Dell OptiPlex 990 kleine vormfactor Gebruiksaanwijzing Regelgevingsmodel: D03S Regelgevingstype: D03S001
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer. WAARSCHUWING: EEN WAARSCHUWING duidt potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertelt u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: EEN WAARSCHUWING duidt op een risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden. © 2012 Dell Inc.
Inhoudsopgave Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen.................2 Hoofdstuk 1: Aan de computer werken.....................................................9 Voordat u in de computer gaat werken.............................................................................9 Aanbevolen hulpmiddelen...............................................................................................10 Uw computer uitschakelen.............................................................................
Het geheugen installeren................................................................................................26 Hoofdstuk 8: Chassisintrusieschakelaar.................................................27 De chassisintrusieschakelaar verwijderen.....................................................................27 De intrusieschakelaar plaatsen......................................................................................28 Hoofdstuk 9: Luidspreker..........................................
Het moederbord verwijderen..........................................................................................49 De systeemkaart plaatsen...............................................................................................51 Hoofdstuk 17: Stationskooi........................................................................53 De stationskooi verwijderen............................................................................................53 De stationskooi plaatsen.......................
Attachment failed to respond (Bijlage heeft niet gereageerd) ................................86 Bad command or file name (Onjuiste opdracht of bestandsnaam) .........................87 Bad error-correction code (ECC) on disk read (Slechte foutcorrectiecode bij het lezen van de schijf).............................................................................................87 Controller has failed (Controller is defect)................................................................
Memory write/read failure at address, read value expecting value (lees/ schrijffout geheugen in adres, gelezen waarde verwacht waarde)........................91 Memory size in cmos invalid (Geheugengrootte in cmos ongeldig).........................91 Memory tests terminated by keystroke (Geheugentests onderbroken door toetsaanslag)............................................................................................................91 No boot device available (Geen opstartbron beschikbaar).............
X:\ IS NOT ACCESSIBLE. THE DEVICE IS NOT READY (X:\ is niet toegankelijk. Het apparaat is niet gereed.) ...................................................................................95 Hoofdstuk 21: Specificaties.......................................................................97 Technische specificaties................................................................................................97 Hoofdstuk 22: Contact opnemen met Dell.............................................
Aan de computer werken 1 Voordat u in de computer gaat werken Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer tegen mogelijke schade te beschermen. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van de volgende veronderstellingen uitgegaan: • U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de stekker of aan de kabelontlastingslus te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van een connector met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert. Trek connectors in een rechte lijn uit elkaar om te voorkomen dat connectorpinnen verbuigen. Ook moet u voordat u een kabel verbindt, controleren of beide connectors op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
Uw computer uitschakelen WAARSCHUWING: U voorkomt gegevensverlies door alle geopende bestanden op te slaan en de bestanden te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de computer uitzet. 1. Sluit het besturingssysteem af: – In Windows 7: Klik op het startpictogram Start – en vervolgens op Afsluiten.
5. 12 Controleer of de computer goed functioneert door Dell Diagnostics (Delldiagnostiek) uit te voeren.
Kap 2 De kap verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen in de computer gaat uitvoeren. 2. Trek aan de ontgrendeling van de computerkap aan de zijkant van de computer. 3. Til de kap met een hoek van 45 graden omhoog en verwijder deze van de computer.
De kap plaatsen 1. Plaats de computerkap op het chassis. 2. Druk de computerkap omlaag totdat deze vastklikt. 3. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Montagekader 3 Het montagekader verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen in de computer gaat uitvoeren. 2. Verwijder de kap. 3. Wrik de borgklemmen van het montagekader uit het chassis. 4. Kantel het montagekader weg van de computer om de haakjes aan de andere rand van het montagekader los te maken van het chassis.
Het montagekader installeren 1. Plaats de vier haken langs de onderrand van het montagekader in de sleuven aan de voorkant van het chassis. 2. Draai het montagekader vooraan in de richting van de computer totdat de borgklemmen vastklikken. 3. Plaats de kap. 4. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Lipje van de uitbreidingskaart 4 De uitbreidingskaart verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen in de computer gaat uitvoeren. 2. Verwijder de kap. 3. Verwijder het montagekader. 4. Draai het ontgrendelingslipje op het kaartvergrendelingsmechanisme voorzichtig omhoog. 5. Trek de ontgrendeling van de PCIe x16-kaart af totdat het bevestigingslipje uit de kaartinkeping komt. Wrik de kaart vervolgens uit de connector en de computer.
6. Trek de ontgrendeling van de PCIe x4-kaart (indien aanwezig) af totdat het bevestigingslipje uit de kaartinkeping komt. Wrik de kaart vervolgens uit de connector en de computer. Verwante koppelingen De uitbreidingskaart installeren De uitbreidingskaart installeren 1. Steek de PCIe x4-kaart in de connector op de systeemkaart en druk deze omlaag totdat deze vastklikt. 2. Steek de PCIe x16-kaart (indien aanwezig) in de connector op de systeemkaart en druk deze omlaag totdat deze vastklikt. 3.
