Dell Precision™ Mobile Workstation M65 Gebruikshandleiding Informatie zoeken Systeem-setup-programma Over de computer Reizen met uw computer Batterijen gebruiken Software opnieuw installeren Het toetsenbord gebruiken Onderdelen toevoegen en vervangen Multimedia gebruiken Dell™ QuickSet De monitor gebruiken Specificaties Netwerken gebruiken Help opvragen Kaarten gebruiken Bijlage De computer beveiligen Woordenlijst Problemen oplossen Klik op de koppelingen aan de linkerzijde voor informati
Terug naar inhoudspagina Over de computer Gebruikshandleiding Vooraanzicht Linkeraanzicht Aanzicht rechterkant Achteraanzicht Onderaanzicht Vooraanzicht 1 monitorvergrendeling 8 knoppen voor touchpad/track stick 2 monitor 9 track stick 3 aan/uit-knop 10 statuslampjes toetsenbord 4 statuslampjes apparaten 11 volumeknoppen 5 speakers (2) 12 dempknop 6 toetsenbord 13 omgevingslichtsensor 7 touchpad Monitorvergrendeling — Houdt de monitor dicht.
Gaat branden als u de computer aanzet en knippert als de computer zich in een energiebeheermodus bevindt. Gaat branden als de computer gegevens leest of wegschrijft. KENNISGEVING: Om gegevensverlies te voorkomen mag u nooit de computer uitzetten wanneer het lampje knippert Gaat aan en brandt aanhoudend/knippert om de status van de batterij-inhoud aan te geven. Gaat branden wanneer er draadloze apparaten zijn geactiveerd.
De groene lampjes bovenin het toetsenbord geven het volgende aan: Gaat branden als het numeriek toetsenbord is geactiveerd. Gaat branden als de hoofdletterfunctie is geactiveerd. Gaat branden als de scroll lock-functie is geactiveerd. volumeknoppen — Druk op deze knoppen om het volume te regelen. dempknop — Druk op deze knop om het volume uit te zetten.
audio-ingangen Sluit een koptelefoon op de ingang Sluit een microfoon op de ingang aan. aan. sleuf voor ExpressCard — Biedt ondersteuning voor PCI ExpressCards van 34 mm en 54 mm of USB-ExpressCards (zie Kaarten gebruiken). infraroodsensor — Hiermee kunt u bestanden van de computer overdragen naar een ander infrarood apparaat zonder kabelverbindingen te hoeven gebruiken. Wanneer u de computer ontvangt, is de sensor gedeactiveerd. U kunt het systeem-setup-programma gebruiken om de sensor te activeren.
sleuf voor smart card — Biedt ondersteuning voor één smart card (zie Smartcards). Aanzicht rechterkant 1 mediacompartiment 2 USB-ingangen (2) mediacompartiment — Biedt ondersteuning voor een diskettestation, optische stations, een tweede batterij of een tweede vaste schijf (zie Multimedia gebruiken). USB-ingangen Hierop kunnen USB-apparaten zoals een muis, toetsenbord of printer worden aangesloten.
van stroom voorziene USB 2.0-ingang Hierop kunnen apparaten worden aangesloten die aan de USB 2.0-specificatie voldoen, zoals een muis, toetsenbord of printer. Kan ook worden gebruikt voor randapparatuur waarvoor meer dan 5 V aan stroom is benodigd. modemingang (RJ-11) Als u de optionele interne modem hebt besteld, moet u de telefoonkabel aansluiten op de modemingang.
Onderaanzicht 1 ontgrendelingsschuifje van batterijhouder 4 ingang voor docking-apparaten 2 batterij 5 luchtspleten ventilator 3 geheugenmodulekap 6 vaste schijf ontgrendelingsschuifje van batterijhouder — Ontgrendelt de batterij. Raadpleeg voor meer informatie De batterij vervangen. batterij — Als een batterij is geïnstalleerd, kunt u de computer gebruiken zonder deze op een stopcontact is aangesloten (zie Batterijen gebruiken).
Terug naar inhoudspagina Bijlage Gebruikshandleiding De computer reinigen Productkennisgeving Macrovision FCC-kennisgeving (alleen V.S.) De computer reinigen LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de productinformatiegids raadplegen. Computer, toetsenbord en monitor LET OP: Voordat u de computer kunt reinigen moet u deze loskoppelen van het stopcontact en geïnstalleerde batterijen, indien van toepassing, verwijderen.
midden naar de buitenste rand van de schijf. Probeer in het geval van hardnekkig vuil gebruik te maken van water of een oplossing van water en milde zeep. U kunt ook in de handel verkrijgbare producten aanschaffen voor het reinigen van schijven die een bepaalde mate van bescherming bieden tegen stof, vingerafdrukken en krassen. Reinigingsproducten voor cd's zijn ook veilig voor gebruik met dvd's.
Terug naar inhoudspagina Batterijen gebruiken Gebruikshandleiding Batterijprestatie De lading van de batterij controleren Batterijvermogen sparen Energiebeheermodi De energiebeheerinstellingen configureren De batterij opladen De batterij vervangen Een batterij opslaan Batterijprestatie OPMERKING: Zie de productinformatiegids of het afzonderlijke papieren garantiedocument dat met uw computer is meegeleverd voor informatie over de Dell-garantie voor uw computer.
Voor meer informatie over QuickSet klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram op de taakbalk. Klik vervolgens op Help. Microsoft® Windows® Energiemeter De Windows Energiemeter geeft de resterende batterijlading weer. U kunt de energiemeter controleren door te dubbelklikken op het pictogram taakbalk. Als de computer op een stopcontact is aangesloten, verschijnt het pictogram op de .
