Owners Manual

System Configuration (Systeemconfiguratie)
OPMERKING:
Afhankelijk van uw computer en de
geïnstalleerde apparaten kunnen de onderdelen die in dit
gedeelte worden vermeld wel of niet worden
weergegeven.
Serial Port (Seriële
poort)
Hiermee kunt u instellingen van de seriële poort definiëren. U
kunt de seriële poort instellen op:
Disabled (Uitgeschakeld)
Auto (Automatisch)
COM1
COM2
COM3
COM4
OPMERKING:
Het besturingssysteem kan bronnen
toewijzen, zelfs als de instelling is uitgeschakeld.
SATA Operation
(SATA-bediening)
Hiermee kunt u de bewerkingsmodus van de geïntegreerde
vasteschijfcontroller configureren.
AHCI = SATA is geconfigureerd voor AHCI-modus
ATA = SATA is geconfigureerd voor ATA-modus
Disabled (Uitgeschakeld) = De SATA-controller is
verborgen
Drives (Stations) Hiermee kunt u de diverse op de kaart ingebouwde stations in-
of uitschakelen:
SATA-0
SATA-1
SATA-2
SATA-3
Smart Reporting
(Smart-rapportage)
Dit veld bepaalt of vaste-schijffouten voor geïntegreerde
stations tijdens het opstarten van het systeem worden gemeld.
Deze technologie is deel van de SMART(Self Monitoring
Analysis and Reporting Technology)-specificatie. Deze optie is
standaard uitgeschakeld.
63