Dell P713w Gebruikershandleiding Juni 2009 www.dell.com | support.dell.
Handelsmerken Informatie in dit document kan worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. Reproductie op welke manier dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is uitdrukkelijk verboden. Handelsmerken die worden gebruikt in deze tekst: Dell en het logo DELL zijn handelsmerken van Dell Inc.; Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie........................................................................7 Over de printer....................................................................................8 Bedankt dat u voor deze printer hebt gekozen..........................................................................................................8 Impact van uw printer op het milieu minimaliseren.................................................................................................
Afdrukken..........................................................................................34 Tips voor afdrukken............................................................................................................................................................34 Standaarddocumenten afdrukken................................................................................................................................34 Speciale documenten afdrukken...........................................
E-mailen..............................................................................................62 Printer instellen om e-mailberichten te verzenden................................................................................................62 Lijst met contactpersonen voor e-mail maken met het bedieningspaneel van de printer.....................63 E-mail verzenden........................................................................................................................................
Veiligheidsinformatie Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. Gebruik alleen de netvoeding en het netsnoer die bij dit product zijn geleverd of door de fabrikant goedgekeurde vervangende onderdelen.
Over de printer Bedankt dat u voor deze printer hebt gekozen We hebben er hard aan gewerkt om de printer te laten voldoen aan uw wensen. Als u uw nieuwe printer meteen wilt gaan gebruiken, moet u de installatiehandleidingen gebruiken die bij de printer zijn geleverd en de Gebruikershandleiding doorbladeren voor informatie over het uitvoeren van standaardtaken.
Inkt besparen • Gebruik de modus Snel afdrukken of Concept. Deze modi kunnen worden gebruikt om documenten af te drukken met minder inkt dan normaal en zijn ideaal voor het afdrukken van documenten die grotendeels uit tekst bestaan. • Gebruik cartridges met hoog rendement. Dankzij de cartridges met hoog rendement kunt u meer pagina's afdrukken met minder cartridges. • Reinig de printerkop.
Gewenste informatie Locatie Aanvullende installatie-instructies voor het gebruik van de Gebruikershandleiding printer. De Gebruikershandleiding is beschikbaar op de cd met installatiesoftware.
Gewenste informatie Locatie • Supplies en accessoires voor uw printer • Vervangende cartridges Dell website voor printersupplies: dell.com/supplies • Veiligheidsinformatie over het voorbereiden van de Handleiding met productinformatie U kunt printersupplies online, per telefoon of bij bepaalde verkooppunten aanschaffen. printer • Regelgevingen • Garantie-informatie Product Information Guide Opmerking: de Handleiding met productinformatie is mogelijk niet beschikbaar in uw land of regio.
8 Onderdeel Functie Papieruitvoerlade Het papier opvangen dat wordt uitgevoerd. Onderdeel Functie 1 Printerkop Inktcartridge installeren, vervangen of verwijderen. 2 Scannereenheid 3 Ethernet-poort De printer aansluiten op een computer, een lokaal netwerk of een externe DSL-verbindingen of een kabelmodem. 4 USB-poort De printer rechtstreeks aansluiten op de computer met een USB-kabel. • Toegang tot de inktcartridges en printerkop. • Vastgelopen papier verwijderen.
Supplies bestellen en vervangen Inktcartridges bestellen Paginarendementen beschikbaar op www.dell.com/supplies. Gebruik alleen inktcartridges van Dell voor optimale resultaten. Onderdeel Cartridge met licentie1 Normale cartridge Zwarte inktcartridge Series 21 Series 21R Zwarte inktcartridge met hoog rendement2 Series 24 Series 24R Kleureninktcartridge Series 21 Series 21R Kleureninktcartridge met hoog rendement2 Series 24 Series 24R 1 Met licentie voor eenmalig gebruik.
3 Druk op het ontgrendelingslipje en verwijder de gebruikte inktcartridge of -cartridges. 2 1 4 Gebruik beide handen om de cartridges te installeren. 2 1 Opmerking: installeer de nieuwe inktcartridges direct nadat u de beschermende dop hebt verwijderd om te voorkomen dat de inkt wordt blootgesteld aan lucht. 5 Sluit de printer. Dell producten hergebruiken U retourneert als volgt een Dell product voor hergebruik: 1 Klik op of Start.
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken Bedieningspaneel van de printer gebruiken In de volgende diagrammen worden de verschillende gedeelten van het bedieningspaneel van de printer aangegeven: Opmerking: De pictogrammen worden weergegeven als u ze kunt selecteren in het huidige scherm. Als een pictogram niet wordt weergegeven, is de functie niet beschikbaar. 3 2 1 7 5 6 Optie 1 4 Functie Aan/uit • De printer in- en uitschakelen. • Overschakelen naar de spaarstand.
Optie Functie 5 Annuleren De huidige opdracht of taak annuleren. 6 Help Help-tekst en -animaties weergeven. 7 Startpagina Terugkeren naar het startscherm. Informatie over het startscherm Nadat de printer is ingeschakeld en de opwarmperiode is verstreken, wordt het volgende scherm weergegeven op de display van de printer. Dit scherm wordt het startscherm genoemd.
Item in display 3 Beschrijving Geheugenapparaat Foto's en documenten weergeven, selecteren, afdrukken en toevoegen aan e-mailberichten. Opmerking: het PictBridge-pictogram wordt in plaats van het geheugenapparaatpictogram weergegeven als een PictBridge-camera is aan gesloten op de printer. of PictBridge 4 Inktvoorraad 5 Instellen Het instelmenu weergeven en printerinstellingen wijzigen. 6 Dubbelzijdig Afdrukken op beide zijden van een vel papier.
Onderdeel Functie 3 Accepteren De instelling opslaan. 4 Pijl omhoog Omhoog bladeren. 5 Schuifbalk Omhoog en omlaag bladeren in een menulijst. 6 pijl omlaag Omlaag bladeren. U bladert als volgt met het aanraakscherm: • Sleep de schuifbalk of raak de pijltoetsen aan tot het gewenste menu of de gewenste instelling wordt weergegeven op de display. • Als u een instelling wilt bevestigen op een menu of item wilt selecteren, moet het betreffende onderdeel aanraken.
Time-out voor spaarstand wijzigen De time-out van de spaarstand is de tijd waarna de printer overschakelt op de spaarstand, als deze niet wordt gebruikt. De spaarstand optimaliseert energiezuinigheid door het stroomverbruik van de printer te verminderen (tot wel 28 procent op sommige printermodellen) in vergelijking met standaardprinterinstellingen. Selecteer de laagte timeout voor de spaarstand als u de meeste energie wilt besparen.
Printersoftware gebruiken Minimale systeemvereisten Voor de printersoftware is maximaal 500 MB vrije schijfruimte vereist. Ondersteunde besturingssystemen • • • • • • • Microsoft Windows 7 (alleen via het web)1 Microsoft Windows Vista (SP1) Microsoft Windows XP (SP3) Microsoft Windows 2000 (SP4 of hoger) Linux Ubuntu 8.04 LTS en 8.10 (alleen via het web)1 Linux OpenSUSE 11.0 en 11.
