Dell P513w Series Gebruikershandleiding Augustus 2010 Machinetype(n): 4443 Model(len): 7dw, 3dw www.dell.com | support.dell.
Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie........................................................................5 Over de printer....................................................................................6 Bedankt dat u voor deze printer hebt gekozen..........................................................................................................6 Impact van uw printer op het milieu minimaliseren.................................................................................................
Afdrukken..........................................................................................30 Tips voor afdrukken............................................................................................................................................................30 Standaarddocumenten afdrukken................................................................................................................................30 Speciale documenten afdrukken...........................................
Veelgesteld vragen over netwerken.............................................................................................................................74 Printer onderhouden.......................................................................87 Inktcartridges onderhouden...........................................................................................................................................87 Buitenkant van de printer reinigen.......................................................
Veiligheidsinformatie Sluit de stroomkabel aan op een stopcontact dat zich dichtbij het product bevindt en eenvoudig toegankelijk is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. Gebruik alleen de netvoeding en het netsnoer die bij dit product zijn geleverd of door de fabrikant goedgekeurde vervangende onderdelen. Dit product is samen met specifieke onderdelen van de fabrikant ontwikkeld, getest en goedgekeurd volgens strikte, wereldwijd geldende veiligheidsnormen.
Over de printer Bedankt dat u voor deze printer hebt gekozen We hebben er hard aan gewerkt om de printer te laten voldoen aan uw wensen. Als u uw nieuwe printer meteen wilt gaan gebruiken, moet u de installatiehandleidingen gebruiken die bij de printer zijn geleverd en de Gebruikershandleiding doorbladeren voor informatie over het uitvoeren van standaardtaken.
Inkt besparen • Gebruik de modus Snel afdrukken of Concept. Deze modi kunnen worden gebruikt om documenten af te drukken met minder inkt dan normaal en zijn ideaal voor het afdrukken van documenten die grotendeels uit tekst bestaan. • Gebruik cartridges met hoog rendement. Dankzij de cartridges met hoog rendement kunt u meer pagina's afdrukken met minder cartridges. • Reinig de printerkop.
Gewenste informatie Locatie Hulp bij het gebruik van de printersoftware Help bij Windows Open een printerprogramma en klik op Help. Klik op om contextgevoelige informatie weer te geven. Opmerkingen: • De Help wordt automatisch geïnstalleerd met de printersoftware. • De printersoftware bevindt zich in de map van het printerprogramma of op het bureaublad, afhankelijk van uw besturingssysteem.
Onderdelen van de printer Onderdeel Functie 1 Papiersteun Papier in de printer plaatsen. 2 Wi-Fi-aanduiding Draadloze status controleren. 3 Kaartlezerlampje De status van de kaartlezer controleren. Het lampje knippert om aan te geven dat een geheugenkaart wordt gebruikt. 4 Sleuf voor geheugenkaart Een geheugenkaart in de printer plaatsen. 5 PictBridge- en USB-poort Een digitale PictBridge-camera, USB Bluetooth-adapter of flashstation aansluiten op de printer.
Onderdeel Functie 1 Scannerklep Toegang krijgen tot de glasplaat. 2 Glasplaat Documenten en foto's scannen en kopiëren. 3 Beveiligingsleuf Een anti-diefstalkabel aan uw printer bevestigen. 4 Netvoedingsaansluiting De printer aansluiten op een voedingsbron. 5 Duplexeenheid 6 USB-poort • Afdrukken op beide zijden van een vel papier. • Vastgelopen papier verwijderen. De printer rechtstreeks aansluiten op de computer met een USB-kabel.
Supplies bestellen en vervangen Inktcartridges bestellen Paginarendementen beschikbaar op www.dell.com/supplies. Gebruik alleen inktcartridges van Dell voor optimale resultaten. Onderdeel Cartridge met licentie1 Normale cartridge Zwarte inktcartridge Series 21 Series 21R Zwarte inktcartridge met hoog rendement2 Series 22 Series 22R Kleureninktcartridge Series 21 Series 21R Kleureninktcartridge met hoog rendement2 Series 22 Series 22R 1 Met licentie voor eenmalig gebruik.
3 Druk op het ontgrendelingslipje en verwijder de gebruikte inktcartridge of -cartridges. Let op—Kans op beschadiging: Verwijder de oude cartridges pas als u nieuwe cartridges hebt. De resterende inkt in de printerkop kan uitdrogen of de spuitopeningen verstoppen. 4 Pak de cartridges uit. Als de cartridge wordt geleverd met een afsluitdopje, verwijdert u het dopje. Als de cartridge wordt geleverd met een draaidopje, draait u het dopje en verwijdert u het.
5 Installeer elke cartridge. Gebruik zo nodig twee handen. Opmerking: installeer de nieuwe inktcartridges direct nadat u de beschermende dop hebt verwijderd om te voorkomen dat de inkt wordt blootgesteld aan lucht. 6 Sluit de printer. Dell producten hergebruiken U retourneert als volgt een Dell product voor hergebruik: 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 3 Selecteer de printermap.
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken Bedieningspaneel van de printer gebruiken In de volgende diagrammen worden de verschillende gedeelten van het bedieningspaneel van de printer aangegeven: Programma 1 Functie Aan/uit • De printer in- en uitschakelen. • Overschakelen naar de spaarstand. Opmerking: Als de printer is ingeschakeld, drukt u op om over te schakelen naar de spaarstand. Houd drie seconden ingedrukt om de printer uit te schakelen.
Programma Functie 7 Starten Een afdruk-, scan- of kopieertaak starten, afhankelijk van de geselecteerde modus. 8 Dubbelzijdig/Ecomodus Activeer Dubbelzijdig om de volgende bewerkingen te kunnen uitvoeren: • Op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken). Activeer Ecomodus om de volgende bewerkingen te kunnen uitvoeren: • Op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken). • Overschakelen naar de Spaarstand als de printer 10 minuten niet wordt gebruikt.
Tijdelijke instellingen wijzigen in nieuwe standaardinstellingen De volgende menu's worden hersteld naar de standaardinstellingen na twee minuten inactiviteit of als de printer wordt uitgeschakeld.
De herstelfunctie voor instellingen uitschakelen U kunt de herstelfunctie voor instellingen uitschakelen als u niet wilt dat de printer de standaardinstellingen herstelt na twee minuten inactiviteit of als de printer wordt uitgeschakeld. 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 2 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Apparaatinstelling en druk op .
Fabrieksinstellingen herstellen Als u de standaardfabrieksinstellingen herstelt, worden alle printerinstellingen verwijderd die u hebt geselecteerd. Menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 2 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Standaardwaarden en druk op . 3 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Standaardwaarden instellen en druk op 4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Fabrieksinstellingen en druk op . .
Printersoftware gebruiken Minimale systeemvereisten Voor de printersoftware is maximaal 500 MB vrije schijfruimte vereist. Ondersteunde besturingssystemen • • • • • • • • • • • • Microsoft Windows 7 Microsoft Windows Vista (SP1) Microsoft Windows XP (SP3) Microsoft Windows 2000 (SP4 of hoger) Macintosh Intel OS X version 10.6.0 of later (alleen via het web)* Macintosh Intel OS X version 10.5.0 of later (alleen via het web)* Macintosh Intel OS X versie 10.4.