Standby-modus De standby-modus bespaart energie door het beeldscherm en de vaste schijf uit te schakelen na een vooraf gedefinieerde periode van gebrek aan activiteit (een zogenaamde time-out). Als de computer de standby-modus verlaat, zal deze naar dezelfde werkstand terugkeren waarin hij verkeerde voordat de standby-modus werd geactiveerd. KENNISGEVING: Als de computer netstroom en batterijstroom verliest terwijl deze in de standby-modus verkeert, kan er gegevensverlies optreden.
Als u de computer aansluit op een stopcontact of een batterij aanbrengt terwijl de computer op een stopcontact is aangesloten, zal de computer de lading en temperatuur van de batterij controleren. Indien nodig zal de wisselstroomadapter de batterij opladen en de batterijlading op peil houden. Als de batterij verhit is geraakt door gebruik in de computer of omdat de omgevingstemperatuur te hoog is, is het mogelijk dat de batterij niet oplaadt als u de computer op een stopcontact aansluit.
Terug naar inhoudspagina Kaarten gebruiken Gebruikshandleiding Kaarttypen Dummy-kaarten Kaarten die uitsteken Een pc-kaart of ExpressCard installeren Een kaart of dummy-kaart verwijderen Kaarttypen Raadpleeg Specificaties voor informatie over ondersteunde kaarttypen. OPMERKING: Een pc-kaart is geen opstartbaar apparaat. De sleuf voor pc-kaart is voorzien van één ingang die ondersteuning biedt voor een enkele kaart van het type 1 of 2.
De computer herkent de meeste kaarten en zal automatisch het juiste stuurprogramma laden. Als het configuratieprogramma u aanspoort om de stuurprogramma's van de fabrikant te laden, moet u gebruikmaken van de diskette of cd die met de pc-kaart werd geleverd. ExpressCard 1. Hou de kaart op zodanige wijze vast dat het oriëntatiesymbool naar de sleuf wijst en de bovenkant van de kaart naar boven is gericht. De vergrendeling moet mogelijk in de "in"-stand worden gezet voordat u de kaart invoert. 2.
Terug naar inhoudspagina
Terug naar inhoudspagina De monitor gebruiken Gebruikshandleiding De helderheid bijstellen Van beeld wisselen De schermresolutie en verniewingsfrequentie instellen Dual Independent Display-modus Tussen het primaire en secundaire beeldscherm schakelen De omgevingslichtsensor gebruiken De helderheid bijstellen Als een Dell™-computer op batterijstroom draait, kunt u stroom besparen door de helderheid in te stellen op het laagst mogelijk niveau waarbij het nog steeds prettig is om naar het beeldscherm te kijk
1. Sluit de externe monitor, televisie of projector op de computer aan. 2. Klik op Start® Configuratiescherm® Beeldscherm® Instellingen. OPMERKING: Als u een resolutie of kleurpalet selecteert die hoger is dan door de monitor wordt ondersteund, zullen de instellingen automatisch worden bijgesteld naar de waarden die het meest in de buurt komen. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die met uw besturingssysteem werd meegeleverd. 3.
OPMERKING: De omgevingslichtsensor stelt alleen de achtergrondverlichting voor het beeldscherm van uw draagbare computer bij. Het kan niet de helderheid regelen van externe monitors of projectors.
Terug naar inhoudspagina Informatie zoeken Gebruikshandleiding OPMERKING: Sommige kenmerken of media zijn optioneel en zijn misschien niet meegeleverd met deze computer. Sommige kenmerken of media zijn niet beschikbaar in bepaalde landen. OPMERKING: Mogelijk werd er bij uw computer bijkomende informatie geleverd.
l l Servicelabel en code voor express-service Microsoft Windows-licentielabel Servicelabel en Microsoft® Windows®-licentie Deze labels bevinden zich aan de onderzijde van de computer. l l l l l l l l Oplossingen — Probleemwijzer, tips en advies van monteurs en online-cursussen, FAQ's Community — Online discussies met andere gebruikers van Dellproducten Upgrades — Upgrade-informatie voor onderdelen als het geheugen, de vaste schijf en het besturingssysteem.
OPMERKING: De kleur van de cd is afhankelijk van het besturingssysteem dat u hebt besteld.
Terug naar inhoudspagina Woordenlijst Gebruikshandleiding De termen die in deze woordenlijst worden vermeld, zijn alleen voor informatieve doeleinden bestemd en hebben al dan niet betrekking tot functies die met uw specifieke computer verband houden. A AC — alternating current (wisselstroom) — Het type elektriciteit dat uw computer van stroom voorziet wanneer u de netadapter aansluit op een stopcontact.
C — Celsius — Een temperatuurmetingsschaal waarbij 0° overeenkomt met het vriespunt en 100° overeenkomt met het kookpunt van water. cache — Een speciaal opslagmechanisme met hoge snelheid dat een speciaal gereserveerd onderdeel van het hoofdgeheugen kan zijn of een onafhankelijk opslagapparaat met hoge snelheid. Het cachegeheugen verbetert de efficiëntie van veel processorbewerkingen. L1-cache — Primair cachegeheugen dat binnen de processor is opgeslagen.
gewist of overschreven. (Dvd+rw-technologie verschilt van dvd-rw-technologie.) Dvd+rw-station — station dat in staat is om dvd's en de meeste cd-schijven te lezen en naar dvd+rw(rewritable dvd)-schijven te schrijven. Dvd-speler — De software die wordt gebruikt om dvd-films te bekijken. De dvd-speler toont een venster met knoppen die u kunt gebruiken om een film af te spelen. Dvd-station — Een station dat gebruikmaakt van optische technologie om gegevens van dvd's en cd's te lezen.
