user manual

Geavanceerde functies 51
4
Ga verder om een tweede RAID-volume te maken van RAID-niveau 0 of
RAID-niveau 1.
De RAID-volume-eigenschappen weergeven
Volg deze stappen om de eigenschappen weer te geven van de RAID-niveau 1-
en RAID-niveau 0-configuraties:
1
Selecteer een controller in de
lijst met adapters
in het configuratieprogramma.
2
Selecteer de optie
RAID Properties
(RAID-eigenschappen) om het huidige
RAID-volume weer te geven.
3
Druk op <Alt><N> om het volgende RAID-volume weer te geven als er
meerdere RAID-volumes zijn geconfigureerd.
4
Druk op <Enter> wanneer de optie
Manage Virtual Disk
(virtuele schijf
beheren) is geselecteerd om het huidige RAID-volume te beheren.
Een RAID-volume synchroniseren (virtuele schijf)
Wanneer een RAID-volume is gesynchroniseerd, worden de gegevens op de
tweede vaste schijf met de gegevens op de primaire vaste schijf van het RAID-
niveau 1-volume door de firmware gesynchroniseerd. Volg deze stappen om
de synchronisatie voor een RAID-niveau 1-volume te starten:
1
Selecteer
Synchronize Virtual Disk
(virtuele schijf synchroniseren).
2
Druk op
Y
om de synchronisatie te starten of op
N
om deze te annuleren.
Een RAID-volume activeren
Een RAID-volume kan inactief worden als deze bijvoorbeeld wordt verwijderd van
een SAS 6/iR-controller of computer en naar een andere wordt verplaatst. Met de
optie Activate Virtual Disk (virtuele schijf activeren) kunt u een inactief RAID-
volume dat aan een systeem is toegevoegd, opnieuw activeren. Deze optie is alleen
beschikbaar wanneer het geselecteerde RAID-volume momenteel inactief is.
1
Selecteer
Activate Virtual Disk
(virtuele schijf activeren).
2
Druk op
Y
om met de activering verder te gaan of druk op
N
om deze te
annuleren. Na een onderbreking wordt het RAID-volume actief.
OPMERKING: De activering van een gemigreerd RAID-volume wordt alleen
ondersteund wanneer dit volume in een optimale staat is en alle geïnstalleerde
vaste schijven bevat.