Printersoftware Onderdeel Functie Dell printerstartpagina • • • • • • • • • • • (wordt de printerstartpagina genoemd) Dell Fast Pics Toepassingen of programma's starten. Fax Solutions Software openen. Foto of document scannen of e-mailen. Gescande documenten bewerken. Documenten scannen naar PDF. Instellingen aanpassen voor de printer. Supplies bestellen. Inktcartridges onderhouden. Een testpagina afdrukken. De printer registreren. Contact opnemen met technische ondersteuning.
Onderdeel Functie Dell servicecentrum • Problemen met de printer oplossen. • Onderhoudsfuncties van de printer weergeven. • Contact opnemen met technische ondersteuning. (wordt Servicecentrum genoemd) Opmerkingen: • Dit programma wordt automatisch geïnstalleerd met de printersoftware. • U wordt wellicht gevraagd dit programma te installeren vanaf het web, afhankelijk van uw printermodel.
Er worden tijdens de installatie van de software van de printer ook andere toepassingen geïnstalleerd. Deze toepassingen worden opgeslagen in de printermap in de Finder na de installatie. 1 Dubbelklik in de Finder op de printermap. 2 Dubbelklik op het pictogram van de toepassing die u wilt gebruiken. Onderdeel Functie Dell Takencentrum • Documenten en foto's scannen. • Instellingen voor scantaken aanpassen.
3 Klik op Klantenondersteuning op het tabblad Webkoppelingen. 4 Selecteer uw printer op de website en download het stuurprogramma. 5 Installeer aanvullende of optionele software. Printersoftware bijwerken (alleen Windows) Controleren op software-updates 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 3 Selecteer Printerstartpagina. 4 Kies uw printer in de keuzelijst met printers.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Dubbelklik in de Finder op de printermap. 2 Dubbelklik op het pictogram Verwijder. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm. Printersoftware installeren Opmerking: als u de printersoftware eerder hebt geïnstalleerd op deze computer en de software opnieuw moet installeren, moet u de huidige software eerst verwijderen. Voor Windows-gebruikers 1 Sluit alle geopende programma's. 2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen Papier in de printer plaatsen 1 Buig de vellen enkele malen om de vellen los te maken. Vouw of kreuk het papier niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond. 2 Plaats het papier in het midden van de papiersteun. 3 Schuif de papiergeleiders tegen de randen van het papier. Opmerking: Duw het papier niet te ver in de printer. Het papier moet vlak in de papiersteun liggen en de randen moeten langs beide papiergeleiders liggen.
Richtlijnen voor papier en special afdrukmateriaal Maximumaantal: Controleer het volgende: 100 vellen normaal papier • De papiergeleiders zijn tegen de randen van het papier geschoven. • Het briefhoofdpapier wordt met de afdrukzijde naar boven en met de bovenkant naar voren in de printer ingevoerd. 25 vellen extra zwaar, mat papier • De afdrukzijde van het papier is naar boven geplaatst. • De papiergeleiders zijn tegen de randen van het papier geschoven.
Maximumaantal: Controleer het volgende: 10 enveloppen • De afdrukzijde van de envelop is naar boven geplaatst. • De papiergeleiders zijn tegen de randen van de enveloppen geschoven. • U drukt de enveloppen af met de afdrukstand Liggend. Opmerking: Als u post verstuurt binnen Japan, kan de envelop in de staande afdrukstand worden afgedrukt met de locatie voor de postzegel in de rechterbenedenhoek of in de liggende afdrukstand met de locatie voor de postzegel in de linkerbenedenhoek.
Maximumaantal: Controleer het volgende: 25 vellen glossy of fotopapier • De afdrukzijde van het papier is naar boven geplaatst. • De papiergeleiders zijn tegen de randen van het papier geschoven. • De afdrukkwaliteit Automatisch, Normaal of Foto is geselecteerd. Opmerking: de modus Concept is beschikbaar, maar wordt niet aanbevolen voor gebruik met duur papier zoals extra, zwaar mat papier, etiketten, fotokaarten en glossy papier.
c Druk op de pijl omhoog of omlaag om het standaardformaat voor het afdrukken van foto's te selecteren voor de printer en druk op 3 Druk op . tot Instellen wordt gesloten of druk op een andere modustoets. Originele documenten op de glasplaat plaatsen 1 Open de scannerklep en plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Sluit de scannerklep.
Afdrukken Tips voor afdrukken • • • • • Gebruikt het juiste papier voor uw afdruktaak. Selecteer een hogere afdrukkwaliteit voor betere afdrukken. Controleer of de inktcartridges voldoende inkt bevatten Verwijder elk vel zodra het is afgedrukt als u foto's afdrukt of speciaal papier gebruikt. Selecteer de instelling voor afdrukken zonder rand bij het afdrukken van foto's. Standaarddocumenten afdrukken Documenten afdrukken Voor Windows-gebruikers 1 Open een document en klik op Bestand > Afdrukken.
Afgedrukte exemplaren sorteren Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om elk exemplaar als een set (gesorteerd) af te drukken of de exemplaren af te drukken als groepen van dezelfde pagina's (niet gesorteerd). Gesorteerd Niet gesorteerd Opmerkingen: • De optie Sorteren is alleen beschikbaar als u meerdere exemplaren afdrukt. • Verwijder de afzonderlijke foto's zodra ze uit de printer komen en laat de foto's drogen voordat u ze op elkaar legt.
3 Selecteer een paginavolgorde in het gedeelte Exemplaren op het tabblad Printerinstelling: • Selecteer Laatste pagina eerst afdrukken om de laatste pagina als eerste af te drukken. • Schakel het selectievakje Laatste pagina eerst afdrukken uit als u de eerste pagina als eerste wilt afdrukken. Opmerking: Als dubbelzijdig afdrukken is ingeschakeld, kunt u de laatste pagina niet als eerste afdrukken. Als u de afdrukvolgorde wilt wijzigen, moet u eerst dubbelzijdig afdrukken uitschakelen.
5 Kies uw printer in de printerlijst of het voorgrondmenu met printers. 6 Selecteer Lay-out in het voorgrondmenu met afdrukopties. 7 Geef in het voorgrondmenu Pagina's per vel het aantal pagina's op dat op één vel papier moet worden afgedrukt. 8 Pas de overige instellingen indien nodig aan. 9 Klik op Druk af.
Speciale documenten afdrukken Enveloppen afdrukken Voor Windows-gebruikers 1 Open een document en klik op Bestand > Afdrukken. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 3 Ga naar: Tabblad Printerinstelling > lijst Papiersoort > selecteer Normaal papier 4 Ga naar: Lijst Papierformaat > selecteer het envelopformaat Stel een aangepast envelopformaat in als er geen passend envelopformaat is. 5 Selecteer een afdrukstand bij Richting.
3 Ga naar: Tabblad Printerinstelling > lijst Papiersoort > selecteer de papiersoort 4 Ga naar: Lijst Papierformaat > selecteer het papierformaat Stel een aangepast papierformaat in als er geen passend papierformaat is. 5 Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten. 6 Klik op OK of Afdrukken. Voor Macintosh-gebruikers 1 Open het gewenste bestand en klik op Archief > Pagina-instelling. 2 Selecteer de printer in het voorgrondmenu Stel in voor.
5 Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten. 6 Klik op OK of Afdrukken. Voor Macintosh-gebruikers 1 Open het gewenste bestand en klik op Archief > Pagina-instelling. 2 Selecteer de printer in het voorgrondmenu Stel in voor. 3 Kies Beheer aangepaste formaten in het voorgrondmenu Papierformaat. 4 Pas de instellingen naar wens aan om een aangepast formaat te maken en klik op OK.
