder de kooi van het optische station. e) Sluit de gegevenskabel van het optische station en de stroomkabel aan op de connectoren op het optische station [2].
2. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. M.2 PCIe SSD De M.2. SSD verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. Verwijder de M.2 SSD als volgt: a) Verwijder de schroef waarmee de SSD aan het moederbord is bevestigd [1]. b) Schuif de M.2 SSD uit de connector op het moederbord [2].
M.2 SSD plaatsen 1. Plaats de M.2 SSD in de connector op het moederbord [1]. 2. Plaats de enkele schroef terug waarmee de SSD aan het moederbord is bevestigd [2].
3. Sluit de voorpaneelklep. 4. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 5. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. SD-kaartleesapparaat SD-kaartlezer verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijplaat b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. U verwijdert de SD-kaartlezer als volgt: a) Koppel de kabel van de SD-kaartlezer los uit de connector op het moederbord [1].
SD-kaartlezer plaatsen 1. U plaatst de SD-kaartlezer als volgt: a) Plaats de SD-kaartlezer in de slot op de voorpaneelklep [1]. b) Plaats de schroef terug waarmee de SD-kaartlezer aan de voorpaneelklep [2] is bevestigd. c) Sluit de kabel van de SD-kaartlezer aan op de connector op de systeemkaart [3].
2. Sluit de voorpaneelklep. 3. Installeer: a) Voorklep b) Zijplaat 4. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Geheugenmodule Geheugenmodule verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. Verwijder de geheugenmodule: a) Trek de klemmen los waarmee de geheugenmodule is bevestigd weg totdat het geheugen omhoogklikt [1]. b) Verwijder de geheugenmodule van het moederbord [2].
Geheugenmodule plaatsen 1. Plaats de geheugenmodule als volgt: a) Lijn de inkeping in de geheugenmodule uit met het lipje op de aansluiting van de geheugenmodule. b) Plaats de geheugenmodule in de houder [1]. c) Druk de geheugenmodule totdat de vergrendellipjes van de geheugenmodule vastklikken [2].
2. Sluit de voorpaneelklep. 3. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 4. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Uitbreidingskaart PCIe-uitbreidingskaart verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. De PCIe-uitbreidingskaart verwijderen: a) Trek aan de vergrendeling om de PCIe-uitbreidingskaart te ontgrendelen [1].
5. Herhaal de stappen om extra PCIe-uitbreidingskaarten te verwijderen. De PCIe-uitbreidingskaart plaatsen 1. U plaatst de PCIe-uitbreidingskaart als volgt: a) Steek de PCIe-uitbreidingskaart in de connector op het moederbord [1]. b) Bevestig de PCIe-uitbreidingskaart door op het kaartvergrendelmechanisme te drukken totdat de kaart vastklikt . OPMERKING: Deze stap is alleen van toepassing op de connector met kaartvergrendeling, anders moet u deze stap overslaan.
c) Trek de vergrendeling naar voren om [2] te sluiten. d) Herhaal de stappen om extra PCIe-uitbreidingskaarten te plaatsen. 2. Sluit de voorpaneelklep. 3. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 4. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Optionele VGA-module De optionele VGA-module verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. Verwijder de systeemventilator. 5.
b) Koppel de VGA-kabel los van de connector op de systeemkaart [1]. c) Verwijder de VGA-module uit het systeem [2]. Optionele VGA-module plaatsen 1. Om de metalen beugel zoals hieronder weergegeven te verwijderen, steekt u een platte schroevendraaier in het gat van de beugel [1], drukt u op de beugel om die los te halen [2] en tilt u de beugel uit het systeem. 2. Plaats de VGA-module in de sleuf aan de binnenkant van de computer [1] en sluit de VGA-kabel aan op de connector op de systeemkaart [2].
3. Plaats de twee (M3x3) schroeven terug om de optionele VGA-module in het systeem te bevestigen. 4. De systeemventilator plaatsen. 5. Sluit de voorpaneelklep. 6. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 7. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Voedingsapparaat Voeding verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4.
