Dell Precision R5500 Eigenaarshandleiding Regelgevingsmodel: E15S Regelgevingstype: E15S001
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer. WAARSCHUWING: VOORZICHTIG geeft aan dat er schade aan hardware of potentieel gegevensverlies kan optreden als de instructies niet worden opgevolgd. GEVAAR: EEN WAARSCHUWING duidt op een risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. © 2011 Dell Inc.
Inhoudsopgave 1 Aan de computer werken......................................................................... 9 Voordat u in de computer gaat werken.............................................................................9 Aanbevolen hulpmiddelen...............................................................................................10 Uw computer uitschakelen............................................................................................. 11 Nadat u aan de computer hebt gewerkt.....
Het SAS-backplane verwijderen.....................................................................................24 Het SAS-backplane plaatsen.......................................................................................... 25 9 Voedingseenheid......................................................................................26 De voeding verwijderen.................................................................................................. 26 De voeding plaatsen.........................
17 Video Card............................................................................................... 48 De videokaart verwijderen.............................................................................................. 48 De videokaart plaatsen................................................................................................... 49 18 SAS-controllerkaart...............................................................................51 De SAS-controllerkaart verwijderen.............
25 Problemen oplossen.............................................................................. 81 Diagnostische ledlampjes............................................................................................... 81 Pieptooncodes................................................................................................................ 93 Foutmeldingen.................................................................................................................
Invalid Memory configuration, please populate DIMM1 (Ongeldige geheugenconfiguratie, gebruik DIMM1).................................................................. 99 Keyboard failure (Toetsenbordfout)..........................................................................99 Memory address line failure at (address), read value expecting (value) (adreslijnfout geheugen in (adres), gelezen waarde verwacht (waarde)) .............. 99 Memory allocation error (Geheugentoewijzingsfout)........................
Timer chip counter 2 failed (Fout bij teller 2 timerchip) ......................................... 103 Unexpected interrupt in protected mode (Onverwachte onderbreking in veilige modus).........................................................................................................103 WARNING: Dell's Disk Monitoring System has detected that drive [0/1] on the [primary/secondary] EIDE controller is operating outside of normal specifications.
Aan de computer werken 1 Voordat u in de computer gaat werken Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer tegen mogelijke schade te beschermen. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van de volgende veronderstellingen uitgegaan: • U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de stekker of aan de kabelontlastingslus te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van een connector met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert. Trek connectors in een rechte lijn uit elkaar om te voorkomen dat connectorpinnen verbuigen. Ook moet u voordat u een kabel verbindt, controleren of beide connectors op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
Uw computer uitschakelen WAARSCHUWING: U voorkomt gegevensverlies door alle gegevens in geopende bestanden op te slaan en de bestanden te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de computer uitzet. 1. Sluit het besturingssysteem af: • In Windows 7: Klik op Start • en vervolgens op Afsluiten. In Windows Vista: en vervolgens op de pijl in de linkeronderhoek van het menu Klik op Start Start, zoals hieronder wordt getoond, en klik vervolgens op Afsluiten.
Montagekader Het montagekader verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Maak het montagekader los met de bijgeleverde sleutel. 3. Til het vergrendellipje van het montagekader en trek het montagekader van de computer af.
Het montagekader plaatsen 1. Plaats het montagekader omlaag in de sleuf en druk het in de richting van de computer. 2. Maak het ontgrendellipje vast. 3. Maak het montagekader vast met de bijgeleverde sleutel. 4. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Kap De kap verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader aan de voorzijde. 3. Draai de vergrendeling naar links, naar de niet-geblokkeerde positie. 4. Haal het vergrendeling omhoog en schuif de kap naar de achterzijde van de computer. 5. Houd de kap aan beide zijden vast en til hem van de computer.