Onderdeel Functie Dell Fast Pics (wordt Fast Pics genoemd) Foto's en documenten beheren, bewerken, overdragen en afdrukken. AdobeTM Photo Album Starter Edition Foto's weergeven, beheren en bewerken. Dell Werkbalk (wordt de Werkbalk genoemd) Lokale bestanden vanuit Windows afdrukken, scannen of converteren. Dell Inktbeheersysteem Inkt bestellen. Dell Faxoplossingen • Faxen verzenden. • Faxen ontvangen op drie-in-één-printers.
Onderdeel Functie Voorkeursinstellingen voor afdrukken Wanneer u een document hebt geopend en op Bestand Afdrukken en Eigenschappen klikt, wordt het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken weergegeven. In dit dialoogvenster kunt u opties voor de afdruktaak selecteren, zoals de volgende opties: • Het aantal exemplaren opgeven dat moet worden afgedrukt. • • • • • Dubbelzijdige kopieën afdrukken. De papiersoort selecteren. Een nieuw watermerk toevoegen. Afbeelding verbeteren.
Automatische software-updates inschakelen 1 Open een document en klik op Bestand Afdrukken. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 3 Klik op Meer opties op het tabblad Geavanceerd. 4 Selecteer Automatische software-updates van het web toestaan in het gedeelte Software-updates. 5 Klik op OK. Printersoftware opnieuw installeren Als u de printer hebt ingesteld met de cd met installatiesoftware, is alle benodigde software geïnstalleerd.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen Papier in de papierlade plaatsen Aandachtspunten: • U gebruikt papier dat geschikt is voor inkjetprinters. • Het papier is niet reeds gebruikt of beschadigd. • U hebt voor speciaal papier de bijbehorende instructies doorgenomen. Opmerking: zorg dat het papier niet omkrult als u de papiergeleiders verschuift om papierstoringen te voorkomen. 1 Trek de lade volledig uit de printer. 2 Schuif de papiergeleiders tegen de zijkanten van lade.
3 Als u A4- of Legal-papier plaatst, drukt u het lipje in en trekt u de lade uit. Opmerking: Als u de uitbreiding uitschuift, is de eerste stop geschikt voor A4-papier. Wanneer de uitbreiding volledig is uitgeschoven, is de lade geschikt voor Legal-papier. 4 Plaats het papier in de printer. 5 Schuif de papiergeleiders voorzichtig tegen de linker-, rechter- en onderzijde van het papier.
6 Plaats de lade terug in de printer. Opmerking: Als u de lade hebt uitgeschoven voor A4- of Legal-papier, steekt de lade uit aan de voorkant van de printer wanneer u de lade in de printer plaatst. 7 Zet de papierstopper omhoog om het uitgevoerde papier op te vangen. Opmerking: Als u A4- of Legal-papier hebt geplaatst, moet u de papierstopper uittrekken. Gebruik de verlengstukken voor A4- en Legal-papier.
Enveloppen of fotopapier in de printer plaatsen 1 Trek de lade volledig uit de printer. 2 Schuif de papiergeleiders tegen de zijkanten van lade.
3 Gebruik het enveloppictogram en de omtrek voor fotopapier op de bodem van de lade om de enveloppen of het fotopapier correct te plaatsen. Opmerking: Plaats geen verschillende papiersoorten in de lade. U kunt enveloppen of fotopapier plaatsen, maar niet beide. 4 Plaats de enveloppen of het fotopapier in de lade. Opmerking: Plaats de enveloppen of het fotopapier met de afdrukzijde naar beneden.
5 Schuif de papiergeleiders tegen de linker-, rechter- en onderzijde van de enveloppen of het fotopapier. 1 3 1 2 3 2 6 Plaats de lade terug in de printer. 7 Zet de papierstopper omhoog om de uitgevoerde enveloppen of foto's op te vangen. Opmerking: voor optimale resultaten moet u de foto's ten minste 24 uur laten drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Verschillende papiersoorten in de printer plaatsen Maximumaantal Aandachtspunten 150 vellen normaal papier • Het papier dat u gebruikt, is geschikt voor inkjetprinters. • De papiergeleiders zijn tegen de linker-, rechter- en onderzijde van het papier geschoven. 100 vellen coated papier 25 vellen fotopapier 25 vellen glossy papier • De glanzende zijde of afdrukzijde is naar beneden gericht. (Raadpleeg de instructies die bij het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.
Maximumaantal Aandachtspunten 25 vellen met etiketten • U gebruikt volledige etiketvellen. Bij gedeeltelijke vellen (met ontbrekende etiketten) kunnen de etiketten tijdens het afdrukken losraken, waardoor het papier kan vastlopen. • • • • 50 transparanten Plaats etiketvellen van het formaat A4 of Letter. De afdrukzijde van de etiketten is naar beneden gericht. De bovenkant van de etiketten wordt eerst ingevoerd.
Maximumaantal Aandachtspunten 20 vellen bannerpapier • De afdrukzijde van de banner is naar beneden gericht. • De vrije rand van het bannerpapier wordt als eerste in de printer ingevoerd. • Als de printer meerdere laden heeft, plaatst u het bannerpapier in lade 1. U plaatst als volgt bannerpapier in de printer: 1 2 3 4 Trek de lade volledig uit de printer. Verwijder al het papier uit de lade. Stel de papiergeleiders in voor Legal-papier.
Originele documenten op de glasplaat plaatsen 1 Open de scannerklep en plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Sluit de scannerklep.
Afdrukken Tips voor afdrukken • • • • • Gebruikt het juiste papier voor uw afdruktaak. Selecteer een hogere afdrukkwaliteit voor betere afdrukken. Controleer of de inktcartridges voldoende inkt bevatten Verwijder elk vel zodra het is afgedrukt als u foto's afdrukt of speciaal papier gebruikt. Selecteer de instelling voor afdrukken zonder rand bij het afdrukken van foto's. Standaarddocumenten afdrukken Documenten afdrukken 1 Plaats papier in de printer.
4 Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten. 5 Klik op OK of Afdrukken. Pagina's afdrukken in omgekeerde volgorde De eerste pagina wordt standaard als eerste afgedrukt. Ga als volgt te werk als u de volgorde waarin de pagina's worden afgedrukt wilt omkeren om documenten direct te kunnen lezen met de eerste pagina bovenop: 1 Open een document en klik op Bestand Afdrukken. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
3 Selecteer het document en druk het af: Als de printer een USB-verbinding gebruikt a Selecteer de bestandsnaam van het document dat u wilt afdrukken. b Druk op om het document af te drukken. Als de printer een draadloze verbinding gebruikt (alleen bepaalde modellen) a Selecteer de bestandsnaam van het document dat u wilt afdrukken. b Druk op en wacht tot de printer verbinding heeft gemaakt met de netwerkcomputer of tot op het netwerk is gezocht naar beschikbare computers.