5. De voeding verwijderen: a) Verwijder de drie schroeven waarmee de voeding op het moederbord [1] is bevestigd. b) Druk op de ontgrendelingslip [2]. c) Verschuif de voeding en til deze uit de computer [3].
Voeding plaatsen 1. U installeert de voeding als volgt: a) Plaats de voeding in de voedingsleuf en schuif deze naar de achterkant van het systeem totdat het vastklikt [1]. b) Plaats de drie schroeven terug waarmee de voeding aan de computer is bevestigd [2] .
c) Sluit de voedingskabels aan op de connectoren op het moederbord [1]. d) Leid de voedingskabels door de borgklemmen [2, 3, 4, 5]. e) Sluit de voedingskabel aan op de connector op de systeemkaart [6].
2. Sluit de voorpaneelklep. 3. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 4. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Intrusieschakelaar Intrusieschakelaar verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. U verwijdert de intrusieschakelaar als volgt: a) Koppel de kabel van de intrusieschakelaar los van de connector op het moederbord [1].
Intrusieschakelaar plaatsen 1. Plaats de intrusieschakelaar in de sleuf op het systeem [1]. 2. Leid de kabel van de intrusieschakelaar door de dichtingsring van de ventilator [2]. 3. Sluit de kabel van de intrusieschakelaar aan op de connector op het moederbord [3].
4. Sluit de voorpaneelklep. 5. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 6. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Aan-/uitknop Aan-uitknop verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. Ontgrendel de aan-uitknop als volgt: a) b) c) d) 50 Koppel de kabel van de aan-uitknop los van het moederbord [1]. Maak de kabel van de aan-uitknop los uit de klem [2].
5. Trek de aan/uit-knop uit de computer.
Aan-uitknop plaatsen 1. Plaats de aan-/uitknop in de sleuf op de voorkant van de computer en druk erop totdat deze vastklikt.
2. Open de voorpaneelklep [1]. 3. Leid de voedingskabel van de aan/uit-knop door de borg clip [2, 3]. 4. Lijn de kabel uit met de pinnen op de connector en sluit de aan-/uitknop aan [4].
5. Sluit de voorpaneelklep. 6. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 7. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Luidspreker De luidspreker verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. Verwijder de luidspreker als volgt: a) Koppel de luidsprekerkabel los van de connector op de systeemkaart [1]. b) Til het lipje [2] omhoog en schuif de luidspreker uit de sleuf [3].
Luidspreker plaatsen 1. Plaats de luidspreker in de sleuf en druk erop totdat hij vastklikt [1]. 2. Sluit de luidsprekerkabel aan op de connector op de systeemkaart [2].
3. Sluit de voorpaneelklep. 4. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 5. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Knoopbatterij Knoopbatterij verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. Verwijder de knoopbatterij: a) Druk op de vergrendeling totdat de knoopbatterij naar buiten komt [1]. b) Verwijder de knoopbatterij uit de connector op het moederbord [2].
OPMERKING: Het verwijderen van de knoopcelbatterij kan de BIOS/Instellingen van de systeemkaart opnieuw instellen De knoopbatterij plaatsen 1. Houd de knoopbatterij vast met de pluskant naar boven gericht en schuif de knoopbatterij onder de klemmen aan de positieve kant van de connector [1]. 2. Duw de batterij in de connector totdat de batterij vastklikt [2].
3. Sluit de voorpaneelklep. 4. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 5. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Warmteafleiderventilator De ventilator van de warmteafleider verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. De ventilatoreenheid van de warmteafleider verwijderen: a) Maak de kabel van de ventilator van de warmteafleider los van de connector op de systeemkaart [1].