Verwante koppelingen De kap plaatsen De kap plaatsen 1. Plaats de kap op de computer en druk hem omlaag totdat hij vastklikt. 2. Druk de vergrendeling omlaag. 3. Draai de vergrendeling met een schroevendraaier naar rechts om de kap vast te zetten. 4. Plaats het montagekader. 5. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
4 Koelmantel De koelmantel verwijderen WAARSCHUWING: De computer bevat één of twee CPU's. Wanneer er één CPU is geplaatst, kan de luchtstroom CPU1 overslaan waardoor de ventilatorsnelheden hoger zijn, wat tot slechtere akoestische prestaties zal leiden. Door een mylarstuk in dit gedeelte te plaatsen, wordt de luchtstroom langs CPU1 omgeleid. Het mylardeel moet worden verwijderd wanneer de 2e CPU wordt geplaatst want het is niet meer nodig en zit de warmteafleider in de weg. 1. Koelmantel 2.
Verwante koppelingen De koelmantel plaatsen De koelmantel plaatsen 1. Plaats de mantel vóór de systeemventilatoren op het moederbord. 2. Plaats de kap. 3. Plaats het montagekader. 4. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Optisch station 5 Het optische station verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader. 3. Verwijder de kap. 4. Verwijder de koelmantel. 5. Koppel de stroom- en gegevenskabels aan de achterzijde van het optische station los. 6. Druk het blauwe vergrendellipje omlaag en vervolgens naar de voorzijde van de computer.
7. Schuif het optische station door de voorzijde van de computer totdat hij uit het stationscompartiment is. Verwante koppelingen Het optische station plaatsen Het optische station plaatsen 1. Plaats het optische station in het stationcompartiment. 2. Sluit de stroom- en gegevenskabels aan. 3. Plaats de koelmantel. 4. Plaats de kap. 5. Plaats het montagekader. 6. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Vaste-schijfhouder De vaste-schijfhouder verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader aan de voorzijde. 3. Verwijder de kap. 4. Verwijder de koelmantel. 5. Verwijder het optische station. 6. Druk op de ontgrendeling. 7. Trek de handgreep van de vaste-schijfhouder open.
8. Houd de voorzijde van de vaste schijf vast en schuif deze naar buiten totdat hij uit het stationcompartiment is. Verwante koppelingen De vaste-schijfhouder plaatsen De vaste-schijfhouder plaatsen 1. Plaats de vaste schijf in het stationcompartiment. 2. Druk de handgreep van de vaste-schijfhouder in totdat deze vastklikt. 3. Plaats de koelmantel. 4. Plaats de kap. 5. Plaats het montagekader. 6. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Vaste schijf 7 De vaste schijf verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader. 3. Verwijder de kap. 4. Verwijder de koelmantel. 5. Verwijder het optische station. 6. Verwijder de vaste-schijfhouder. 7. Verwijder de schroeven waarmee de vaste-schijfhouder aan de vaste schijf is bevestigd. 8. Draai en herhaal dezelfde verwijderingsstappen voor de andere zijde van de vasteschijfhouder.
9. Til de vaste-schijfhouder van de vaste schijf en verwijder hem. Verwante koppelingen De vaste schijf plaatsen De vaste schijf plaatsen 1. Plaats de vaste schijf in de vasteschijfhouder. 2. Draai de schroeven vast waarmee de vaste schijf is bevestigd op beide zijden van de vaste-schijfhouder. 3. Plaats de vaste-schijfhouder. 4. Plaats de koelmantel. 5. Plaats de kap. 6. Plaats het montagekader. 7. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
SAS-backplane 8 Het SAS-backplane verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader aan de voorzijde. 3. Verwijder de kap. 4. Verwijder de koelmantel. 5. Verwijder het optische station. 6. Verwijder de vaste-schijfhouder. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Koppel de SAS-kabels los. 9. Druk de blauwe ontgrendellipjes in de richting van de pijlen op de behuizing van de vaste schijf. Schuif het backplane omhoog.