Optisch station 5 Het optische station verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen in de computer gaat uitvoeren. 2. Verwijder de kap. 3. Verwijder de gegevenskabel en stroomkabel aan de achterkant van het optische station. 4. Duw het blauwe lipje omhoog en schuif het optische station naar binnen om het uit de computer te verwijderen. 5. Verwijder het optische station uit de beugel.
Verwante koppelingen Het optische station plaatsen Het optische station installeren 1. Plaats het optische station in de beugel. 2. Duw het blauwe lipje omhoog en schuif het optische station naar buiten om het in de computer te plaatsen. 3. Sluit de gegevenskabel en de stroomkabel aan op het optische station. 4. Plaats de kap. 5. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Vaste schijf 6 De vaste schijf verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen in de computer gaat uitvoeren. 2. Verwijder de kap. 3. Verwijder de vaste schijf uit het chassis. 4. Druk de borgklemmen naar binnen en schuif de beugel van de vaste schijf van de stationkooi. 5. Buig de beugel van de vaste schijf om en verwijder de enkele 3.5” vaste schijf of twee 2.5” vaste schijven uit de beugel.
6. Draai de schroeven los waarmee de 2.5" vaste schijf aan de bovenkant van de vaste-schijfbeugel is bevestigd. 7. Draai de schroeven los waarmee de 2.5" vaste schijf aan de onderkant van de vaste-schijfbeugel is bevestigd. Verwante koppelingen De vaste schijf plaatsen De vaste schijf installeren 1. Draai de schroeven vast waarmee de twee vaste schijven aan de bijbehorende beugel zijn bevestigd. 2.
De vaste schijf verwijderen 23
Geheugen 7 Het geheugen verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen in de computer gaat uitvoeren. 2. Verwijder de kap. 3. Verwijder het montagekader. 4. Verwijder de stationskooi. 5. Open de borgklemmen van het geheugen aan beide zijden van de geheugenmodules. 6. Til de geheugenmodules uit de connectors op de systeemkaart.
Het geheugen plaatsen Het geheugen installeren 1. Plaats de geheugenmodules in de connectors op de systeemkaart. Installeer de modules in de volgorde van A1 > B1 > A2 > B2. 2. Druk de geheugenmodules omlaag totdat de borglipjes terugveren om ze vast te klikken. 3. Plaats de stationskooi. 4. Plaats het montagekader. 5. Plaats de kap. 6. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Chassisintrusieschakelaar 8 De chassisintrusieschakelaar verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen in de computer gaat uitvoeren. 2. Verwijder de kap. 3. Koppel de intrusieschakelaarkabel los van de systeemkaart. 4. Schuif de intrusieschakelaarkabel naar binnen en verwijder deze uit de systeemkaart.
De intrusieschakelaar plaatsen 1. Steek de intrusieschakelaar in de achterkant van het chassis en schuif deze naar buiten om deze te bevestigen. 2. Sluit de intrusieschakelaarkabel aan op de systeemkaart. 3. Plaats de kap. 4. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Luidspreker 9 De luidspreker verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen in de computer gaat uitvoeren. 2. Verwijder de kap. 3. Verwijder het montagekader. 4. Verwijder de stationskooi. 5. Verwijder de luidsprekerkabel uit de systeemkaart. 6. Haal de luidsprekerkabel uit de ventilatorkapklem. 7. Druk op het bevestigingslipje van de luidspreker en schuif de luidspreker naar de rechterkant van de computer om deze los te maken.
8. Verwijder de luidspreker uit het chassis. Verwante koppelingen De interne luidspreker installeren De luidspreker installeren 1. Plaats de luidspreker om de juiste locatie op de achterkant van het chassis. 2. Druk het bevestigingslipje naar binnen en schuif de luidspreker naar de linkerkant van de computer om deze te bevestigen. 3. Leg de interne luidsprekerkabel in de ventilatorkapklem. 4. Sluit de luidsprekerkabel aan op de systeemkaart. 5. Plaats de stationskooi. 6.
Warmteafleider 10 De warmteafleider en processor verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen in de computer gaat uitvoeren. 2. Verwijder de kap. 3. Verwijder het montagekader. 4. Verwijder de stationskooi. 5. Koppel de kabel van de warmteafleider los van de systeemkaart. 6. Haal de kabel van de ingangs-/uitgangskaart of de FlyWire uit de geleider op de warmteafleider. 7. Draai de geborgde schroeven in de volgorde 1, 2, 3 en 4 los.
8. Til de warmteafleider omhoog en verwijder deze uit de computer. Leg de eenheid zo neer dat de ventilator omlaag wijst en de zijde met het thermische vet omhoog. 9. Duw de ontgrendeling omlaag en vervolgens naar buiten om deze los te maken van de retentiehaak waarmee deze is bevestigd. 10. Til de processorkap omhoog.
11. Til de processor op om deze uit de socket te verwijderen en plaats deze in een antistatische verpakking. Verwante koppelingen De warmteafleider en processor installeren De warmteafleider en processor installeren 1. Plaats de processor in de processoraansluiting. Controleer of de processor goed is geplaatst. 2. Breng de processorkap omlaag. 3. Duw de ontgrendeling omlaag en vervolgens naar binnen om deze met de retentiehaak vast te maken. 4. Plaats de warmteafleider in het chassis. 5.