Werken met foto's Geheugenkaart of flashstation gebruiken met de printer Geheugenkaarten en flashstations zijn opslagapparaten die regelmatig worden gebruikt met camera's en computers. U kunt de geheugenkaart uit de camera of het flashstation uit de computer verwijderen en rechtstreeks in de printer plaatsen. 1 Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf of flashstation in de USB-poort.
Opmerkingen: • Als de printer het opslagapparaat niet herkent, verwijdert u het apparaat en plaatst u het weer terug in de printer. • Als een flashstation of een digitale camera ingesteld op massaopslag in de USB-poort wordt geplaatst terwijl een geheugenkaart in de kaartsleuf is geplaatst, wordt een bericht weergegeven op de display dat u moet kiezen welk opslagapparaat u wilt gebruiken.
7 U kunt als volgt de afdrukinstellingen aanpassen: a Druk nogmaals op . b Gebruik de pijltoetsen om uw instellingen op te geven. c Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Doorgaan nadat u de instellingen hebt aangepast en druk op . 8 Druk op Kleur/Zwart om een kleuren- of zwart-witfax te selecteren. Als u afdrukt in kleur of alleen met zwart, gaat het lampje bij uw keuze branden. 9 Druk op .
11 Druk op Kleur/Zwart-wit om in kleur of zwart-wit af te drukken. Als u afdrukt in kleur of alleen met zwart, gaat het lampje bij uw keuze branden. 12 Druk op . Opmerking: voor de beste resultaten laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt. Foto's op een opslagapparaat afdrukken met de printersoftware 1 Plaats fotopapier in de printer. 2 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 3 Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer.
Foto's afdrukken vanaf een digitale PictBridge-camera PictBridge is een technologie die wordt gebruikt in de meeste digitale camera's. Hiermee kunt u rechtstreeks vanaf de digitale camera afdrukken zonder dat u een computer nodig hebt. 1 Sluit één uiteinde van de USB-kabel aan op de camera. Opmerking: gebruik alleen de USB-kabel die bij de camera is geleverd. 2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de PictBridge-poort op de voorkant van de printer.
4 Als u de standaardafdrukinstellingen wilt wijzigen: a Druk op om het menu PictBridge te openen. b Druk op de pijltoetsen om het papierformaat, de papiersoort, het fotoformaat en de indeling te selecteren elke keer nadat u een keuze hebt gemaakt. voor de foto's die u wilt afdrukken. Druk op Opmerking: de printer gebruikt de standaardafdrukinstellingen tenzij u de afdrukinstellingen wijzigt met de camera. 5 Raadpleeg de documentatie bij de camera als u wilt afdrukken.
11 Druk op Kleur/Zwart-wit om een kleuren- of zwart-witfax te selecteren. Als u afdrukt in kleur of alleen met zwart, gaat het lampje bij uw keuze branden. 12 Druk op om de foto's af te drukken. Opmerking: voor de beste resultaten laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
3 Ga naar: Tabblad Geavanceerd > gedeelte Dubbelzijdig afdrukken > selecteer Aan Opmerking: selecteer Printerinstellingen gebruiken om de instellingen te gebruiken die zijn opgegeven op de printer. 4 Selecteer de optie Omslaan naar zijkant of Omslaan naar bovenkant. Doorgaans wordt de instelling Omslaan naar zijkant gebruikt. 5 Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten. 6 Klik op OK of Afdrukken.
• Voor Inbinden aan korte zijde worden pagina's ingebonden langs de korte zijde van de pagina (bovenrand voor staand, linkerrand voor liggend). Staand Liggend 10 Klik op Bestand. Droogtijd voor dubbelzijdig afdrukken instellen Printersoftware gebruiken Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK.
5 Draai het papier om en plaats het terug in de printer en volg hierbij de aanwijzingen op het instructievel om de afdruktaak te voltooien. Als u weer op één zijde van het papier wilt afdrukken, gaat u naar: Tabblad Geavanceerd > gedeelte Dubbelzijdig afdrukken > selecteer Uit Voor Macintosh-gebruikers 1 Open het gewenste bestand en klik op Archief > Pagina-instelling. 2 Stel in het dialoogvenster Pagina-instelling de printer, het papierformaat en de afdrukstand in. 3 Klik op OK.
11 Selecteer in het voorgrondmenu Afdrukken of Pagina's voor afdrukken de optie voor het afdrukken van even pagina's. 12 Klik op Druk af. Afdruktaken beheren Stel de printer in als standaardprinter De printer moet automatisch worden geselecteerd in het dialoogvenster Afdrukken wanneer u een afdruktaak verzendt. Als u de printer handmatig moet selecteren, is het niet de standaardprinter. De standaardprinter instellen: Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren.
4 Klik met de rechtermuisknop op de printer en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken. 5 Selecteer Snel afdrukken als afdrukmodus. Voor Macintosh-gebruikers 1 Open een document en klik op Archief > Druk af. 2 Selecteer de printer in het voorgrondmenu Printer. 3 Kies in het voorgrondmenu met afdrukopties de optie Afdrukinstellingen of Kwaliteit & media, afhankelijk van uw besturingssysteem. 4 Selecteer in het menu Afdrukkwaliteit de afdrukmodus Concept of Snel afdrukken.
5 Onderbreek de afdruktaak: • Als u een bepaalde afdruktaak wilt onderbreken, klikt u met de rechtermuisknop op de documentnaam en klikt u op Pauze. • Als u alle afdruktaken in de wachtrij wilt onderbreken, klikt u op Printer en schakelt u de optie Afdrukken onderbreken. Voor Macintosh-gebruikers 1 Klik op het printerpictogram in het Dock. Het wachtrijvenster wordt weergegeven.
Afdruktaken annuleren Druk op om een afdruktaak te annuleren vanaf het bedieningspaneel van de printer. U annuleert als volgt een afdruktaak vanaf de computer: Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend. 4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Openen of Afdruktaken weergeven.
Kopiëren Automatische documentinvoer (ADI) Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Opmerking: De ADI is alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).
Foto's kopiëren 1 Plaats fotopapier in de printer. 2 Plaats de foto met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Foto opnieuw afdrukken. 5 Blader met de pijl naar links of rechts naar het gewenste fotoformaat. 6 Druk op . Opmerking: voor de beste resultaten laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Opmerkingen: • Als u Aangepast % selecteert, drukt u op en vervolgens pijl naar links of rechts om het gewenste aangepaste percentage selecteren. Druk op om de instelling op te slaan. • Als u Zonder rand selecteert, verkleint of vergroot de printer het document of de foto om een kopie zonder rand af te drukken op het papierformaat dat u hebt geselecteerd.
Exemplaren sorteren met het bedieningspaneel van de printer Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om elk exemplaar als een set (gesorteerd) af te drukken of de exemplaren af te drukken als groepen van dezelfde pagina's (niet gesorteerd). Gesorteerd Niet gesorteerd 1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
Meerdere pagina's kopiëren op één vel Met de instelling Pagina's per vel kunt u meerdere pagina's kopiëren op één vel door kleinere afbeeldingen van elke pagina af te drukken. U kunt bijvoorbeeld een document met twintig pagina's verkleinen tot vijf pagina's als u deze instelling gebruikt om vier paginabeelden per vel af te drukken. 1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
Handmatig dubbelzijdige kopieën maken 1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 4 Druk op de pijl naar links of rechts om het aantal exemplaren te selecteren en druk op Kleur/Zwart-wit om een kleuren- of zwart-witkopie in te stellen. Als u afdrukt in kleur of alleen met zwart, gaat het lampje bij uw keuze branden.
