Specifications

OPMERKING: U kunt de BIOS-versie beter niet bijwerken voor meer dan 3 revisies. Als u de BIOS-versie bijvoorbeeld wilt
bijwerken van 1.0 naar 7.0, moet u eerst versie 4.0 en vervolgens versie 7.0 installeren.
Systeem- en installatiewachtwoord
Tabel 20. Systeem- en installatiewachtwoord
Type wachtwoord Beschrijving
System Password (Systeemwachtwoord) Wachtwoord dat moet worden ingevuld om aan uw systeem in te
loggen.
Installatiewachtwoord Wachtwoord dat moet worden ingevuld voor toegang en het
aanbrengen van wijzigingen aan de BIOS-instellingen van uw
computer.
U kunt ter beveiliging van uw computer een wachtwoord voor het systeem en de installatie aanmaken.
WAARSCHUWING: De wachtwoordfunctie zorgt voor een basisbeveiliging van de gegevens in uw computer.
WAARSCHUWING: Iedereen heeft toegang tot de gegevens op uw computer als deze onbeheerd en niet vergrendeld wordt
achtergelaten.
OPMERKING: De functie voor het systeem- en installatiewachtwoord is uitgeschakeld.
Een systeem- en installatiewachtwoord toewijzen
U kunt alleen een nieuw Systeemwachtwoord instellen wanneer de status op Not Set (Niet ingesteld) staat.
Druk voor het openen van System setup na het aanzetten of opnieuw opstarten van de computer meteen op F2.
1 Selecteer in het scherm System BIOS (Systeem BIOS) of System Setup (Systeeminstallatie) de optie Security (Beveiliging) en
druk op Enter.
Het scherm Security (Beveiliging) wordt geopend.
2 Selecteer Systeemwachtwoord en maak een wachtwoord aan in het veld Enter the new password (Voer het nieuwe wachtwoord
in).
Hanteer de volgende richtlijnen om het systeemwachtwoord toe te kennen:
Een wachtwoord mag bestaan uit maximaal 32 tekens.
Het wachtwoord mag de nummers 0 t/m 9 bevatten.
Er mogen alleen kleine letters worden gebruikt.
Alleen de volgende speciale tekens zijn toegestaan: spatie, (”), (+), (,), (-), (.), (/), (;), ([), (\), (]), (`).
3 Typ het wachtwoord dat u eerder hebt ingevoerd in het veld Bevestig nieuw wachtwoord en klik op OK.
4 Druk op Esc waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan.
5 Druk op Y om de wijzigingen op te slaan.
Hierna wordt de computer opnieuw opgestart.
Een bestaand systeeminstallatiewachtwoord verwijderen of
wijzigen
Zorg dat de Password Status (Wachtwoordstatus) ontgrendeld is (in de systeemconguratie) voor u probeert om het bestaande
systeem- of installatiewachtwoord te verwijderen of te wijzigen. U kunt een bestaand systeem- of installatiewachtwoord niet verwijderen of
wijzigen als de Password Status (Wachtwoordstatus) is vergrendeld.
34
Opties voor System Setup