Verwante koppelingen Het SAS-backplane plaatsen Het SAS-backplane plaatsen 1. Druk de blauwe ontgrendellipjes in en steek het backplane in de sleuf langs de vaste schijf. 2. Sluit de SAS-kabels aan. 3. Plaats de vaste schijf. 4. Plaats de vaste-schijfhouder. 5. Plaats het optische station. 6. Plaats de koelmantel. 7. Plaats de kap. 8. Plaats het montagekader op de voorzijde. 9. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Voedingseenheid De voeding verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader. 3. Verwijder de kap. 4. Verwijder de koelmantel. 5. Verwijder het optische station. 6. Verwijder de vaste-schijfhouder. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder de SAS-backplane. 9. Druk het oranje lipje naar de vergrendeling en houd hem zo. Trek de voeding vervolgens weg van de computer.
De voeding plaatsen 1. Plaats de voeding in de computer totdat deze vastklikt. 2. Plaats de SAS-backplane. 3. Plaats de vaste schijf. 4. Plaats de vaste-schijfhouder. 5. Plaats het optische station. 6. Plaats de koelmantel. 7. Plaats de kap. 8. Plaats het montagekader. 9. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Bedieningspaneel 10 Het bedieningspaneel verwijderen WAARSCHUWING: Er zijn twee verschillende torxschroevendraaiers nodig voor de (de)montage van het bedieningspaneel: een T10 en een T8. 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader aan de voorzijde. 3. Verwijder de kap. 4. Verwijder de koelmantel. 5. Verwijder het optische station. 6. Verwijder de vaste-schijfhouder. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder de SAS-backplane. 9.
Verwante koppelingen Het bedieningspaneel plaatsen Het bedieningspaneel plaatsen 1. Sluit de kabels van het bedieningspaneel aan. 2. Plaats de torxschroef terug waarmee het bedieningspaneel is bevestigd. 3. Plaats de voeding. 4. Plaats de SAS-backplane. 5. Plaats de vaste schijf. 6. Plaats de vaste-schijfhouder. 7. Plaats het optische station. 8. Plaats de koelmantel. 9. Plaats de kap. 10. Plaats het montagekader op de voorzijde. 11.
Systeemventilator De systeemventilatoren verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader. 3. Verwijder de kap. 4. Verwijder de koelmantel. 5. Verwijder het optische station. 6. Verwijder de vaste-schijfhouder. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder de SAS-backplane. 9. Verwijder de voeding. 10. Verwijder het bedieningspaneel. 11. Druk op de vergrendellipje en til de ventilator uit de koeleenheid. 12.
Verwante koppelingen De systeemventilatoren plaatsen De systeemventilatoren plaatsen 1. Plaats de ventilator in de koeleenheid totdat hij vastklikt. 2. Herhaal stap 1 voor de resterende koeleenheden. 3. Plaats het bedieningspaneel. 4. Plaats de voeding. 5. Plaats de SAS-backplane. 6. Plaats de vaste schijf. 7. Plaats de vaste-schijfhouder. 8. Plaats het optische station. 9. Plaats de koelmantel. 10. Plaats de kap. 11. Plaats het montagekader. 12.
Ventilatorbracket De verwijderbare bracket van de ventilator verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader aan de voorzijde. 3. Verwijder de kap. 4. Verwijder de koelmantel. 5. Verwijder het optische station. 6. Verwijder de vaste-schijfhouder. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder de SAS-backplane. 9. Verwijder de voeding. 10. Verwijder het bedieningspaneel. 11. Verwijder de systeemventilatoren. 12.
Verwante koppelingen De verwijderbare bracket van de ventilator plaatsen De verwijderbare bracket van de ventilator plaatsen 1. Plaats de bracket van de ventilator in de computer. 2. Druk beide ontgrendellipjes gelijktijdig omlaag om de bracket vast te maken. 3. Plaats de systeemventilatoren. 4. Plaats het bedieningspaneel. 5. Plaats de voeding. 6. Plaats de SAS-backplane. 7. Plaats de vaste schijf. 8. Plaats de vaste-schijfhouder. 9. Plaats het optische station. 10. Plaats de koelmantel.
Kaartbehuizingen 13 De behuizing van de uitbreidingskaart verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader aan de voorzijde. 3. Verwijder de kap. 4. Verwijder de koelmantel. 5. Verwijder het optische station. 6. Verwijder de vaste-schijfhouder. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder de SAS-backplane. 9. Verwijder de voeding. 10. Verwijder het bedieningspaneel. 11. Verwijder de systeemventilatoren. 12.