Scannen Automatische documentinvoer (ADI) Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Opmerking: De ADI is alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).
Opmerkingen: • Als de printer alleen is aangesloten op een lokale computer, wordt automatisch een lijst met scantoepassingen gedownload. • U moet wellicht een pincode opgeven als dit vereist is voor de computer. Voer de pincode in met de pijltoetsen. Druk op nadat u een cijfer hebt ingevoerd. • Raadpleeg de Help van de printersoftware voor uw besturingssysteem als u een computernaam en een pincode wilt toewijzen aan de computer.
Printerstartpagina > selecteer de printer > Foto • Als u één foto wilt scannen of meerdere foto's wilt scannen als één afbeelding, selecteert u Eén foto. • Als u meerdere foto's tegelijk wilt scannen en ze wilt opslaan als aparte afbeeldingen, selecteert u Opsplitsen in afzonderlijke foto's. Opmerking: als u meerdere foto's tegelijk wilt scannen en wilt opslaan als afzonderlijke afbeeldingen, moet u ten minste een halve centimeter ruimte tussen de foto's laten.
4 Ga naar: Printerstartpagina > selecteer de printer > Document De scan wordt gestart en het voortgangsvenster voor scannen wordt weergegeven. 5 Wanneer de scan is voltooid, slaat u het document op in een tekstverwerkingstoepassing. 6 Open het document in de geselecteerde toepassing om het te bewerken. Voor Macintosh-gebruikers 1 Plaats het originele document in de printer. 2 Dubbelklik in de Finder op de map met printerprogramma's. 3 Dubbelklik op Afdrukbeheer om het Takencentrum te openen.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Plaats het originele document in de printer. 2 Dubbelklik in de Finder op de map met printerprogramma's. 3 Dubbelklik op Afdrukbeheer om het Takencentrum te openen. 4 Selecteer een documenttype in het gedeelte 'Wat wordt gescand?' van Takencentrum. 5 Kies Voor weergeven op een monitor/webpagina in het menu 'Waarvoor wordt gescand beeld gebruikt?'. 6 Selecteer een toepassing in het menu Stuur gescand beeld naar. 7 Klik op Scannen.
Veelgestelde vragen over scannen Hoe kan ik de kwaliteit van een scan verbeteren? • Zorg ervoor dat de originele documenten van goede kwaliteit zijn. • Controleer of gebruikte toepassing geschikt is voor het ontvangen van gescande documenten. Als u bijvoorbeeld een foto scant om deze te bewerken, moet u ervoor zorgen dat u een fotobewerkingsprogramma selecteert voor het ontvangen van de scan. Als u een document scant om de tekst te bewerken, moet u een OCR-toepassing selecteren.
Netwerk Printer installeren op een draadloos netwerk Compatibiliteit met draadloze netwerken De printer kan een IEEE 802.11b, IEEE 802.11g of IEEE 802.11n draadloze afdrukserver bevatten. De printer is compatibel met IEEE 802.11 b/g/n-routers die voldoen aan de Wi-Fi-norm. Opmerking: Als de printer een draadloze IEEE 802.
Voor een geldig WPA-wachtwoord geldt het volgende: • Exact 64 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9. of • 8 tot 63 ASCII-tekens. ASCII-tekens zijn letters, cijfers, interpunctietekens en symbolen die op het toetsenbord worden weergegeven. ASCII-tekens in een WPA-wachtwoord zijn hoofdlettergevoelig. Alle apparaten op het draadloze netwerk moeten hetzelfde WPA-wachtwoord gebruiken.
Als uw netwerk niet is beveiligd, hebt u geen beveiligingssleutel. Opmerking: Als u de SSID van het netwerk waarop de computer is aangesloten niet weet, start u het hulpprogramma voor de draadloze netwerkadapter van de computer en zoekt u de netwerknaam op. Raadpleeg de documentatie bij het toegangspunt of neem contact op met uw systeembeheerder als u de SSID of de beveiligingsinformatie van uw netwerk niet kunt vinden.
3 Volg de aanwijzingen op het scherm om een geconfigureerde printer te installeren op een nieuwe computer. Voor Macintosh-gebruikers 1 Sluit alle geopende toepassingen. 2 Download het nieuwste installatiebestand van de website van de printer. 3 Start de printersoftware en volg de aanwijzingen op het scherm. Uitleg van de kleuren van de Wi-Fi-aanduiding De kleuren van de Wi-Fi-aanduiding geven de netwerkstatus van de printer aan.
3 Ga nu verder met de aanwijzingen op het computerscherm. Selecteer uw netwerk in de lijst met draadloze netwerken die wordt weergegeven en klik op Doorgaan. Als uw draadloze netwerk niet wordt weergegeven in de lijst: a Maak verbinding met een ander draadloos netwerk. Voor Windows-gebruikers Klik op Netwerk niet in lijst. Voor Macintosh-gebruikers Selecteer Ander draadloos netwerk en de lijst en klik op Ga door. b Voer de gegevens van uw draadloze netwerk in.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Blader in de Finder naar: Programma's > selecteer de printermap 2 Dubbelklik op Assistent voor draadloze configuratie. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm.
WEP-sleutels moeten de volgende kenmerken hebben: • Exact 5 of 13 ASCII-tekens. ASCII-tekens zijn letters, cijfers en symbolen die op het toetsenbord worden weergegeven. of • Exact 10 of 26 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9. d Schrijf het wachtwoord van uw draadloze netwerk op. Noteer de gegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. Windows Vista schakelt het ad-hocnetwerk in.
11 Als Netwerkverificatie wordt weergegeven in de lijst, selecteert u Openen. 12 Selecteer WEP in de lijst Gegevenscodering. 13 Schakel zo nodig het selectievakje De sleutel wordt mij automatisch aangeleverd uit. 14 Geef een WEP-sleutel op in het vak Netwerksleutel. 15 Noteer de WEP-sleutel zodat u deze bij de hand hebt tijdens het uitvoeren van de draadloze configuratie. Noteer de gegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters.
3 Geef een naam op voor het ad-hocnetwerk en klik op OK. Opmerking: bewaar de netwerknaam en het wachtwoord op een veilige plaats, zodat u deze in de toekomst weer kunt gebruiken. Printer toevoegen aan een bestaand, draadloos ad-hocnetwerk Opmerking: De printer kan niet met meerdere draadloze netwerken tegelijk communiceren. Als u de printer configureert voor een ad-hoc draadloos netwerk wordt deze van eventuele andere draadloze netwerken verwijderd.
Schakelen tussen een draadloze en USB-verbinding (alleen Windows) Afhankelijk van uw wensen kunt u de methode wijzigen waarmee u toegang krijgt tot de printer. In de volgende procedures wordt ervan uitgegaan dat u de printer hebt geconfigureerd voor één type verbinding en dat de printerstuurprogramma's zijn geïnstalleerd op de computer. Raadpleeg de onderwerpen over het oplossen van problemen met de specifieke verbinding als u problemen ondervindt tijdens de configuratie.