Ventilator van de warmteafleider plaatsen 1. Plaats de ventilator op de warmteafleidereenheid [1]. 2. Draai de schroeven (4) vast om de ventilator aan de warmteafleidereenheid te bevestigen [2]. 3. Sluit de kabel van de ventilator van de warmteafleider aan op de connector op de systeemkaart [3].
4. Sluit de voorpaneelklep. 5. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 6. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Warmteafleider Warmteafleidereenheid verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. U verwijdert de warmteafleider als volgt: a) Maak de kabel van de ventilator van de warmteafleider los van de connector op de systeemkaart [1].
De warmteafleidereenheid plaatsen 1. Lijn de schroeven van de warmteafleidereenheid uit met de houders op de systeemkaart en plaats de warmteafleidereenheid op de processor [1]. 2. Draai de borgschroeven vast om de warmteafleidereenheid aan de systeemkaart te bevestigen [2]. OPMERKING: Draai de schroeven vast in de volgorde (1,2,3,4) zoals afgedrukt op het moederbord. 3. Sluit de kabel van de ventilator van de warmteafleider aan op de connector op de systeemkaart [3].
4. Sluit de voorpaneelklep. 5. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 6. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Processor Processor verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. Verwijder de warmteafleidereenheid. 5. De processor verwijderen: a) Maak de sockethendel los door de hendel omlaag en onder het lipje op het processorschild uit te drukken [1].
WAARSCHUWING: Raak de pinnen in de processorhouder niet aan, ze zijn kwetsbaar en kunnen permanent beschadigd raken. Voorkom dat de pinnen in de processorhouder verbuigen bij het verwijderen van de processor uit de houder. Processor plaatsen 1. Plaats de processor op de houder zodat de sleuven in de processor passen op de uitsparingen in de houder [1]. WAARSCHUWING: Oefen geen kracht uit bij het plaatsen van de processor. Wanneer de processor juist is gepositioneerd, zakt deze makkelijk in de socket. 2.
4. De warmteafleidereenheid plaatsen. 5. Sluit de voorpaneelklep. 6. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 7. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Systeemventilator Systeemventilator verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. Verwijder de systeemventilator als volgt: a) Koppel de kabel van de intrusieschakelaar los van de connector op het moederbord [1].
c) Maak de kabel van de systeemventilator los van de connector op het moederbord [1]. d) Trek de doorvoertules uit waarmee de ventilator aan de computer is bevestigd om het verwijderen van de ventilator te vergemakkelijken [2]. e) Til de systeemventilator uit de computer [3].
Systeemventilator plaatsen 1. Plaats de doorvoertules in de sleuven op de achterzijde van de computer. 2. Houd de systeemventilator vast met het uiteinde van de kabel naar de onderkant van de computer gericht. 3. Lijn de groeven van de systeemventilator uit met de doorvoertules van het chassis. 4. Leid de doorvoertules door de overeenkomstige groeven in de systeemventilator [1]. 5. Trek de doorvoertules uit en schuif de systeemventilator in de richting van de computer totdat deze vastklikt [2].
7. Leid de kabel van de intrusieschakelaar door de doorvoertule van de ventilator [2]. 8. Sluit de kabel van de intrusieschakelaar aan op de systeemkaart [1].
9. Sluit de voorpaneelklep. 10. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 11. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Moederbord Moederbord verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. Verwijder de volgende onderdelen: a) b) c) d) e) f) g) Warmteafleider Processor Uitbreidingskaart M.2 SSD SD-kaartleesapparaat Geheugenmodule Ventilator van de warmteafleider 5.
6. Koppel de volgende kabels los van het moederbord: a) b) c) d) e) CPU-vermogen [1] Gegevens van harde schijf en gegevens van het optische station [2] Luidspreker [3] Systeemvermogen [4] SATA [5] 7. Verwijder het moederbord als volgt: a) Verwijder de schroeven waarmee het moederbord op de computer is bevestigd [1].
b) Verschuif het moederbord en til dit uit de computer [1, 2].