Etiketten afdrukken 1 Plaats de etiketvellen in de printer. 2 Verzend de afdruktaak: a Open een document en klik op Bestand Afdrukken. b Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. c Selecteer in de lijst Papierformaat op het tabblad Printerinstelling een papierformaat dat overeenkomt met het formaat van het etiketvel. Stel een aangepast papierformaat in als er geen passend papierformaat is. Selecteer zo nodig een papiersoort in de lijst Papiersoort.
Werken met foto's Geheugenkaart of flashstation gebruiken met de printer Geheugenkaarten en flashstations zijn opslagapparaten die regelmatig worden gebruikt met camera's en computers. U kunt de geheugenkaart uit de camera of het flashstation uit de computer verwijderen en rechtstreeks in de printer plaatsen. 1 Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf of flashstation in de USB-poort.
Opmerkingen: • Als de printer het opslagapparaat niet herkent, verwijdert u het apparaat en plaatst u het weer terug in de printer. • Als een flashstation of een digitale camera ingesteld op massaopslag in de USB-poort wordt geplaatst terwijl een geheugenkaart in de kaartsleuf is geplaatst, wordt een bericht weergegeven op de display dat u moet kiezen welk opslagapparaat u wilt gebruiken.
6 Als u de afdrukinstellingen wilt wijzigen, raakt u Instellingen wijzigen aan. Raak zo nodig Accepteren aan elke keer dat u een selectie maakt. 7 Druk op . Opmerking: voor de beste resultaten laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt. Foto's bewerken met het bedieningspaneel van de printer 1 Plaats fotopapier in de printer. 2 Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer. Het venster Geheugenapparaat wordt op de display weergegeven.
Foto's op een opslagapparaat afdrukken met de printersoftware 1 Plaats fotopapier in de printer. 2 Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer. 3 Draag de foto's over of druk de foto's af: Als de printer een USB-verbinding gebruikt • Fast Pics wordt automatisch gestart wanneer u het opslagapparaat plaatst. Volg de aanwijzingen op het scherm om de foto's over te dragen naar de computer of om af te drukken.
Let op—Kans op beschadiging: Raak de kabels, netwerkadapter, de aansluiting, geheugenkaart of de aangegeven gedeelten van de printer niet aan terwijl er wordt afgedrukt vanaf, gelezen van of geschreven naar een geheugenkaart. Er kunnen anders gegevens verloren gaan. 3 Als de PictBridge-verbinding tot stand is gebracht, wordt het volgende bericht op de display weergegeven: Camera is aangesloten.
7 Plaats het controlevel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 8 Raak Controlevel scannen aan en raak Doorgaan aan. De printer scant het controlevel en begint met het afdrukken van de foto's. Opmerking: voor de beste resultaten laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt. Afdrukken vanaf een Bluetooth-apparaat • De printer voldoet aan de voorschriften van Bluetooth-specificatie 2.0.
U stelt als volgt een verbinding in tussen de printer en een Bluetooth-apparaat: 1 Plaats een USB Bluetooth-adapter in de PictBridge-poort aan de voorkant van de printer. R B lu et oo th Bluetooth-dongle aangesloten verschijnt op de display. Opmerking: er wordt geen Bluetooth-adapter bij de printer geleverd. 2 Blader in het startscherm naar Zoeken: > Bluetooth-configuratie > Zoeken 3 Controleer of Zoeken is ingesteld op AAN. Raak zo nodig AAN en vervolgens Accepteren aan.
3 Selecteer het beveiligingsniveau en raak Accepteren aan. • Laag: gebruik deze optie als u wilt toestaan dat Bluetooth-apparaten verbinding met de printer kunnen maken en afdruktaken kunnen verzenden zonder dat gebruikers een code moeten opgeven. • Hoog: gebruik deze optie als u wilt instellen dat gebruikers een viercijferige code moeten opgeven op het Bluetooth-apparaat voor ze verbinding kunnen maken met de printer en afdruktaken kunnen verzenden.
3 Stel het Bluetooth-apparaat in voor afdrukken naar de printer. Raadpleeg de documentatie bij uw Bluetoothapparaat voor meer informatie. 4 Raadpleeg de documentatie bij uw Bluetooth-apparaat om af te drukken. Opmerking: als het Bluetooth-beveiligingsniveau op de printer is ingesteld op Hoog, moet u een wachtwoord opgeven.
4 Selecteer Handmatig in het gedeelte Dubbelzijdig afdrukken. Opmerking: de optie Instructies afdrukken voor het opnieuw plaatsen van papier wordt automatisch geselecteerd. 5 Klik op OK. De printer drukt de oneven pagina's en een instructievel af. 6 Draai het papier om en plaats het terug in de printer en volg hierbij de aanwijzingen op het instructievel om de afdruktaak te voltooien.
3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend. 4 Klik met de rechtermuisknop op de printer en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken. 5 Selecteer Snel afdrukken als afdrukmodus. Afdrukmodus wijzigen voor één afdruktaak 1 Open een document en klik op Bestand Afdrukken. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 3 Selecteer Automatisch, Snel afdrukken, Normaal of Best. Opmerking: als u afdrukt in de modus Snel afdrukken wordt er minder inkt gebruikt.
3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend. 4 Klik met de rechtermuisknop op de printer en kies Openen. 5 De afdruktaak annuleren: • Als u een bepaalde afdruktaak wilt annuleren, klikt u met de rechtermuisknop op de documentnaam en kiest u Annuleren. • Als u alle afdruktaken in de wachtrij wilt annuleren, klikt u op Printer Alle documenten annuleren.
Kopiëren ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Opmerking: De ADI is alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).
Foto's kopiëren 1 Plaats fotopapier in de printer. 2 Plaats de foto met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Blader in het startscherm naar Foto opnieuw afdrukken: Kopiëren > Meer opties > Foto opnieuw afdrukken 4 Raak Doorgaan aan. 5 Selecteer het formaat voor fotoafdrukken en raak Accepteren aan. 6 Raak Doorgaan aan om af te drukken. Opmerking: voor de beste resultaten laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
5 Druk op . 6 Volg de aanwijzingen op de display. Afbeeldingen vergroten of verkleinen 1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 3 Blader in het startscherm naar Formaat wijzigen: Kopiëren > Meer opties > Formaat wijzigen 4 Selecteer een instelling voor formaat wijzigen en raak Accepteren aan. Opmerkingen: • Als u Aangepast % selecteert, kunt u het gewenste aangepaste percentage selecteren.
4 Pas het niveau aan met de schuifregelaar en raak Accepteren aan. Als u de schuifregelaar naar links sleept, wordt de kopie lichter. Sleept u de schuifregelaar naar rechts, dan wordt de kopie donkerder. 5 Druk op . Exemplaren sorteren met het bedieningspaneel van de printer Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om elk exemplaar als een set (gesorteerd) af te drukken of de exemplaren af te drukken als groepen van dezelfde pagina's (niet gesorteerd).