Overschakelen naar een lokale of USB-verbinding 1 Sluit het ene uiteinde van een USB-kabel aan op de USB-poort aan de achterkant van de printer. Sluit het andere uiteinde aan op een USB-poort op de computer. 2 Voeg de printer toe: Mac OS X 10.5 of hoger a Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Afdrukken en faxen b Klik op +. c Klik op de tab Standaard > selecteer de printer > Voeg toe. Mac OS X 10.4 en eerder a Selecteer in de Finder Hulpprogramma's.
b c d e Klik met de rechtermuisknop op de naam van de printer. f g h i Klik op OK. Klik op Eigenschappen of Printereigenschappen. Klik op Poorten > Poort toevoegen > Lokale poort > Nieuwe poort. Typ de UNC-naam voor de poort (Universal Naming Convention; uniforme naamgevingsregels). Deze bestaat uit de naam van de server en de naam van de printer die is opgegeven in stap 2 op pagina 73 De naam moet de volgende notatie hebben: \\server\printer. Klik op Sluiten in het dialoogvenster Printerpoorten.
Zoek naar de volgende aanduiding om na te gaan of uw toegangspunt geschikt is voor WPS: U vindt deze WPS-logo's aan de zijkant, achterkant of bovenkant van uw toegangspunt. Raadpleeg de documentatie bij het toegangspunt of neem contact op met de systeembeheerder voor meer informatie over de toegang tot de draadloze instellingen en het bepalen of uw toegangspunt geschikt is voor WPS. Waar kan ik mijn WEP-sleutel of WPA-wachtwoord vinden? • Neem contact op met de afdeling voor systeemondersteuning.
Waar kan ik de SSID vinden? • Controleer de instellingen van het toegangspunt (draadloze router). De meeste toegangspunten hebben een ingebouwde webserver die geopend kan worden met een webbrowser. • Controleer uw computer om te zien of er een programma is geïnstalleerd met uw draadloze netwerkadapter. Veel netwerkadapters leveren een programma waarmee u de draadloze instellingen van uw computer, waaronder de SSID, kunt weergeven.
Opmerkingen: – raadpleeg de documentatie van het toegangspunt of neem contact op met de systeembeheerder als u niet weet wat het IP-adres van het toegangspunt is. – Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen. 2 Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord voor het toegangspunt op wanneer daarom wordt gevraagd. Opmerking: De WEP-sleutel en het WPA-wachtwoord zijn niet hetzelfde als het wachtwoord voor het draadloze toegangspunt.
Scenario 2: Draadloos netwerk met toegang tot internet • Alle computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een draadloos toegangspunt of draadloze router. • Het draadloze toegangspunt verbindt het netwerk met internet via een DSL- of een kabelmodem. Scenario 3: Draadloos netwerk zonder toegang tot internet • Computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een draadloos toegangspunt. • Het netwerk heeft geen verbinding met internet.
Waarom heb ik een installatiekabel nodig? Als u de printer installeert op uw draadloze netwerk, moet u de printer tijdelijk aansluiten op een installatiecomputer met de installatiekabel. Deze tijdelijke aansluiting is nodig om de draadloze instellingen van de printer in te stellen. Hoe sluit ik een installatiekabel aan? De installatiekabel moet worden aangesloten op een USB-poort van de computer en op een vierkante aansluiting aan de achterkant van de printer.
In de ad-hocmodus communiceert een computer met een draadloze netwerkadapter rechtstreeks met een printer met een draadloze afdrukserver.
Hoe kan ik de signaalsterkte van het draadloze netwerk verbeteren? Een veelvoorkomende reden dat draadloze printers niet kunnen communiceren via een netwerk, is een draadloos signaal van slechte kwaliteit. Als het signaal te zwak is, te vervormd of wordt geblokkeerd door een object, kan het geen gegevens overdragen tussen het toegangspunt en de printer. Druk een netwerkconfiguratiepagina af om te controleren of de printer een krachtig signaal ontvangt van het toegangspunt.
DEEL HET NETWERK OPNIEUW IN ZODAT DE SIGNAALOPNAME WORDT VERMINDERD Zelfs als het draadloze signaal door een object kan worden verzonden, wordt het signaal een beetje zwakker. Als het signaal door te veel objecten heen wordt verzonden, kan het erg worden verzwakt. Alle objecten nemen een deel van het draadloze signaal op wanneer het door de objecten heen wordt verzonden en bepaalde objecten kunnen zoveel van het signaal opnemen dat er communicatieproblemen optreden.
Voor Macintosh-gebruikers met een AirPort-basisstation Mac OS X 10.5 of hoger 1 Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Netwerk > AirPort De SSID van het netwerk waarmee de computer is verbonden, wordt weergegeven in het menu Netwerknaam. 2 Noteer de SSID. Mac OS X 10.4 en eerder 1 Blader in de Finder naar: Programma's > Internetverbinding > AirPort De SSID van het netwerk waarmee de computer is verbonden, wordt weergegeven in het menu Netwerk. 2 Noteer de SSID.
Wat is een MAC-adres? Een MAC-adres (Media Access Control) is een 48-bits code die is gekoppeld aan hardware- of netwerkapparaten. Het MAC-adres wordt ook wel het fysieke adres genoemd omdat het gekoppeld is aan de hardware van een apparaat en niet aan de software. Het MAC-adres wordt weergegeven als hexadecimaal getal met de volgende indeling: 01-23-45-67-89-AB. U kunt het MAC-adres van een netwerkapparaat wijzigen, maar dit is niet gebruikelijk. MAC-adressen doorgaans beschouwd als permanente adressen.
Wat is een IP-adres? Een IP-adres is een uniek getal dat wordt gebruikt door apparaten op een IP-netwerk, zoals een draadloze printer, computer of een draadloos toegangspunt, om andere apparaten te zoeken en hiermee te communiceren. Apparaten op een IP-netwerk kunnen alleen met elkaar communiceren als ze een uniek en geldig IP-adres hebben. Een uniek IP-adres betekent dat apparaten op hetzelfde netwerk niet hetzelfde IP-adres mogen hebben.
Het IP-adres van de printer zoeken • Druk vanaf de printer een netwerkconfiguratiepagina af. Zoek naar Adres in het gedeelte TCP/IP. • Controleer de printerinstellingen. 1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar: > Netwerkconfiguratie > TCP/IP 2 Zoek naar IP-adres. Hoe worden IP-adressen toegewezen? Een IP-adres kan automatisch door het netwerk worden toegewezen met DHCP.
Printer onderhouden Inktcartridges onderhouden Als de printer is aangesloten op een stopcontact, kunt u naast de volgende printertaken ook elke week een automatische onderhoudscyclus uitvoeren. Hiervoor wordt de spaarstand tijdelijk uitgeschakeld of wordt de printer ingeschakeld als deze is uitgeschakeld. Inktvoorraden controleren Bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
3 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Onderhoud en druk op . 4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Printer uitlijnen en druk op . Er wordt een uitlijningspagina afgedrukt. Opmerking: Verwijder de uitlijningspagina pas uit de printer als deze volledig is afgedrukt. Printersoftware gebruiken Voor Windows-gebruikers 1 Plaats normaal papier in de printer. 2 Klik op of Start. 3 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst.
3 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Printerkop reinigen en druk op . Er wordt een reinigingspagina afgedrukt. Printersoftware gebruiken Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 3 Selecteer Printerstartpagina. 4 Selecteer uw printer in de keuzelijst met printers. 5 Klik op Cartridges reinigen op het tabblad Onderhoud.
Glasplaat reinigen 1 Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water. 2 Veeg de glasplaat voorzichtig schoon. Opmerking: controleer of alle inkt of correctievloeistof op een document droog is voordat u het document op de glasplaat plaatst.
