Dell Precision 7920 Rack Eigenaarshandleiding Regelgevingsmodel: E38S Regelgevingstype: E38S001 November 2020 Ver.
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen,en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van het product. WAARSCHUWING: WAARSCHUWINGEN duiden potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertellen u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: LET OP duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan. © 2018 2020 Dell Inc. of zijn dochtermaatschappijen. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Aan de computer werken.............................................................................................. 6 Veiligheidsinstructies............................................................................................................................................................. 6 Voordat u in de computer gaat werken..............................................................................................................................
Harde schijf.....................................................................................................................................................................36 Geheugenmodules......................................................................................................................................................... 44 Processors en warmteafleiders...................................................................................................................................
Hoofdstuk 6: BIOS en UEFI........................................................................................................... 110 Opties voor het beheren van de pre-besturingssysteemtoepassingen....................................................................... 110 Systeeminstallatie............................................................................................................................................................... 110 Systeeminstallatie bekijken..........................
1 Aan de computer werken Onderwerpen: • • • Veiligheidsinstructies Voordat u in de computer gaat werken Nadat u aan de computer heeft gewerkt Veiligheidsinstructies Vereisten Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw persoonlijke veiligheid te garanderen en de computer te beschermen tegen mogelijke schade.
Voordat u in de computer gaat werken Over deze taak Om schade aan de computer te voorkomen, moet u de volgende instructies opvolgen voordat u in de computer gaat werken. Stappen 1. Zorg dat u de Veiligheidsinstructies volgt. 2. Zet het systeem uit, inclusief eventueel aangesloten randapparatuur. 3. Koppel het systeem los van het stopcontact en koppel de randapparatuur los. 4. Verwijder zo nodig het systeem uit het rack. 5. Verwijder de bovenplaat van het systeem.
2 Aanzicht chassis Onderwerpen: • • • • Vooraanzicht chassis Achteraanzicht chassis In het systeem LCD-paneel Vooraanzicht chassis 1. 3. 5. 7. 9. 11. 8 Indicator systeemstatus iDRAC Quick Sync 2 Wireless-indicator USB 3.0-connector USB 2.0-connector VGA-connector USB 2.0-connector Aanzicht chassis 2. 4. 6. 8. 10.
Achteraanzicht chassis 1. 3. 5. 7. 9. 11. PCIe-sleuven voor uitbreidingskaarten PCIe-sleuven voor uitbreidingskaarten Voedingsapparaat (x2) USB 3.0-connectoren (x2) Seriële connector Systeemidentificatieconnector 2. 4. 6. 8. 10. 12.
Afbeelding 1. Binnenaanzicht chassis 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. moederkaart harde schijf koelventilator (6) in de koelventilatorassemblage DIMM-houders CPU DIMM blanco CPU 2 uitbreidingskaartverhoger 3A uitbreidingskaartverhoger 2A VFlash-connector moederbord uitbreidingskaartverhoger 1C CPU 1 LCD-paneel Het LCD-paneel biedt systeeminformatie, status- en foutmeldingen om aan te geven of het systeem correct werkt of dat het systeem moet worden nagekeken.
● Wanneer het systeem moet worden nagekeken, brandt de LCD-achtergrondverlichting oranje en geeft een foutcode weer gevolgd door een omschrijving. OPMERKING: Als het systeem op een voeding is aangesloten en er een fout wordt gedetecteerd, dan brandt het lcd-lampje oranje, ongeacht of het systeem aan of uit staat. ● Wanneer het systeem wordt uitgeschakeld en er geen fouten zijn, schakelt de LCD na vijf minuten inactiviteit over naar de standbymodus.
Installatiemenu OPMERKING: Wanneer u een optie in het installatiemenu selecteert, dan moet u de optie bevestigen voordat u met de volgende handeling verdergaat. Optie Omschrijving iDRAC Selecteer DHCP of statische IP om de netwerkmodus te configureren. Als statische IP is geselecteerd, zijn de beschikbare velden IP, Subnet (sub) en Gateway (Gtw). Selecteer DNS instellen om DNS in te schakelen en om domeinadressen weer te geven. Er zijn twee afzonderlijke DNS-vermeldingen beschikbaar.
3 Productoverzicht De volgende pagina's bevatten informatie over het productoverzicht van de Dell Precision 7920 Rack. Onderwerpen: • Plaatje met systeeminformatie Plaatje met systeeminformatie Precision 7920 Rack - Plaatje met systeeminformatie aan de voorkant Afbeelding 3. Gedrag van de led, Express Service Tag, Configuratie en indeling Precision 7920 Rack - Service-informatie Afbeelding 4.
4 Demonteren en hermonteren Onderwerpen: • • • • • • • • • • • • Productpositionering Aanbevolen hulpmiddelen Benodigde informatie Diagnostiek en lampjes Chassis-led's Jumpers en connectoren Demonteren en hermonteren GPU-hostkaart plaatsen BIOS updaten De servicetag herstellen met behulp van Easy Restore Installatie Systeeminformatie openen door middel van QRL Productpositionering Het Precision 7920 Rack is een platform dat geschikt is voor algemene doeleinden met zeer uitbreidbaar geheugen (tot 1536 GB),
Aanbevolen hulpmiddelen Tabel 2. Aanbevolen hulpmiddelen en optionele hulpmiddelen Aanbevolen hulpmiddelen Optionele hulpmiddelen ● ● ● ● ● ● Punttang om kabels en aansluitingen op moeilijk bereikbare plekken los te koppelen ● Kleine platte schroevendraaier om kleine kabels los te koppelen van kaarten Sleutel voor het systeemsleutelslot Kruiskopschroevendraaiers nr. 1 en nr.
Tabel 3. Veelvoorkomende foutberichten Gebeurtenisberichtvelden Onderdeel Omschrijving Bericht-ID De unieke alfanumerieke identifier voor de gebeurtenis. Deze identifier mag acht tekens lang zijn en bestaan uit twee delen: ● Het voorvoegsel van de bericht-ID: maximaal vier alfabetische tekens. ● Bericht-ID-reeks: maximaal vier cijfers. Bericht De tekst van het bericht die wordt weergegeven of geregistreerd als gevolg van de gebeurtenis.
Tabel 3. Veelvoorkomende foutberichten (vervolg) Gebeurtenisberichtvelden Onderdeel Omschrijving ● LC-logboek: gebeurtenis kan een Dell Lifecycle Controller logboekvermelding genereren. ● Lcd: gebeurtenis wordt weergegeven op de lcd van het systeem. ● Uitschakelen: gebeurtenis kan ervoor zorgen dat het systeem wordt uitgeschakeld. ● Stroomcyclus: gebeurtenis kan ervoor zorgen dat het systeem een stroomcyclus uitvoert. ● Resetten: gebeurtenis kan ervoor zorgen dat het systeem opnieuw wordt opgestart.
