Dell OptiPlex XE2 kleine vormfactor Gebruiksaanwijzing Regelgevingsmodel: D07S Regelgevingstype: D07S001
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer. WAARSCHUWING: EEN WAARSCHUWING duidt potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertelt u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: EEN WAARSCHUWING duidt op een risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden. © 2013 Dell Inc.
Inhoudsopgave 1 Aan de computer werken.......................................................................................................... 5 Voordat u in de computer gaat werken.................................................................................................................... 5 Uw computer uitschakelen.......................................................................................................................................6 Nadat u aan de computer hebt gewerkt.............
De knoopbatterij verwijderen................................................................................................................................. 27 De knoopbatterij plaatsen.......................................................................................................................................28 De warmteafleider verwijderen..............................................................................................................................28 De warmteafleider plaatsen....
Aan de computer werken 1 Voordat u in de computer gaat werken Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer tegen mogelijke schade te beschermen. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van de volgende veronderstellingen uitgegaan: • U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
4. Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het stopcontact. 5. Houd de aan-uitknop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd om het moederbord te aarden. 6. Verwijder de kap. WAARSCHUWING: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer.
WAARSCHUWING: Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op de computer. 2. Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer. 3. Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact. 4. Zet de computer aan. 5. Controleer of de computer goed functioneert door Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren.
Het verwijderen en installeren van onderdelen 2 Deze paragraaf beschrijft gedetailleerd hoe de onderdelen moeten worden verwijderd uit, of worden geïnstalleerd in uw computer.
5. processorventilator 6. stationkooi 7. optisch station 8. aan-uitknop 9. I/O-paneel 1. geheugenmodule 2. luidspreker 3. montagekader vooraan 4. systeemventilator De kap verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Trek het vergrendelingslipje van de computerkap aan de zijkant van de computer omhoog.
3. Til de kap omhoog tot een hoek van 45 graden en verwijder de kap van de computer. De computerkap plaatsen 1. Plaats de computerkap op het chassis. 2. Druk de computerkap omlaag totdat deze op zijn plaats klikt. 3. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt. Het montagekader aan de voorkant verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de kap. 3. Wrik de borgklemmetjes van het montagekader uit het chassis. 4.
Het montagekader vooraan plaatsen 1. Steek de haken langs de onderzijde van het montagekader aan de voorkant in de sleuven op de voorzijde van het chassis. 2. Druk het montagekader in de richting van de computer totdat de borgklemmen van het montagekader vastklikken. 3. Plaats de kap. 4. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De uitbreidingskaart verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2.
4. Wrik de kaart uit de connector en verwijder hem uit de computer. 5. Draai het ontgrendelingslipje op het kaartvergrendelingsmechanisme voorzichtig omhoog.
6. Trek de ontgrendeling van de uitbreidingskaart af totdat het bevestigingslipje uit de kaartinkeping komt. Wrik de kaart vervolgens uit de connector en de computer.
De uitbreidingskaart installeren 1. Steek de uitbreidingskaart in de aansluiting op het moederbord en druk de kaart omlaag om deze op zijn plaats te bevestigen. OPMERKING: Als uw computer een gevoede uitbreidingskaart heeft, verbind dan de netvoedingskabel met de kaart. 2. Draai het ontgrendelingslipje op het kaartvergrendelingsmechanisme voorzichtig omlaag 3. Installeer de kap. 4. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De WLAN-kaart plaatsen 1. Plaats de WLAN-kaart op de connector en druk hem omlaag. 2. Druk op de vergrendeling om de WLAN-kaart vast te zetten. 3. Plaats de antennemodule op de connector en draai de schroeven aan waarmee de antennemodule aan de computer vastzit. 4. Plaats de kap. 5. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. Het optische station verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2.
6. Herhaal de stappen 3-5 voor het eventuele tweede optische station. Het optische station plaatsen 1. Plaats het optische station in de bracket. 2. Schuif het optische station in de stationkooi. 3. Sluit de gegevenskabel en de stroomkabel aan op het optische station. 4. Plaats de kap. 5. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De stationkooi verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2.
4. Schuif de blauwe hendel van de stationkooi naar de ontgrendelpositie en til de vaste schijf uit de computer. De stationkooi plaatsen 1. Plaats de stationkooi op de rand van de computer zodat u toegang hebt tot de kabelconnectoren op de vaste schijf. 2. Sluit de stekkers van gegevenskabel en stroomkabel aan op de achterzijde van de vaste schijf. 3. Draai de stationkooi om en plaats deze in het chassis. De lipjes van de stationkooi moeten worden bevestigd via de sleuven in het chassis. 4.