Meerdere pagina's kopiëren op één vel Met de instelling Pagina's per vel kunt u meerdere pagina's kopiëren op één vel door kleinere afbeeldingen van elke pagina af te drukken. U kunt bijvoorbeeld een document met twintig pagina's verkleinen tot vijf pagina's als u deze instelling gebruikt om vier paginabeelden per vel af te drukken. 1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
3 Raak in het startscherm Kopiëren aan. 4 Druk op om op de ene zijde van het papier af te drukken. 5 Plaats de volgende pagina van het document: • Als u een enkelzijdig document kopieert, plaatst u de volgende pagina met de bedrukte zijde omhoog in de automatische documentinvoer of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
Scannen ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Opmerking: De ADI is alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).
Opmerkingen: • Als de printer alleen is aangesloten op een lokale computer, wordt automatisch een lijst met scantoepassingen gedownload. • U moet wellicht een pincode opgeven als dit vereist is voor de computer. Geef de pincode op met het toetsenblok. • Raadpleeg de Help van de printersoftware voor uw besturingssysteem als u een computernaam en een pincode wilt toewijzen aan de computer. 4 Selecteer een toepassing een raak Accepteren aan.
Foto's in een bewerkingsprogramma scannen Bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 2 Blader in het startscherm naar Scannen naar computer: Scannen > Scannen naar computer 3 Raak Aangesloten met USB of de naam van de netwerkcomputer aan. De lokale of netwerkcomputer is de bestemming die de scan ontvangt.
Documenten in een bewerkingstoepassing scannen Met een OCR-toepassing (Optical Character Recognition) kunt u een origineel tekstdocument dat is gescand, bewerken. Hiervoor moet u een OCR-toepassing hebben geïnstalleerd op een lokale of netwerkcomputer en moet u deze kunnen kiezen in de lijst met toepassingen wanneer u de scan instelt. Wanneer u instellingen voor de scan selecteert: • Selecteer dat u wilt scannen naar de lokale computer of netwerkcomputer waarop de OCR-toepassing is geïnstalleerd.
Scannen naar een PDF 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 2 Klik op of Start. 3 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 4 Selecteer Printerstartpagina. 5 Kies uw printer in de keuzelijst met printers. 6 Klik op PDF. De scan wordt gestart en het voortgangsvenster voor scannen wordt weergegeven. 7 Sla het document op als een PDF.
Wat is een lijst met toepassingen en hoe werk ik deze bij? Als u een bestand scant, kunt u kiezen welke toepassing wordt gebruikt om het te openen op uw computer. De printer downloadt deze lijst met toepassingen van de computer wanneer u voor het eerst een scan maakt. Als de gewenste toepassing niet wordt weergegeven in de lijst of als u nieuwe toepassingen installeert op de computer, moet u de lijst met toepassingen op de printer bijwerken.
E-mailen U kunt de printer gebruiken om een of meer ontvangers te e-mailen zonder dat u een computer nodig hebt. U kunt hiervoor een document of foto scannen en verzenden als e-mailbericht of u kunt een opgeslagen document of foto op een opslagapparaat bijvoegen bij een e-mailbericht. Voordat u e-mailberichten kunt verzenden via het bedieningspaneel van de printer, moet u eerst de emailinstellingen van de printer configureren.
• Gebruikersnaam: geef uw e-mailadres op. • Wachtwoord: geef het wachtwoord voor uw e-mailaccount op. Als u de e-mailinstellingen wilt wijzigen 1 Blader in het startscherm naar E-mailinstelling: > E-mailinstelling 2 Raak elk item aan en geef de benodigde informatie op. Raak zo nodig OK of Accepteren aan om elk item op te slaan. • E-mailadres afzender: geef uw e-mailadres op. • Kopie naar mij verzenden: raak Ja aan om uzelf een kopie te sturen van elk e-mailbericht dat u verzendt vanaf de printer.
E-mail verzenden ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Opmerking: De ADI is alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de originele documenten of foto's op de glasplaat. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).
3 Selecteer het type uitvoerbestand dat u wilt maken. Opmerking: selecteer het bestandstype PDF als u meerdere pagina's wilt scannen en deze wilt opslaan als één bestand. 4 Raak een optie aan om de ontvangers op te geven of te selecteren: • E-mailadres opgeven: gebruik deze optie als u het e-mailadres handmatig wilt opgeven. • Adresboek: raak Sorteren op naam of Sorteren op groep aan en selecteer vervolgens de contactpersoon. • Geschiedenis: selecteer de naam of het e-mailadres in de geschiedenislijst.
5 Selecteer het bestand dat u wilt toevoegen: Opmerking: u kunt per e-mailbericht slechts één document of foto toevoegen. • Als u een document wilt toevoegen: a Raak Document toevoegen aan e-mailbericht aan. b Raak de bestandsnaam aan van het document dat u wilt toevoegen. c Raak Doorgaan aan. • Als u een foto wilt toevoegen: a Raak Foto toevoegen aan e-mailbericht aan. b Raak de foto aan die u wilt toevoegen. c Raak Doorgaan aan.
Netwerk Printer installeren op een draadloos netwerk Compatibiliteit met draadloze netwerken De printer bevat een draadloze IEEE 802.11n-afdrukserver. De printer is compatibel met IEEE 802.11 b/g/n-routers die voldoen aan de Wi-Fi-norm. Ondersteunde netwerkbeveiligingsopties De printer ondersteunt drie draadloze beveiligingsopties: geen beveiliging, WEP en WPA/WPA2. Geen beveiliging Het wordt niet aanbevolen om geen beveiliging in te stellen op een thuisnetwerk.
Alle apparaten op het draadloze netwerk moeten hetzelfde WPA-wachtwoord gebruiken. WPA-beveiliging is alleen een optie voor infrastructuurnetwerken met draadloze toegangspunten en netwerkkaarten die WPA ondersteunen. De meeste nieuwere draadloze-netwerkapparatuur biedt ook WPA2-beveiliging als optie. Opmerking: Als uw netwerk WPA- of WPA2-beveiliging gebruikt, selecteert u WPA-Personal wanneer u wordt gevraagd het type beveiliging van uw netwerk te selecteren.
Printer installeren op een draadloos netwerk Voordat u de printer installeert op een draadloos netwerk, moet u het volgende controleren: • Uw draadloze netwerk is ingesteld en werkt correct. • De computer die u gebruikt, is aangesloten op hetzelfde draadloze netwerk waarop u de printer wilt installeren. 1 Sluit alle geopende programma's. 2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer.
– De geconfigureerde printer of het draadloze toegangspunt is uitgeschakeld en weer ingeschakeld. Daarom probeert de printer communicatie tot stand te brengen met het netwerk. – De draadloze instellingen van de printer zijn wellicht niet langer geldig. • Groen geeft aan dat de printer is verbonden met een draadloos netwerk en gereed is voor gebruik.
