user manual

Problemen oplossen 109
Netwerkproblemen
WAARSCHUWING: Raadpleeg de veiligheidsinstructies in de
Productinformatiegids
voordat u begint met de procedures in dit gedeelte.
C
ONTROLEER DE NETWERKKABELCONNECTOR Controleer of de netwerkkabel stevig in de
netwerkconnector aan de achterkant van de computer en de netwerkaansluiting is gestoken.
C
ONTROLEER DE NETWERKLAMPJES AAN DE ACHTERZIJDE VAN DE COMPUTER
Als het verbindingsintegriteitslampje is uitgeschakeld (zie "Schakelaars en lampjes" op
pagina 34), is er geen netwerkcommunicatie. Vervang de netwerkkabel.
S
TART DE COMPUTER OPNIEUW OP EN MELDT U WEER AAN BIJ HET NETWERK
CONTROLEER UW NETWERKINSTELLINGEN Neem contact op met de
netwerkbeheerder of degene die uw netwerk heeft ingesteld om te controleren of de
netwerkinstellingen correct zijn en of het netwerk functioneert.
V
OER DE PROBLEEMOPLOSSER VOOR HARDWARE UIT Zie "Problemen met
software en hardware oplossen in de besturingssystemen van Microsoft® Windows® XP
en Microsoft Windows Vista™" op pagina 143.
Voedingsproblemen
WAARSCHUWING: Raadpleeg de veiligheidsinstructies in de
Productinformatiegids
voordat u begint met de procedures in dit gedeelte.
A
LS HET AAN/UIT-LAMPJE GROEN IS EN DE COMPUTER NIET REAGEERT Zie
"Diagnostische lampjes" op pagina 113.
A
LS HET AAN/UIT-LAMPJE GROEN KNIPPERT De computer is in de stand-
bymodus. Druk op een toets op het toetsenbord, beweeg de muis of druk op de
aan/uit-knop om de normale werking te hervatten.
A
LS HET AAN/UIT-LAMPJE IS UITGESCHAKELD De computer wordt uitgeschakeld
of krijgt geen stroom.
Steek de stroomkabel terug in de stroomkabelconnector aan de achterkant van de
computer en het stopcontact.
Omzeil contactdozen, verlengkabels en andere voedingsbeschermingsapparaten om te
controleren of de computer aangaat.
Zorg dat alle contactdozen die worden gebruikt, in een stopcontact zijn gestoken en
zijn ingeschakeld.
Controleer of er stroom uit het stopcontact komt door er een ander apparaat, zoals
een lamp, op aan te sluiten.
Controleer of de hoofdvoedingskabel en de kabel van het frontpaneel goed op de
systeemkaart zijn aangesloten (zie "Systeemkaartcomponenten" op pagina 28).