De vaste schijf verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a. kapje b. optisch station c. stationkooi 3. Druk de borgklemmetjes naar binnen en schuif de bracket van de vaste schijf uit de stationkooi. 4. Buig de beugel van de vaste schijf open en verwijder de vaste schijf uit de beugel. 5.
3. Schuif de vaste-schijfbracket in de stationkooi. 4. Plaats: a. stationkooi b. optisch station c. kapje 5. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De luidspreker verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a. kapje b. optisch station c. stationkooi 3.
De intrusieschakelaar verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de kap. 3. Druk voor het vrijgeven de klem naar binnen en trek de intrusiekabel voorzichtig van het moederbord. 4. Schuif de intrusieschakelaar richting de voorkant van de systeemkast en verwijder hem uit de systeemkast. De intrusieschakelaar plaatsen 1. Steek de intrusieschakelaar in de achterzijde van het chassis en schuif hem naar buiten om hem te bevestigen. 2.
• Als er geheugenmodules met verschillende snelheden geïnstalleerd worden, functioneren ze op de snelheid van de geïnstalleerde geheugenmodules met de laagste snelheid. Het geheugen verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de kap. 3. Druk aan beide kanten van de geheugenmodule de borglipjes in en til de geheugenmodule uit de connectoren op het moederbord. Het geheugen installeren 1.
4. Maak de systeemventilator los uit de lussen waarmee deze aan de voorzijde van de computer is bevestigd. Druk de doorvoertules vervolgens naar binnen langs de sleuven en steek het door het chassis. De systeemventilator plaatsen 1. Plaats de systeemventilator in het chassis. 2. Leid de lussen door het chassis en schuif naar buiten langs de groef om te bevestigen. 3. Sluit de kabel van de systeemventilator aan op het moederbord. 4. Plaats: a. b. c. d. 5.
De aan-uitknop verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a. b. c. d. kapje montagekader vooraan optisch station stationkooi 3. Koppel de aan-uitknopkabel los van het moederbord. 4. Druk aan beide kanten van de aan-uitknop op de klemmen om deze van het chassis los te maken en trek de aanuitknop samen met de kabel uit de computer. De aan-uitknop plaatsen 1. Schuif de aan-uitknop door de voorkant van de computer. 2.
3. Plaats: a. b. c. d. 4. stationkooi optisch station montagekader vooraan kapje Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. Het I/O-paneel verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a. b. c. d. kapje optisch station stationkooi montagekader vooraan 3. Koppel de I/O-paneel- of FlyWire-kabels en de audiokabel los van het moederbord. 4.
Het I/O-paneel plaatsen 1. Plaats het I/O-paneel in de sleuf aan de voorkant van het chassis. 2. Schuif het I/O-paneel om het aan het chassis te bevestigen 3. Draai de schroef vast om het I/O-paneel aan het chassis te bevestigen. 4. Sluit de I/O-paneel- of FlyWire-kabels en de audiokabel aan op het moederbord. 5. Leg de I/O-paneelkabel of de FlyWire-kabel in de ventilatorkapklem. 6. Plaats: a. b. c. d. 7.
5. Verwijder de schroeven waarmee de voeding aan de achterzjide van de computer is bevestigd. 6. Duw op het blauwe ontgrendelingslipje en schuif de voeding naar de voorzijde van de computer. 7. Til de voeding uit de computer.
De voeding plaatsen 1. Plaats de voedingseenheid in het chassis en schuif deze naar de achterkant van de computer om te bevestigen. 2. Draai de schroeven vast waarmee de voeding aan de achterzijde van de computer wordt bevestigd. 3. Sluit de 4-pins en 8–pins stroomkabels aan op het moederbord. 4. Maak de stroomkabels vast in de chassisklemmen. 5. Plaats: a. b. c. d. 6.
De knoopbatterij plaatsen 1. Plaats de knoopbatterij in de sleuf op het moederbord. 2. Druk de knoopbatterij omlaag totdat het ontgrendellipje terug op zijn plaats veert en de batterij vastzet. 3. Plaats: a. stationkooi b. montagekader vooraan c. kapje 4. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De warmteafleider verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de kap. 3.
De warmteafleider plaatsen 1. Plaats de warmteafleider in het chassis. 2. Draai de geborgde schroeven vast waarmee de warmteafleider op het moederbord wordt bevestigd. 3. Sluit de kabel van de ventilator aan op het moederbord. 4. Plaats de ventilatorbehuizing op de ventilator en druk hem vast. 5. Plaats de kap 6. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De processor verwijderen 1.