5 Klik op de koppeling TCP/IP. 6 Klik op de koppeling Statisch IP-adres instellen . 7 Geef het IP-adres dat u wilt toewijzen aan de printer op in het veld IP-adres. 8 Klik op de knop Verzenden. Een bericht dat de selectie wordt verzonden, wordt weergegeven. Typ het statisch IP-adres in het adresvak van de webbrowser en druk op Enter om te controleren of het adres correct is toegewezen. De webpagina van de printer wordt geladen als het adres is toegewezen.
4 Klik onder Netwerkcentrum op Verbinding met een netwerk maken. 5 Klik op Een verbinding of netwerk instellen als u wordt gevraagd om een netwerk te selecteren waarmee u verbinding wilt maken. 6 Klik op Draadloos ad-hocnetwerk (computer-naar-computer) instellen als u wordt gevraagd om een verbindingsmethode te selecteren en klik op Volgende. 7 Volg de aanwijzingen in de wizard Draadloos ad-hocnetwerk instellen.
9 Klik op de tab Draadloze netwerken. Opmerking: Als het tabblad Draadloze netwerken niet wordt weergegeven, is er software van derden op de computer geïnstalleerd waarmee de instellingen voor draadloze netwerken worden beheerd. U moet deze software gebruiken om het draadloze ad-hocnetwerk in te stellen. Raadpleeg de documentatie bij de software van derden voor meer informatie over het opzetten van een ad-hocnetwerk. 10 Schakel het selectievakje Draadloos netwerk automatisch configureren in.
Windows 2000: • Raadpleeg de documentatie die bij uw draadloze netwerkadapter is geleverd voor meer informatie over het configureren van een ad-hocnetwerk met Windows 2000. Printer toevoegen aan een bestaand, draadloos ad-hocnetwerk Opmerking: De printer kan niet met meerdere draadloze netwerken tegelijk communiceren. Als u de printer configureert voor een ad-hoc draadloos netwerk wordt deze van eventuele andere draadloze netwerken verwijderd.
Printer draadloos gebruiken Selecteer het verbindingstype dat beschrijft hoe u momenteel verbinding maakt met de printer: Als de printer momenteel is geconfigureerd voor lokaal gebruik (via een USBverbinding) 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 3 Selecteer de printermap. 4 Klik op de tab Instellingen. 5 Klik op de koppeling Hulpprogramma voor draadloze configuratie.
3 Selecteer de USB-printer (zie “De printer selecteren” op pagina 76). Opmerking: u kunt de printer blijven gebruiken via een draadloze of Ethernet-verbinding. De printer gebruiken via een Ethernet-netwerk Selecteer het verbindingstype dat beschrijft hoe u momenteel verbinding maakt met de printer: Als de printer momenteel is geconfigureerd voor een draadloos netwerk 1 Sluit een Ethernet-kabel aan op de printer en op een beschikbare poort op een switch of wandaansluiting.
2 Identificeer de printer: a Ga als volgt te werk op de computer die is aangesloten op de printer: 1 Klik op of op Start en klik op Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend. b Klik met de rechtermuisknop op de naam van de printer. c Klik op Delen. d Selecteer Deze printer delen of Gedeeld als op het tabblad Delen en geef een duidelijk herkenbare naam op. e Klik op OK.
Printer installeren op een Ethernet-netwerk Gegevens die vereist zijn om de printer te installeren op een Ethernet-netwerk Als u de printer wilt configureren voor een Ethernet-netwerk, moet u de volgende gegevens verzamelen voordat u begint: Opmerking: als uw netwerk automatisch IP-adressen toewijst aan computers en printers, gaat u verder met de installatie van de printer.
Wij ondersteunen de volgende methoden voor het toevoegen van nieuwe draadloze netwerkapparaten: • Pincode: er wordt vanaf het nieuwe apparaat een pincode ingevoerd op het toegangspunt. • Configuratie met drukkknop: de gebruiker drukt op een knop op het toegangspunt en op een knop op het nieuwe apparaat. Controleer uw apparaat op een van de volgende markeringen om na te gaan of het apparaat geschikt is voor WPS: U vindt deze WPS-logo's aan de zijkant, achterkant of bovenkant van uw toegangspunt of router.
Wat is een netwerk? Een netwerk is een verzameling apparaten, zoals computers, printers, Ethernet-hubs, draadloze toegangspunten en routers die met elkaar zijn verbonden via kabels of via een draadloze verbinding zodat ze kunnen communiceren. Een netwerk kan bedraad of draadloos zijn, of zijn ingesteld voor zowel bedrade als draadloze apparaten. Apparaten op een bedraad netwerk gebruiken kabels om met elkaar te communiceren.
Voorbeelden van een draadloos netwerk Scenario 1: Een combinatie van draadloze en bedrade netwerkverbindingen op een netwerk met toegang tot internet • Alle computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een router met mogelijkheden voor Ethernet en draadloos. • Sommige computers en printers zijn draadloos met de router verbonden en anderen via een bedrade verbinding. • Het netwerk is aangesloten op internet via een DSL- of een kabelmodem.
Scenario 3: Draadloos netwerk zonder toegang tot internet • Computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een draadloos toegangspunt. • Het netwerk heeft geen verbinding met internet. Scenario 4: Computer draadloos verbonden met een printer zonder toegang tot internet • Een computer is rechtstreeks aangesloten op een printer en wordt niet via een draadloze router geleid. • Deze configuratie word een ad-hocnetwerk genoemd. • Het netwerk heeft geen verbinding met internet.
Hoe moet ik de installatiekabel aansluiten? U kunt de installatiekabel aansluiten op een USB-poort van de printer en de vierkante aansluiting achter op de printer. Via deze verbinding kunt u de printer configureren voor een lokale of netwerkinstallatie. 1 Sluit de grote, rechthoekige stekker aan op een USB-poort op de computer. USB-poorten bevinden zich aan de voor- of achterkant van de computer en kunnen horizontaal of verticaal geplaatst zijn. 2 Sluit de kleine, vierkante stekker aan op de printer.
In de volgende tabel worden de kenmerken en de vereisten van de twee draadloze netwerktypen vergeleken.
Hoe kan ik de signaalsterkte van het draadloze netwerk verbeteren? Een veelvoorkomende reden dat draadloze printers niet kunnen communiceren via een netwerk, is een draadloos signaal van slechte kwaliteit. Als het signaal te zwak is, te vervormd of wordt geblokkeerd door een object, kan het geen gegevens overdragen tussen het toegangspunt en de printer. Druk een netwerkconfiguratiepagina af om te controleren of de printer een krachtig signaal ontvangt van het toegangspunt.
DEEL HET NETWERK OPNIEUW IN ZODAT DE SIGNAALOPNAME WORDT VERMINDERD Zelfs als het draadloze signaal door een object kan worden verzonden, wordt het signaal een beetje zwakker. Als het signaal door te veel objecten heen wordt verzonden, kan het erg worden verzwakt. Alle objecten nemen een deel van het draadloze signaal op wanneer het door de objecten heen wordt verzonden en bepaalde objecten kunnen zoveel van het signaal opnemen dat er communicatieproblemen optreden.