Voorpaneelklep De voorpaneelklep openen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep WAARSCHUWING: De voorpaneelklep opent slechts in beperkte mate. Zie de afbeelding op de voorpaneelklep voor het maximaal toegestane niveau. 3. Trek aan de voorpaneelklep om deze te openen. Voorpaneelklep sluiten 1. Draai aan de voorpaneelklep om deze te sluiten.
2. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. 3,5-inch-hardeschijf 3,5 inch harde schijfeenheid verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. De hardeschijfeenheid verwijderen: a) Koppel de SATA-kabel en de stroomkabel los van de connectoren op de harde schijf.
b) Verwijder de HDD-vulbracket van het systeem [1]. c) Druk het blauwe lipje [2] in en trek de hardeschijfeenheid uit het systeem [3]. 3,5 inch harde schijfeenheid plaatsen 1. Schuif de harde schijf in de sleuf in het systeem, totdat de schijf vastklikt [1]. 2. Plaats de HDD-vulbracket [2].
3. Sluit de SATA-kabel en de stroomkabel aan op de connectoren op de harde schijf. 4. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 5. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
3,5-inch harde schijf De 3,5 inch harde schijf uit de bracket van de harde schijf verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep c) 3,5 inch HDD-eenheid 3. U verwijdert de harde schijf als volgt: a) Trek aan één zijde van de bracket van de harde schijf om de pinnen op de bracket los te maken uit de sleuven van de harde schijf [1]. b) Verwijder de harde schijf uit de bracket [2].
2,5-inch harde schijf 2,5 inch hardeschijfeenheid verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. Ga als volgt te werk om de harde schijf-eenheid te verwijderen: a) Koppel de gegevens- en voedingskabels van de harde schijf los van de connectoren op de harde schijf [1]. b) Druk de blauwe lipjes van de eenheid aan beide kanten in [2] en trek de hardeschijfeenheid uit het systeem [3].
2. Sluit de voorpaneelklep. 3. Installeer: a) Voorklep b) Zijplaat 4. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. 2,5-inch harde schijf De 2,5 inch schijf uit de schijfbracket verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep c) 2,5 inch hardeschijfeenheid 3. U verwijdert de schijf als volgt: a) Trek aan één zijde van de schijfbracket om de pinnen op de bracket los te maken uit de sleuven van de schijf [1].
De 2,5 inch harde schijf in de bracket van de harde schijf plaatsen 1. De harde schijf plaatsen: a) Lijn de harde schijf uit met de zijkant van de hardeschijfbracket en trek aan de lipjes aan de andere kant om de pinnen in de vasteschijfbracket te plaatsen. b) Schuif de harde schijf in de bracket totdat deze stevig vastklikt [1]. c) Schuif de harde schijf in de bracket totdat deze stevig vastklikt [2]. 2. Plaats: a) 2,5-inch hardeschijfeenheid b) Voorklep c) Zijpaneel 3.
c) Druk op het blauwe ontgrendelingslipje [1] en schuif het optische station uit het systeem [2].
Optisch station plaatsen 1. Het optische station plaatsen: a) Plaats het optische station in het compartiment totdat het station vastklikt [1]. b) Open de voorpaneelklep [2].
c) Leid de kabels onder de kooi van het optische station. d) Sluit de gegevenskabel van het optische station en de stroomkabel aan op de connectoren op het optische station [1]. e) Sluit de voorpaneelklep [2].
2. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. M.2 SSD De M.2. SSD verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. Verwijder de M.2 SSD als volgt: a) Verwijder de schroef waarmee de SSD aan het moederbord is bevestigd [1]. b) Schuif de M.2 SSD uit de connector op het moederbord [2].
M.2 SSD plaatsen 1. Plaats de M.2 SSD in de connector op het moederbord [1]. 2. Plaats de enkele schroef terug waarmee de SSD aan het moederbord is bevestigd [2].
