user manual
72 De computer beveiligen
Een primair wachtwoord (of systeemwachtwoord) gebruiken
KENNISGEVING: Wanneer u de computer zonder toezicht aan laat staan en geen
systeemwachtwoord hebt toegekend, of als u de computer niet-afgesloten achterlaat
zodat iemand het wachtwoord kan wijzigen door een schakelaar om te zetten, kan
iedereen zich toegang verschaffen tot de gegevens die op uw vaste schijf zijn
opgeslagen.
Instellingsopties
U kunt geen nieuw systeemwachtwoord invoeren of het bestaande wijzigen,
wanneer een van de twee volgende opties wordt weergegeven:
•
Set
(ingesteld) — Er is een systeemwachtwoord toegewezen.
•
Disabled
(uitgeschakeld) — Het systeemwachtwoord wordt uitgeschakeld
door een jumperinstelling op de systeemkaart.
U kunt alleen een systeemwachtwoord toekennen als de volgende optie wordt
weergegeven:
•
Not Set
(niet ingesteld) — Er is geen systeemwachtwoord toegekend en de
wachtwoordjumper op de systeemkaart is ingeschakeld (standaard).
Een systeemwachtwoord toekennen
Wanneer u het veld wilt verlaten zonder een systeemwachtwoord toe te kennen,
drukt u op een willekeurig tijdstip op <Esc> voordat u stap 5 voltooit.
1
Voer System Setup uit (zie "System Setup" op pagina 81) en controleer of er
een veld
Instellingen ontgrendelen
aanwezig is onder
Security
(beveiliging).
2
Als het veld
Instellingen ontgrendelen
aanwezig is:
a
Gebruik de pijlen om naar het veld
Instellingen ontgrendelen
te bladeren.
b
Druk op <Enter> om het veld beschikbaar te maken.
c
Typ het beheerderswachtwoord in en druk op <Enter>.
3
Ga met de pijlen naar het veld
Systeemwachtwoord
en druk op <Enter>.