Kan ik mijn printer tegelijkertijd via een USB- en een netwerkverbinding gebruiken? Ja, de printer ondersteunt USB- en netwerkverbindingen die tegelijkertijd zijn aangesloten. De printer kan als volgt geconfigureerd worden: • • • • • Lokaal aangesloten (aangesloten op de computer met een USB-kabel).
Het label met het MAC-adres vindt u aan de binnenkant van de printer. MAC: XX XX XX XX XX XX Het MAC-adres van de interne afdrukserver bestaat uit een reeks letters en cijfers. Andere apparaten gebruiken soms een ander type MAC-adres dat Universally Administered Address (UAA) wordt genoemd. MAC: XX XX XX XX XX XX UAA: XX XX XX XX XX XX Opmerking: Een lijst met MAC-adressen kan worden ingesteld op een toegangspunt (router) zodat alleen apparaten met de juiste MAC-adressen het netwerk kunnen gebruiken.
Aangezien computers geen woorden begrijpen en in plaats daarvan getallen gebruiken om te communiceren, is voor TCP/IP vereist dat elk apparaat op een netwerk dat TCP/IP gebruikt voor communicatie een IP-adres heeft. IPadressen zijn unieke computernamen met een numerieke indeling die worden gebruikt om gegevens te verzenden via een netwerk. Met IP-adressen kan TCP/IP verzoeken bevestigen voor het aanvragen en ontvangen van gegevens door verschillende apparaten in het netwerk.
Printer onderhouden Inktcartridges onderhouden Als de printer is aangesloten op een stopcontact, kunt u naast de volgende printertaken ook elke week een automatische onderhoudscyclus uitvoeren. Hiervoor wordt de spaarstand tijdelijk uitgeschakeld of wordt de printer ingeschakeld als deze is uitgeschakeld. Inktvoorraden controleren Bedieningspaneel van de printer gebruiken Raak in het startscherm aan. De afbeelding voor inktvoorraden wordt weergegeven op de display.
6 Klik op Cartridges uitlijnen op het tabblad Onderhoud. 7 Volg de aanwijzingen op het scherm. Als u de cartridges hebt uitgelijnd om de afdrukkwaliteit te verbeteren, drukt u het document nogmaals af. Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, reinigt u de spuitopeningen van de printerkop. Spuitopeningen van de printerkop reinigen Slechte afdrukkwaliteit kan soms worden veroorzaakt door verstopte spuitopeningen van de printerkop.
4 Veeg alleen de buitenkant van de printer schoon. Verwijder hierbij eventuele inktresten die zijn achtergebleven op de papieruitvoerlade. Let op—Kans op beschadiging: als u een vochtige doek gebruikt om de binnenkant van de printer te reinigen, kan de printer beschadigd raken. 5 Controleer of de printer droog is voor u een nieuwe afdruktaak start. Glasplaat reinigen 1 Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water. 2 Veeg de glasplaat voorzichtig schoon.
Problemen oplossen Voor u problemen gaat oplossen Gebruik deze controlelijst om de meeste printerproblemen op te lossen: • • • • Controleer of het netsnoer is aangesloten op de printer en een geaard stopcontact. • • • • • Controleer de printer op foutberichten en los eventuele problemen op. Controleer of de printer niet is aangesloten op een overspanningsbeveiliging, UPS-systeem of verlengsnoer. Controleer of de printer is ingeschakeld.
Installatieproblemen oplossen • • • • • • • • “Onjuiste taal wordt weergegeven op de display” op pagina 94 “Printerkopfouten” op pagina 94 “Software is niet geïnstalleerd” op pagina 96 “Afdruktaak wordt niet afgedrukt of er ontbreken pagina's” op pagina 96 “Printer drukt lege pagina's af” op pagina 97 “Printer is bezet of reageert niet” op pagina 98 “Kan geen documenten verwijderen uit de printerwachtrij” op pagina 98 “Kan niet afdrukken via USB” op pagina 98 Onjuiste taal wordt weergegeven op de display
2 Verwijder de printerkop. Let op—Kans op beschadiging: raak de spuitopeningen van de printerkop niet aan. 3 Veeg de contactpunten van de printerkop schoon met een schone, pluisvrije doek. 4 Plaats de printerkop terug in de printer en sluit de klem tot deze vastklikt. 5 Sluit de printer. Opmerking: als het probleem niet is opgelost na het verwijderen en weer terugplaatsen van de printerkop, neemt u contact op met de technische ondersteuning.
Software is niet geïnstalleerd Als u problemen hebt ondervonden tijdens de installatie of als de printer wordt niet weergegeven in de map Printers of als printeroptie bij het verzenden van een afdruktaak, kunt u de software verwijderen en opnieuw installeren.
CONTROLEER OF DE PRINTER IS INGESTELD ALS DE STANDAARDPRINTER MAAK DE NETVOEDING VAN DE PRINTER LOS EN SLUIT DEZE WEER AAN 1 Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact. 2 Trek de stekker van het netsnoer voorzichtig uit de printer en sluit de stekker weer aan. 3 Sluit het netsnoer aan op het stopcontact en schakel de printer in.
Printer is bezet of reageert niet Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER OF DE PRINTER ZICH NIET IN DE SPAARSTAND BEVINDT Als het aan/uit-lampje langzaam knippert, bevindt de printer zich in de spaarstand. Druk op activeren.
3 Druk op Enter of klik op OK. Het venster Apparaatbeheer wordt geopend. 4 Klik op het plusteken (+) naast Universal Serial Bus Controllers. Als u USB-hostcontroller en USB-hoofdhub ziet staan, is de USB-poort geactiveerd. Raadpleeg de documentatie bij de computer voor meer informatie.
1 Druk de vergrendelingen van de duplexeenheid naar beneden en trek de duplexeenheid naar buiten. LET OP—KANS OP LETSEL: Het gedeelte achter de duplexklep bevat uitstekende ribben die onderdeel zijn van de papierbaan. Wees voorzichtig wanneer u in dit gedeelte vastgelopen papier verwijdert om letsel te voorkomen. 2 Pak het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat u het papier niet scheurt wanneer u het verwijdert. 3 Plaats de duplexeenheid terug in de printer.
Papier of speciaal papier wordt verkeerd ingevoerd Probeer een of meer van de volgende oplossingen wanneer papier of speciaal papier verkeerd, scheef of met meerdere vellen tegelijk wordt ingevoerd, of vellen aan elkaar vastkleven. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE STAAT VAN HET PAPIER Gebruik alleen nieuw en ongekreukeld papier. CONTROLEER DE PLAATSING VAN HET PAPIER • Plaats een kleinere hoeveelheid papier in de printer.
3 Selecteer Zonder rand in het gedeelte Papieropties van het tabblad Printerinstelling. Strepen of lijnen op afgedrukte afbeelding Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER DE INKTVOORRADEN Vervang bijna lege of lege inktcartridges.