3. Sluit de voorpaneelklep. 4. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 5. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. SD-kaartleesapparaat SD-kaartlezer verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijplaat b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. U verwijdert de SD-kaartlezer als volgt: a) Koppel de kabel van de SD-kaartlezer los uit de connector op het moederbord [1].
SD-kaartlezer plaatsen 1. U plaatst de SD-kaartlezer als volgt: a) Plaats de SD-kaartlezer in de slot op de voorpaneelklep [1]. b) Plaats de schroef terug waarmee de SD-kaartlezer aan de voorpaneelklep [2] is bevestigd. c) Sluit de kabel van de SD-kaartlezer aan op de connector op de systeemkaart [3].
2. Sluit de voorpaneelklep. 3. Installeer: a) Voorklep b) Zijplaat 4. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Geheugenmodule Geheugenmodule verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. Verwijder de geheugenmodule: a) Trek de klemmen los waarmee de geheugenmodule is bevestigd weg totdat het geheugen omhoogklikt [1]. b) Verwijder de geheugenmodule van het moederbord [2].
Geheugenmodule plaatsen 1. Plaats de geheugenmodule als volgt: a) Lijn de inkeping in de geheugenmodule uit met het lipje op de aansluiting van de geheugenmodule. b) Plaats de geheugenmodule in de houder [1]. c) Druk de geheugenmodule totdat de vergrendellipjes van de geheugenmodule vastklikken [2].
2. Sluit de voorpaneelklep. 3. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 4. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Uitbreidingskaart PCIe-uitbreidingskaart verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. De PCIe-uitbreidingskaart verwijderen: a) Trek aan de vergrendeling om de PCIe-uitbreidingskaart te ontgrendelen [1].
5. Herhaal de stappen om extra PCIe-uitbreidingskaarten te verwijderen. De PCIe-uitbreidingskaart plaatsen 1. U plaatst de PCIe-uitbreidingskaart als volgt: a) Steek de PCIe-uitbreidingskaart in de connector op het moederbord [1]. b) Bevestig de PCIe-uitbreidingskaart door op het kaartvergrendelmechanisme te drukken totdat de kaart vastklikt [2]. c) Herhaal de stappen om extra PCIe-uitbreidingskaarten te plaatsen.
2. Sluit de voorpaneelklep. 3. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 4. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Voedingsapparaat Voeding verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. De voeding losmaken: a) Koppel de voedingskabels los van de connectoren op het moederbord [1]. b) Haal de voedingskabels uit de bevestigingsklemmen [2, 3, 4, 5].
5. De voeding verwijderen: a) Verwijder de drie schroeven waarmee de voeding op het moederbord [1] is bevestigd. b) Druk op de ontgrendelingslip [2]. c) Verschuif de voeding en til deze uit de computer [3].
Voeding plaatsen 1. U installeert de voeding als volgt: a) Plaats de voeding in de voedingsleuf en schuif deze naar de achterkant van het systeem totdat het vastklikt [1]. b) Plaats de drie schroeven terug waarmee de voeding aan de computer is bevestigd [2] .
c) Sluit de voedingskabels aan op de connectoren op het moederbord [1]. d) Leid de voedingskabels door de borgklemmen [2, 3, 4, 5]. e) Sluit de voedingskabel aan op de connector op de systeemkaart [6].
2. Sluit de voorpaneelklep. 3. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 4. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Intrusieschakelaar Intrusieschakelaar verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. U verwijdert de intrusieschakelaar als volgt: a) Koppel de kabel van de intrusieschakelaar los van de connector op het moederbord [1].
Intrusieschakelaar plaatsen 1. Plaats de intrusieschakelaar in de sleuf op het systeem [1]. 2. Leid de kabel van de intrusieschakelaar door de dichtingsring van de ventilator [2]. 3. Sluit de kabel van de intrusieschakelaar aan op de connector op het moederbord [3].