9. Plaats het montagekader. 10. Plaats de kap. 11. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Knoopcelbatterij 11 De knoopcelbatterij verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen in de computer gaat uitvoeren. 2. Verwijder de kap. 3. Verwijder het montagekader. 4. Druk de knoopcelbatterij naar binnen om ervoor te zorgen dat de batterij uit de socket komt. 5. Haal de knoopcelbatterij uit de computer.
De knoopcelbatterij installeren 1. Plaats de knoopcelbatterij in de sleuf op de systeemkaart. 2. Druk de knoopcelbatterij omlaag totdat deze vastklikt. 3. Plaats het montagekader. 4. Plaats de kap. 5. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Stroomschakelaarkabel 12 De stroomschakelaarkabel verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen in de computer gaat uitvoeren. 2. Verwijder de kap. 3. Verwijder het montagekader. 4. Verwijder de stationskooi. 5. Koppel de stroomschakelaarkabel los van de systeemkaart. 6. Haal de stroomschakelaarkabel uit de chassisklem. 7. Wrik de stroomschakelaarkabel uit van het chassis.
8. Schuif de stroomschakelaarkabel naar buiten via de voorkant van de computer. Verwante koppelingen De stroomschakelaarkabel installeren De stroomschakelaarkabel installeren 1. Schuif de stroomschakelaarkabel door de voorkant van de computer. 2. Bevestig de stroomschakelaarkabel aan het chassis. 3. Leg de stroomschakelaarkabel in de chassisklem. 4. Sluit de stroomschakelaarkabel aan op de systeemkaart. 5. Plaats de stationskooi. 6. Plaats het montagekader. 7. Plaats de kap. 8.
Chassisventilator 13 De systeemventilator verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen in de computer gaat uitvoeren. 2. Verwijder de kap. 3. Verwijder het montagekader. 4. Verwijder de stationskooi. 5. Verwijder de ventilatorkap. 6. Verwijder de kabel van de ventilator uit de systeemkaart. 7. Schuif de doorvoertules naar binnen langs de groef en leid ze door het chassis. 8. Verwijder de systeemventilator uit de computer.
9. Wrik de doorvoertules voorzichtig uit de systeemventilator en verwijder ze. Verwante koppelingen De systeemventilator plaatsen De systeemventilator plaatsen 1. Plaats de vier doorvoertules in de systeemventilator. 2. Plaats de systeemventilator in het chassis. 3. Leid de vier doorvoertules door het chassis en schuif ze langs de groeven naar buiten om ze op hun plaats te bevestigen. 4. Sluit de kabel van de ventilator aan op de systeemkaart. 5. Installeer de ventilatorkap. 6.
Ingangs-/uitgangspaneel 14 Het I/O-paneel verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen in de computer gaat uitvoeren. 2. Verwijder de kap. 3. Verwijder het montagekader. 4. Verwijder de stationskooi. 5. Haal het I/O-paneel of de FlyWire-kabel uit de ventilatorkapklem en warmteafleider. 6. Koppel het I/O-paneel of de FlyWire-kabel los van de systeemkaart. 7. Verwijder de enkele schroef waarmee het I/O-paneel aan het chassis is bevestigd.
8. Schuif het I/O-paneel naar de rechterkant van de computer om het uit het chassis te verwijderen. 9. Verwijder het I/O-paneel.
Het I/O-paneel plaatsen 1. Plaats het I/O-paneel in de sleuf aan de voorkant van het chassis. 2. Schuif het I/O-paneel naar de linkerkant van de computer om het aan het chassis te bevestigen. 3. Draai de schroef vast om het I/O-paneel aan het chassis te bevestigen. 4. Sluit het I/O-paneel of de FlyWire-kabel aan op de systeemkaart. 5. Leg de kabel van het I/O-paneel of van de FlyWire in de ventilatorkapklem en de geleider op de warmteafleider. 6. Plaats de stationskooi. 7.
Voedingseenheid 15 De voedingseenheid verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen in de computer gaat uitvoeren. 2. Verwijder de kap. 3. Verwijder het montagekader. 4. Verwijder de stationskooi. 5. Verwijder de ventilatorkap. 6. Koppel de 4-pins stroomkabel los van de systeemkaart. 7. Haal de 4–pins stroomkabel uit de chassisklemmen. 8. Koppel de 24-pins stroomkabel los van de systeemkaart.
9. Verwijder de schroeven waarmee de voedingseenheid aan de achterkant van de computer is bevestigd. 10. Duw op het blauwe ontgrendelingslipje naast de voedingseenheid en schuif de eenheid naar de voorkant van de computer. 11. Til de eenheid uit de computer.
Verwante koppelingen De voedingseenheid installeren De voedingseenheid installeren 1. Plaats de voedingseenheid in het chassis en schuif deze naar buiten om deze te bevestigen. 2. Verwijder de drie schroeven waarmee de voeding aan de achterkant van de computer is vastgemaakt. 3. Sluit de stroomkabel aan op de systeemkaart. 4. Leg de stroomkabel in de chassisklemmen. 5. Sluit de stroomkabel aan op de systeemkaart. 6. Installeer de ventilatorkap. 7. Plaats de stationskooi. 8.