Computer wordt trager tijdens het afdrukken Dit zijn mogelijke oplossingen. Voer een van de volgende handelingen uit: PROBEER EEN ANDERE USB-KABEL ALS U EEN USB-VERBINDING GEBRUIKT SCHAKEL HET TOEGANGSPUNT (ROUTER) UIT EN WEER IN ALS U ZICH OP EEN NETWERK BEVINDT 1 Trek de stekker van het toegangspunt uit het stopcontact. 2 Wacht tien seconden en steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact.
CONTROLEER DE TIPS VOOR KOPIËREN, SCANNEN EN HET VERBETEREN VAN DE AFDRUKKWALITEIT GEBRUIK EEN VERSIE VAN HET ORIGINELE DOCUMENT OF DE AFBEELDING DIE HELDERDER IS ZORG DAT HET DOCUMENT OF DE FOTO MET DE BEDRUKTE ZIJDE NAAR BENEDEN IN DE RECHTERBENEDENHOEK VAN DE GLASPLAAT IS GEPLAATST Documenten of foto's worden slechts gedeeltelijk gekopieerd of gescand Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: ZORG DA
Scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens het scannen Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: SLUIT ANDERE PROGRAMMA'S DIE NIET WORDEN GEBRUIKT GEBRUIK EEN LAGERE SCANRESOLUTIE Kan niet scannen naar een computer via een netwerk Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER OF DE
Kan geen bestanden bijvoegen SELECTEER EEN ONDERSTEUND BESTANDSTYPE (JPEG OF PDF) ZORG DAT HET BESTAND NIET TE GROOT IS Problemen met geheugenkaarten oplossen • • • • “Controlelijst voor problemen met geheugenkaarten oplossen” op pagina 106 “Er gebeurt niets wanneer de geheugenkaart is geplaatst” op pagina 106 “Kan geen documenten afdrukken vanaf een geheugenkaart of flashstation” op pagina 107 “Foto's worden niet overgedragen van een geheugenkaart via een draadloos netwerk” op pagina 107 Controlelijst v
Kan geen documenten afdrukken vanaf een geheugenkaart of flashstation Als u met de Controlelijst voor problemen met geheugenkaarten oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER DE USB-AANSLUITING 1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd. Als de kabel is beschadigd, moet u een nieuwe aanschaffen. 2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer.
Algemene informatie over netwerken Aandachtspunten: • De printer, computer en het draadloze toegangspunt zijn aangesloten en ingeschakeld. • Het draadloze netwerk werkt correct. Probeer toegang te krijgen tot andere computers op uw draadloze netwerk. Probeer verbinding te maken met internet via de draadloze verbinding als uw netwerk een internetverbinding heeft. • Het printerstuurprogramma is geïnstalleerd op de computer waarop u een taak uitvoert. • De juiste printerpoort is geselecteerd.
De knop Doorgaan is niet beschikbaar Probeer de volgende oplossingen in de volgorde waarin ze worden vermeld tot de knop Doorgaan actief wordt en u op de knop kunt klikken: CONTROLEER OF DE USB-KABEL STEVIG IS AANGESLOTEN OP DE USB-POORT OP DE PRINTER EN OP DE COMPUTER USB-poorten zijn gemarkeerd met het symbool . CONTROLEER OF DE PRINTER IS AANGESLOTEN EN INGESCHAKELD Controleer of de knop brandt. Als u de printer zojuist hebt aangezet, moet u mogelijk de USB-kabel losmaken en opnieuw aansluiten.
3 Plaats de cd in de computer en voer het installatieprogramma opnieuw uit. Opmerkingen: • Als het venster Software is al geïnstalleerd wordt weergegeven, selecteert u Printer installeren. • Als u de printer al hebt geconfigureerd, selecteert u Extra computer als het venster Configureert u een nieuwe printer? wordt weergegeven om de wizard voor hardwareconfiguratie over te slaan.
Problemen met draadloze functies oplossen • • • • • • • • • • “Instellingen voor draadloze netwerken herstellen naar standaardwaarden” op pagina 111 “Kan niet afdrukken met draadloze netwerkprinter” op pagina 111 “Wi-Fi-aanduiding brandt niet” op pagina 114 “WiFi-lampje brandt groen, maar de printer drukt niet af (alleen Windows)” op pagina 114 “WiFi-aanduiding brandt nog steeds oranje” op pagina 115 “Wi-Fi-aanduiding knippert oranje tijdens de installatie” op pagina 116 “Draadloze afdrukserver is niet geï
CONTROLEER DE WEP-SLEUTEL OF HET WPA-WACHTWOORD Als uw draadloze toegangspunt WEP-beveiliging (Wired Equivalent Privacy) gebruikt, moet de WEP-sleutel de volgende kenmerken hebben: • Exact 10 of 26 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9. of • Exact 5 of 13 ASCII-tekens. ASCII-tekens zijn letters, cijfers en symbolen die op het toetsenbord worden weergegeven. ASCII-tekens in een WEP-sleutel zijn hoofdlettergevoelig.
CONTROLEER DE GEAVANCEERDE BEVEILIGINGSINSTELLINGEN • Als u een filter voor MAC-adressen gebruikt om toegang tot uw draadloze netwerk te beperken, moet u het MAC-adres van de printer toevoegen aan de lijst van adressen die verbinding mogen maken met het draadloze toegangspunt. • Als u het draadloze toegangspunt instelt zodat een beperkt aantal IP-adressen wordt toegewezen, moet u dit aanpassen zodat de printer kan worden toegevoegd.
Wi-Fi-aanduiding brandt niet CONTROLEER DE STROOMVOORZIENING Als de Wi-Fi-aanduiding niet brandt, controleert u of het lampje u het volgende: • Controleer of de printer is aangesloten en ingeschakeld. brandt. Als het lampje niet brandt, controleert • Controleer of de printer is aangesloten op een werkend stopcontact. • Als de printer is aangesloten op een stekkerdoos, controleert u of deze is ingeschakeld en werkt.
SELECTEER DE DRAADLOZE POORT Als u de printer eerder als lokaal aangesloten printer hebt geconfigureerd, moet u wellicht de draadloze printer selecteren om de printer draadloos te gebruiken. 1 Klik op , of klik op Start en Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend. 4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Eigenschappen in het menu. 5 Klik op de tab Poorten.
Als u WPA-beveiliging gebruikt Voor een geldig WPA-wachtwoord geldt het volgende: • 8 tot 63 ASCII-tekens. ASCII-tekens in een WPA-wachtwoord zijn hoofdlettergevoelig. of • Precies 64 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9. Als uw netwerk niet is beveiligd, hebt u geen beveiligingssleutel. Een draadloos netwerk gebruiken zonder beveiliging wordt niet aangeraden omdat indringers zonder uw goedkeuring uw netwerkbronnen kunnen gebruiken.
