user manual
76 De computer beveiligen
3
Ga met de pijlen naar het veld
Beheerderswachtwoord
en druk op <Enter>.
4
Typ het nieuwe wachtwoord in het veld
Nieuw wachtwoord
.
U kunt maximaal 15 tekens gebruiken. Wanneer u een teken wilt wissen
terwijl u typt, drukt u op <Backspace> of op de pijl naar links. Het
wachtwoord is niet hoofdlettergevoelig.
Sommige toetsencombinaties zijn niet toegestaan. Wanneer u een van die
combinaties invoert, hoort u een pieptoon.
Elke keer als u een teken intypt (of op de spatiebalk drukt voor een spatie),
verschijnt in het veld een vervangende aanduiding.
5
Druk op <Enter>.
Als het nieuwe beheerderswachtwoord minder dan 15 tekens lang is, wordt
het hele veld met vervangende tekens gevuld.
6
U bevestigt het wachtwoord door het nogmaals in te voeren in het veld
Nieuw wachtwoord bevestigen
en opnieuw op <Enter> te drukken.
7
Druk op <Enter> als de prompt verschijnt.
De instelling van het beheerderswachtwoord verandert in
Set
(ingesteld).
8
Sluit System Setup af.
Een wijziging van het
Beheerderswachwoord
is direct werkzaam (de computer
hoeft niet opnieuw te worden gestart).
Werken met de computer met een geactiveerd beheerderswachtwoord
Wanneer u System Setup opent (zie "System Setup" op pagina 81), verschijnt
de optie
Instellingen ontgrendelen
.
Wanneer u niet het juiste beheerderswachtwoord invoert in het veld
Instellingen
ontgrendelen
invoert, kunt u de System Setup-opties van de computer bekijken,
maar niet wijzigen.
OPMERKING: Via Wachtwoordwijzigingen in combinatie met
Beheerderswachtwoord kunt u het systeemwachtwoord beschermen tegen
ongeautoriseerde wijzigingen.