Chassis-led's De volgende pagina's bevatten de informatie over de chassis-led's. Statuslampjes OPMERKING: De diagnostische lampjes zijn niet aanwezig als het systeem is uitgerust met een lcd-scherm. OPMERKING: De statuslampjes zijn altijd uit en branden alleen continu oranje als er een fout optreedt. Tabel 4. Statuslampjes en beschrijvingen Pictogram 18 Beschrijving Situatie Corrigerende handeling Statuslampje Het lampje brandt continu blauw als het systeem in goede staat verkeert. Geen vereist.
Tabel 4. Statuslampjes en beschrijvingen (vervolg) Pictogram Beschrijving Situatie Corrigerende handeling terug. Als het probleem aanhoudt, raadpleegt u het Helpgedeelte. OPMERKING: Voor meer informatie over de ondersteunde PCIe-kaarten raadpleegt u het gedeelte Installatierichtlijnen voor de uitbreidingskaart. Codes van lampjes voor harde schijf Elke harde-schijfdrager heeft een activiteitenlampje en een statuslampje. De lampjes bieden informatie over de huidige status van de harde schijf.
Afbeelding 5. Lampjes voor harde schijf 1. activiteitenlampje voor harde schijf 2. statuslampje voor harde schijf 3. harde schijf OPMERKING: Als de harde schijf in de modus Advanced Host Controller Interface (AHCI) staat, gaat het statuslampje niet aan. OPMERKING: Het gedrag van statuslampjes voor de schijf wordt beheerd door Storage Spaces Direct. Mogelijk worden niet alle statuslampjes voor de schijf gebruikt. Tabel 5.
Afbeelding 6. Codes voor NIC-lampje 1. LED-indicator voor verbinding 2. LED-indicator voor activiteiten Tabel 6. Codes voor NIC-lampje Status Situatie De indicatoren voor verbinding en activiteiten zijn uitgeschakeld. De NIC is niet op het netwerk aangesloten. De indicator voor verbinding brandt groen en de indicator voor activiteiten knippert groen. De NIC is aangesloten op een geldig netwerk op maximale poortsnelheid en gegevens worden verzonden of ontvangen.
Tabel 7. Codes voor statuslampjes van PSU (vervolg) Codes van voedingslampje Situatie WAARSCHUWING: Koppel het netsnoer niet los en koppel de PSU niet los als de firmware wordt bijgewerkt. Als de firmware-update wordt onderbroken, werken de PSU's niet. Groen knipperend en gaat uit Als een PSU wordt aangesloten, knippert de PSU vijf keer groen op een snelheid van 4 Hz en gaat vervolgens uit. Dit geeft een PSU-ongelijkheid aan met betrekking tot efficiëntie, functies, status of het ondersteunde voltage.
iDRAC Quick Sync 2-indicatorcodes iDRAC Quick Sync 2-module (optioneel) bevindt zich op het voorpaneel van uw systeem. Afbeelding 8. iDRAC Quick Sync 2-indicator Tabel 9. iDRAC Quick Sync 2-indicatoren en -beschrijvingen iDRAC Quick Sync 2indicatorcode Situatie Corrigerende maatregel Uit (standaardstatus) Geeft aan dat de iDRAC Quick Sync 2functie is uitgeschakeld. Druk op de iDRAC Quick Sync 2-knop om de iDRAC Quick Sync 2-functie in te schakelen.
Dell Ingebouwde systeemdiagnostiek OPMERKING: De Dell Ingebouwde systeemdiagnostiek staat ook bekend als Enhanced Pre-boot System Assessment (ePSA)diagnostiek. De ingebouwde systeemdiagnostiek biedt een aantal opties voor specifieke apparaatgroepen of apparaten waarmee u het volgende kunt doen: ● ● ● ● ● ● tests automatisch of in interactieve modus laten uitvoeren tests herhalen Testresultaten weergeven of opslaan.
Afbeelding 10. Hulpprogramma's voor systemen 3. Wacht terwijl de snelle tests automatisch worden uitgevoerd. Afbeelding 11. Snelle test 4. Wanneer de tests zijn voltooid, kunt u de resultaten en aanvullende informatie bekijken op het tabblad Resultaten, het tabblad Systeemstatus, het tabblad Configuratie en het tabblad Gebeurtenislogboek. 5. Sluit het hulpprogramma voor Ingebouwde systeemdiagnostiek. 6. Als u de diagnose wilt verlaten, klikt u op Afsluiten. 7.
2. Selecteer Diagnoseprogramma voor hardware → Diagnoseprogramma voor hardware starten. Jumpers en connectoren In dit onderwerp vindt u specifieke informatie over de jumpers. Het biedt ook basisinformatie over jumpers en switches en beschrijft de connectoren op de verschillende kaarten in het systeem. Jumpers op de systeemkaart helpen bij het uitschakelen van het systeem- en installatiewachtwoord. U moet de connectoren op de systeemkaart kennen om onderdelen en kabels correct te installeren.
Moederbord-jumpers en connectoren Afbeelding 12. Moederbord-jumpers en connectoren Tabel 10.
Tabel 10.
Tabel 11. Jumperinstellingen van het moederbord (vervolg) Jumper Instelling Beschrijving De BIOS lokale toegang beveiligingsfuncties zijn ontgrendeld op de volgende AC-kracht cyclus. NVRAM_CLR De BIOS-configuratie-instellingen blijven behouden bij het opstarten. De BIOS-configuratieinstellingen worden gewist bij de volgende keer dat het systeem wordt opgestart. Een vergeten wachtwoord uitschakelen De softwarebeveiligingsfuncties van het systeem omvatten een systeemwachtwoord en een setup-wachtwoord.
OPMERKING: De montagekadertoets is aangesloten op het lcd-montagekaderpakket. 2. Ontgrendel het montagekader met behulp van de toets. 3. Druk op de ontgrendelknop om het montagekader te ontgrendelen en trek aan het linkeruiteinde van het montagekader. 4. Haal het rechtergedeelte los en verwijder het montagekader. Het montagekader aan de voorkant installeren Stappen 1. Zoek en verwijder de demontagekadersleutel. OPMERKING: De montagekadersleutel is bevestigd aan het lcd-montagekaderpakket. 2.
2. Til de vergrendeling omhoog totdat bovenplaat van het systeem terugschuift en de lipjes op de bovenplaat loskomen uit de sleuven op het systeem. 3. Pak de bovenplaat aan beide zijden vast en til deze voorzichtig van de behuizing. De bedekking van het systeem installeren Vereisten 1. Zorg ervoor dat alle interne kabels goed doorgeleid en aangesloten zijn, en dat er geen gereedschappen of andere onderdelen in het systeem over zijn gebleven. Stappen 1.
Stappen 1. Koppel de kabel van het optische station los van het optische station. 2. Druk op de blauwe vergrendeling en schuif het optische station uit het systeem. Vervolgstappen Installeer het optische station. Optisch station plaatsen Stappen 1. Schuif het optische station in het systeem totdat de vergrendeling vastklikt. 2. Sluit de kabel van het optische station aan op het optische station. 3. Plaats de bovenplaat van het systeem en het voorste montagekader indien van toepassing.