CONTROLEER DE WEP-SLEUTEL OF HET WPA-WACHTWOORD Een WEP-sleutel of een WPA-wachtwoord werkt als een wachtwoord. Alle apparaten op een draadloos WEPnetwerk moeten dezelfde WEP-sleutel delen en alle apparaten op een draadloos WPA-netwerk moeten hetzelfde draadloze WPA-wachtwoord delen. Opmerking: noteer deze gegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters en bewaar de gegevens op een veilige plaats, zodat u deze in de toekomst weer kunt gebruiken.
d Typ ping gevolgd door een spatie en het IP-adres van het draadloze toegangspunt. Bijvoorbeeld: ping 192.168.1.100 e Druk op Enter. 3 Controleer of het toegangspunt reageert: • Als het toegangspunt reageert, worden verschillende regels weergegeven die beginnen met 'Antwoord van'. Het is mogelijk dat de printer geen verbinding heeft gemaakt met het draadloze netwerk. Zet de printer uit en weer aan en probeer opnieuw verbinding te maken.
Opmerkingen: • Als u de netwerkinstellingen wijzigt, moet u deze wijzigen op alle netwerkapparaten voordat u deze wijzigt voor het toegangspunt. • Als u de draadloze netwerkinstellingen hebt gewijzigd op het toegangspunt, moet u de instellingen wijzigen op alle andere netwerkapparaten voordat u deze kunt zien op het netwerk. 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 3 Selecteer de printermap. 4 Klik op de tab Instellingen.
3 Druk op Enter of klik op OK. Het venster met de opdrachtprompt wordt geopend. 4 Typ ipconfig en druk op Enter. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 192.168.0.100. Het IP-adres van een printer zoeken • Het IP-adres van de printer bevindt zich op de netwerkconfiguratiepagina. Ga als volgt te werk als aan de printer en/of laptop geen IP-adres is toegewezen, of als een van de apparaten het IP-adres 169.254.x.
CONTROLEER OF BIDIRECTIONELE COMMUNICATIE IS INGESCHAKELD 1 Klik op , of op Start en vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend. 4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Eigenschappen in het menu. 5 Klik op de tab Poorten. 6 Schakel zo nodig het selectievakje naast Bidirectionele ondersteuning inschakelen in. 7 Klik op Toepassen. 8 Klik op OK en druk nogmaals af.
SCHAKEL DE STORINGSBRONNEN UIT Veelgebruikte huishoudelijke apparatuur verstoort mogelijk de netwerkcommunicatie. Draadloze telefoons (geen mobiele telefoons), magnetrons, babyfoons, vrijwel alle keukenapparatuur, draadloze beveiligingsapparatuur, andere draadloze netwerken in de buurt en elk apparaat met een motor kan onderbrekingen in de draadloze netwerkcommunicatie veroorzaken. Schakel mogelijke storingsbronnen uit en controleer of deze het probleem veroorzaken.
5 Klik op de koppeling TCP/IP. 6 Klik op de koppeling Statisch IP-adres instellen . 7 Geef het IP-adres dat u wilt toewijzen aan de printer op in het veld IP-adres. 8 Klik op de knop Verzenden. Een bericht dat de selectie wordt verzonden, wordt weergegeven. Ga na of het IP-adres is bijgewerkt door het statische IP-adres in de adresbalk van de browser te typen en te controleren of de webpagina van de printer opnieuw wordt geladen.
Index A aangepast papierformaat afdrukken op 37 aanraakscherm bladeren 17 reinigen 92 ad-hoc SSID 71 WEP 71 ad-hocnetwerk 83 ad-hocnetwerk, draadloos maken met Windows 71 printer toevoegen 74 adresboek, e-mail instellen 63 afbeelding herhalen 53 afbeelding verkleinen 52 afdrukken aangepast papierformaat 37 documenten 34 documenten van een geheugenkaart of flashstation 35 dubbelzijdig 46 enveloppen 36 etiketten 37 foto's met bedieningspaneel van de printer 39 foto's met het controlevel 42 foto's vanaf opslag
Doorgaan (knop), niet beschikbaar 109 Doorgaan (knop), werkt niet 109 draadloos 74, 87 printer drukt niet af 110 problemen oplossen 110, 114 draadloos netwerk algemene configuraties voor thuisnetwerken 80 beveiliging 67 beveiligingsgegevens 80 communicatieproblemen oplossen 121 draadloos ad-hocnetwerk instellen met Windows 71 gegevens vereist voor het instellen van draadloos afdrukken 68 printer installeren op (Windows) 69 printer toevoegen aan een bestaand ad-hocnetwerk 74 problemen oplossen 107 signaalste
geheugenkaart afdrukken, documenten van 35 foto's met het controlevel afdrukken 42 ondersteunde bestandstypen 39 plaatsen 38 scannen naar 57 geheugenkaart kan niet worden geplaatst 106 geheugenkaart, problemen oplossen controlelijst 106 er gebeurt niets als de geheugenkaart is geplaatst 106 kan niet afdrukken vanaf een flashstation 107 glasplaat locatie 11 reinigen 92 glossy papier plaatsen 30 H herstellen standaardfabrieksinstellingen van interne, draadloze afdrukserver 111 hervatten afdruktaak 48 I iden
N N9UF Box 70 netvoedingsaansluiting locatie 12 netwerk, afdrukken via IP-adres van computer zoeken 89 IP-adres van printer zoeken 89 IP-adressen 89 netwerkbeveiliging 80 netwerkconfiguratiepagina afdrukken 68 netwerkoverzicht 80 netwerkprinter installeren 89 netwerkverbinding met USB 87 niet-reagerende printer controleren 93 O omgekeerde paginavolgorde 35 onderbreken afdruktaak 48 onderdelen diagram 11 ondersteunde besturingssystemen 20 ondersteunde geheugenkaarten en bestandstypen 39 onjuiste taal wordt
onjuiste taal wordt weergegeven op de display 94 pagina wordt niet afgedrukt 96 printer drukt lege pagina's af 97 printer reageert niet 98 printerkop, fout 94 software is niet geïnstalleerd 96 problemen oplossen, kopiëren scannereenheid sluit niet 103 problemen oplossen, kopiëren en scannen gedeeltelijk, documenten of foto's scannen 104 kan niet scannen naar de computer via een netwerk 105 kopieerapparaat of scanner reageert niet 103 kwaliteit van gescande afbeelding is slecht 103 scan is mislukt 104 scanne
verbinding configuraties 87 Verenigd Koninkrijk speciale installatieaanwijzingen voor draadloze aansluitingen 70 vergroten, afbeelding 52 vervangen, inktcartridges 13 verwijderen, printersoftware 23 verzenden, e-mailbericht document of foto scannen 64 foto of document toevoegen 65 Virtual Private Network 110 VPN verbinding met printer verliezen 110 W wachtwoord 80 Website zoeken 9 wenskaarten plaatsen 30 WEP 67 ad-hoc 71 WEP-sleutel sleutelindex 89 zoeken 79 Wi-Fi-aanduiding lampje brandt niet 114 locatie