Moederbord 16 Het moederbord verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen in de computer gaat uitvoeren. 2. Verwijder de kap. 3. Verwijder het montagekader. 4. Verwijder de stationskooi. 5. Verwijder de uitbreidingskaarten. 6. Verwijder de warmteafleider en processor. 7. Verwijder de ventilatorkap. 8. Maak alle kabels los die op de systeemkaart zijn aangesloten en leg ze uit de buurt van het chassis. 9.
10. Verwijder de schroeven waarmee de systeemkaart aan het chassis is bevestigd. 11. Verwijder de 7 mm zeskantschroef waarmee de systeemkaart aan het chassis is bevestigd. 12. Schuif de systeemkaart naar de voorkant van de computer.
13. Verwijder de systeemkaart uit het chassis. Verwante koppelingen Het moederbord plaatsen De systeemkaart plaatsen 1. Lijn de systeemkaart uit met de poortconnectors aan de achterkant van het chassis en plaats de systeemkaart in het chassis. 2. Draai de 7 mm inbusschroef vast om de systeemkaart aan het chassis te bevestigen. 3. Draai de schroeven vast om de systeemkaart aan het chassis te bevestigen. 4. Vergrendel de uitbreidingskaart. 5. Sluit de kabels op de systeemkaart aan. 6.
9. Plaats de uitbreidingskaart. 10. Plaats de stationkooi. 11. Plaats het montagekader. 12. Plaats de kap. 13. Volg de procedures in Nadat u handelingen hebt uitgevoerd in de computer.
Stationskooi 17 De stationskooi verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen in de computer gaat uitvoeren. 2. Verwijder de kap. 3. Verwijder het montagekader. 4. Verwijder de gegevenskabel en stroomkabel aan de achterkant van het optische station. 5. Schuif het stationskooihandvat naar de achterkant van de computer in de ontgrendelde positie. 6. Kantel de stationkooi naar boven en maak de stationkooi los van het chassis.
7. Verwijder de gegevenskabel en stroomkabel aan de achterkant van de vaste schijf. 8. Verwijder de stationskooi uit de computer.
De stationskooi plaatsen 1. Plaats de stationskooi op de rand van de computer zodat u toegang hebt tot de kabelconnectors op de vaste schijf. 2. Sluit de gegevenskabel en de stroomkabel aan op de achterkant van de vaste schijf. 3. Draai de stationskooi om en plaats deze in het chassis. De lipjes van de stationskooi moeten worden bevestigd via de sleuven in het chassis. 4. Schuif het stationskooihandvat naar de voorkant van de computer in de vergrendelde positie. 5.
Ventilatorkap 18 De ventilatorkap verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen in de computer gaat uitvoeren. 2. Verwijder de kap. 3. Haal de kabels uit de ventilatorkapklem. 4. Leg de ventilatorkap van de computer weg.
De ventilatorkap plaatsen 1. Plaats de ventilatorkap in de computer. 2. Leg de kabels in de ventilatorkapklem. 3. Plaats de kap. 4. Volg de procedures in Nadat u handelingen hebt uitgevoerd in de computer..
Systeeminstellingen 19 System Setup Deze computer beschikt over de volgende opties: • • De System Setup openen door op te drukken Een eenmalig opstartmenu openen door op te drukken Druk op om de System Setup te openen en wijzigingen aan te brengen in de instellingen die door de gebruiker kunnen worden ingesteld. Als u de System Setup niet met deze toets kunt openen, drukt u op wanneer de lampjes van het toetsenbord beginnen te knipperen.
(Opstarten naar hulpprogrammapartitie). Het voordeel hiervan is dat de gebruikers de toetsencombinaties en niet hoeft te onthouden (hoewel deze nog steeds werken). OPMERKING: Het BIOS bevat een optie om één van de prompts voor de toetsaanslagen of beide prompts uit te schakelen onder het submenu System Security / Post Hotkeys (Systeembeveiliging / Post-sneltoetsen). Wanneer u de toetsaanslag of correct toepast, laat de computer een pieptoon horen.
Vertrouw in dit geval op de eerste methode—de toetsenbordlampjes—om te weten te komen of het toetsenbord is geïnitialiseerd. Piepcodes en tekstfoutmeldingen Het OptiPlex BIOS is in staat foutmeldingen weer te geven in normaal Engels, samen met piepcodes. Als het BIOS vaststelt dat het opstarten eerder niet succesvol was, dan verschijnt er een foutmelding die lijkt op het volgende: Eerdere pogingen om deze computer op te starten zijn mislukt bij controlepunt ______.
General (Algemeen) Systeminformation (Systeemgegevens) De volgende informatie over het moederbord wordt weergegeven: • • • • • Opstartvolgorde Boot List Option 62 System Information (Systeeminformatie): toont BIOS Version (BIOS-versie), Service Tag (Servicetag), Asset Tag (Inventaristag), Manufacture Date (Productiedatum) en Express Service Code (Code voor express-service).
General (Algemeen) Date/Time Hiermee kunt u de datum en tijd instellen. Wijzigingen aan de systeemdatum- en tijd worden direct van kracht. System Configuration (Systeemconfiguratie) Integrated NIC Hiermee kunt u de geïntegreerde netwerkkaart in- of uitschakelen. U kunt de geïntegreerde NIC instellen op: • • • • Disabled (Uitgeschakeld) Enabled (Ingeschakeld) (standaardinstelling) Enabled w/PXE (Ingeschakeld met PXE). Enabled w/ImageServer (Ingeschakeld met ImageServer).