Problemen oplossen Voor u problemen gaat oplossen Gebruik deze controlelijst om de meeste printerproblemen op te lossen: • Controleer of het netsnoer is aangesloten op de printer en een werkend stopcontact. • Controleer of de printer niet is aangesloten op een overspanningsbeveiliging, UPS-systeem of verlengsnoer. • Controleer of de printer is ingeschakeld. • Controleer of de printer stevig is aangesloten op de hostcomputer, afdrukserver of een ander netwerktoegangspunt.
Installatieproblemen oplossen • • • • • • • • “Onjuiste taal wordt weergegeven op de display” op pagina 92 “Printerkopfouten” op pagina 92 “Software is niet geïnstalleerd” op pagina 95 “Afdruktaak wordt niet afgedrukt of er ontbreken pagina's” op pagina 95 “Printer drukt lege pagina's af” op pagina 96 “Printer is bezet of reageert niet” op pagina 97 “Kan geen documenten verwijderen uit de printerwachtrij” op pagina 97 “Kan niet afdrukken via USB” op pagina 97 Onjuiste taal wordt weergegeven op de display
VERWIJDER DE PRINTERKOP EN PLAATS DE PRINTERKOP TERUG IN DE PRINTER 1 Open de printer en til het deksel op. 2 Verwijder de printerkop. Let op—Kans op beschadiging: Raak de inktfilters of de spuitopeningen van de printerkop niet aan. 3 Veeg de contactpunten schoon met een schone, pluisvrije doek.
• Op de houder van de printerkop Let op—Kans op beschadiging: Raak de inktfilters of de spuitopeningen van de printerkop niet aan. 4 Plaats de printerkop terug in de printer en sluit de klem tot deze vastklikt. 5 Sluit de printer. Opmerking: als het probleem niet is opgelost nadat u de printerkop hebt verwijderd en teruggeplaatst, neemt u contact op met de klantenondersteuning.
Software is niet geïnstalleerd Als u problemen hebt ondervonden tijdens de installatie of als de printer wordt niet weergegeven in de map Printers of als printeroptie bij het verzenden van een afdruktaak, kunt u de software verwijderen en opnieuw installeren.
CONTROLEER OF DE AFDRUKTAAK NIET IS ONDERBROKEN CONTROLEER OF DE PRINTER IS INGESTELD ALS DE STANDAARDPRINTER MAAK DE NETVOEDING VAN DE PRINTER LOS EN SLUIT DEZE WEER AAN 1 Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact. 2 Trek de stekker van het netsnoer voorzichtig uit de printer en sluit de stekker weer aan. 3 Sluit het netsnoer aan op het stopcontact en schakel de printer in.
Opmerkingen: • Verwijder de uitlijningspagina pas uit de printer als deze volledig is afgedrukt. • Voer geen diepe reinigingen achter elkaar uit. • Neem contact op met de klantenondersteuning als het probleem blijft bestaan na diepe reiniging.
3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer. De USB-poort is aangegeven met een USB-symbool. Opmerking: Als de problemen zich blijven voordoen, probeert u een andere USB-poort van de computer. Mogelijk hebt u de kabel aangesloten op een defecte poort. CONTROLEER OF DE USB-POORT IS INGESCHAKELD IN WINDOWS 1 Klik op of op Start en klik op Uitvoeren. 2 Typ devmgmt.msc in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK.
3 Pak het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat u het papier niet scheurt wanneer u het verwijdert. 4 Druk op om de printer weer aan te zetten. Er is papier vastgelopen in de papiersteun Opmerking: De onderdelen in de printer zijn kwetsbaar. Zorg dat u deze onderdelen niet onnodig aanraakt als u vastgelopen papier verwijdert. 1 Druk op om de printer uit te zetten. 2 Pak het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer.
2 Pak het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat u het papier niet scheurt wanneer u het verwijdert. 3 Plaats de duplexeenheid terug in de printer. 4 Raak GEREED aan of druk op , afhankelijk van het printermodel. 5 Ga verder met de afdruktaak op de computer.
PAS DE PAPIERGELEIDERS AAN HET GEPLAATSTE PAPIER AAN Problemen met afdrukken oplossen • • • • “Slechte kwaliteit aan de randen van het papier” op pagina 101 “Strepen of lijnen op afgedrukte afbeelding” op pagina 102 “Lage afdruksnelheid” op pagina 102 “Computer wordt trager tijdens het afdrukken” op pagina 103 Slechte kwaliteit aan de randen van het papier Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CON
Als u de printer, het papierformaat en de afdrukstand al hebt opgegeven in stap 1, moet u de printer mogelijk opnieuw selecteren in het voorgrondmenu Printer voordat u verdergaat met stap 3. Als dit niet het geval is, moet u ze instellen. a Kies uw printer in de printerlijst of het voorgrondmenu met printers. b Kies in het voorgrondmenu Papierformaat een formaat met een naam waar (Zonder randen) in voorkomt. Als u bijvoorbeeld een 4 x 6-fotokaart plaatst, kiest u US 4 x 6 inch (zonder rand).
VOEG GEHEUGEN TOE Ga na of u het RAM-geheugen van de computer moet uitbreiden. SELECTEER EEN LAGERE AFDRUKKWALITEIT IN DE PRINTERSOFTWARE SELECTEER HANDMATIG EEN PAPIERSOORT DIE OVEREENKOMT MET HET PAPIER DAT U GEBRUIKT VERWIJDER DE PRINTERSOFTWARE EN INSTALLEER DEZE OPNIEUW Computer wordt trager tijdens het afdrukken Dit zijn mogelijke oplossingen.
Scannereenheid sluit niet 1 Til de scannereenheid op. 2 Verwijder eventuele obstakels die de scannereenheid blokkeren. 3 Laat de scannereenheid zakken.
Scan is mislukt Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER DE USB-AANSLUITING 1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd. Als de kabel is beschadigd, moet u een nieuwe aanschaffen. 2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer. 3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer.
Controlelijst voor problemen met geheugenkaarten oplossen Voordat u problemen gaat oplossen, moet u de volgende controlelijst gebruiken om de meeste geheugenkaartproblemen op te lossen: • Controleer of de geheugenkaart die u gebruikt, geschikt is voor de printer. • Controleer of de geheugenkaart niet is beschadigd. • Controleer of de geheugenkaart ondersteunde bestandstypen bevat.
3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer. De USB-poort is aangegeven met een USB-symbool. Opmerking: Als de problemen zich blijven voordoen, probeert u een andere USB-poort van de computer. Mogelijk hebt u de kabel aangesloten op een defecte poort. CONTROLEER DE NETWERKVERBINDING Als de printer en de computer via een netwerk met elkaar verbonden zijn, controleert u of communicatie mogelijk is tussen de juiste host en het juiste apparaat.
Controlelijst voor problemen met draadloze netwerken oplossen Controleer het volgende voordat u begint met problemen met draadloze netwerken oplossen: • De printer, computer en het draadloze toegangspunt zijn aangesloten en ingeschakeld. • Het draadloze netwerk werkt correct. Probeer toegang te krijgen tot andere computers op uw draadloze netwerk. Probeer verbinding te maken met internet via de draadloze verbinding als uw netwerk een internetverbinding heeft. • Uw SSID is juist.
Kan niet afdrukken met draadloze netwerkprinter Als u problemen hebt ondervonden tijdens de installatie of wanneer de printer wordt niet weergegeven in de map Printers of als printeroptie bij het verzenden van een afdruktaak, kunt u de software verwijderen en opnieuw installeren.