15. Til de behuizing van de uitbreidingskaart voorzichtig omhoog. 16. Draai de behuizing van de uitbreidingskaart om. 17. Maak de kabels die naar de uitbreidingskaarten gaan, los.
18. Til de externe behuizing van de uitbreidingskaart voorzichtig uit de computer. 19. Maak de kabels die naar de uitbreidingskaart gaan, los van de behuizing van de uitbreidingskaart. 20. Til de interne behuizing van de uitbreidingskaart voorzichtig uit de computer.
Verwante koppelingen De behuizing van de uitbreidingskaart plaatsen De behuizing van de uitbreidingskaart plaatsen 1. Bevestig de interne behuizing van de uitbreidingskaart in de computer. 2. Sluit de kabels die naar de uitbreidingskaart gaan, aan op de behuizing van de uitbreidingskaart. 3. Bevestig de externe behuizing van de uitbreidingskaart in de computer. 4. Sluit de kabels die naar de uitbreidingskaarten gaan, aan. 5. Draai de behuizing van de uitbreidingskaart om. 6.
Verwante koppelingen De behuizing van de uitbreidingskaart verwijderen 38
Eenheid voor stroomdistributie 14 De eenheid voor stroomdistributie verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader. 3. Verwijder de kap. 4. Verwijder de koelmantel. 5. Verwijder het optische station. 6. Verwijder de vaste-schijfhouder. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder de SAS-backplane. 9. Verwijder de voeding. 10. Verwijder het bedieningspaneel. 11. Verwijder de systeemventilatoren. 12.
16. Maak de kabels van CPU 1, CPU 2, SAS-backplane en de voedingsconnector voor het optische station los. 17. Verwijder de schroeven waarmee de eenheid voor de stroomdistributie is bevestigd. 18. Til de eenheid voor de stroomdistributie uit de computer.
Verwante koppelingen De eenheid voor stroomdistributie plaatsen De eenheid voor stroomdistributie plaatsen 1. Plaats de eenheid voor de stroom distributie op de computer. 2. Draai de schroeven vast waarmee de eenheid voor de stroomdistributie is bevestigd. 3. Leid en plaats de stroomkabels van de CPU 1, CPU 2, SAS-backplane en optische stations. 4. Sluit de stroomaansluitingen van de CPU 1, CPU 2, SAS-backplane en optische stations aan. 5.
De eenheid voor stroomdistributie verwijderen 42
Middels opstaande kaart 15 De middelste opstaande kaart verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader. 3. Verwijder de kap. 4. Verwijder de koelmantel. 5. Verwijder het optische station. 6. Verwijder de vaste-schijfhouder. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder de SAS-backplane. 9. Verwijder de voeding. 10. Verwijder het bedieningspaneel. 11. Verwijder de systeemventilatoren. 12.
16. Til de middelste opstaande kaart uit de computer. Verwante koppelingen De middelste opstaande kaart plaatsen De middelste opstaande kaart plaatsen 1. Plaats de middelste opstaande kaart op de computer. 2. Schuif de middelste opstaande kaart op zijn plaats en druk de vergrendeling naar beneden. 3. Plaats de eenheid voor de stroomdistributie. 4. Plaats de kaartbehuizingen. 5. Plaats de ventilatorbracket. 6. Plaats de systeemventilatoren. 7. Plaats het bedieningspaneel. 8.
CMOS-batterij 16 De CMOS-batterij verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader. 3. Verwijder de kap. 4. Verwijder de koelmantel. 5. Verwijder het optische station. 6. Verwijder de vaste-schijfhouder. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder de SAS-backplane. 9. Verwijder de voeding. 10. Verwijder het bedieningspaneel. 11. Verwijder de systeemventilatoren. 12. Verwijder de verwijderbare bracket van de ventilator. 13.