GHz — gigahertz — Een meeteenheid voor frequenties die overeenkomt met duizend miljoen Hz, oftewel duizend MHz. De snelheden voor computerprocessors, -bussen en -interfaces worden vaak uitgedrukt in GHz. grafisch geheugen — Geheugen dat bestaat uit geheugenchips die aan grafische functies zijn toegewezen. Het grafisch geheugen is doorgaans sneller dan het systeemgeheugen. De hoeveelheid geïnstalleerde grafische geheugen is met name van invloed op het aantal kleuren dat een programma kan weergeven.
zich dicht bij elkaar bevinden. Een LAN kan ongeacht de afstand met een ander LAN worden verbonden met behulp van telefoonlijnen en radiogolven. Op deze manier ontstaat een Wide Area Network (WAN). LCD — Liquid Crystal Display — De technologie die wordt gebruikt in beeldschermen voor draagbare computers en flatscreens. LED — Light Emitting Diode — Een elektronisch onderdeel dat licht uitstoot om de status van de computer aan te geven.
P parallelle ingang — Een I/O-poort die vaak wordt gebruikt om een parallelle printer op een computer aan te sluiten. Ook wel aangeduid als een LPT-poort. partitie — Een fysiek opslaggebied op een vaste schijf dat wordt toegewezen aan een of meer logische opslaggebieden die worden aangeduid met de term logische stations. Elke partitie kan meerdere logische stations bevatten. Pc-kaart — Een verwijderbare I/O-kaart die voldoet aan de PCMCIA-standaard. Modems en netwerkadapters zijn populaire typen pc-kaarten.
ScanDisk — Een hulpprogramma van Microsoft dat bestanden, mappen en het oppervlak van de vaste schijf op fouten controleert. ScanDisk wordt vaak uitgevoerd wanneer u de computer opnieuw start nadat deze gestopt is met reageren. schrijfbeveiligd — Bestanden of media die niet kunnen worden gewijzigd. U moet gegevens van een schrijfbeveiliging voorzien wanneer u niet wilt dat deze worden gewijzigd of vernietigd.
UMA — Unified Memory Allocation — Systeemgeheugen dat op dynamische wijze aan de grafische kaart wordt toegewezen. UPS — Uninterruptible Power Supply — Een reservestroomvoorziening die wordt gebruikt in geval van een stroomstoring of wanneer de stroom onder een acceptabel niveau valt. Een UPS kan een computer voor een beperkte tijd van stroom voorzien wanneer er geen netstroom voorradig is. UPS-systemen bieden normaliter piekonderdrukking en spanningsregeling.
Terug naar inhoudspagina
Terug naar inhoudspagina Help opvragen Gebruikshandleiding Hulp verkrijgen Problemen met uw bestelling Productinformatie Items retourneren voor reparatie of restitutie op basis van de garantievoorwaarden Voordat u belt Contact opnemen met Dell Hulp verkrijgen LET OP: Als u de computerkappen moet verwijderen, moet u er eerst voor zorgen dat de computer nergens van stroom wordt voorzien en de modemkabels uit alle stopcontacten halen. 1. Voltooi de procedures die zijn beschrijven in Problemen oplossen. 2.
support@us.dell.com apsupport@dell.com (alleen landen in Azië/Stille Zuidzee-gebied) support.jp.dell.com (alleen Japan) support.euro.dell.com (alleen Europa) l Elektronische offertedienst apmarketing@dell.com (alleen landen in Azië/Stille Zuidzee-gebied) sales_canada@dell.com (alleen Canada) AutoTech-dienst De geautomatiseerde technische ondersteuningsdienst van Dell —AutoTech— biedt antwoorden op de meest gestelde vragen van Dell-klanten over hun draagbare en desktopcomputers.
5. Verpak de geretourneerde apparatuur in de oorspronkelijke of een vergelijkbare verpakking. De verzendkosten zijn voor uw rekening. U bent verantwoordelijk voor het verzekeren van de geretourneerde producten en aansprakelijk voor het risico van verlies tijdens de verzending naar Dell. Pakketten die onder rembours zijn verzonden, worden niet geaccepteerd.
Amerikaanse Maagdeneilanden Algemene ondersteuning 1-877-673-3355 Anguilla Algemene ondersteuning gratis: 800-335-0031 Antigua en Barbuda Algemene ondersteuning 1-800-805-5924 Website: www.dell.com.ar E-mail: us_latin_services@dell.com Argentinië (Buenos Aires) Internationaal toegangsnummer: 00 Landnummer: 54 Kengetal: 11 Aruba E-mail voor desktop- en draagbare computers: la-techsupport@dell.com E-mail voor servers en opslagproducten van EMC®: la_enterprise@dell.
Chili (Santiago) Landnummer: 56 Verkoop, Klantenondersteuning en technische ondersteuning gratis: 1230-020-4823 Kengetal: 2 Support-website: support.dell.com.cn E-mailadres support: cn_support@dell.com E-mailadres Klantenondersteuning: customer_cn@dell.
Website: support.euro.dell.com E-mail: support.euro.dell.