Stappen Houd de luchtmantel aan beide kanten vast en til deze uit het systeem. Vervolgstappen Installeer de mantel. De luchtmantel plaatsen Vereisten 1. Leid indien van toepassing de kabels binnenin het systeem langs de systeemwand en bevestig de kabels met behulp van de kabelbevestigingsbeugel. Stappen 1. Lijn de lipjes van luchtmantel uit met de sleuven op het systeem. 2. Laat de luchtmantel in het systeem zakken totdat deze stevig vastzit.
Koelventilator plaatsen Stappen 1. Lijn de geleiderails op de koelventilator uit met de standoffs op het systeem. 2. Laat de koelventilator in het systeem zakken totdat de koelventilatorconnectoren op de connectoren op het moederbord worden bevestigd. 3. Druk op de ontgrendelhendels om de koelventilator in het systeem te vergrendelen. Koelventilatoren Ventilator verwijderen Vereisten OPMERKING: Wanneer u de bovenplaat verwijdert als het systeem aan staat, loopt u kans op een elektrische schok.
Koelventilator plaatsen Stappen 1. Houd het vergrendelingslipje vast en lijn de connector aan de onderkant van de koelventilator uit met de connector op het moederbord. 2. Schuif de koelventilator in de koelventilatoreenheid totdat de vergrendelingslipjes vastklikken. Intrusieschakelaar Intrusieschakelaar verwijderen Vereisten 1. De koelventilator verwijderen Stappen Druk op de intrusieschakelaar en schuif deze uit de intrusieschakelaarsleuf.
Intrusieschakelaar installeren Stappen 1. Lijn de lipjes op de intrusieschakelaar uit met de sleuven op de koelventilator. 2. Trek de intrusieschakelaar omhoog en druk hem in totdat de schakelaar op zijn plaats wordt vergrendeld. Vervolgstappen 1. Installeer de koelventilator. Harde schijf Dummy harde schijf verwijderen Vereisten 1. Verwijder het montagekader als het geïnstalleerd is.
Dummy harde schijf plaatsen Stappen Plaats de dummy harde schijf in de betreffende sleuf en druk deze aan totdat de ontgrendelknop vastklikt. Vervolgstappen 1. Plaats voorste montagekader als dit was verwijderd. Harde schijf verwijderen Vereisten 1. Verwijder zo nodig het montagekader. 2. Bereid de harde schijf voor op verwijdering met behulp van de beheersoftware. Als de harde schijf online is, dan knippert de groene activiteiten- of foutindicator terwijl de schijf wordt uitgeschakeld.
Vervolgstappen Installeer de vaste schijf. OPMERKING: Als u de harde schijf niet onmiddellijk vervangt, plaatst u een dummy harde schijf in de lege hardeschijfsleuf. Harde schijf plaatsen Vereisten WAARSCHUWING: Wanneer u een vaste schijf installeert, moet u ervoor zorgen dat de naastgelegen schijven volledig geplaatst zijn.
Afbeelding 13. Harde schijf plaatsen Vervolgstappen Plaats zo nodig het montagekader. De 3,5-inch harde schijf uit de houder van de harde schijf verwijderen Stappen 1. Verwijder met kruiskopschroevendraaier 1 de schroeven uit de schuifrails op de houder van de harde schijf. 2. Til de harde schijf uit de houder. Vervolgstappen Plaats de harde schijf in de houder van de harde schijf.
De 3,5-inch harde schijf in de houder van de harde schijf plaatsen Stappen 1. Steek de harde schijf in de houder met het connectorgedeelte van de harde schijf naar de achterkant van de houder gericht. 2. Lijn de schroefgaten in de harde schijf uit met de schroefgaten in de houder van de harde schijf Wanneer de uitlijning goed is, dan is de achterkant van de harde schijf gelijk aan de achterkant van de houder. 3.
Vervolgstappen Installeer de vaste schijf. OPMERKING: Als u de harde schijf niet onmiddellijk vervangt, plaatst u een dummy harde schijf in de lege hardeschijfsleuf. De 2,5-inch harde schijf plaatsen Vereisten WAARSCHUWING: Zorg er bij het plaatsen van een harde schijf voor dat de naastgelegen schijven volledig geplaatst zijn.
Afbeelding 14. Harde schijf plaatsen Vervolgstappen Plaats zo nodig het montagekader. De 2,5-inch harde schijf uit de houder van de 3,5-inch harde schijf verwijderen Stappen 1. Verwijder met de kruiskopschroevendraaier 1 de schroeven uit de schuifrails op de houder van de 3,5-inch harde schijf en til de harde schijf eruit.
2. Verwijder de schroeven waarmee de 2,5-inch harde schijf aan de harde-schijfeenheid is bevestigd en verwijder de harde schijf. Vervolgstappen Plaats de harde schijf in de houder van de harde schijf. De 2,5-inch harde schijf in de houder van de 3,5-inch harde schijf plaatsen Stappen 1. Plaats de 2,5-inch harde schijf in de harde-schijfhouder en draai de schroeven vast.
2. Plaats de 2,5-inch harde schijf in de 3,5-inch harde-schijfhouder. 3. Lijn de schroefgaten in de harde schijf uit met de schroefgaten in de houder van de harde schijf. Geheugenmodules Geheugenmodules verwijderen Vereisten 1. Verwijder indien van toepassing de luchtmantel. GEVAAR: Laat de geheugenmodules afkoelen nadat u het systeem hebt afgesloten. Pak de geheugenmodules bij de kaartranden vast en voorkom dat u de onderdelen of de metalen contactpunten op de geheugenmodule aanraakt.
WAARSCHUWING: Om te zorgen voor de juiste koeling van het systeem moeten dummy geheugenmodules geplaatst worden in elke geheugenhouder die niet gevuld is. Verwijder dummy geheugenmodules alleen als u van plan bent om geheugenmodules te installeren in de betreffende houders. Stappen 1. Vind de juiste geheugenmodulehouder. 2. Duw de hefboompjes naar buiten aan beide uiteinden van de geheugenmodulehouder om de geheugenmodule uit de socket te verwijderen. 3.
Processors en warmteafleiders De processor en warmteafleider verwijderen Stappen 1. Draai met de Torx #T30-schroevendraaier de schroeven los. OPMERKING: Zorg ervoor dat de schroef volledig is losgedraaid voordat u doorgaat naar de volgende schroef. 2. Duw tegelijkertijd op beide borgklemmen en til de warmteafleider van de processor uit het systeem 3. Zet de module weg met processorzijde naar boven gericht. Afbeelding 15.
4. Til de beugel en de processor weg van de warmteafleider en plaats de processor-aansluiting op zijn kant op de processorlade. 5. Buig de buitenste randen van de houder om de processor uit de houder te verwijderen. OPMERKING: Zorg ervoor dat de processor en de houder in de lade worden geplaatst nadat u de warmteafleider hebt verwijderd. De processor installeren in de warmteafleider van de processormodule Stappen 1. Plaats de processor in de processorlade.