De processor plaatsen 1. Plaats de processor in de processorsocket. Zorg dat de processor goed geplaatst is. 2. Laat de processorkap voorzichtig op zijn plaats zakken. 3. Druk de ontgrendeling omlaag en vervolgens naar binnen om hem vast te zetten met het retentiehaakje. 4. Plaats de warmteafleider. 5. Plaats de kap. 6. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
Het moederbord verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a. b. c. d. e. f. g. h. kapje montagekader vooraan optisch station stationkooi geheugen warmteafleider de uitbreidingskaart(en) voeding 3. Koppel alle kabels los die op het moederbord zijn aangesloten en leg ze uit de buurt van het chassis. 4. Verwijder de schroeven waarmee het moederbord aan het chassis vastzit. 5.
f. optisch station g. montagekader vooraan h. kapje 5. 32 Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
Installatie van het systeem 3 Met systeeminstallatie kunt u de hardware van uw computer beheren en de opties voor het BIOS‐niveau opgeven.
Tabel 1. Navigatietoetsen Toetsen Navigatie Pijl Omhoog Gaat naar het vorige veld. Pijl Omlaag Gaat naar het volgende veld. Hiermee kunt u een waarde in het geselecteerde veld invullen (mits van toepassing) of de verwijzing in het veld volgen. Spatiebalk Vergroot of verkleint een vervolgkeuzelijst, Mits van toepassing). Gaat naar het focusveld. OPMERKING: Alleen voor de standaard grafische browser. Gaat naar de vorige pagina totdat u het hoofdscherm bekijkt.
Optie Beschrijving • Date/Time (Datum/tijd) UEFI Hiermee kunt u de datum en tijd instellen. Wijzigingen aan de systeemdatum- en tijd worden direct van kracht. Tabel 3. System Configuration (Systeemconfiguratie) Optie Beschrijving Integrated NIC (Geïntegreerde netwerkkaart) Hiermee kunt u de geïntegreerde netwerkkaart in- of uitschakelen. U kunt de geïntegreerde NIC instellen op: • • • • Disabled (Uitgeschakeld) Enabled (Ingeschakeld) Enabled w/PXE (Ingeschakeld met PXE).
Optie Beschrijving • USB Configuration Enable SMART Reporting (SMART rapportage inschakelen)- Deze optie staat standaard uitgeschakeld. Met dit veld wordt de geïntegreerde USB-controller geconfigureerd. Als Boot Support (Opstartondersteuning) staat ingeschakeld, mag het systeem vanaf elk type USBapparaat opstarten (HDD, geheugenstick, floppy). Als de USB-poort is ingeschakeld, wordt het apparaat dat op deze poort is aangesloten, ingeschakeld en beschikbaar gemaakt voor het besturingssysteem.
Optie Beschrijving • Internal HDD-0 Password (Wachtwoord voor interne vaste schijf) Bevestig het nieuwe wachtwoord. Hiermee kunt u het wachtwoord op de interne vaste schijf (HDD) van de computer instellen, wijzigen of verwijderen. Wijzigingen op dit wachtwoord worden direct van kracht. Voor de schijf hoeft niet standaard een wachtwoord te worden ingesteld. • • • Vul het oude wachtwoord in. Vul het nieuwe wachtwoord in. Bevestig het nieuwe wachtwoord.
Optie Beschrijving • • Disable (Uitschakelen) Activate (Activeren) CPU XD Support (CPU XDondersteuning) Hiermee kunt u de modus uitvoeren uitschakelen voor de processor aan- of uitzetten OROM Keyboard Access (OROM toegang tot toetsenbord) Hiermee bepaalt u of u de schermen voor de Option Read Only Memory (OROM)configuratie tijdens het opstarten via sneltoetsen opent. Deze instellingen voorkomen toegang tot de Intel RAID (CTRL+I) of Intel Management Engine BIOS Extentie (CTRL +P/F12).
Tabel 6. Power Management (Energiebeheer) Optie Beschrijving AC Recovery (Voedingsherstel) Hiermee wordt ingesteld op welke manier de computer zal reageren wanneer de computer na een stroomstoring van wisselstroom wordt voorzien.