Website: support.euro.dell.com E-mail: support.euro.dell.
toegangsnummer: 00 Landnummer: 60 Kengetal: 4 Technische ondersteuning (PowerApp, PowerEdge, PowerConnect en PowerVault) Klantenzorg gratis: 1800 881 386 gratis: 1800 881 306 (optie 6) Directe verkoop gratis: 1 800 888 202 Verkoop grootzakelijke ondernemingen gratis: 1 800 888 213 001-877-384-8979 Klantenondersteuning of 001-877-269-3383 50-81-8800 Mexico Verkoop of 01-800-888-3355 Internationaal toegangsnummer: 00 Landnummer: 52 001-877-384-8979 Klantenservice of 001-877-269-3383 50-81-8800 Cent
Polen (Warschau) Internationaal toegangsnummer: 011 E-mail: pl_support_tech@dell.com Tel. klantenservice 57 95 700 Klantenzorg 57 95 999 Verkoop 57 95 999 Fax klantenservice 57 95 806 Fax receptie 57 95 998 Algemeen 57 95 999 Landnummer: 48 Kengetal: 22 Portugal Website: support.euro.dell.com Internationaal toegangsnummer: 00 E-mail: support.euro.dell.
Landnummer: 66 Verkoop grootzakelijke ondernemingen Directe verkoop Trinidad & Tobago Algemene ondersteuning gratis: 1800 006 009 gratis: 180 0 006 006 1-800-805-8035 Website: support.euro.dell.com Tsjechische Republiek (Praag) E-mail: czech_dell@dell.
(1-877-335-5889) Zuid-Afrika (Johannesburg) Website: support.euro.dell.com E-mail: dell_za_support@dell.com Internationaal toegangsnummer: Gouden Queue 011 709 7713 Ondersteuning 011 709 7710 09/091 Klantenzorg 011 709 7707 Landnummer: 27 Verkoop 011 709 7700 Fax 011 706 0495 Algemeen 011 709 7700 Klantenondersteuning, klantendienst en verkoop (Penang, Maleisië) 604 633 4810 Kengetal: 11 Zuidoost Azië en het Stille Zuidzee-gebied Website: support.euro.dell.com E-mail: support.euro.dell.
Terug naar inhoudspagina Het toetsenbord gebruiken Gebruikshandleiding Numeriek toetsenblok Toetsencombinaties Touchpad Het dopje van de track stick vervangen Numeriek toetsenblok Het numerieke toetsenblok werkt op dezelfde manier als het numerieke toetsenblok op een extern toetsenbord. Elke toets op het toetsenblok heeft meerdere functies. De getallen en symbolen op het toetsenblok zijn blauw gemarkeerd aan de rechterzijde van de toetsen van het toetsenblok.
Activeert een energiebeheermodus. U kunt deze toetsenbordsnelkoppeling opnieuw programmeren zodat een andere energiebeheermodus wordt geactiveerd op het tabblad Geavanceerd in het venster Energiebeheer-instellingen (zie De energiebeheerinstellingen configureren). Zet de computer in de slaapstand. Hiervoor is Dell QuickSet vereist (zie Dell™ QuickSet).
1. Klik op Start® Configuratiescherm® Printers en andere hardware® Muis. Raadpleeg voor meer informatie over het configuratiescherm Windows Help en Support Center. 2. In het venster Muiseigenschappen doet u het volgende: 3. l Klik op het tabblad Apparaatkeuze om de touchpad en track stick te deactiveren. l Klik op het tabblad Aanwijzers om de instellingen van de touchpad en track stick te wijzigen. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het venster te sluiten.
Terug naar inhoudspagina Multimedia gebruiken Gebruikshandleiding Cd's of dvd's afspelen Het volume bijstellen Het beeld bijstellen Cd's of dvd's afspelen KENNISGEVING: Druk de cd- of dvd-schuif niet naar beneden wanneer u deze opent of sluit. Houd de schuif dicht wanneer u het cd- of dvd-station niet gebruikt. KENNISGEVING: Beweeg de computer niet terwijl u cd's of dvd's afspeelt. 1. Druk op de ejectknop aan de voorzijde van het station. 2. Trek de schuif naar buiten. 3.
Volumebedieningsknoppen U kunt het volume bijstellen met behulp van de volumebedieningsknoppen op de computer. Zie volumeknoppen. Het beeld bijstellen Als er een foutmelding verschijnt dat de huidige resolutie en de kleurdiepte te veel geheugen verbruiken en het afspelen van dvd's onmogelijk maken, moet u de eigenschappen van het beeldscherm bijstellen. 1. Klik op Start® Configuratiescherm® Beeldscherm. 2.
Terug naar inhoudspagina Netwerken gebruiken Gebruikshandleiding Een fysieke verbinding maken met een netwerk of breedbandmodem Wireless Local Area Network (WLAN) Mobiel breedbandnetwerk of Wireless Wide Area Network (WWAN) Dell™ Wi-Fi Catcher™ Network Locator Firewall voor internetverbinding Een fysieke verbinding maken met een netwerk of breedbandmodem Voordat u uw computer aansluit op een netwerk dat geen draadloos netwerk is, moet er een netwerkkabel op de computer zijn aangesloten.
Benodigdheden voor een WLAN-verbinding Voordat u een WLAN kunt instellen, hebt u het volgende nodig: l Hogesnelheid (breedband) internettoegang (zoals een kabel- of ADSL-verbinding) l Een breedbandmodem die is aangesloten en ingeschakeld l Een draadloze router of access point l Een draadloze netwerkkaart voor elke computer die u op uw WLAN wilt aansluiten l Een netwerkkabel met een network (RJ-45)-stekker De draadloze netwerkkaart controleren Afhankelijk van uw selectie tijdens de aanschaf van de
6. Koppel de netadapterkabel los van de draadloze router om er zeker van te zijn dat de router niet van stroom wordt voorzien. 7. Sluit een netwerkkabel aan op de netwerk (RJ-45)-ingang op de breedbandmodem wanneer deze geen stroom ontvangt. 8. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op de internetnetwerk (RJ-45)-ingang op de draadloze router wanneer deze geen stroom ontvangt. 9.