Afbeelding 16. De processorbeugel plaatsen 3. Als u een bestaande warmteafleider gebruikt, verwijdert u het thermische vet van de warmteafleider met een schone, pluisvrije doek. 4. Gebruik het thermische vetspuit die inbegrepen is bij de processorkit om het vet toe te brengen in de vorm van een spiraal met rechte zijden op de bovenkant van de processor. WAARSCHUWING: Het aanbrengen van te veel thermisch vet kan ertoe leiden dat er te veel vet in contact komt met de houder van de processor en deze vervuilt.
OPMERKING: ● Zorg ervoor dat de twee geleidepingaten in de beugel overeenkomen met de geleidegaten op de warmteafleider. Vervolgstappen 1. Installeer de processor en warmteafleidermodule. 2. Installeer luchtmantel. De processor en warmteafleidermodule plaatsen Stappen 1. Lijn de pin 1-indicator van de warmteafleider op het moederbord uit en plaats de processor en warmteafleidermodule op de processorhouder.
Afbeelding 18. De processor en warmteafleidermodule (2U) plaatsen Uitbreidingskaart Een uitbreidingskaart van de uitbreidingskaartverhoger verwijderen Vereisten 1. Koppel zo nodig de kabels los van de uitbreidingskaart. Stappen 1. Til de pal van de uitbreidingskaart uit de sleuf. 2. Pak de uitbreidingskaart bij de randen vast en trek de kaart totdat de randconnector losraakt van de uitbreidingskaart op de verhoger. Afbeelding 19.
Afbeelding 20. Uitbreidingskaart van de uitbreidingskaartverhoger 2 verwijderen Afbeelding 21. Uitbreidingskaart van de uitbreidingskaartverhoger 3 verwijderen 3. Als u de kaart permanent verwijdert, installeert u een metalen vulbeugel over de opening van de lege uitbreidingssleuf en sluit u de vergrendelpal van de uitbreidingskaart. OPMERKING: U moet een vulbeugel over een lege uitbreidingskaart plaatsen om te zorgen dat de systeem aan de FCCcertificering blijft voldoen.
Een uitbreidingskaart in de uitbreidingskaartverhoger installeren Vereisten 1. Pak de uitbreidingskaart uit en maak deze gereed voor installatie. OPMERKING: Raadpleeg de documentatie bij de kaart voor instructies. Stappen 1. Til de uitbreidingskaartvergrendeling omhoog en verwijder de vulbeugel. 2. Houd de kaart aan de randen en breng de kaartrandconnector op één lijn met de uitbreidingskaartconnector op de verhoger. 3.
Over deze taak OPMERKING: Als u een vervangende uitbreidingskaartverhoger 1 installeert, zorgt u ervoor dat de VROC-sleutel is overgedragen van de oude kaart naar de nieuwe kaart.
Stappen 1. Trek de pal van de uitbreidingskaart uit de sleuf. 2. Pak de uitbreidingskaart bij de randen vast en trek aan de kaart totdat de randconnector losraakt van de uitbreidingskaart op de verhoger. Afbeelding 22. Verwijderen van de uitbreidingskaartverhoger 1 De uitbreidingskaartverhoger 1 plaatsen Over deze taak OPMERKING: Als u een vervangende uitbreidingskaartverhoger 1 plaatst, zorgt u ervoor dat de VROC-sleutel wordt overgedragen van de oude kaart naar de nieuwe kaart.
Stappen 1. Lijn de geleiderails op de verhoger uit met de standoffs aan de zijkant van het systeem. 2. Laat de verhoger in het systeem zakken totdat de kaartconnector van de verhoger wordt bevestigd op de connector op het moederbord. Vervolgstappen 1. Plaats uitbreidingskaarten in de verhoger als deze waren verwijderd. 2. Sluit de kabel aan die is losgekoppeld van de uitbreidingskaart. 3. Installeer de benodigde stuurprogramma's voor de kaart zoals beschreven in de documentatie van de kaart.
b. Laat de verhoger in het systeem zakken totdat de verbinder van de verhoger wordt bevestigd op de verbinder op het moederbord. c. Draai met de kruiskopschroevendraaier #2 de schroeven vast om de verhoger aan het systeem te bevestigen. Vervolgstappen 1. Plaats uitbreidingskaarten in de verhoger en sluit eventuele kabels die zijn losgekoppeld aan zodra de verhoger is bevestigd. 2. Plaats zo nodig de luchtmantel.
a. Lipje op de verhoger met de sleuf op het systeem en de geleiderails op de verhoger met de standoffs aan de zijkant van het systeem. b. Laat de verhoger in het systeem zakken totdat de rand van de verhoger aan de connector op het moederbord wordt bevestigd. De rand van de verhogerkaart wordt bevestigd aan de verhogergeleider op het systeem. 2. Draai met de kruiskopschroevendraaier 2 de schroef vast om de verhoger aan het systeem te bevestigen. Vervolgstappen 1.
Vervolgstappen 1. Plaats indien van toepassing de PCIe-kaart op volledige hoogte in uitbreidingskaartriser 2. Netwerk dochterkaart De netwerk-dochterkaart verwijderen Vereisten 1. Verwijder de uitbreidingskaartverhoger 2. Stappen 1. Draai met een #2 Phillipsschroevendraaier de borgschroeven los waarmee de netwerk-dochterkaart op het moederbord vastzit. 2.
Moederkaart van harde schijf Moederkaart harde schijf verwijderen Vereisten WAARSCHUWING: Om schade aan de schijven en de moederkaart te voorkomen, verwijdert u de harde schijven uit het systeem voordat u de moederkaart verwijdert. WAARSCHUWING: Noteer het nummer van elke harde schijf en label ze tijdelijk voordat u de harde schijf verwijdert zodat u ze op dezelfde positie kunt terugplaatsen. 1. 2. 3. 4. 5. Verwijder de luchtmantel. Verwijder de koelventilator Verwijder de moederkaart-kap.
5. Installeer de luchtmantel. Voorste USB-module Voorste USB-module verwijderen Vereisten 1. Verwijder het montagekader. 2. Verwijder de bovenplaat van het systeem. Stappen 1. Maak de kabel los en verwijder de schroef waarmee de USB-module op het systeem vastzit. 2. Duw op de kabel en verwijder deze uit het systeem. 3. Verwijder de voorste USB-module uit het systeem. De voorste USB-module installeren Stappen 1. Plaats de voorste USB-module in de sleuf op het systeem. 2.
2. Verwijder de USB-sleutel als deze geïnstalleerd is. 3. Steek de nieuwe USB-sleutel in de USB-connector. Vervolgstappen 1. Druk tijdens het opstarten op om de Systeeminstallatie te openen en controleer of de USB-sleutel door het systeem gedetecteerd wordt.
Een AC-voedingsapparaat plaatsen Stappen Schuif de PSU in het systeem totdat de PSU vastzit en de vergrendeling vastklikt. Vervolgstappen 1. Sluit de stroomkabel op de PSU aan en steek de stekker in een stopcontact. WAARSCHUWING: Maak de kabel naar de PSU vast met het bandje wanneer u de stroomkabel van de PSU aansluit.
h. Interne USB-sleutel (indien geïnstalleerd) i. Processor en warmteafleidemodule j. Processors en dummy geheugen WAARSCHUWING: Om schade aan de pennen van de processor te voorkomen wanneer u een defect moederbord vervangt, moet u ervoor zorgen dat u de processorhouder met de beschermkap daarvoor afdekt. k. Geheugenmodules l. Netwerk dochterkaart Stappen 1. Koppel alle kabels los van de systeemkaart.
