Owners Manual

1. Klik of tik op het .
2. Klik of tik op het en klik of tik vervolgens opAfsluiten.
OPMERKING: Zorg ervoor dat de computer en alle aangesloten apparaten zijn uitgeschakeld. Houd de aan-uitknop 6
seconden ingedrukt, indien uw computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer
u het besturingssysteem afsluit.
Voordat u in de computer gaat werken
1. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is, om te voorkomen dat de computerkap bekrast raakt.
2. Zet de computer uit.
3. Verwijder alle stekkers van netwerkkabels uit de computer (indien aanwezig).
WAARSCHUWING: Als uw computer is uitgerust met een RJ45-poort, ontkoppel de netwerkkabel door eerst de kabel
van uw computer uit het stopcontact te halen.
4. Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.
5. Klap het beeldscherm open.
6. Houd de aan-uitknop een aantal seconden ingedrukt om het moederbord te aarden.
WAARSCHUWING: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door de computer van het stopcontact los te
koppelen voordat u de stap # 8 uitvoert.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingspolsbandje of door
regelmatig zowel een ongeverfd metalen oppervlak als een connector aan de achterkant van de computer
tegelijkertijd aan te raken.
7. Verwijder eventueel geïnstalleerde ExpressCards of smartcards uit de sleuven.
Nadat u aan de computer heeft gewerkt
Nadat u de onderdelen heeft vervangen of teruggeplaatst dient u alle externe apparaten, kaarten, kabels etc. weer aan te sluiten voordat u
de computer inschakelt.
WAARSCHUWING:
U voorkomt schade aan de computer door alleen de batterij te gebruiken die speciaal voor deze Dell-
computer is bedoeld. Gebruik geen batterijen die voor andere Dell-computers zijn bedoeld.
1. Sluit externe apparaten, zoals een poortreplicator of een mediastation aan en plaats alle kaarten, zoals een ExpressCard, terug.
2. Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer.
WAARSCHUWING:
Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het netwerkapparaat en sluit
u de kabel vervolgens aan op de computer.
3. Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
4. Zet de computer aan.
Aan de computer werken
7