U krijgt als volgt toegang tot het Help and Support Center: 1. Klik op de knop Start en klik vervolgens op Help en ondersteuning. 2. Selecteer bij Pick a Help topic (Kies een hulponderwerp) de optie Dell User and System Guides (Gebruikers- en systeemhandleidingen van Dell). 3. Selecteer bij Device Guides (Apparaathandleidingen) de documentatie voor uw draadloze netwerkkaart.
OPMERKING: Deze instructies zijn louter van toepassing op ExpressCards/minikaarten voor mobiele breedbandnetwerken. Ze zijn niet van toepassing op ingebouwde kaarten met draadloze Bluetooth®-technologie of minikaarten voor WLAN's. OPMERKING: Voordat u een internetverbinding maakt, moet u de mobiele breedbanddienst activeren via uw mobiele provider.
Firewall voor internetverbinding De firewall voor internetverbindingen biedt basisbeveiliging tegen toegang tot de computer door onbevoegden terwijl de computer met internet is verbonden. De firewall wordt automatisch geactiveerd wanneer u de Wizard Netwerkinstallatie uitvoert. Als de firewall is geactiveerd voor een netwerkverbinding zal het firewall-pictogram worden weergegeven op een rode achtergrond in het gedeelte Netwerkverbindingen van het configuratiescherm.
Terug naar inhoudspagina Onderdelen toevoegen en vervangen Gebruikshandleiding Voordat u begint Vaste schijf Mediacompartiment Scharnierkap Toetsenbord Geheugen Subscriber Identity Module (SIM)-kaart Draadloze kaarts Ingebouwde kaart met draadloze Bluetooth®-technologie Knoopcel Voordat u begint Dit hoofdstuk beschrijft de procedures voor het verwijderen en installeren van onderdelen voor uw computer.
KENNISGEVING: Om schade aan de computer te voorkomen moet u de volgende instructies opvolgen voordat u binnen de computer gaat werken. 1. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen dat de computerkap bekrast raakt. 2. Zet de computer uit (zie De computer uitzetten). KENNISGEVING: Om een netwerkkabel te ontkoppelen, moet u eerst de kabel uit de computer halen en vervolgens de kabel uit het netwerkcontact halen. 3. Koppel telefoon- en netwerkkabels los van de computer. 4.
KENNISGEVING: Schuif de schijf op krachtige en gelijkmatige wijze in zijn plek. Als u teveel kracht zet, kunt u de ingang van de vaste schijf beschadigen. 5. Schuif de nieuwe vaste schijf in zijn compartiment en in de ingang voor de vaste schijf totdat deze goed op zijn plaats zit. 6. Breng de schroeven opnieuw aan. 7. Installeer het besturingssysteem voor uw computer (zie Het besturingssysteem herstellen). 8.
Apparaten in het mediacompartiment installeren en verwijderen OPMERKING: Als de apparaatbeveiligingsschroef niet is aangebracht, kunt u apparaten verwijderen en installeren terwijl de computer aanstaat en niet is aangesloten op een docking-apparaat (gekoppeld). KENNISGEVING: Om schade aan apparaten te voorkomen, moet u ze bewaren op een veilige, droge locatie als ze niet op de computer zijn geïnstalleerd. Duw niet op de stations en leg er geen zware objecten op. 1.
1 scharnierkap 2 spleet 4. Breng de scharnierkap iets omhoog door deze van rechts naar links te bewegen en verwijder deze. 5. Om de scharnierkap te vervangen brengt u de linkerzijde van de kap aan op de sleuf van de scharnierkap en drukt u van links naar rechts totdat de kap op zijn plek klikt. Toetsenbord LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
1 toetsenbord 4 toetsenbordingang 2 schroeven toetsenbord 3 kabelingang KENNISGEVING: Om te voorkomen dat er tijdens het vervangen van het toetsenbord krassen op de polssteun ontstaan, moet u de lipjes langs de voorkant van het toetsenbord trekken en vasthaken aan de polssteun. Vervolgens moet u het toetsenbord goed vastzetten. 6. Om het toetsenbord te vervangen sluit u de stekker van het toetsenbord op het moederbord aan. 7.
KENNISGEVING: Breng geheugenmodules met een hoek van 45 graden aan om schade aan de ingang te voorkomen. OPMERKING: Als de geheugenmodule niet op juiste wijze wordt geïnstalleerd, is het mogelijk dat de computer niet meer op de juiste wijze opstart. Er is geen foutmelding die een dergelijke fout aanwijst. 6. Aard uzelf en installeer de nieuwe geheugenmodule: a. b. Lijn de inkeping in de kaartrandconnector van de module uit met het lipje in de ingangssleuf.
1 geheugenmodule 2 bevestigingsklemmen (2) KENNISGEVING: Als u geheugenmodules op twee ingangen moet installeren, moet u een geheugenmodule installeren in de ingang die is aangeduid als "DIMMA" voordat u een module installeert in de ingang die is aangeduid als "DIMMB." Breng de geheugenmodules aan in een hoek van 45 graden om schade aan de ingang te voorkomen. OPMERKING: Als de geheugemodule niet op juiste wijze wordt geïnstalleerd, is het mogelijk dat de computer niet meer op de juiste wijze opstart.
1 SIM-kaart 3. Schuif de SIM-kaart in het compartiment. De afgesneden hoek van de kaart moet van het compartiment weg gericht zijn. Draadloze kaarts Als u een draadloze LAN- of WAN-kaart bij uw computer hebt besteld, zal de kaart reeds geïnstalleerd zijn. LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
c. Til de kaart uit de ingang omhoog. KENNISGEVING: De kaartingangen zijn zodanig ontworpen dat kaarten alleen op de juiste wijze kunnen worden aangebracht. Als u weerstand voelt, moet u de ingangen controleren en de kaart in de juiste stand aanbrengen. OPMERKING: Plaats geen mobiele breedbandnetwerkkaart in de WLAN-kaartsleuf. OPMERKING: De WLAN-kaart kan afhankelijk van het type dat u hebt besteld, drie ingangen hebben. 6.