2. Vervang het volgende: a. Netwerk dochterkaart b. Interne USB-sleutel (indien van toepassing) c. USB 3.0-module d. vFlash-kaart e. Optisch station f. Alle uitbreidingskaartverhogers g. Processor en warmteafleider h. Processor en dummy geheugen i. Geheugenmodules j. Koelventilatoreenheid k. Luchtmantel l. Voedingseenheid/voedingseenheden 3. Sluit alle kabels weer aan op het moederbord.
Afbeelding 26. De TPM installeren Vervolgstappen 1. Plaats het moederbord. TPM initialiseren voor gebruikers van BitLocker Stappen Initialiseer de TPM. Raadpleeg voor meer informatie https://technet.microsoft.com/library/cc753140.aspx De TPM-status wordt gewijzigd in Ingeschakeld, Geactiveerd. TPM 1.2 initialiseren voor TXT-gebruikers Stappen 1. Druk tijdens het opstarten van uw systeem op om de System Setup te openen. 2.
Stappen 1. Trek de kabelvergrendeling omhoog en koppel de bedieningspaneelkabel los van het moederbord. 2. Verwijder met kruiskopschroevendraaier #1 de schroeven (6) waarmee het bedieningspaneel en de kabelbuis aan het systeem vastzitten. 3. Houd het bedieningspaneel en de kabelbuis bij de zijkanten vast en verwijder het bedieningspaneel en de kabelbuis van het systeem. Het linkerbedieningspaneel installeren Stappen 1. Leid de bedieningspaneelkabel door de zijwand van het systeem. 2.
Het rechterbedieningspaneel installeren Stappen 1. Leid de kabel van het bedieningspaneel en de VGA-kabel door de zijwand van het systeem. 2. Lijn het controlepaneel uit met de bedieningspaneelsleuf op het systeem en bevestig het bedieningspaneel aan het systeem. 3. Sluit de VGA-kabel aan op het moederbord. 4. Sluit de bedieningspaneelkabel aan op het moederbord en bevestig deze met behulp van de vergrendeling. 5.
Voer de volgende stappen uit om de alternatieve verhoger te plaatsen: 1. Verwijder eventueel aanwezige verhogers en GPU-stroomkabels uit sleuf 3 op het chassis. 2. Plaats de alternatieve verhoger 3 in de juiste sleuf op het moederbord en druk erop totdat deze stevig is bevestigd.
Installatie van Teradici Tera2220-hostkaarten In dit gedeelte wordt de installatie van Teradici-hostkaarten in het systeem beschreven. De hostkaarten moeten beschikken over de lage PCI-kaartbeugels zodat ze passen op riser 1 van de Dell Precision Rack 7910. Voer de volgende stappen uit om de hostkaart te installeren: 1. Verwijder de lage module die riser 1 bevat uit het chassis. 2. Open de PCI-kaartondersteuningsbeugel op de achterkant van de module.
3. Open de bevestigingsklem voor de lage PCI-kaarten. 4. Plaats de drie Teradici-hostkaarten in hun respectieve PCIe-slots. 5. Zorg ervoor dat de kaarten goed vastzitten en druk de bevestigings- en ondersteuningsbeugel terug op hun plek.
6. Sluit de aan/uit-knopkabels van de hostkaart aan op de achterkant van de Teradici-hostkaarten.
7. Plaats de lage module terug in het chassis in slot 1. Zorg ervoor dat de stroomkabels niet tussen de module en het chassis komen te zitten.
8. Zorg ervoor dat de module correct is uitgelijnd en druk deze stevig vast om deze in het slot te plaatsen. 9. Verwijder de CPU-luchtgeleidingsplaat uit het chassis.
10. Leid de kabel van de aan/uit-knop uit de dichtstbijzijnde Teradici-hostkaart, zoals hieronder wordt weergegeven, en plaats de 2-pins vrouwelijke connector in P34 op het moederbord. 11. Lus de overige connectoren door de 2-pins vrouwelijke connector aan te sluiten op de extra kabels en de mannelijke connector op de vorige kabel. 12.
De hostkaarten moeten beschikken over lage PCI-kaartbeugels die in riser 1 passen op de Dell Precision Rack 7910.
1. Plaats de GPU-stroomkabels in risers 2 en 3, zoals hieronder wordt weergegeven.
2. Sluit een van de 6-pins voedingsconnectoren aan op de eerste GPU en installeer de GPU in het onderste slot op riser 2. 3. Sluit de tweede 6-pins connector op dezelfde voeding aan op de tweede kaart en plaats deze in het bovenste slot op riser 2.
4. Druk de PCI-bevestigingsklem en ondersteunende klemmen naar beneden. 5. Sluit een 6-pins connector van de voeding aan op de derde kaart en plaats deze in het bovenste slot op riser 3.
6. Druk de PCI-bevestigingsklem en ondersteunende klemmen naar beneden. 7. De achterkant van het systeem zou eruit moeten zien als het diagram hieronder waarbij PCI-kaarten in slots 1-6 zitten. Bekabeling Teradici-hostkaarten naar GPU's Dit gedeelte beschrijft hoe de mini-DisplayPort (mDP)-naar-DisplayPort (DP)-kabels voor de Teradici-hostkaarten op het systeem worden aangesloten.
Tabel 12. Bekabeling Teradici-hostkaarten Teradici 2220-hostkaart NVIDIA Quadro K4200 PCI sleuf 1 <-> PCI sleuf 4 PCI sleuf 2 <-> PCI sleuf 5 PCI sleuf 3 <-> PCI sleuf 6 Voer de volgende stappen uit om de kabel te plaatsen: 1. Sluit de mDP-naar-DP-kabels van poort 2 aan op de GPU's voor poort 1 op de Teradici-hostkaarten, zoals hieronder getoond.
2. Sluit de mDP-naar-DP-kabels van poort 3 aan op de GPU's voor poort 2 op de Teradici-hostkaarten, zoals hieronder getoond. 3. Zorg ervoor dat alle kabels goed zijn geplaatst en werk ze indien gewenst netjes weg. 4. Het systeem is nu gereed voor installatie en configuratie.
Stappen 1. Kopieer het BIOS update-bestand op een USB-apparaat. 2. Steek het USB-apparaat in een van de USB-aansluitingen van uw systeem. 3. Zet uw systeem aan. 4. Druk tijdens het opstarten op F11 om de Boot Manager te openen. 5. Ga naar System Utilities (Hulpprogramma's voor systemen) → BIOS Update File Explorer voor systemen en selecteer het aangesloten USB-apparaat. 6. Selecteer vanaf de BIOS Update File Explorer het BIOS update-bestand.