17. Druk de knoopcelbatterij naar binnen om de batterij omhoog, uit de socket, te laten komen (eenheid voor stroomdistributie verwijderd voor zichtbaarheid). 18. Haal de knoopcelbatterij uit het systeem en gooi de batterij volgens de voorschriften weg. Verwante koppelingen De CMOS-batterij plaatsen De CMOS-batterij plaatsen 1. Plaats de knoopcelbatterij in de socket van de computer. 2. Sluit de kabels aan die leiden naar de eenheid voor de stroomdistributie. 3. Plaats de middelste opstaande kaart.
10. Plaats de SAS-backplane. 11. Plaats de vaste schijf. 12. Plaats de vaste-schijfhouder. 13. Plaats het optische station. 14. Plaats de koelmantel. 15. Plaats de kap. 16. Plaats het montagekader op de voorzijde. 17. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Video Card De videokaart verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader aan de voorzijde. 3. Verwijder de kap. 4. Verwijder de koelmantel. 5. Verwijder het optische station. 6. Verwijder de vaste-schijfhouder. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder de SAS-backplane. 9. Verwijder de voeding. 10. Verwijder het bedieningspaneel. 11. Verwijder de systeemventilatoren. 12. Verwijder de verwijderbare bracket van de ventilator.
18. Druk het ontgrendellipje in de richting die wordt aangegeven door (1) en til de videokaart voorzichting uit de computer zoals wordt aangegeven door de richting die is gemarkeerd met (2). Verwante koppelingen De videokaart plaatsen De videokaart plaatsen 1. Plaats de videokaart in de betreffende sleuf totdat deze vastklikt. 2. Druk op het ontgrendellipje om de videokaart vast te zetten. 3. Plaats de CMOS-batterij. 4. Plaats de middelste opstaande kaart. 5.
11. Plaats de SAS-backplane. 12. Plaats de vaste schijf. 13. Plaats de vaste-schijfhouder. 14. Plaats het optische station. 15. Plaats de koelmantel. 16. Plaats de kap. 17. Plaats het montagekader op de voorzijde. 18. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
SAS-controllerkaart 18 De SAS-controllerkaart verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader aan de voorzijde. 3. Verwijder de kap. 4. Verwijder de koelmantel. 5. Verwijder het optische station. 6. Verwijder de vaste-schijfhouder. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder de SAS-backplane. 9. Verwijder de voeding. 10. Verwijder het bedieningspaneel. 11. Verwijder de systeemventilatoren. 12.
19. Til de SAS-controllerkaart voorzichtig uit de computer. Verwante koppelingen De SAS-controllerkaart plaatsen De SAS-controllerkaart plaatsen 1. Plaats de SAS-controllerkaart op de computer. 2. Plaats het ontgrendellipje terug om de SAS-controllerkaart vast te zetten. 3. Plaats de videokaart. 4. Plaats de CMOS-batterij. 5. Plaats de middelste opstaande kaart. 6. Plaats de eenheid voor de stroomdistributie. 7. Plaats de kaartbehuizingen. 8. Plaats de ventilatorbracket. 9.
13. Plaats de vaste schijf. 14. Plaats de vaste-schijfhouder. 15. Plaats het optische station. 16. Plaats de koelmantel. 17. Plaats de kap. 18. Plaats het montagekader. 19. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt. 20. Zie RAID-configuratie om RAID in te schakelen. Verwante koppelingen De SAS-controllerkaart verwijderen RAID-configuratie De Dell Precision R5500 ondersteunt RAID-configuraties 0, 1, 5 en 10.
19 Hostkaart voor toegang op afstand De hostkaart voor toegang op afstand verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader. 3. Verwijder de kap. 4. Verwijder de koelmantel. 5. Verwijder het optische station. 6. Verwijder de vaste-schijfhouder. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder de SAS-backplane. 9. Verwijder de voeding. 10. Verwijder het bedieningspaneel. 11. Verwijder de systeemventilatoren. 12.
