user manual
276 Onderdelen toevoegen en vervangen
10
Controleer alle kabelaansluitingen en leg de kabels uit de weg om te
voorkomen dat ze de ventilator en de koelventilatieopeningen blokkeren.
11
Plaats het stationspaneel terug (zie "Het stationspaneel vervangen" op
pagina 268).
12
Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op
pagina 159).
KENNISGEVING: Steek voor het aansluiten van een netwerkkabel de kabel eerst
in de netwerkpoort of het netwerkapparaat en daarna in de computer.
1 voedingskabel 2 gegevenskabel
3 diskettestationconnector (DSKT)
1
3
2