Rekrails Het railaanbod bestaat uit twee soorten rails - schuifrails en statische rails. Met de schuifrails kan het systeem volledig uit het rek worden geschoven voor service. Ze zijn verkrijgbaar met of zonder de optionele Cable Management Arm (CMA). De statische rails ondersteunen een breder assortiment aan rekken dan de schuifrails. Ze bieden echter geen ondersteuning voor onderhoud in het rek en zijn dus niet compatibel met de CMA.
Tabel 13. Schuifrails en statische rails Rail-id Montageinterface Railtype Ondersteunde rektypen 4 poten 2 poten Vierkant Rond Met schroefdraad Flush Midden: B6 Ready Rails II Schuiven √ √ √ X X B4 Ready Rails Static (Statisch) √ √ √ √ √ OPMERKING: Schroeven zijn niet inbegrepen in de kits vanwege het feit dat rekken met schroefdraad worden aangeboden met verschillende schroefdraadaanduidingen.
Installatie van het rek OPMERKING: Voor de installatie van het 2U-systeem zijn twee personen nodig vanwege het zwaardere gewicht. Het systeem in het rek plaatsen (optie A: Drop-In) De schuifrails hebben een 'drop-in'-ontwerp. Dit betekent dat het systeem verticaal in de rails wordt geïnstalleerd door de standoffs in de zijkanten van het systeem in de 'J-sleuven' te plaatsen in de binnenrailonderdelen met de rails in de volledig uitgeschoven stand.
Afbeelding 27. Binnenrail naar buiten trekken 2. Zoek de standoff van de achterste rail aan elke kant van het systeem en laat ze in de achterste J-sleuven op de schuifeenheden zakken. 3. Draai het systeem naar beneden totdat alle railstandoffs zijn aangebracht in de J-sleuven. Afbeelding 28. Railstandoffs geplaatst in J-sleuven 4. Duw het systeem naar binnen totdat de vergrendeling op zijn plaats klikt 5.
Afbeelding 29. Schuif het systeem in het rek Het systeem in het rek plaatsen (optie B: Stab-In) De statische rails hebben een 'stab-in'-ontwerp. Dit betekent dat de binnenste (chassis) railonderdelen eerst aan de zijkanten van het systeem moeten worden bevestigd en vervolgens in de buitenste (kast) onderdelen worden geplaatst die in het rek zijn geïnstalleerd. 1. Trek de tussenliggende rails uit het rek totdat ze vastklikken. 2.
Afbeelding 30. De tussenliggende rail uit het rek trekken Tabel 15. Railcomponent Railcomponent 1 Tussenliggende rail 2 Binnenrail 3. Bevestig de binnenrails aan de zijkanten van het systeem door de J-sleuven op de rail uit te lijnen met de standoffs op het systeem en naar voren te schuiven op het systeem totdat ze vastklikken.
Afbeelding 31. Bevestig de binnenrails op het systeem 4. Installeer terwijl de tussenliggende rails zijn uitgeschoven het systeem in de uitgeschoven rails.
Afbeelding 32. Installeer het systeem in de uitgeschoven rails 5. Trek de blauwe schuiflipjes naar voren op beide rails en schuif het systeem in het rek. Afbeelding 33.
Initialisatie Nadat u uw systeem hebt ontvangen, moet u uw systeem instellen, het besturingssysteem installeren en het iDRAC IP-adres van het systeem instellen en configureren voor systeembeheer. Het systeem instellen ● Haal het systeem uit de verpakking. ● Plaats het systeem indien van toepassing in het rack. ● Sluit alle randapparatuur aan op het systeem. ● Steek de stekker van het systeem in een stopcontact. ● Schakel het systeem in door op de aan/uit-knop te drukken.
Methoden voor het installeren van het besturingssysteem Als het systeem is verzonden zonder besturingssysteem, kunt u het ondersteunde besturingssysteem op het systeem installeren met de volgende methoden: ● Dell Systems Management Tools en documentatiemedia: zie de documentatie van het besturingssysteem op Dell.com/ operatingsystemmanuals. ● Dell Lifecycle Controller: zie de Lifecycle Controller-documentatie op Dell.com/esmmanuals.
Stappen 1. Ga naar Dell.com/QRL en navigeer naar uw specifieke product of 2. Gebruik uw smartphone of tablet om de modelspecifieke Quick Resource (QR)-code op uw Dell-systeem of in de Quick Resource Locator-sectie te scannen.
5 Technologie en onderdelen De volgende secties bevatten informatie over de technologie en componenten in het systeem. Onderwerpen: • • • • • • • • • • iDRAC9 Dell Lifecycle Controller Processoren Chipset Systeemgeheugen LCD-paneel Uitbreidingskaarten en uitbreidingskaartverhogers Opslag Voedingseenheden Trusted Platform Module iDRAC9 De Integrated Dell Remote Access Controller (iDRAC) is ontworpen om systeembeheerders productiever te maken en de algehele beschikbaarheid van Dell systemen te verbeteren.
● Multi Vector-koeling voor betere luchtkoeling van PCIe-kaarten van derden. ● DHCP is het standaard iDRAC IP-adres (statisch was de standaardwaarde van eerdere generaties). ● Het standaardwachtwoord wordt willekeurig gegenereerd en afgedrukt op het informatielabel dat uitgetrokken kan worden, tenzij de legacy 'root/calvin' is besteld in de fabriek. ● iDRAC Direct USB aan de voorkant van het systeem is nu een micro-B-sleuf en is aangesloten op iDRAC voor een betere beveiliging.
Belangrijkste functies De belangrijkste functies van Lifecycle Controller zijn: ● Provisioning: volledige configuratie voorafgaand aan het besturingssysteem van een geïntegreerde interface. ● Implementatie: een vereenvoudigde installatie van het besturingssysteem met ingebouwde drivers op Lifecycle Controller. De installatiemodus zonder toezicht is beschikbaar voor Microsoft Windows- en Red Hat Enterprise Linux (RHEL) 7-besturingssystemen.
● Intel® Advanced Vector Extensions 512 (Intel® AVX-512) met een enkele AVX512 Fused multiply–add (FMA) uitvoeringseenheden. processors die geavanceerde RAS ondersteunen stellen een tweede FMA-uitvoeringseenheid in staat. Ondersteunde processors Tabel 16.
Tabel 16.
Tabel 16.
Tabel 16.
Tabel 16.
● Intel® Trace Hub voor foutopsporing Ga voor meer informatie naar Intel.com Systeemgeheugen Uw systeem ondersteunt DDR4 geregistreerde DIMM's (RDIMM's) en lastgereduceerde DIMM's (LRDIMM's). Het systeemgeheugen bevat de instructies die door de processor worden uitgevoerd. OPMERKING: MT/s duidt op DIMM-snelheid in Mega-overzettingen per seconde.
● In een configuratie met dubbele processoren moet de geheugenconfiguratie voor beide processoren identiek zijn. Als u bijvoorbeeld houder A1 voor processor 1 vult, dan vult u houder B1 voor processor 2, enzovoort. ● Vul zes geheugenmodules per processor (één DIMM per kanaal) tegelijk voor maximale prestaties. Geheugen De Precision 7920 Rack ondersteunt maximaal 24 DIMM's, met maximaal 1536 GB geheugen en snelheden van maximaal 2666 MT/s.