4. Sluit de voorpaneelklep. 5. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 6. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Aan-/uitknop Aan-uitknop verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. Ontgrendel de aan-uitknop als volgt: a) b) c) d) 96 Koppel de kabel van de aan-uitknop los van het moederbord [1]. Maak de kabel van de aan-uitknop los uit de klem [2].
5. Trek de aan/uit-knop uit de computer.
De aan-/uitknop plaatsen 1. Plaats de aan-/uitknop in de sleuf op de voorkant van de computer en druk erop totdat deze vastklikt [1]. 2. Open de voorpaneelklep [2].
3. Leid de kabel van de aan-/uitknop door de vergrendelingsklem [2]. 4. Lijn de kabel uit met de pinnen op de connector en sluit de aan-/uitknop aan [3].
5. Sluit de voorpaneelklep. 6. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 7. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Luidspreker De luidspreker verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. Verwijder de luidspreker als volgt: a) Koppel de luidsprekerkabel los van de connector op de systeemkaart [1]. b) Til het lipje [2] omhoog en schuif de luidspreker uit de sleuf [3].
Luidspreker plaatsen 1. Plaats de luidspreker in de sleuf en druk erop totdat hij vastklikt [1]. 2. Sluit de luidsprekerkabel aan op de connector op de systeemkaart [2].
3. Sluit de voorpaneelklep. 4. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 5. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Knoopbatterij Knoopbatterij verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. Verwijder de knoopbatterij: a) Druk op de vergrendeling totdat de knoopbatterij naar buiten komt [1]. b) Verwijder de knoopbatterij uit de connector op het moederbord [2].
OPMERKING: Het verwijderen van de knoopcelbatterij kan de BIOS/Instellingen van de systeemkaart opnieuw instellen De knoopbatterij plaatsen 1. Houd de knoopbatterij vast met de pluskant naar boven gericht en schuif de knoopbatterij onder de klemmen aan de positieve kant van de connector [1]. 2. Duw de batterij in de connector totdat de batterij vastklikt [2].
3. Sluit de voorpaneelklep. 4. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 5. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Warmteafleiderventilator De ventilator van de warmteafleider verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. De ventilatoreenheid van de warmteafleider verwijderen: a) Maak de kabel van de ventilator van de warmteafleider los van de connector op de systeemkaart [1].
Ventilator van de warmteafleider plaatsen 1. Plaats de ventilator op de warmteafleidereenheid [1]. 2. Draai de schroeven (4) vast om de ventilator aan de warmteafleidereenheid te bevestigen [2]. 3. Sluit de kabel van de ventilator van de warmteafleider aan op de connector op de systeemkaart [3].
4. Sluit de voorpaneelklep. 5. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 6. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Warmteafleider Warmteafleidereenheid verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. U verwijdert de warmteafleider als volgt: a) Maak de kabel van de ventilator van de warmteafleider los van de connector op de systeemkaart [1].
De warmteafleidereenheid plaatsen 1. Lijn de schroeven van de warmteafleidereenheid uit met de houders op de systeemkaart en plaats de warmteafleidereenheid op de processor [1]. 2. Draai de borgschroeven vast om de warmteafleidereenheid aan de systeemkaart te bevestigen [2]. OPMERKING: Draai de schroeven vast in de volgorde (1,2,3,4) zoals afgedrukt op het moederbord. 3. Sluit de kabel van de ventilator van de warmteafleider aan op de connector op de systeemkaart [3].
4. Sluit de voorpaneelklep. 5. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 6. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Processor Processor verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. Verwijder de warmteafleidereenheid. 5. De processor verwijderen: a) Maak de sockethendel los door de hendel omlaag en onder het lipje op het processorschild uit te drukken [1].
WAARSCHUWING: Raak de pinnen in de processorhouder niet aan, ze zijn kwetsbaar en kunnen permanent beschadigd raken. Voorkom dat de pinnen in de processorhouder verbuigen bij het verwijderen van de processor uit de houder. Processor plaatsen 1. Plaats de processor op de houder zodat de sleuven in de processor passen op de uitsparingen in de houder [1]. WAARSCHUWING: Oefen geen kracht uit bij het plaatsen van de processor. Wanneer de processor juist is gepositioneerd, zakt deze makkelijk in de socket. 2.