VERPLAATS HET TOEGANGSPUNT ZODAT HET ZICH NIET IN DE BUURT VAN ANDERE ELEKTRONISCHE APPARATEN BEVINDT Er kan een tijdelijke storing worden veroorzaakt door andere elektronische apparatuur, zoals magnetrons of andere apparaten, draadloze telefoons, babyfoons en camera's van beveiligingssystemen. Controleer of het toegangspunt niet te dicht bij deze apparaten is geplaatst.
4 Typ ipconfig en druk op Enter. Controleer als volgt het gedeelte Draadloze netwerkverbinding: • Het item 'Default Gateway' geeft gewoonlijk het toegangspunt aan. • Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 192.168.2.134. b c d e Typ de gebruikersnaam en het wachtwoord voor het toegangspunt als u hierom wordt gevraagd. Klik op OK. Zoek in het gedeelte met de draadloze instellingen naar SSID. Noteer de SSID.
3 Zoek in het gedeelte met de draadloze instellingen naar SSID. 4 Noteer de SSID, het beveiligingstype en de WEP-sleutel/het WPA-wachtwoord (indien weergegeven). Opmerkingen: • noteer de netwerkgegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. • Bewaar de SSID en de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord op een veilige plaats, zodat u deze in de toekomst weer kunt gebruiken.
SLUIT DE NETVOEDING OPNIEUW AAN 1 Schakel de printer uit. 2 Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Maak de netvoeding los van de achterkant van de printer en sluit de netvoeding weer aan. 4 Steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact. 5 Schakel de printer in en hervat de installatie op de computer. VOER HET INSTALLATIEPROGRAMMA OPNIEUW UIT 1 Sluit het installatieprogramma. 2 Verwijder de cd uit de computer en start de computer opnieuw op.
• Schakel de firewall tijdelijk uit en installeer de draadloze printer op uw computer. Schakel de firewall weer in wanneer de draadloze installatie is voltooid. Wi-Fi-aanduiding brandt niet CONTROLEER DE STROOMVOORZIENING Als de Wi-Fi-aanduiding niet brandt, controleert u of het lampje u het volgende: brandt. Als het lampje niet brandt, controleert • Controleer of de printer is aangesloten en ingeschakeld. • Controleer of de printer is aangesloten op een werkend stopcontact.
5 Selecteer Printer online gebruiken in het menu. 6 Sluit het venster Printers of Printers en faxapparaten en probeer opnieuw af te drukken. SELECTEER DE DRAADLOZE POORT Als u de printer eerder als lokaal aangesloten printer hebt geconfigureerd, moet u wellicht de draadloze printer selecteren om de printer draadloos te gebruiken. 1 Klik op , of klik op Start en Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend.
CONTROLEER DE BEVEILIGINGSSLEUTELS Als u WEP-beveiliging gebruikt Voor een geldige WEP-sleutel geldt het volgende: • Exact 10 of 26 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9. of • Exact 5 of 13 ASCII-tekens. ASCII-tekens zijn letters, cijfers en symbolen die op het toetsenbord worden weergegeven. Als u WPA-beveiliging gebruikt Voor een geldig WPA-wachtwoord geldt het volgende: • 8 tot 63 ASCII-tekens. ASCII-tekens in een WPA-wachtwoord zijn hoofdlettergevoelig.
VERPLAATS HET TOEGANGSPUNT OM STORING TE BEPERKEN Er kan een tijdelijke storing worden veroorzaakt door andere apparatuur zoals magnetrons of andere apparaten, draadloze telefoons, babyfoons en camera's van beveiligingssystemen. Controleer of het toegangspunt niet te dicht bij deze apparaten is geplaatst. PLAATS DE COMPUTER EN/OF PRINTER DICHTER BIJ HET TOEGANGSPUNT De mogelijke afstand tussen apparaten in 802.11b- of 802.11g-netwerken is 90 meter.
d Typ ipconfig en druk op Enter. • Het 'Default Gateway' toegangspunt geeft gewoonlijk het toegangspunt aan. • Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 192.168.2.134. 2 Ping het toegangspunt: a Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren. b Typ cmd in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren. c Druk op Enter of klik op OK. d Typ ping gevolgd door een spatie en het IP-adres van het toegangspunt. Bijvoorbeeld: ping 192.168.1.100 e Druk op Enter.
3 Ping het toegangspunt: a Blader in de Finder naar: Hulpprogramma's > Netwerkhulpprogramma > tabblad Ping b Geef het IP-adres van het toegangspunt op in het veld voor het netwerkadres. Bijvoorbeeld: 10.168.1.101 c Klik op Ping. 4 Als het toegangspunt reageert, worden er meerdere regels weergegeven met het aantal bytes dat wordt ontvangen van het toegangspunt. Dit geeft aan dat de computer is verbonden met het toegangspunt. Als het toegangspunt niet reageert, wordt niets weergegeven.
4 Klik op Ping. 5 Als de printer reageert, worden er meerdere regels weergegeven met het aantal bytes dat wordt ontvangen van de printer. Dit geeft aan dat de computer communiceert met de printer. Als de printer niet reageert, wordt er niets weergegeven. • De computer is wellicht niet verbonden met het netwerk. U kunt netwerkcontrole gebruiken om het probleem op te lossen. • U moet mogelijk de instellingen voor de printer wijzigen. Voer de Assistent voor draadloze configuratie opnieuw uit.
Draadloze afdrukserver is niet geïnstalleerd. Er kan een bericht worden weergegeven tijdens de installatie waarin wordt aangegeven dat er geen draadloze afdrukserver is geïnstalleerd voor de printer. Als u er zeker van bent dat de printer draadloos kan afdrukken kunt u het volgende proberen: CONTROLEER DE STROOMVOORZIENING Controleer of het lampje brandt.
Het IP-adres van de printer zoeken • Druk vanaf de printer een netwerkconfiguratiepagina af. Zoek naar Adres in het gedeelte TCP/IP. • Controleer de printerinstellingen. 1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar: > Netwerkconfiguratie > TCP/IP 2 Zoek naar IP-adres. Ga als volgt te werk als aan de printer en/of laptop geen IP-adres is toegewezen, of als een van de apparaten het IP-adres 169.254.x.
CONTROLEER OF BIDIRECTIONELE COMMUNICATIE IS INGESCHAKELD Opmerking: deze oplossing is alleen van toepassing op Windows-gebruikers. 1 Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. 4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Eigenschappen of Printereigenschappen in het menu. 5 Klik op de tab Poorten. 6 Schakel zo nodig het selectievakje naast Bidirectionele ondersteuning inschakelen in.
SCHAKEL HET TOEGANGSPUNT (DRAADLOZE ROUTER) UIT EN WEER IN Wacht een minuut tot de printer en computer de verbinding hebben hersteld. Hierdoor kunnen soms netwerkverbindingen worden vernieuwd en verbindingsproblemen worden verholpen. ZORG ERVOOR DAT HET NETWERK NIET OVERBELAST IS Als een draadloos netwerk overbelast is, kunnen de computer en printer mogelijk niet met elkaar communiceren.
WIJS STATISCHE IP-ADRESSEN TOE AAN ALLE APPARATEN OP HET NETWERK De meeste draadloze netwerken gebruiken een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol; dynamisch protocol voor hostconfiguratie) in de draadloze router om IP-adressen toe te wijzen aan clients op het draadloze netwerk. DHCP-adressen worden toegewezen wanneer dit nodig is, bijvoorbeeld als een nieuw apparaat wordt toegevoegd aan het netwerk of als een apparaat wordt ingeschakeld.