Tabel 20. Ondersteunde DIMM's DIMMcapaciteit (GB) DIMMsnelheid Type DIMM Rijen per DIMM Gegevensbreed te SDDCondersteuning DIMM-voltage 8 2666 MT/s RDIMM 1 x8 Geavanceerde ECC 1,2 16 2666 MT/s RDIMM 2 x8 Geavanceerde ECC 1,2 32 2666 MT/s RDIMM 2 x4 Alle modi 1,2 64 2666 MT/s LRDIMM 4 x4 Alle modi 1,2 Memory Speed De Precision 7920 Rack ondersteunt geheugensnelheden van 2666 MT/s, 2400 MT/s en 2133 MT/s afhankelijk van de geïnstalleerde DIMM-typen en de configuratie.
Afbeelding 34. Functies van het lcd-paneel Tabel 22. Functies van het lcd-paneel Ond Knop of erde beeldscherm el Omschrijving 1 Linkerzijde Verplaatst de cursor per keer één positie achterwaarts. 2 Selecteren Selecteert het menu-onderdeel dat door de cursor gemarkeerd wordt. 3 Rechts Verplaatst de cursor per keer één positie voorwaarts. Tijdens het doorlopen van de meldingen: ● Houd de rechterknop ingedrukt om de scrolsnelheid te versnellen. ● Laat de knop los om te stoppen.
Optie Omschrijving Set home Selecteer de standaardinformatie die op het Startscherm moet worden weergegeven. Zie het gedeelte Weergavemenu voor de opties en optie-items die standaard op het Startscherm kunt instellen. Weergavemenu OPMERKING: Wanneer u een optie in het weergavemenu selecteert dan moet u de optie bevestigen voordat u met de volgende handeling verdergaat. Optie Beschrijving iDRAC IP Toont de IPv4- of IPv6-adressen voor iDRAC9.
De volgende tabel bevat richtlijnen voor het installeren van uitbreidingskaarten om de juiste koeling te garanderen en zodat ze goed passen. De uitbreidingskaarten met de hoogste prioriteit moeten eerst worden geïnstalleerd volgens de aangegeven slotprioriteit. Alle andere uitbreidingskaarten moeten worden geïnstalleerd volgens de prioriteitsvolgorde van de kaarten en slots. Tabel 24.
7. Zoom4: Dual Zoom4 vereist dubbele CPU's en beide Zoom-kaarten moeten op CPU2 worden geplaatst (slots 4 en 8) 8. Geen Teradici P25 of P45 in slot 3 Opslag Het Precision 7920 Rack biedt schaalbare opslag die u kunt aanpassen aan uw werklast en operationele eisen. Het Precision 7920 Rack biedt opslaguitbreiding met de voorkant van de stationkooi. Vaste schijf Het Precision 7920 Rack-systeem ondersteunt SAS, SATA. Ondersteunde stations Tabel 25.
OPMERKING: Als twee voedingen worden gebruikt, moeten ze hetzelfde maximale uitgangsvermogen hebben. Hot spare-functie Uw systeem ondersteunt de Hot Spare-functie waarmee het teveel aan vermogen wordt gereduceerd dat het gevolg is van redundantie van het voedingsapparaat of PSU. Wanneer de Hot Spare-functie is ingeschakeld, wordt een van de redundante voedingen in de slaapstand gezet. Het actieve voedingsapparaat ondersteunt 100 procent van de werklast en werkt dus efficiënter.
6 BIOS en UEFI U kunt basisinstellingen en functies beheren van een systeem zonder het op te starten vanaf het besturingssysteem door middel van systeemfirmware.
Hoofdmenu Systeeminstallatie Optie Beschrijving System BIOS Hiermee kunt u de BIOS-instellingen configureren. iDRAC Settings Hiermee kunt u de iDRAC-instellingen configureren. Het hulpprogramma iDRAC Settings is een interface voor het instellen en configureren van de iDRAC-parameters met behulp van UEFI. U kunt diverse iDRAC-parameters in- of uitschakelen met behulp van het hulpprogramma iDRAC Settings.
Menuonderdeel Beschrijving Debug Menu Settings Dit veld regelt het seriële debug-uitvoerniveau voor bepaalde drivers. Gegevens van het scherm Systeeminformatie U kunt het scherm System Information (Systeeminformatie) gebruiken om eigenschappen van het systeem te bekijken, zoals de servicetag, welk model systeem, en de BIOS-versie.
Menuonderdeel Beschrijving System Memory Type Geeft het type geheugen weer dat in het systeem geplaatst is. System Memory Speed Geeft de snelheid van het systeemgeheugen weer. System Memory Voltage Geeft de spanning van het systeemgeheugen weer. Video Memory Geeft de hoeveelheid videogeheugen weer. System Memory Testing Geeft aan of er systeemgeheugentests worden uitgevoerd tijdens het opstarten van het systeem. Opties zijn Enabled (Ingeschakeld) en Disabled (Uitgeschakeld).
Menuonderdeel Beschrijving DCU Streamer Prefetcher Hiermee kunt u de streamer-prefetcher van de Data Cache Unit (DCU) in- of uitschakelen. Standaard is de optie DCU Streamer Prefetcher ingesteld op Enabled (Ingeschakeld). DCU IP Prefetcher Hiermee schakelt u de Data Cache Unit (DCU) IP-prefetcher in of uit. Standaard is de optie DCU IP Prefetcher ingesteld op Enabled (Ingeschakeld). Sub NUMA Cluster Hiermee schakelt u de Execute Disable-geheugenbeveiligingstechnologie in of uit.
Over deze taak U kunt het scherm SATA Settings (SATA-instellingen) bekijken door te klikken op System Setup Main Menu > System BIOS > SATA Settings(Hoofdscherm Systeeminstallatie > Systeem-BIOS > SATA-instellingen). De gegevens van het scherm SATA Settings staan hieronder uitgelegd. Menuonderdeel Beschrijving Embedded SATA Hiermee kan het ingebouwde SATA worden ingesteld op de modi Off (Uit), AHCI Mode (AHCI-modus), of RAID Mode (RAID-modus).
Menuonderdeel Beschrijving Drive Type Geeft het type schijf aan van de schijf die op de SATA-poort is aangesloten. Capaciteit Toont de totale capaciteit van de harde schijf. Het veld is niet gedefinieerd voor verwijderbare gegevensdragers, zoals optische schijven. Port H Geeft het schijftype van het geselecteerde apparaat aan. Model Geeft het schijfmodel van het geselecteerde apparaat aan. Drive Type Geeft het type schijf aan van de schijf die op de SATA-poort is aangesloten.
Over deze taak U kunt het scherm Boot Settings (Opstartinstellingen) bekijken door te klikken op System Setup Main Menu > System BIOS > Boot Settings (Hoofdscherm Systeeminstallatie > Systeem-BIOS > Opstartinstellingen). De gegevens op het scherm Boot Settings worden als volgt uitgelegd: Menuonderdeel Beschrijving Boot Mode Hiermee kunt u de opstartmodus van het systeem instellen.