System Configuration (Systeemconfiguratie) Drives Hiermee kunt u de diverse op de kaart ingebouwde stations inof uitschakelen: • • • • SATA-0 SATA-1 SATA-2 SATA-3 Smart Reporting (Smart-rapportage) Dit veld bepaalt of vaste-schijffouten voor geïntegreerde stations tijdens het opstarten van het systeem worden gemeld. Deze technologie is deel van de SMART(Self Monitoring Analysis and Reporting Technology)-specificatie. Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Video Multi-Display (Meerdere displays) Hiermee kunt u Multi-Display (Meerdere displays) in- of uitschakelen. De functie dient alleen voor Windows 7 32/64bits te worden ingeschakeld. Enable Multi-Display Slot (Sleuf voor meerdere displays inschakelen): deze optie is standaard uitgeschakeld. OPMERKING: De instelling Video is alleen zichtbaar als er een videokaart in het systeem is geïnstalleerd.
Security (Beveiliging) • • • Password Bypass Admin Password Max (Maximum beheerderwoord) System Password Min (Maximum systeemwachtwoord) System Password Max (Maximum systeemwachtwoord) Met deze optie kunt u tijdens het opnieuw opstarten van het systeem het System (Boot) Password (Systeemwachtwoord (tijdens opstarten)) en het wachtwoord van de interne vaste schijf omzeilen. • • Disabled (Uitgeschakeld): vraag altijd op het wachtwoord van het systeem en de interne vaste schijf wanneer deze zijn ingesteld.
Security (Beveiliging) TPM Security (TPM-beveiliging) — Deze optie is standaard uitgeschakeld. OPMERKING: Activatie-, deactivatie- en wisopties worden niet beïnvloed als u de standaardwaarden van de setupprogramma's laadt. Wijzigingen in deze optie worden onmiddellijk van kracht. Computrace Hiermee kunt u de BIOS-module-interface van de optionele Computrace Service van Absolute Software activeren of uitschakelen. • • • Chassis Intrusion Deactivate (Deactiveren) — Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Security (Beveiliging) • Disable (Uitschakelen): gebruiker mag de OROMconfiguratieschermen niet openen via de sneltoets. Deze optie is standaard ingesteld op Enable (Inschakelen). Admin Setup Lockout Hiermee kunt u de optie in- of uitschakelen om Setup te openen wanneer er een beheerderwachtwoord is ingesteld. Deze optie is niet standaard ingesteld. Performance (Prestatie) Multi Core Support Dit veld specificeert of een of alle kernen van de processor ingeschakeld zullen worden.
Power Management (Energiebeheer) • • • Auto On Time Power Off (Uitgeschakeld) (standaard) Power On (Ingeschakeld) Last State (Laatste status) Hiermee stelt u de optie in die de computer automatisch inschakelt. De tijd wordt uitgedrukt in het standaard 12 uursformaat (uren:minuten:seconden). U kunt de inschakeltijd wijzigen door waarden te typen in de velden voor tijd en AM/PM.
Power Management (Energiebeheer) Deze optie is standaard uitgeschakeld. POST Behavior (POST-gedrag) Numlock LED Hiermee kunt u de Numlock-functie in- of uitschakelen wanneer de computer wordt opgestart. Deze optie is standaard ingeschakeld. Keyboard Errors Hiermee kunt u de toetsenbordfoutenrapportage in- of uitschakelen wanneer de computer wordt opgestart. Deze optie is standaard ingeschakeld.
Virtualization Support (Virtualisatieondersteuning) Intel® Virtualization Technology for Direct I/O (Intel® Virtualization Technology voor directe I/O inschakelen) — Deze optie is standaard uitgeschakeld. Maintenance (Onderhoud) Service Tag Hier wordt het servicelabel van uw computer weergegeven. Asset Tag Hier kunt u een inventaristag voor de computer maken als er nog geen inventaristag is ingesteld. Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Image Server ImageServer Port (Poort ImageServer) Hiermee geeft u de primaire IP-poort op van de ImageServer waarmee de clientsoftware communiceert. De standaard-IPpoort is 06910. OPMERKING: Dit veld is alleen relevant wanneer de optie "Integrated NIC" (Geïntegreerde netwerkkaart) in de groep "System Configuration" (Systeemconfiguratie) is ingesteld op "Enabled with ImageServer" (Ingeschakeld met ImageServer). Client DHCP (DHCP client) Hiermee geeft u op hoe de client het IP-adres verkrijgt.
Image Server OPMERKING: Dit veld is alleen relevant wanneer de optie "Integrated NIC" (Geïntegreerde netwerkkaart) in de groep "System Configuration" (Systeemconfiguratie) is ingesteld op "Enabled with ImageServer" (Inschakelen met ImageServer) en wanneer "Client DHCP" is ingesteld op "Static IP" (Vast IP-adres). License Status (Licentiestatus) Hier wordt de huidige licentiestatus weergegeven.