Optie Beschrijving • LAN Only (Alleen LAN): het systeem wordt ingeschakeld door speciale LANsignalen. WLAN Only (Alleen WLAN)- Hiermee kan de computer worden aangezet door speciale WLAN-signalen. (alleen voor Ultra kleine vormfactoren) LAN or WLAN (LAN of WLAN)- Hiermee kan de computer worden aangezet door speciale LAN- of WLAN-signalen. (alleen voor Ultra kleine vormfactoren) • • Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Tabel 9. Onderhoud Optie Beschrijving Service Tag (Servicelabel) Hier wordt het servicelabel van uw computer weergegeven. Asset Tag (Inventarislabel) Hier kunt u een inventaristag voor de computer maken als er nog geen inventaristag is ingesteld. Deze optie is standaard uitgeschakeld. SERR Messages (SERRmeldingen) Hiermee wordt het SERR-meldingsmechanisme ingesteld. Deze optie is standaard uitgeschakeld. Voor sommige grafische kaarten is vereist dat het SERRmeldingsmechanisme is uitgeschakeld.
Optie Beschrijving OPMERKING: Dit veld is alleen relevant wanneer de optie Integrated NIC (Geïntegreerde netwerkkaart) in de groep System Configuration (Systeemconfiguratie) is ingesteld op Enabled with ImageServer (Ingeschakeld met ImageServer) en wanneer Client DHCP op Static IP (Vast IP) staat. Client SubnetMask Hiermee geeft u het subnetmasker voor de client op. De standaardinstelling is 255.255.255.255.
11. Selecteer uw voorkeursmethode voor het downloaden in het venster Selecteer hieronder uw voorkeursmethode voor downloaden; klik op Download File (Bestand downloaden). Het venster File Download (Bestand downloaden) wordt weergegeven. 12. Klik op Save (Opslaan) om het bestand op uw computer op te slaan. 13. Klik op Run (Uitvoeren) om de bijgewerkte BIOS-instellingen te installeren op uw computer. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Het scherm Systeembeveiliging wordt geopend. 2. Controleer in het scherm Systeembeveiliging of de Wachtwoordstatus ontgrendeld is. 3. Selecteer Systeemwachtwoord, wijzig of verwijder het huidige systeemwachtwoord en druk op of . Hanteer de volgende richtlijnen om het systeemwachtwoord toe te kennen: • Een wachtwoord mag bestaan uit maximaal 32 tekens. • Het wachtwoord mag de nummers 0 t/m 9 bevatten. • Er mogen alleen kleine letters worden gebruikt.
OPMERKING: U kunt ook de volgende stappen uitvoeren om een vergeten wachtwoord uit te schakelen. 1. Volg de procedures in voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder de kap. 3. Bepaal de PSWD-jumper op het moederbord. 4. Verwijder de PSWD-jumper van het moederbord. OPMERKING: De bestaande wachtwoorden worden niet uitgeschakeld (gewist) totdat de computer zonder jumper wordt opgestart. 5. Installeer de kap.
Diagnostiek 4 Start bij problemen met uw computer eerst de ePSA diagnosefuncties voordat u met Dell contact opneemt voor technische assistentie. Het doel van het starten van deze diagnostische functies is het testen van de hardware van uw computer zonder extra apparatuur nodig te hebben of de kans te lopen om gegevens te verliezen. Als u het probleem niet zelf kunt oplossen, kunnen de medewerkers u op basis van de diagnosefuncties verder helpen om het probleem op te lossen.
5 Problemen oplossen Eventuele problemen met uw computer kunt oplossen met aanduidingen, zoals diagnostische lampjes, piepcodes en foutmeldingen die eventueel tijdens het werken met de computer optreden. Diagnostiek van de stroom LED-lampjes Het LED van de aan-/uitknop aan de voorkant van de systeemkast fungeert tevens als tweekleurig lampje voor diagnostiek en is alleen actie en zichtbaar tijdens het POST-proces. Wanneer het besturingssysteem wordt geladen, is het lampje niet langer zichtbaar.
Toestand amber LED Beschrijving 3,5 Er zijn wel geheugenmodules gedetecteerd, maar er is een probleem met de geheugenconfiguratie of compatibiliteit. 3,6 mogelijke fout in moederbordresource en/of hardware 3,7 andere fout met berichten op het scherm Piepcode De computer kan een reeks pieptonen afgeven tijdens het opstarten als het beeldscherm geen fouten of problemen kan weergeven. Deze reeks pieptonen, die pieptooncodes wordt genoemd, geven verschillende problemen aan.
Foutbericht Beschrijving Alert! Security De MFG_MODE jumper is ingesteld en de AMT Management-functies zijn uitgeschakeld totdat override Jumper is de jumper wordt verwijderd. installed. (Alarm! De veiligheidsopheffingsj umper is geïnstalleerd). Attachment failed to respond (Bijlage heeft niet gereageerd) De diskette of vaste schijfcontroller kan geen gegevens naar het bijbehorende station sturen.