SCHAF EEN NIEUWE ROUTER AAN Als uw router een aantal jaren oud is, is deze mogelijk niet volledig compatibel met de nieuwere draadloze apparaten op uw netwerk. Het is wellicht verstandig een nieuwe router aan te schaffen die volledig compatibel is met de 802.11 IEEE-specificaties.
Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Dell P513w Apparaattype: 4443 Model(len): 7dw, 3dw Uitgavebericht Augustus 2010 Deze publicatie kan technische onjuistheden of typografische fouten bevatten. De informatie in deze publicatie wordt regelmatig herzien, wijzigingen zullen in latere uitgaven worden opgenomen. De producten of programma's die worden beschreven, kunnen te allen tijde worden verbeterd of gewijzigd.
Gemiddelde geluidsdruk in dBA op 1 meter afstand Kopiëren 40 dBA Gereed Niet hoorbaar Temperatuurgegevens: Omgevingstemperatuur 15-32 °C Temperatuur voor vervoer -40-60 °C Temperatuur voor opslag 1-60 °C Verwijdering van het product Gooi de printer of onderdelen niet weg met het huishoudelijke afval. Neem contact op met uw gemeente voor mogelijkheden voor afvoer en recycling. Kennisgeving voor batterijen Dit product bevat materiaal met perchloraat.
Spaarstand Dit product werd ontworpen met een energiebesparende modus, namelijk de Spaarstand. De spaarstandmodus is het equivalent van de slaapmodus. De spaarstand bespaart energie door het energieverbruik te verlagen tijdens periodes waarin de printer langdurig niet wordt gebruikt. De spaarstand wordt automatisch ingeschakeld als het product niet wordt gebruikt tijdens een opgegeven tijdsduur, die de time-out voor de spaarstand wordt genoemd.
Kennisgeving voor gebruikers in de Europese Unie Producten met de CE-markering voldoen aan de veiligheidseisen die zijn omschreven in de Europese richtlijnen 2004/108/EG, 2006/95/EG en 1999/5/EG aangaande het harmoniseren van de wetten van de Lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit en veiligheid van elektrische apparatuur die is ontworpen voor gebruik binnen een bepaald spanningsbereik en in combinatie met radioapparatuur en apparatuur voor een telecommunicatiestation.
To prevent radio interference to the licensed service, this device is intended to be operated indoors and away from windows to provide maximum shielding. Equipment (or its transmit antenna) that is installed outdoors is subject to licensing. The installer of this radio equipment must ensure that the antenna is located or pointed such that it does not emit RF fields in excess of Health Canada limits for the general population; consult Safety Code 6, obtainable from Health Canada's Web site www.hc-sc.gc.
De CE-markering geeft aan dat het product aan deze richtlijnen voldoet. De fabrikant van dit product is: Lexmark International, Inc., 740 West New Circle Road, Lexington, KY, 40550 USA. De gemachtigde vertegenwoordiger is: Lexmark International Technology Hungária Kft., 8 Lechner Ödön fasor, Millennium Tower III, 1095 Budapest HONGARIJE, Een verklaring van conformiteit met de vereisten van de richtlijnen kan worden opgevraagd bij de gemachtigde vertegenwoordiger.
Español Por medio de la presente, Lexmark International, Inc. declara que este producto cumple con los requisitos esenciales y cualesquiera otras disposiciones aplicables o exigibles de la Directiva 1999/5/CE. Eesti Käesolevaga kinnitab Lexmark International, Inc., et seade see toode vastab direktiivi 1999/5/EÜ põhinõuetele ja nimetatud direktiivist tulenevatele muudele asjakohastele sätetele. Suomi Lexmark International, Inc.
Index A aangepast papierformaat afdrukken op 35 ad-hoc SSID 68 WEP 68 ad-hocnetwerk 79 ad-hocnetwerk, draadloos maken met Macintosh 68 maken met Windows 68 toevoegen, printer 71 afbeelding herhalen 54 afbeelding verkleinen 52 afdrukken aangepast papierformaat 35 documenten 30 documenten van een geheugenkaart of flashstation 33 dubbelzijdig 43, 45 enveloppen 34 etiketten 34 foto's met bedieningspaneel van de printer 38 foto's met het controlevel 42 foto's vanaf digitale camera met DPOF 43 foto's vanaf opslag
draadloos ad-hocnetwerk instellen met Macintosh 68 draadloos ad-hocnetwerk instellen met Windows 68 gegevens vereist voor het instellen van draadloos afdrukken 64 printer toevoegen aan een bestaand ad-hocnetwerk 71 problemen oplossen 108 signaalsterkte 80 SSID 75 storing 81 typen draadloze netwerken 79 draadloos netwerk, compatibiliteit 63 draadloos signaal sterkte 80 draadloos signaal, opname 81 draadloos, problemen oplossen foto's worden niet afgedrukt van een geheugenkaart via een draadloos netwerk 107 p
hervatten afdruktaak 49 I indexkaarten 27 informatie zoeken 7 infrastructuurnetwerk 79 inkt besparen 6 inktcartridges bestellen 11 vervangen 11 inktvoorraad controleren 87 installatie kabel 79 installatieproblemen oplossen kan niet afdrukken via USB 97 onjuiste taal wordt weergegeven op de display 92 pagina wordt niet afgedrukt 95 printer drukt lege pagina's af 96 printer reageert niet 97 printerkop, fout 92 software is niet geïnstalleerd 95 installeren netwerkprinter 86 installeren, optionele software 22
overschakelen van USB-verbinding naar draadloze verbinding 72 P pagina wordt niet afgedrukt 95 Pagina's per vel, exemplaren 55 papier besparen 6 papier en afdrukmateriaal bannerpapier 26 briefkaarten 27 enveloppen 27 extra zwaar, mat papier 26 fotokaarten 27 fotopapier/glossy papier 28 indexkaarten 27 normaal papier 26 opstrijktransfers 28 transparanten 28 papier is vastgelopen in de papiersteun 99 papier of speciaal papier wordt verkeerd ingevoerd 100 papier vastgelopen in de duplexeenheid 99 papier vastg
reinigen, spuitopeningen van printerkop 88 S scan is mislukt 105 scankwaliteit verbeteren 62 scannen bedieningspaneel van de printer gebruiken 57 documenten scannen om deze te bewerken 59 documenten voor e-mailen 60 foto's scannen om deze te bewerken 58 kwaliteit verbeteren 62 naar een computer 57 naar een flashstation 58 naar een geheugenkaart 58 PDF maken van een scan 61 PIN 62 tips 57 via een netwerk 57 zwart-wit 62 scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens het scannen 105 scannereenheid l
wijzigen time-out voor spaarstand 17 wijzigen, afdrukmodus 47 wijzigen, draadloze instellingen na de installatie (Mac) 67 wijzigen, draadloze instellingen na de installatie (Windows) 67 wijzigen, tijdelijke instellingen in standaardinstellingen 16 Windows-software Abbyy Sprint OCR 19 Adobe Photo Album Starter Edition 19 Dell Inktbeheersysteem 19 Fast Pics 19 Fax Solutions Software 19 Faxconfiguratieprogramma 19 Printerstartpagina 19 Service Center 19 Toolbar 19 Voorkeursinstellingen voor afdrukken 19 Wirele