Problemen oplossen 20 Diagnostische led-lampjes OPMERKING: De diagnostische LED-lampjes dienen slechts als voortgangsindicator tijdens het POST-proces. Deze lampjes geven niet het probleem aan dat er de oorzaak van is dat het POST-proces stopt. De controlelampjes bevinden zich aan de voorzijde van het chassis, naast de aanuitknop. Deze controlelampjes zijn alleen actief en zichtbaar tijdens het POST-proces.
netsnoer rechtstreeks in een stopcontact om te controleren of de computer goed inschakelt. • Zorg dat alle gebruikte stekkerdozen op een stopcontact zijn aangesloten en zijn ingeschakeld. • Controleer de stroomvoorziening van het stopcontact door er een ander apparaat, zoals een lamp, op aan te sluiten. • Controleer of het netsnoer en de kabel van het bedieningspaneel goed zijn aangesloten op het moederbord. Led Aan-uitknop Probleembeschrij ving Er is mogelijk een fout in het moederbord opgetreden.
• • ls het led-lampje nog steeds niet brandt, koppelt u de PSU-verbindingen van het moederbord los en houdt u de stroomtoevoerknop ingedrukt. Als het lampje gaat branden, is er mogelijk een probleem met het moederbord. Als het led-lampje nog steeds niet brandt, is er mogelijk een probleem met de stroomtoevoer. Led Aan-uitknop Probleembeschrij ving Stappen voor het oplossen van problemen Er zijn geheugenmodules gedetecteerd, maar er heeft zich een geheugenfout voorgedaan.
Led Aan-uitknop Probleembeschrij ving Er is mogelijk een fout in het moederbord opgetreden. Stappen voor het oplossen van problemen Verwijder alle externe kaarten uit de PCI- en PCI-E-sleuven en start de computer opnieuw op. Als de computer opstart, plaatst u de kaarten een voor een terug totdat u de probleemkaart vindt. Led Aan-uitknop Probleembeschrij ving Stroomconnector niet goed geïnstalleerd. Stappen voor het oplossen van problemen Plaats de 2x2-voedingsconnector in de voeding terug.
Led Aan-uitknop Probleembeschrij ving Stappen voor het oplossen van problemen Er is mogelijk een fout in het moederbord opgetreden. • Koppel alle interne en externe kaarten los en start de computer opnieuw op. Als de computer opstart, plaatst u de kaarten een voor een terug totdat u de probleemkaart vindt. • Als het probleem aanhoudt, is het moederbord defect. Led Aan-uitknop Probleembeschrij ving Er is mogelijk een fout in de knoopcelbatterij opgetreden.
Led Aan-uitknop Probleembeschrij ving Stappen voor het oplossen van problemen Er zijn geheugenmodules gedetecteerd, maar er heeft zich een geheugenfout voorgedaan. • Als er twee of meer geheugenmodules geïnstalleerd zijn, verwijdert u de modules, plaatst u er één terug en start u de computer opnieuw op.
Stappen voor het oplossen van problemen Sluit alle USB-apparaten opnieuw aan en controleer alle kabelverbindingen. Led Aan-uitknop Probleembeschrij ving Stappen voor het oplossen van problemen Er zijn geen geheugenmodules gedetecteerd. • • Als er twee of meer geheugenmodules geïnstalleerd zijn, verwijdert u de modules, plaatst u er één terug en start u de computer opnieuw op.
Aan-uitknop Probleembeschrij ving Stappen voor het oplossen van problemen Er is mogelijk een probleem bij een uitbreidingskaart opgetreden. • • • Ga na of er een conflict bestaat door een uitbreidingskaart (geen grafische kaart) te verwijderen en de computer opnieuw te starten (zie ). Als het probleem aanhoudt, plaatst u de verwijderde kaart terug, verwijdert u een andere kaart en start u de computer opnieuw op. Herhaal dit proces voor alle geïnstalleerde uitbreidingskaarten.
Probleembeschrij ving Er is een andere fout opgetreden. Stappen voor het oplossen van problemen • De display/monitor moet in een losse grafische kaart worden gestoken. • Controleer of alle kabels van de vaste schijf en van het optische station goed op het moederbord zijn aangesloten. • Als er een foutbericht over een probleem met een apparaat (zoals de vaste schijf) op het scherm verschijnt, gaat u na of het apparaat goed functioneert.