1 mobiele breedbandkaart c. 2 metalen bevestigingslipjes (2) Til de kaart uit de ingang. KENNISGEVING: De kaartingangen zijn zodanig ontworpen dat kaarten alleen op de juiste wijze kunnen worden aangebracht. Als u weerstand voelt, moet u de ingangen controleren en de kaart in de juiste stand aanbrengen. 6. Installeer de kaart: KENNISGEVING: Om schade aan de mobiele breedbandkaart te voorkomen, mag u nooit kabels bovenop of onder de kaart plaatsen. a.
4. 1 b. Draai de kaart naar de voorzijde van de computer. c. Til de kaart uit de computer. Haal de kaart uit de kabelingang. kaart 2 kaartingang 3 kabelstekker voor kaart Knoopcel LET OP: Voordat u de volgende procedures uitvoert, dient u de veiligheidsinstructies in de productinformatiegidste raadplegen.
Terug naar inhoudspagina
Terug naar inhoudspagina Dell™ QuickSet Gebruikshandleiding OPMERKING: Deze functie is mogelijk niet beschikbaar op uw computer. Dell™ QuickSet zorgt ervoor dat u de volgende typen instellingen makkelijk kunt configureren of weergeven: l Netwerkconnectiviteit l Energiebeheer l Beeldscherm l Systeeminformatie Afhankelijk van hetgeen u in Dell™ QuickSet wilt doen, kunt u het programma starten door te klikken op, -het QuickSet-pictogram Microsoft® Windows®.
Terug naar inhoudspagina De computer beveiligen Gebruikshandleiding Beveiligingskabelslot Smartcards Wachtwoorden Trusted Platform Module (TPM) Software voor beveiligingsbeheer Computertraceringssoftware Als uw computer zoekraakt of wordt gestolen OPMERKING: Raadpleeg voor informatie over het beveiligen van de computer tijdens reizen Reizen met uw computer. Beveiligingskabelslot OPMERKING: Bij uw computer wordt geen beveiligingskabelslot geleverd.
1 goudkleurig contactgebied 2. 2 smartcard (bovenkant) Schuif de smartcard in de smartcard-sleuf totdat de kaart volledig in de ingang is aangebracht. De smartcard steekt ongeveer 1,25 cm uit de sleuf. De smartcard-sleuf bevindt zich onder de sleuf voor pc- kaarten. Als u teveel weerstand ondervindt, mag u de kaart niet forceren. Controleer of de juiste kant van de kaart is gebruikt en probeer het opnieuw.
Het beheerderwachtwoord heeft ten doel om systeembeheerders of onderhoudstechnici toegang te geven tot computers voor reparatie- of configuratiedoeleinden. Beheerders of technici kunnen identieke beheerderwachtwoorden toewijzen aan groepen computers. Dit betekent dat u een uniek hoofdwachtwoord kunt toewijzen. Om beheerderwachtwoord in te stellen of wijzigen klikt u in Configuratiescherm op User Accounts (Gebruikersaccounts).
a. Start de computer opnieuw en druk tijdens de Power On Self Test op om het systeem- setup-programma te starten. b. Selecteer Security (Beveiliging)® TPM Activation (TPM-activatie) en druk op . c. Selecteer in TPM Activation (TPM-activatie) de optie Activate (Activeren) en druk op . OPMERKING: U hoeft TPM slechts één keer te activeren. d. Als het proces eenmaal is voltooid, zal de computer ofwel automatisch opnieuw starten of u vragen om de computer te herstarten.
Terug naar inhoudspagina Systeem-setup-programma Gebruikshandleiding Overzicht De vensters van het systeem-setup-prorgramma weergeven Vensters van het systeem-setup-programma Vaak gebruikte instellingen Overzicht OPMERKING: Het besturingssysteem is in staat om automatisch de meeste opties te configureren die in het systeem-setup-programma beschikbaar zijn. De opties die u hebt ingesteld met behulp van het systeem-setup-programma zullen daardoor worden overschreven.
de opstartvolgorde bepalen en apparaten activeren/deactiveren met behulp van de pagina Boot Sequence (Opstartvolgorde). Deze pagina vindt u in de categorie System (Systeem). OPMERKING: Raadpleeg om de opstartvolgorde eenmalig te wijzigen Een eenmalige opstartprocedure uitvoeren.
instellen en gebruiken van een infrarood apparaat de documentatie voor het infrarode apparaat en Windows Help en Support Center.
Terug naar inhoudspagina Software opnieuw installeren Gebruikshandleiding Stuurprogramma's Problemen met incompatibiliteit van hardware of software oplossen Het besturingssysteem herstellen Stuurprogramma's Wat is een stuurprogramma? Een stuurprogramma is een programma waarmee een apparaat zoals een printer, muis of toetsenbord wordt bestuurd. Voor alle apparaten is een stuurprogramma vereist.
Als Vorig stuurprogramma het probleem niet kan oplossen, gebruikt u Systeemherstel om de computer terug te zetten naar de werkstand voordat u het nieuwe stuurprogramma installeerde (zie Microsoft Windows XP Systeemherstel gebruiken). De cd Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma) gebruiken OPMERKING: De cd Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma) kan optioneel zijn en is mogelijk niet meegeleverd met deze computer.