Menuonderdeel Beschrijving Geïntegreerde NIC Poort 2 Partitie 1 Geïntegreerde NIC Poort 3 Partitie 1 Geïntegreerde NIC Poort 4 Partitie 1 Protocol Met dit veld beheert u het PXE-protocol dat wordt gebruikt voor het PXE-apparaat. Opties zijn IPv4 (standaard ingesteld) en IPv6 VLAN Hiermee kunt u het PXE-apparaat in- of uitschakelen. Opties zijn Enabled (Ingeschakeld) en Disabled (Uitgeschakeld; standaard ingesteld) VLAN-ID Toont de VLAN-id.
Menuonderdeel Beschrijving OPMERKING: Het selecteren van Only Back Ports On (alleen aansluitingen op de achterkant aan) en All Ports Off (alle aansluitingen uit) schakelt de aansluiting voor USB-beheer uit en beperkt tevens de toegang tot iDRAC-functies. Internal USB Port Hiermee schakelt u de interne USB-aansluiting in of uit. Standaard staat deze optie op On (Aan). USB-poort met iDRAC Direct De USB-poort met iDRAC Direct wordt exclusief beheerd door iDRAC zonder dat de host zichtbaar is.
Menuonderdeel Beschrijving 2. 3. 4. 5. 6.
Menuonderdeel Beschrijving Serial Communication Hiermee selecteert u apparaten voor seriële communicatie (Serial Device 1 en Serial Device 2) in het BIOS. U kunt ook BIOS console-omleiding inschakelen en het poortadres opgeven. Standaard staat de optie Serial Communication (Seriële communicatie) op Auto. Serial Port Address Hiermee kunt u het adres van de seriële poort voor seriële apparaten instellen.
Menuonderdeel Beschrijving Energy Efficient Turbo Hiermee wordt de Energy Efficient Turbo (Energiezuinige turbo) in- of uitgeschakeld. C1E Hiermee schakelt u de processor in of uit om over te schakelen naar een status van minimale prestaties wanneer de processor inactief is. Standaard staat de optie C1E op Disabled (Uitgeschakeld). C States Hiermee schakelt u de processor in of uit om in alle beschikbare energiestanden te werken. Standaard staat de optie C States op Enabled (Ingeschakeld).
Over deze taak U kunt het scherm System Security (Systeembeveiliging) bekijken door te klikken op System Setup Main Menu (Hoofdscherm Systeeminstallatie) > System BIOS (Systeem-BIOS) > System Security (Systeembeveiliging).
Over deze taak Klik in het Hoofdmenu van het installatiemenu op System BIOS > System Security > Secure Boot Custom Policy Settings (Systeem-BIOS > Systeembeveiliging > Instellingen Secure Boot Custom) De gegevens op het scherm Secure Boot Custom Policy Settings worden als volgt uitgelegd: Menuonderdeel Beschrijving Platform Key Importeert, exporteert, verwijdert of herstelt de platform-key (PK).
De technische en milieuspecificaties van uw systeem worden beschreven in deze sectie. OPMERKING: De interne kabelconnectoren zijn niet hot-pluggable. Systeemafmetingen Tabel 27. Afmetingen Systeem- Xa Xb Y Za (met montageka der) Precision Rack 7920 482,0 mm 434,0 mm (18,98 inches) (17,09 inches) 86,8 mm 35,84 mm (3,42 inches) (1,41 inches) Za (zonder montageka der) 22,0 mm Zb Zc 678,8 mm (26,72 (0,87 inches) inches) 715,5 mm (28,17 inches) Gewicht van behuizing Tabel 28.
● ● ● ● ● ● ● Intel Xeon E5-26xx v5 processor Intel Xeon E5-26xx v6 processor Intel Xeon Gold 52xx processors Intel Xeon Silver 42xx processors Intel Xeon Bronze 32xx processors Intel Xeon Platinum 82xx processors Intel Xeon Gold 62xx serie processors Specificaties van stroomvoorzieningen Het Precision Rack 7920-systeem ondersteunt maximaal twee AC-stroomvoorzieningen (PSU, Power Supply Units). Tabel 29.
Geheugenspecificaties Tabel 31.
Seriële connector Het Precision Rack 7920-systeem ondersteunt één seriële connector op het achterpaneel. Dit is een 9-pins connector met Data Terminal Equipment (DTE) die 16550-compatibel is. vFlash-kaart met interne dubbele SD-kaartmodule Het Precision Rack 7920-systeem ondersteunt de vFlash-kaart. Videospecificaties Het Precision Rack 7920-systeem ondersteunt de geïntegreerde Matrox G200eW3 grafische controller met een buffer van 16 MB aan videoframes. Tabel 32.
Tabel 35. Specificaties van maximumvibratie Maximumvibratie Specificaties Operationeel 0,26 Grms bij 5 Hz tot 350 Hz (alle drie de assen). Storage 1,88 Grms 10 Hz tot 500 Hz gedurende 15 minuten (alle zes de zijkanten getest). Tabel 36. Specificaties van maximumimpact Maximumimpact Specificaties Operationeel Zes achtereenvolgens uitgevoerde schokpulsen in de positieve en negatieve x-, y-, en z-assen van 6 G gedurende maximaal 11 ms.
Tabel 39. Specificaties van deeltjesverontreiniging (vervolg) Deeltjesverontreiniging Specificaties Corrosief stof ● De lucht moet vrij zijn van corrosief stof. ● Reststof dat aanwezig is in de lucht moet een vervloeipunt hebben van minder dan 60% relatieve luchtvochtigheid. OPMERKING: Deze conditie geldt voor datacenter- en nondatacenter-omgevingen. Tabel 40.
7 Problemen met uw systeem oplossen Veiligheid boven alles, voor u en uw systeem OPMERKING: Een groot aantal reparaties mag alleen door een erkend onderhoudstechnicus worden uitgevoerd. U mag alleen probleemoplossing en eenvoudige reparaties uitvoeren zoals toegestaan volgens de documentatie bij uw product of zoals geïnstrueerd door het online of telefonische team voor service en ondersteuning. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
Het venster ePSA Pre-Boot System Assessment wordt weergegeven met een overzicht van alle door de computer gedetecteerde apparaten. Het diagnoseprogramma start de tests voor alle gedetecteerde apparaten. Resultaten De ingebouwde systeemdiagnostiek van Dell Lifecycle Controller gebruiken Stappen 1. Druk tijdens het opstarten van het systeem op F10. 2.
8 Behulpzame informatie vinden Onderwerpen: • Contact opnemen met Dell Contact opnemen met Dell Vereisten OPMERKING: Als u niet over een actieve internetverbinding beschikt, kunt u contactgegevens vinden op de factuur, de pakbon of in de productcatalogus van Dell. Over deze taak Dell biedt verschillende online en telefonische ondersteuningsdiensten en -mogelijkheden. De beschikbaarheid verschilt per land en product en sommige services zijn mogelijk niet beschikbaar in uw regio.