20. Til de hostkaart voor toegang op afstand voorzichtig uit de computer. Verwante koppelingen De hostkaart voor toegang op afstand plaatsen De hostkaart voor toegang op afstand plaatsen 1. Plaats de hostkaart voor toegang op afstand in de betreffende sleuf. 2. Plaats het ontgrendellipje terug om de hostkaart voor toegang op afstand vast te zetten. 3. Plaats de SAS-controllerkaart. 4. Plaats de videokaart. 5. Plaats de CMOS-batterij. 6. Plaats de middelste opstaande kaart. 7.
12. Plaats de voeding. 13. Plaats de SAS-backplane. 14. Plaats de vaste schijf. 15. Plaats de vaste-schijfhouder. 16. Plaats het optische station. 17. Plaats de koelmantel. 18. Plaats de kap. 19. Plaats het montagekader op de voorzijde. 20. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Voorzijde chassis 20 De voorzijde van het chassis verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader aan de voorzijde. 3. Verwijder de kap. 4. Verwijder de koelmantel. 5. Verwijder het optische station. 6. Verwijder de vaste-schijfhouder. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder de SAS-backplane. 9. Verwijder de voeding. 10. Verwijder het bedieningspaneel. 11. Verwijder de systeemventilatoren. 12.
Verwante koppelingen De voorzijde van het chassis plaatsen De voorzijde van het chassis plaatsen 1. Schuif de voorzijde van het chassis in de richting van de achterkant van de computer totdat deze vastklikt. 2. Plaats de hostkaart voor toegang op afstand. 3. Plaats de SAS-controllerkaart. 4. Plaats de videokaart. 5. Plaats de CMOS-batterij. 6. Plaats de middelste opstaande kaart. 7. Plaats de eenheid voor de stroomdistributie. 8. Plaats de kaartbehuizingen. 9. Plaats de ventilatorbracket.
De voorzijde van het chassis verwijderen 59
Processor en warmteafleider 21 De processors en de warmteafleider verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader. 3. Verwijder de kap. 4. Verwijder de koelmantel. 5. Verwijder het optische station. 6. Verwijder de vaste-schijfhouder. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder de SAS-backplane. 9. Verwijder de voeding. 10. Verwijder het bedieningspaneel. 11. Verwijder de systeemventilatoren. 12.
22. Til de warmteafleider voorzichtig van de processor en verwijder hem uit de computer. 23. Plaats uw duim stevig over de ontgrendeling van de processorsocket. Maak de ontgrendeling los uit de geblokkeerde positie door deze omlaag te drukken en onder het lipje uit te trekken. 24. Draai de ontgrendeling 90 graden omhoog totdat de processor vrij komt uit de socket. Draai het processorschild omhoog en verwijder hem.
25. Til de processor voorzichtig uit de socket. 26. Herhaal stap 21 tot en met 25 voor de tweede processor (indien deze is geïnstalleerd).
De processors en de warmteafleider plaatsen 1. Plaats de processor in de socket. 2. Druk het processorschild omlaag en dek de socket af. 3. Druk de ontgrendeling van de processorsocket omlaag en maak het vast onder het lipje in de geblokkeerde positie. 4. Plaats de warmteafleider over de processor op het moederbord. 5. Draai de retentieschroeven op de warmteafleider vast. 6. Herhaal stap 1 tot en met 5 voor de tweede processor. 7. Verwijder de voorzijde van het chassis. 8.
Geheugen Het geheugen verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader aan de voorzijde. 3. Verwijder de kap. 4. Verwijder de koelmantel. 5. Verwijder het optische station. 6. Verwijder de vaste-schijfhouder. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder de SAS-backplane. 9. Verwijder de voeding. 10. Verwijder het bedieningspaneel. 11. Verwijder de systeemventilatoren. 12. Verwijder de verwijderbare bracket van de ventilator.
23. Verwijder de geheugenmodule. 24. Herhaal stap 22 en 23 voor de andere geheugenmodules. Verwante koppelingen Het geheugen plaatsen Het geheugen plaatsen 1. Plaats de geheugenmodule in de sleuf. 2. Druk de geheugenlipjes terug om de module vast te zetten.