2. Type afhankelijk van te taalversie hardware troubleshooter of probleemoplosser voor hardware in het vak Zoeken en klik op de pijl om de zoekactie te starten. 3. Klik op Probleemoplosser voor hardware® Ik moet een hardwareconflict op deze computer oplossen® Volgende.
Het laatste systeemherstel ongedaan maken KENNISGEVING: Voordat u het laatste systeemherstel ongedaan maakt, dient u alle geopende bestanden te sluiten en dient u alle geopende programma's af te sluiten. Zorg ervoor dat u geen bestanden of programma's wijzigt, opent of verwijdert tot het systeemherstel is voltooid. 1. Klik op Start® Alle programma's® Accessoires® Systeemwerkset® Systeemherstel. 2. Klik op De laatste herstelbewerking ongedaan maken® Volgende.
Terug naar inhoudspagina Specificaties Gebruikshandleiding Processor Processortype Intel® Core™ Duo-processor OPMERKING: Afhankelijk van de configuratie van uw bestelling is uw computer mogelijk uitgerust met een Intel® Core™ Solo-processor.
Porten en ingangen Serieel 9-pins stekker; 16550C-compatible, 16-byte bufferingang Video 15-gats connector Audio mini-ingang voor microfoon, mini-ingang voor stereokoptelefoon/speakers USB vier 4-pins USB 2.0-ingangen Infrarode sensor sensor compatibel met IrDA-standaard 1.1 (snel infrarood) en IrDA-standaard 1.
Diagonaal Bedieningshoek 391,16 mm (15,4 inch) 0° (gesloten) tot 180° Gezichtshoeken: WXGA horizontaal 40/40° WXGA verticaal 10/30° WSXGA+ horizontaal 65/65° WSXGA+ verticaal 50/50° WUXGA horizontaal 65/65° WUXGA verticaal 50/50° Pixelpitch: WXGA 0,2588 (15,4 inch) WSXGA+ 0,1971 (15,4 inch) WUXGA 0,1725 (15,4 inch) Energieverbruik (paneel met lampje aan achterzijde) (typisch): WXGA 5,0 W (max.) WSXGA+ 5,5 W (max.) WUXGA 6,0 W (max.
Raadpleeg voor meer informatie Batterijprestatie. Levensduur (geschat) 500 laad/ontladingscycli Temperatuurbereik: Werktemperatuur 0° tot 35°C ( 32° tot 95°F) Opslagtemperatuur –40° tot 65°C (–40° tot 149°F) Netadapter Invoerstroom 100–240 VAC Ingangsstroom (maximum) 1,5 A Ingangsfrequentie 50–60 Hz Uitvoerstroom 4,62 A Uitgangsstroom 90 W Toegekende uitgangsspanning 19,5 VDC Afmetingen: Hoogte 27,94 mm (1.1 inch) Breedte 58,42 mm (2.
Terug naar inhoudspagina Gebruikshandleiding Klik op de koppelingen aan de linkerzijde voor informatie over de functies en bediening van de computer. Raadpleeg voor informatie over de andere documentatie die met uw computer werd geleverd Informatie zoeken. OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer. KENNISGEVING: Een KENNISGEVING duidt mogelijke beschadiging van de hardware of gegevensverlies aan en geeft aan hoe u dergelijke problemen kunt voorkomen.
Terug naar inhoudspagina Reizen met uw computer Gebruikshandleiding Uw computer identificeren De computer inpakken Reistips Uw computer identificeren l Bevestig een naamplaatje of een visitekaartje aan de computer. l Noteer het nummer van uw servicelabel en bewaar deze op een veilige locatie uit de buurt van uw computer of draagtas. Gebruik het servicelabel als u verlies of diefstal moet rapporteren aan vertegenwoordigers van de rechtshandhaving en/of aan Dell.
l l Zorg ervoor dat u over een opgeladen batterij beschikt in het geval dat u wordt gevraagd om de computer aan te zetten. Voordat u aan boord gaat van het vliegtuig, moet u nagaan of het gebruik van een computer is toegestaan. Sommige luchtvaartmaatschappijen verbieden het gebruik van elektronische apparatuur tijdens de vlucht. Alle luchtvaartmaatschappijen verbieden het gebruik van elektronische apparatuur tijdens het opstijgen en landen.
Terug naar inhoudspagina Problemen oplossen Gebruikshandleiding Dell Technical Update Service Geheugenproblemen Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) Netwerkproblemen Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) Problemen met pc-kaarten of ExpressCards Problemen met stations Problemen met de stroomvoorziening Problemen met e-mail, modems en internet Problemen met de printer Foutmeldingen Problemen met de scanner Problemen met IEEE 1394-apparaten Problemen met het geluid en de speakers Prob
OPMERKING: Als er een bericht verschijnt dat er geen partitie met een diagnostisch hulpprogramma is aangetroffen, moet u Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uitvoeren vanaf de optionele cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's). De computer voert een Pre-boot System Assessment (systeemanalyse) uit, een reeks aanvankelijke tests van het moederbord, toetsenbord, de vaste schijf en het computerscherm. Beantwoord tijdens de analyse eventuele vragen die worden gesteld.
test op een van de tabbladen klikken die in de volgende tabel worden beschreven. Tabblad Functie Results (Resultaten) Hier worden de resultaten van de test weergegeven, samen met eventuele foutcondities die zijn aangetroffen. Errors (Fouten) Geeft de aangetroffen foutcondities en de foutcodes weer, en een beschrijving van het probleem. Help Hier wordt de test beschreven en worden eventuele vereisten voor het uitvoeren van de test vermeld.
