user manual

208 Onderdelen toevoegen en vervangen
14
Steek de opstaande kaarten in de connectoren totdat beide opstaande
kaarten op hun plaats klikken.
OPMERKING: Als de voedingskabel van een opstaande geheugenkaart niet is
aangesloten, start de computer niet op.
15
Sluit de voedingskabels aan op de opstaande geheugenkaarten 1 en 2.
KENNISGEVING: De geheugenopening houdt de (optionele) opstaande
geheugenkaarten op hun plaats; de vingerschroeven moeten stevig worden
vastgedraaid om de opstaande kaarten vast te zetten en schade te voorkomen.
16
Plaats de geheugenopening terug. Draai de vingerschroeven vast totdat de
geheugenopening stevig vastzit, zodat deze niet kan gaan schuiven
wanneer de computer wordt verplaatst.
17
Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op
pagina 159).
KENNISGEVING: Steek voor het aansluiten van een netwerkkabel de kabel eerst
in de netwerkpoort of het netwerkapparaat en daarna in de computer.
1 geheugenopening 2 vingerschroeven (2)
1
2