4. De warmteafleidereenheid plaatsen. 5. Sluit de voorpaneelklep. 6. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 7. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Systeemventilator Systeemventilator verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep c) Intrusieschakelaar 3. Verwijder de systeemventilator als volgt: a) Maak de kabel van de systeemventilator los van de connector op het moederbord [1].
Systeemventilator plaatsen 1. Plaats de doorvoertules in de sleuven op de achterzijde van de computer. OPMERKING: Plaats eerst de twee onderste doorvoertules. 2. Houd de systeemventilator vast met het uiteinde van de kabel naar de onderkant van de computer gericht. 3. Lijn de groeven van de systeemventilator uit met de doorvoertules van het chassis. 4. Leid de doorvoertules door de overeenkomstige groeven in de systeemventilator [1]. 5.
7. Sluit de voorpaneelklep. 8. Plaats: a) Intrusieschakelaar b) Voorklep c) Zijpaneel 9. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Optionele VGA-module De optionele VGA-module verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4. Verwijder de systeemventilator. 5.
b) Koppel de VGA-kabel los van de connector op de systeemkaart [1]. c) Verwijder de VGA-module uit het systeem [2]. Optionele VGA-module plaatsen 1. Om de metalen beugel zoals hieronder weergegeven te verwijderen, steekt u een platte schroevendraaier in het gat van de beugel [1], drukt u op de beugel om die los te halen [2] en tilt u de beugel uit het systeem. 2. Plaats de VGA-module in de sleuf aan de binnenkant van de computer [1] en sluit de VGA-kabel aan op de connector op de systeemkaart [2].
3. Plaats de twee (M3x3) schroeven terug om de optionele VGA-module in het systeem te bevestigen. 4. De systeemventilator plaatsen. 5. Sluit de voorpaneelklep. 6. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 7. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Moederbord Moederbord verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a) Zijpaneel b) Voorklep 3. Open de voorpaneelklep. 4.
f) Geheugenmodule g) Ventilator van de warmteafleider 5. Koppel de volgende kabels los: a) Intrusieschakelaar b) Aan-/uitknop 6. Koppel de volgende kabels los van het moederbord: a) b) c) d) e) CPU-vermogen [1] Gegevens van harde schijf en gegevens van het optische station [2] Luidspreker [3] Systeemvermogen [4] SATA [5] 7. Verwijder het moederbord als volgt: a) Verwijder de schroeven waarmee het moederbord op de computer is bevestigd [1].
b) Verschuif het moederbord en til dit uit de computer [1, 2].
Het moederbord plaatsen 1. Houd het moederbord aan de randen vast en lijn het uit met de achterzijde van de computer. 2. Laat het moederbord in de juiste positie in de computer zakken totdat de connectoren aan de achterzijde van het moederbord uitgelijnd zijn met de sleuven op de systeemkast, en de schroefgaten in het moederbord zijn uitgelijnd met de afstandshouders op de computer [1, 2]. 3. Plaats de schroeven terug waarmee de systeemkaart aan de computer wordt bevestigd [1].
4. Leid alle kabels door de geleiderklemmen. 5.
6. Plaats: a) b) c) d) e) f) Geheugenmodule M.2 SSD Uitbreidingskaarten SD-kaartleesapparaat Processor Warmteafleider 7. Sluit de volgende kabels aan: a) Aan-/uitknop b) Intrusieschakelaar 8. Sluit de voorpaneelklep 9. Plaats: a) Voorklep b) Zijpaneel 10. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
5 Problemen oplossen Diagnostische Enhanced Pre-Boot System Assessment - ePSA De ePSA-diagnose (ook bekend als systeemdiagnose) voert een volledige controle van uw hardware. ePSA maakt deel uit van het BIOS en wordt door het BIOS intern gestart. De ingebouwde systeemdiagnostiek biedt een aantal opties voor specifieke apparaten of apparaatgroepen waarmee u het volgende kunt doen: De ePSA-diagnostiek kan worden geïnitieerd door Fn+PWR in te drukken terwijl u de computer aanzet.