Voor meer informatie over de Dell Support Utility (Dell Support-hulpprogramma) kunt u klikken op het vraagteken (?) bovenin het Dell™ Support-venster. Problemen met stations LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen. Vul tijdens deze tests de diagnostische checklist in (zie Diagnostische checklist). Controleer of Microsoft® Windows® het station herkent — Klik op de Start-knop en vervolgens op Deze computer.
l Controleer of het geluid niet veroorzaakt wordt door het programma dat wordt uitgevoerd. l Controleer of de diskette of schijf op juiste wijze in het station is geplaatst. Problemen met de vaste schijf Laat de computer afkoelen voordat u deze aanzet — Een verhitte vaste schijf kan ervoor zorgen dat het besturingssysteem niet opstart. Probeer de computer naar kamertemperatuur terug te laten keren voordat u deze aanzet. Voer Check Disk uit — 1. Klik op Start® Deze computer. 2.
Controleer of u verbonden bent met internet — Controleer of u een abonnement bij een internetprovider hebt. Zorg dat het e-mailprogramma Outlook Express is geopend en klik op Bestand. Als de optie Offline werken is voorzien van een vinkje, moet u het vinkje aanklikken om het te verwijderen en een internetverbinding te maken. Raadpleeg uw internetprovider voor hulp.
General failure — Het besturingssysteem is niet in staat om de opdracht uit te voeren. Deze melding wordt normaliter gevolgd door specifieke informatie— bijvoorbeeld Printer out of paper (Printerpapier op). Onderneem overeenkomstig actie. Hard-disk drive configuration error — De computer is niet in staat om het stationstype te identificeren. Zet de computer uit, verwijder de vaste schijf (zie Vaste schijf) en start de computer op vanaf een cd.
Memory write/read failure at address, read value expecting value — Een geheugenmodule is mogelijk defect of op onjuiste wijze aangebracht. Installeer de geheugenmodules opnieuw (zie Geheugen) en vervang ze waar nodig. No boot device available — De computer kan de vaste schijf niet vinden. Als de vaste schijf uw opstartbron is, moet u controleren of het station aanwezig is, op juiste wijze is geïnstalleerd en als een opstartbron is gepartitioneerd.
Warning: Battery is critically low — De batterij begint leeg te raken. Vervang de batterij of sluit de computer op een stopcontact aan. Als alternatief kunt u de slaapstand activeren of de computer uitzetten. Problemen met IEEE 1394-apparaten LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen. Controleer of het IEEE 1394-apparaat door Windows wordt herkend — 1.
3. Zet de computer aan. 4. Klik vanaf het bureaublad van Windows op Start® Alle programma's® Accessoires® Kladblok. 5. Voer een aantal tekens in met behulp van het interne toetsenbord en kijk of deze tekens op het scherm verschijnen. Als de tekens nu wel verschijnen, is het externe toetsenbord mogelijk defect. Neem contact op met Dell (zie Contact opnemen met Dell).
Voer de wizard Programmacompatibiliteit uit — Met de wizard Programmacompatibiliteit configureert u een programma zodat het ook werkt in een andere omgeving dan Windows XP (of daarop gelijkend). 1. Klik op Start® Alle programma's® Accessoires® Wizard Programmacompatibiliteit® Volgende. 2. Volg de instructies op het scherm.
Netwerkproblemen Vul tijdens het uitvoeren van deze controles de Diagnostische checklist in. LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen. Algemeen Controleer de stekker van de netwerkkabel — Zorg ervoor dat de netwerkkabel stevig is aangesloten op de netwerkingang aan de achterzijde van de computer en op het netwerkcontact.
LET OP: Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen. Controleer de kaart — Controleer of de kaart op juiste wijze in de kaartsleuf is ingevoerd. Controleer of de kaart door Windows wordt herkend — Dubbelklik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk van Windows. Controleer of de kaart in de lijst wordt vermeld.
Breng de geheugenmodules opnieuw aan — Als het stroomlampje van de computer oplicht maar het beeldscherm leeg blijft, moet u de geheugenmodules opnieuw installeren (zie Geheugen). Voldoende stroomvoorziening voor uw computer garanderen Uw computer is ontworpen voor gebruik met een 65W of 90W netadapter. Voor een optimale systeemprestatie moet u echter altijd gebruikmaken van een 90 W-adapter.
OPMERKING: Neem voor technische ondersteuning voor de scanner contact op met de fabrikant. Raadpleeg de documentatie voor de scanner — Raadpleeg de documentatie voor de scanner voor informatie op het gebied van instellingen en probleemoplossing. Ontgrendel de scanner — Controleer of de scanner is ontgrendeld als deze is voorzien van een vergrendelingslipje of -knop. Start de computer opnieuw en kijk of de scanner naar behoren werkt.
Installeer het stuurprogramma voor het geluid (de audio) opnieuw — Zie Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren. Voer de Dell-diagnostiek uit — Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek). OPMERKING: De volumeregeling in sommige MP3-spelers kan de volume-instellingen van Windows ongedaan maken. Als u naar MP3-tracks hebt geluisterd, moet u controleren of u het volume van de MP3-speler niet lager hebt gezet of hebt uitgezet.
Als het beeldscherm leeg is OPMERKING: Als u gebruikmaakt van een programma waarvoor een hogere resolutie is vereist dan de resolutie die door uw computer wordt ondersteund, raden wij u aan om een externe monitor op uw computer aan te sluiten. Controleer de batterij — Als u gebruikmaakt van een batterij om uw computer van stroom te voorzien, is de batterij mogelijk leeg. Sluit de computer aan op een stopcontact met behulp van een netadapter en zet de computer aan.
1. Zet de computer uit en sluit een externe monitor op de computer aan. 2. Zet de computer en monitor aan en stel de helderheid en het contrast van de monitor bij. Als de externe monitor werkt, is het beeldscherm van de computer of de videocontroller mogelijk defect.