Owners Manual

Menu-
onderdeel
Beschrijving
Energy Efficient
Turbo
Hiermee wordt de Energy Efficient Turbo (Energiezuinige turbo) in- of uitgeschakeld.
Energy Efficient Turbo (EET) is een werkingsstand waarin de kernfrequentie van een processor binnen het turbo-
bereik wordt aangepast op basis van werklast.
C1E Hiermee schakelt u de processor in of uit om over te schakelen naar een status van minimale prestaties wanneer
de processor inactief is. Standaard staat de optie C1E op Disabled (Uitgeschakeld).
C States Hiermee schakelt u de processor in of uit om in alle beschikbare energiestanden te werken. Standaard staat de
optie C States op Enabled (Ingeschakeld).
Write Data CRC Hiermee schakelt u CRC-gegevens schrijven in of uit. Standaard staat deze optie op Disabled (Uitgeschakeld).
Collaborative CPU
Performance
Control
Hiermee schakelt u het CPU-energiebeheer in of uit. Wanneer deze optie op Enabled (Ingeschakeld) staat, dan
wordt het CPU-energiebeheer geregeld door het DBPM van het besturingssysteem en het DBPM van het
systeem (DAPC, Dell Advanced Power Control). Standaard staat de optie op Disabled (Uitgeschakeld).
Memory Patrol
Scrub
Hiermee stelt u de patrol scrub-frequentie in. Standaard staat de optie Memory Patrol Scrub op Standard
(Standaard).
Memory Refresh
Rate
Hiermee stelt u de vernieuwingssnelheid van het geheugen in op 1x of 2x. Standaard staat de optie Memory
Refresh Rate (Geheugenvernieuwingsfrequentie) op 1x.
Uncore Frequency Hiermee wordt de Processor Uncore Frequency geselecteerd.
In de modus Dynamic kan de processor energiebronnen binnen de kernen optimaliseren en uit de kernen
verwijderen tijdens werking. De optimalisatie van de uncore-frequentie om energie te besparen of de prestaties te
verbeteren wordt beïnvloed door de instelling van de Energy Efficiency Policy (Instelling Energie-
efficiëntie).
Energy Efficient
Policy
Hiermee wordt de instelling Energy Efficient Policy geselecteerd.
De CPU gebruikt de instelling om de interne werking van de processor te beïnvloeden en bepaalt of de prestaties
omhoog moeten of meer energie moet worden bespaard.
Number of Turbo
Boot Enabled
Cores for
Processor 1
OPMERKING: Als het systeem twee processoren heeft, dan ziet u een invulveld voor Number of Turbo
Boost Enabled Cores for Processor 2 (Aantal Turbo Boot-cores voor Processor 2).
Hiermee wordt het aantal turbo boost-cores voor processor 1 geregeld. Standaard is het maximale aantal cores
ingeschakeld.
Monitor/Mwait Hiermee schakelt u de Monitor/Mwait-instructies in de processor in. Standaard staat de optie Monitor/Mwait op
Enabled (Ingeschakeld) voor alle systeemprofielen, behalve voor Custom (Aangepast).
OPMERKING: Deze optie kan alleen worden uitgeschakeld als de optie C States de modus Custom
(Aangepast) is uitgeschakeld.
OPMERKING: Wanneer C States is ingeschakeld in de modus Custom (Aangepast), heeft het wijzigen van
de instelling Monitor/Mwait geen invloed op de prestaties van het systeem.
CPU Interconnect
Bus Link Power
Management
Hiermee schakelt u CPU Interconnect Bus Link Power Management in of uit. Standaard staat de optie op
Disabled (Uitgeschakeld).
PCI ASPM L1 Link
Power
Management
Hiermee schakelt u PCI ASPM L1 Link Power Management in of uit. Standaard staat de optie op Disabled
(Uitgeschakeld).
Gegevens van het scherm System Security Settings
(Systeembeveiligingsinstellingen)
U kunt het scherm System Security (Systeembeveiliging) gebruiken om specifieke functies uit te voeren, zoals het instellen van het
systeemwachtwoord, het installatiewachtwoord en het uitschakelen van de aan-/uitknop
122
BIOS en UEFI