Foutbericht Beschrijving General failure (Algemene fout) Het besturingssysteem kan de opdracht niet uitvoeren. Dit bericht wordt gewoonlijk gevolgd door specifieke informatie, zoals Printer out of paper (Papier is op). Neem de juiste maatregelen om het probleem op te lossen. Hard-disk drive configuration error (Configuratiefout vaste-schijfstation) De vaste schijf kon niet worden geïnitialiseerd.
Foutbericht Beschrijving (Geheugendatalijnfou t in adres, gelezen waarde verwacht waarde) Memory double word Een geheugenmodule is mogelijk defect of is niet goed geplaatst. Plaats de geheugenmodule logic failure at opnieuw en vervang deze zo nodig.
Foutbericht Beschrijving No timer tick interrupt Mogelijk werkt een chip op het moederbord niet goed. (Geen timertikonderbreking) Non-system disk or disk error (Geen systeemschijf of schijffout) Er is geen opstartbaar besturingssystem op de diskette in station A geïnstalleerd. Vervang de diskette door een diskette met een opstartbaar besturingssysteem of haal de diskette uit station A en start de computer opnieuw op.
Foutbericht Beschrijving System has detected that drive [0/1] on the [primary/secondary] EIDE controller is operating outside of normal specifications. It is advisable to immediately back up your data and replace your hard drive by calling your support desk or Dell. (WAARSCHUWING: Het Disk Monitoring System van Dell heeft waargenomen dat station [0/1] op de [primaire/secundaire] EIDE-controller buiten de normale specificaties werkt.
6 Specificaties OPMERKING: Het aanbod kan per regio verschillen. Klik voor meer informatie over de configuratie van uw computer op Start. (Start-pictogram) → Help en Ondersteuning en selecteer vervolgens de optie om informatie over uw computer te bekijken. Tabel 14. Processor Functie Specificatie Type processor • • • • Cachetotaal Maximaal 8 MB cache, afhankelijk van processortype Intel Core i3-serie Intel Core i5-serie Intel Core i7 serie Intel Pentium Dual Core-serie Tabel 15.
Tabel 18. Netwerk Functie Specificatie Geïntegreerd Intel 1217LM Ethernet geschikt voor 10/100/1000 Mb/s communicatie Tabel 19. System Information Functie Specificatie Chipset van systeem Intel 8 serie Express chipset DMA-kanalen twee 8237 DMA-controllers met zeven apart programmeerbare kanalen Interrupt-niveaus Geïntegreerde I/O APIC-mogelijkheid met 24 interrupts BIOS-chip (NVRAM) 12 MB Tabel 20. Uitbreidingsbus Functie Specificatie Bustype PCIe gen2, gen3 (x16), USB 2.0, en USB 3.
Tabel 22. Drives Functie Specificatie Extern toegankelijk (5,25-inch schijfcompartimenten) Mini Tower twee Small Form Factor één smal compartiment voor optisch station Intern toegankelijk: 3,5-inch SATAschijfcompartimenten 2,5-inch SATAschijfcompartimenten Mini Tower twee twee Small Form Factor één twee Tabel 23.
Functie Specificatie lampje schijfactiviteit Wit lampje: een knipperend wit lampje geeft aan dat de computer gegevens leest van de vast schijf of hier gegevens naartoe schrijft. Achterzijde van de computer: Lampje voor de verbindingsintegriteit op de geïntegreerde netwerkadapter Groen lampje: er is een goede 10 Mbps-verbinding tussen het netwerk en de computer. Groen lampje: er is een goede 100 Mbps-verbinding tussen het netwerk en de computer.
Tabel 27. Omgeving Functie Specificatie Temperatuurbereik: In bedrijf 5 °C tot 35 °C (41 °F tot 95 °F) 5° C tot 45° C (41° F tot 113° F) (beperkt tot processor van 65 W of lager. Geen externe grafische kaart.
Contact opnemen met Dell 7 U neemt als volgt contact op met Dell voor zaken op het gebied van verkoop, ondersteuning of klantenservice: 1. Ga naar support.dell.com. 2. Zoek naar uw land of regio in het vervolgkeuzemenu Choose a Country/Region (Kies een land/regio) onderaan de pagina. 3. Klik vervolgens aan de linkerzijde van de pagina op Contact opnemen. 4. Selecteer de gewenste service- of ondersteuningslink. 5. Selecteer de gewenste methode om contact met Dell op te nemen.