Oorzaak Fout bij de DMA-initialisering Code 1-2-3 Oorzaak Fout bij lezen/schrijven van het DMA-paginaregister Code 1-3-1 tot en met 2-4-4 Oorzaak DIMM's niet juist geïdentificeerd of gebruikt Code 3-1-1 Oorzaak Registerfout bij slave-DMA Code 3-1-2 Oorzaak Registerfout bij master-DMA Code 3-1-3 Oorzaak Registerfout bij masker master-interrupt Code 3-1-4 Oorzaak Registerfout masker slave-interrupt Code 3-2-2 Oorzaak Laadfout interruptvector Code 3-2-4 Oorzaak Fout bij testen
Code 3-4-2 Oorzaak Fout bij opnieuw traceren scherm Code 3-4-3 Oorzaak Fout bij het zoeken naar video-ROM Code 4–2–1 Oorzaak Timer tikt niet Code 4–2–2 Oorzaak Shutdown failure (fout bij afsluiten) Code 4–2–3 Oorzaak Gate A20 failure (fout bij poort A20) Code 4–2–4 Oorzaak Onverwachte interrupt in beveiligde modus Code 4–3–1 Oorzaak Geheugenfout boven adres 0FFFFh Code 4–3–3 Oorzaak Fout bij teller 2 timerchip Code 4–3–4 Oorzaak Tijd-van-de-dag-klok is stilgevallen (dagtij
Oorzaak Cachetestfout Foutmeldingen Address mark not found (Adresmarkering niet gevonden) Beschrijving Het BIOS heeft een defecte schijfsector gevonden of kon een bepaalde schijfsector niet vinden. Alert! Previous attempts at booting this system have failed at checkpoint [nnnn]. For help in resolving this problem, please note this checkpoint and contact Dell Technical Support (Waarschuwing! Eerdere pogingen om deze computer op te starten zijn mislukt bij controlepunt [nnnn].
Bad command or file name (Onjuiste opdracht of bestandsnaam) Beschrijving Controleer of u de opdracht correct hebt gespeld, spaties op de juiste plaats hebt gezet en de correct padnaam hebt gebruikt. Bad error-correction code (ECC) on disk read (Slechte foutcorrectiecode bij het lezen van de schijf) Beschrijving De diskette of vaste schijfcontroller hebben een onherstelbare leesfout waargenomen.
Diskette drive0 seek failure (Zoekfout op diskettestation) Beschrijving Mogelijk is er een kabel losgeraakt of komt de computerconfiguratie-informatie niet overeen met de hardwareconfiguratie. Diskette read failure (Leesfout diskette) Beschrijving De diskette kan defect zijn of er kan een kabel loszitten. Als het stationslampje gaat branden, moet u een andere diskette proberen.
Hard-disk drive controller failure (Fout in controller vasteschijfstation) Beschrijving De vaste schijf kon niet worden geïnitialiseerd. Hard-disk drive failure (Fout in vaste-schijfstation) Beschrijving De vaste schijf kon niet worden geïnitialiseerd. Hard-disk drive read failure (Fout bij het lezen van de vaste schijf) Beschrijving De vaste schijf kon niet worden geïnitialiseerd.
Memory address line failure at (address), read value expecting (value) (adreslijnfout geheugen in (adres), gelezen waarde verwacht (waarde)) Beschrijving Een geheugenmodule is mogelijk defect of is niet goed geplaatst. Plaats de geheugenmodules opnieuw en vervangen deze indien nodig. Memory allocation error (Geheugentoewijzingsfout) Beschrijving Er is een conflict tussen de software die u wilt uitvoeren en het besturingssysteem of een ander programma of hulpprogramma.
Memory odd/even word logic failure at address, read value expecting value (Oneven/even-logicafout geheugen in adres, gelezen waarde verwacht waarde) Beschrijving Een geheugenmodule is mogelijk defect of is niet goed geplaatst. Plaats de geheugenmodules opnieuw en vervangen deze indien nodig. Memory write/read failure at address, read value expecting value (lees/schrijffout geheugen in adres, gelezen waarde verwacht waarde) Beschrijving Een geheugenmodule is mogelijk defect of is niet goed geplaatst.
No boot sector on hard-disk drive (Geen opstartsector op vaste schijf) Beschrijving De configuratiegegevens van de computer in System Setup zijn mogelijk onjuist. No timer tick interrupt (Geen timertikonderbreking) Beschrijving Mogelijk werkt een chip op het moederbord niet goed. Non-system disk or disk error (Geen systeemschijf of schijffout) Beschrijving Er is geen opstartbaar besturingssystem op de diskette in station A geïnstalleerd.
Requested sector not found (Gewenste sector niet gevonden) Beschrijving Het besturingssysteem kan niet van de diskette of de vaste schijf lezen, de computer kon een bepaalde sector op de schijf niet vinden of de gewenste sector is defect. Reset failed (Reset mislukt) Beschrijving Het resetten van de schijf is mislukt. Sector not found (Sector niet gevonden) Beschrijving Het besturingssysteem kan een sector op de diskette of vaste schijf niet vinden.
Timer chip counter 2 failed (Fout bij teller 2 timerchip) Beschrijving Mogelijk werkt een chip op het moederbord niet goed. Unexpected interrupt in protected mode (Onverwachte onderbreking in veilige modus) Beschrijving Mogelijk werkt de toetsenbordcontroller niet goed of zit er een geheugenmodule los. WARNING: Dell's Disk Monitoring System has detected that drive [0/1] on the [primary/secondary] EIDE controller is operating outside of normal specifications.
Write fault on selected drive (Fout bij schrijven op geselecteerd station) Beschrijving Het besturingssysteem kan niet naar diskette of vaste schijf schrijven. X:\ IS NOT ACCESSIBLE. THE DEVICE IS NOT READY (X:\ is niet toegankelijk. Het apparaat is niet gereed.) Beschrijving Het diskettestation kan de diskette niet lezen. Plaats een diskette in het station en probeer opnieuw.
21 Specificaties Technische specificaties OPMERKING: Het aanbod kan per regio verschillen. Klik voor meer informatie over de configuratie van uw computer op Start (of Start in Windows XP) Help en ondersteuning, en selecteer vervolgens de optie om informatie over uw computer weer te geven.