Oranje ledlampje Wit ledlampje Systeemstand Note • Stroom is uitgeschakeld (S5) Off (Uit) Knipperend S1, S3 Systeem bevindt zich in een status van laag energieverbruik, hetzij S1 of S3. Dit duidt niet op een defect. Vorige stand Vorige stand S3, geen PWRGD_PS Dit item geeft de mogelijkheid aan van een vertraging van SLP_S3# actief naar PWRGD_PS inactief. Knipperend Off (Uit) S0, geen PWRGD_PS Opstartfout - De computer ontvangt stroom en de stroomvoorziening van de voeding is normaal.
Oranje ledlampje Wit ledlampje Systeemstand Note gedetecteerd maar er is een fout opgetreden. 3 1 BIOS-herstel 4 BIOS post-code (Oud ledpatroon 0100) combinatie van PCI-apparaat config of -fout met config of fout met videokaart subsysteem. BIOS om videocode 0101 te elimineren. 3 2 BIOS-herstel 5 BIOS post-code (Oud ledpatroon 0110) combinatie van opslag- en USB-config of -fout. BIOS om USB-code 0111 te elimineren.
Foutmeldingen Beschrijving DRIVE NOT READY Er moet een vaste schijf in de houder zitten om verder te kunnen gaan. Monteer een vaste schijf in de vaste-schijfhouder. ERROR READING PCMCIA CARD De computer herkent de ExpressCard niet. Steek de kaart opnieuw erin of probeer een andere kaart. EXTENDED MEMORY SIZE HAS CHANGED De hoeveelheid geheugen opgenomen in niet-vluchtig geheugen (NVRAM) komt niet overeen met de hoeveelheid geheugen die in de computer is geïnstalleerd. Start de computer opnieuw.
Foutmeldingen Beschrijving toetsenbord en de muis niet aan. Voer de toetsenbordcontrollertest in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit (zie ). KEYBOARD DATA LINE FAILURE Controleer bij een extern toetsenbord de kabelaansluiting. Voer de toetsenbordcontroller-test in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit (zie ). KEYBOARD STUCK KEY FAILURE Controleer bij een extern toetsenbord of -blok de kabelaansluiting.
Foutmeldingen Beschrijving SHUTDOWN FAILURE Mogelijk werkt een chip op de systeemkaart niet goed. Voer de System Set-tests in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit (zie ). Als het bericht opnieuw verschijnt: neem u contact op met Dell. TIME-OF-DAY CLOCK LOST POWER Er zijn systeemconfiguratie-instellingen beschadigd. Sluit de computer aan op een stopcontact om de batterij op te laden. Als het probleem aanhoudt, moet u proberen de gegevens de herstellen door het System Setup-programma te openen.
Systeembericht Beschrijving • Open de system setup en controleer of de opstartvolgorde juist is. No timer tick interrupt (Geen timertikonderbreking) Mogelijk is een chip op de systeemkaart of de systeemkaart zelf defect. NOTICE - Hard Drive SELF MONITORING SYSTEM has reported that a parameter has exceeded its normal operating range. Dell recommends that you back up your data regularly.
6 Behulpzame informatie vinden Onderwerpen: • Contact opnemen met Dell Contact opnemen met Dell OPMERKING: Als u geen actieve internetverbinding hebt, kunt u contactgegevens ook vinden op uw factuur, pakbon, rekening of productcatalogus van Dell. Dell biedt diverse online en telefonische ondersteunings- en servicemogelijkheden. De beschikbaarheid verschilt per land en product en sommige services zijn mogelijk niet beschikbaar in uw regio.
