Users Guide

Problemen met het netwerk
Vul de Diagnostische checklist in terwijl u deze controles uitvoert.
LET OP: Voordat u met een van de procedures uit dit gedeelte aanvangt, moet u de veiligheidsinstructies opvolgen die zijn beschreven in
deproductinformatiegids .
Controleer de muiskabel
1. Controleer de kabelaansluiting op omgebogen of afgebroken pinnen of beschadigde of gedraaide kabels. Trek de gebogen pinnen
recht.
2. Verwijder, indien gebruikt, de verlengkabels van de muis en sluit de muis rechtstreeks op de computer aan.
3. Zet de computer uit, sluit de kabel van het toetsenbord opnieuw aan zoals te zien in de Snelstartgids voor uw computer en start de
computer dan opnieuw op.
Start de computer opnieuw op
1. Druk gelijktijdig op <Ctrl><Esc> om het menu Start weer te geven.
2. Typ u, druk op de pijltoetsen op het toetsenbord om Afsluiten of Uitzetten te markeren, en druk vervolgens op <Enter>.
3. Zodra de computer uit staat, sluit u de muiskabel opnieuw aan zoals te zien in de in de Snelstartgids voor uw computer.
4. Start de computer opnieuw op.
Test de muis Sluit een goed werkende muis aan op de computer om te kijken of u de muis kunt gebruiken. Als de nieuwe muis werkt, is
de oorspronkelijke muis defect.
Controleer de muisinstellingen
1. Klik op Start, klik op Configuratiescherm en klik vervolgens op Printers en andere hardware.
2. Klik op Muis.
3. Probeer de instellingen te wijzigen.
Als u een PS/2-muis gebruikt
1. Open het systeemsetupprogramma en ga na of de optie Mouse Port (Muispoort) is ingesteld op On (Aan).
2. Sluit het systeemsetupprogramma af en start de computer opnieuw op.
Installeer het stuurprogramma voor de muis opnieuw Zie Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren.
Voer Dell Diagnostics uit Zie Dell Diagnostics.
Controleer of er sprake is van software- en hardwareconflicten Zie Problemen met incompatibiliteit van hardware of software oplossen.
LET OP: Voordat u met een van de procedures uit dit gedeelte aanvangt, moet u de veiligheidsinstructies opvolgen die zijn beschreven in
deproductinformatiegids .
Controleer of de stekker van de netwerkkabel goed is aangesloten Controleer of de netwerkkabel goed is aangesloten op de
netwerkaansluiting en het netwerkcontact.
Controleer de netwerklampjes. Deze bevinden zich afhankelijk van het chassistype aan de voorzijde of achterzijde van uw computer
Als het lampje voor de integriteit van de verbinding uit is, vindt er geen communicatie met het netwerk plaats. Vervang de netwerkkabel.
Start de computer opnieuw en meld u opnieuw aan op het netwerk
Controleer de netwerkinstellingen Neem contact op met de netwerkbeheerder of de persoon die uw netwerk heeft ingesteld om te
controleren of de netwerkinstellingen juist zijn en dat het netwerk functioneert.
Controleer of er sprake is van software- en hardwareconflicten Zie Problemen met incompatibiliteit van hardware of software oplossen.