Geheugen Maximumgeheugen Desktop, Mini-Tower, Small Form Factor 16 GB Ultra Small Form Factor 8 GB Video Geïntegreerd • • Los Intel HD Graphics (met Intel Celeron/Pentium-klasse CPU-GPU combo) Intel HD Graphics 2000 (met Intel Core i3 DC 65 W en Intel Core i5/i7 QC vPRO 95 W-klasse CPU-GPU combo) PCI Express x16 grafische adapter Audio Geïntegreerd vierkanaals High Definition Audio Netwerk Geïntegreerd Intel 82579LM Ethernet geschikt voor 10/100/1000 Mb/s communicatie Systeminformation (Systeem
Uitbreidingsbus Bustype PCI 2.3, PCI Express 2.0, SATA 3.0 en 2.0, USB 2.
Kaarten Desktop Geen Small Form Factor Geen Ultra Small Form Factor maximaal één kaart met halve hoogte Stations Extern toegankelijk (5,25–inch stationcompartimenten) Mini-Tower twee Desktop één Small Form Factor één smal compartiment voor optisch station Ultra Small Form Factor één smal compartiment voor optisch station Intern toegankelijk: 3,5–inch stationcompartimenten Mini-Tower twee Desktop één Small Form Factor één Ultra Small Form Factor Geen 2,5–inch SATA-stationcompartimenten
Externe aansluitingen Voorpaneel twee aansluitingen voor microfoon en hoofdtelefoon Netwerkadapter één RJ45-connector Serieel één 9-pins connector; 16550C-compatibel Parallel één 25-pins connector (optioneel voor mini-tower) USB 2.
Aansluitingen op het moederbord Mini-Tower, Desktop, Small Form Factor één 164-pins aansluiting Ultra Small Form Factor Geen PCI Express x16 databreedte (maximum) — 16 PCI Express-banen Mini-Tower, Desktop, Small Form Factor één 164-pins aansluiting Ultra Small Form Factor Geen Mini PCI Express databreedte (maximum) — één PCI Express-baan en één USBinterface Mini-Tower, Desktop, Small Form Factor Geen Ultra Small Form Factor één 52-pins aansluiting Mini-Tower vier 7-pins aansluitingen Desktop
Aansluitingen op het moederbord Warmtesens or Mini-Tower, Desktop, Small Form Factor één 34-pins en één 5-pins connector Ultra Small Form Factor één 20-pins en één 14-pins connector Mini-Tower één 2-pins aansluiting Desktop, Small Form Factor, Ultra Small Form Factor twee 2-pins connectoren Processor één 1155-pins aansluiting Processorventilator één 5-pins connector Jumper Servicemodus één 2-pins aansluiting Jumper Wachtwoord wissen één 2-pins aansluiting Jumper RTC reset één 2-pins aansl
Schakelaars en lampjes probleem is met het moederbord of de stroomvoorziening; een knipperend oranje lampje geeft aan dat er een probleem is met het moederbord. lampje schijfactiviteit Blauw lampje: knipperend blauw lampje geeft aan dat de computer gegevens leest van of schrijft naar de vaste schijf. Controlelampjes Vier lampjes op het voorpaneel van de computer. Zie de Onderhoudshandleiding op support.dell.com/manuals voor meer informatie over de controlelampjes.
Schakelaars en lampjes computer) en in het stopcontact worden gestoken. OPMERKING: U kunt de staat van het voedingssysteem testen door op de testknop te drukken. Wanneer de spanning van de systeemvoeding binnen de specificaties valt, gaan de ledlampjes van de zelftest branden. Als de ledlampjes niet gaan branden, is de voeding waarschijnlijk defect. De wisselstroom moet tijdens deze test zijn ingeschakeld.
Fysiek Hoogte Breedte Diepte Gewicht Mini-Tower 36,00 cm (14,17 inch) 17,50 cm (6,89 inch) 41,70 cm (16,42 inch) 8,87 kg Desktop 36,00 cm (14,17 inch) 10,20 cm (4,01 inch) 41,00 cm (16,14 inch) 7,56 kg Small Form Factor 29,00 cm (11,42 inch) 9,26 cm 31,20 cm (12,28 inch) 5,70 kg Ultra Small Form Factor 23,70 cm (9,33 inch) 6,50 cm (2,56 inch) 24,00 cm (9,45 inch) 3,27 kg (7,20 lb) Omgeving Temperatuurbereik: In bedrijf 10 °C tot 35 °C (50 °F tot 95 °F) Opslag -40 °C tot 65 °C (-4
Contact opnemen met Dell 22 Contact opnemen met Dell U neemt als volgt contact op met Dell voor zaken op het gebied van verkoop, ondersteuning of klantenservice: 1. Ga naar support.dell.com. 2. Zoek naar uw land of regio in het vervolgkeuzemenu Choose a Country/Region (Kies een land/regio) onderaan de pagina. 3. Klik vervolgens aan de linkerzijde van de pagina op Contact opnemen. 4. Selecteer de gewenste service- of ondersteuningslink. 5. Selecteer de gewenste methode om contact met Dell op te nemen.