3. Herhaal stap 1 en 2 voor de resterende geheugenmodules. 4. Verwijder de processor en warmteafleider. 5. Verwijder de voorzijde van het chassis. 6. Plaats de hostkaart voor toegang op afstand. 7. Plaats de SAS-controllerkaart. 8. Plaats de videokaart. 9. Plaats de CMOS-batterij. 10. Plaats de middelste opstaande kaart. 11. Plaats de eenheid voor de stroomdistributie. 12. Plaats de kaartbehuizingen. 13. Plaats de ventilatorbracket. 14. Plaats de systeemventilatoren. 15.
Moederbord 23 Het moederbord verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer. 2. Verwijder het montagekader aan de voorzijde. 3. Verwijder de kap. 4. Verwijder de koelmantel. 5. Verwijder het optische station. 6. Verwijder de vaste-schijfhouder. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder de SAS-backplane. 9. Verwijder de voeding. 10. Verwijder het bedieningspaneel. 11. Verwijder de systeemventilatoren. 12.
24. Til het blauwe ontgrendellipje omhoog en schuif het moederbord voorzichtig naar links. 25. Til het moederbord voorzichtig omhoog en uit het chassis.
Het moederbord plaatsen 1. Plaats het moederbord op het chassis. 2. Schuif het moederbord voorzichtig naar de achterzijde van de computer. Druk het blauwe ontgrendellipje in. 3. Sluit alle kabels aan op het moederbord. 4. Plaats het geheugen. 5. Plaats de processor en warmteafleider. 6. Plaats de voorzijde van het chassis. 7. Plaats de hostkaart voor toegang op afstand. 8. Plaats de SAS-controllerkaart. 9. Plaats de videokaart. 10. Plaats de CMOS-batterij. 11.
Systeeminstellingen 24 Opstartmenu Net als eerdere werkstationplatforms heeft deze computer een eenmalig opstartmenu. Deze functie geeft gebruikers een snel en eenvoudig mechanisme om de in de System Setup-gedefineerde apparaatopstartvolgorde te omzeilen en een bepaald apparaat direct op te starten (bijvoorbeeld: diskette, cd-rom of vaste schijf).
OPMERKING: Omdat het eenmalige opstartmenu alleen van invloed is op het huidige opstartproces, heeft dit het voordeel dat de opstartvolgorde van de klant niet door de monteur hoeft te worden herstelt nadat het probleem is opgelost. De computer heeft verschillende opties voor toetsaanslagen die tijdens het POST-proces beschikbaar zijn op het scherm met het Dell-logo. Door middel van deze toetsaanslagen zijn verschillende opties beschikbaar.
Nadat u op de toets hebt gedrukt, worden de betreffende modules geladen en de systeemanalyse wordt uitgevoerd. Als deze analyse slaagt, verschijnt het standaardhoofdmenu van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek). Bij het afsluiten van de diagnoseprogramma's wordt het systeem opnieuw opgestart en gaat het terug naar het geïnstalleerde besturingssysteem. Wanneer de computer opnieuw wordt opgestart door op te drukken, dan gaat het systeem ook terug naar de normale opstartvolgorde.
Algemeen • • DIMM 10), DIMM 11 Size (Grootte DIMM 11) en DIMM 12 Size (Grootte DIMM 12). Processor Information (Processorinformation): toont processorinformatie voor elke CPU.
Drives (Stations) Smart Reporting (Smart-rapportage) Bepaalt of vaste-schijffouten voor geïntegreerde stations tijdens het opstarten worden gemeld.
System Configuration (Systeemconfiguratie) Miscellaneous devices (Diverse apparaten) Schakelt verschillende systeemapparaten in of uit. • • • Front USB (USB voorzijde) Rear USB (USB achterzijde) Audio (Geluidskaart) Video Primary Video (Primaire video) Met deze optie kan de gebruiken de volgorde aangeven waarin het systeem de primaire videocontroller toewijst wanneer er twee of meer controllers beschikbaar zijn.
Performance (Prestaties) Hardware Prefetcher (Hardwareprefetche r) Wanneer deze optie is ingeschakeld, worden automatisch gegevens en programmacode opgehaald voor de processor. Adjacent Cache Line Prefetch Wanneer deze optie is ingeschakeld, haalt de processor de huidige en daaropvolgende cacheregel op.
Beveiliging (Beheerderswachtw 1. oord) 2. 3. Old Password (Oud wachtwoord) New Password (Nieuw wachtwoord) Voer het nieuwe wachtwoord opnieuw in. System Password Deze optie wordt gebruikt om te voorkomen dat een niet(Systeemwachtwoo bevoegde gebruiker kan opstarten. Voer de volgende gegevens rd) in en klik op OK. 1. 2. 3. Voer het oude wachtwoord in. Als het wachtwoord niet is ingesteld, wordt het veld 'Enter the old password' (Voer het oude wachtwoord in) niet ingesteld. Voer het nieuwe wachtwoord in.
Beveiliging Computrace(R) Met deze optie kunt u de BIOS-module-interface van de optionele Computrace-service van Absolute Software activeren of deactiveren. • • • Chassis Intrusion (Chassisintrusie) Deactivate (Deactiveren): standaard Uitgeschakeld. Disable (Uitschakelen) Activate (Activeren) Met deze optie wordt de chassisintrusiefunctie beheerd.
Power Management (Energiebeheer) OPMERKING: Deze functie werkt niet als u uw computer uitschakelt met de schakelaar op een stekkerdoos of een piekbeveiliger of als Auto Power (Automatisch inschakelen) is ingesteld op Disabled (Uitgeschakeld). Low Power Mode (Energiebesparende modus) Bepaalt hoe aggressief de computer is bij het besparen van energie wanneer hij wordt afgesloten of in de slaapstand staat.
POST behaviour (POST-gedrag) Enable Fast Boot (Snel opstarten inschakelen): standaard Ingeschakeld Numlock LED (Numlock-lampje) Geeft aan of de functie Numlock aan moet zijn wanneer uw computer wordt opgestart. Enable Intel LED (Intel led inschakelen): standaard Ingeschakeld POST Hotkeys (POST- Geeft aan of er op het aanmeldscherm een melding verschijnt sneltoetsen) waarin de volgorde van de toetsaanslag wordt aangegeven die nodig is om het Setup-programma of de QuickBoot-functie te openen.
Problemen oplossen 25 Diagnostische ledlampjes OPMERKING: De controlelampjes dienen slechts als voortgangsindicator tijdens het POST-proces. Deze lampjes geven niet het probleem aan dat er de oorzaak van is dat het POST-proces stopt. De controlelampjes bevinden zich aan de voorzijde van het chassis, naast de aanuitknop. Deze controlelampjes zijn alleen actief en zichtbaar tijdens het POST-proces. Zodra het besturingssysteem begint te laden, gaan de lampjes uit en zijn deze niet langer meer zichtbaar.
Lampjespatroon Diagnostische ledlampjes Probleembeschrijvin g Stappen voor het oplossen van problemen Ledlampje van de aan-uitknop De computer is uitgeschakeld of krijgt geen stroom. • • • • • 82 Steek het netsnoer weer in de hiervoor bestemde aansluiting aan de achterkant van de computer en het stopcontact.' Gebruik geen stekkerdozen, verlengkabels en andere voedingsbesche rmingsapparate n, maar steek het netsnoer rechtstreeks in een stopcontact om te controleren of de computer goed inschakelt.
Lampjespatroon Diagnostische ledlampjes Probleembeschrijvin g Stappen voor het oplossen van problemen Ledlampje van de aan-uitknop aangesloten op het moederbord. Er is mogelijk een fout in het moederbord opgetreden. Koppel de computer los. Wacht een minuut totdat er geen stroom meer is. Sluit de computer aan op een werkend stopcontact en druk op de aan-uitknop. Er is mogelijk een fout in het moederbord, een stroomstoring of een probleem met een randapparaat opgetreden.
Lampjespatroon Diagnostische ledlampjes Probleembeschrijvin g Stappen voor het oplossen van problemen Ledlampje van de aan-uitknop • • Er zijn geheugenmodules gedetecteerd, maar er heeft zich een geheugenfout voorgedaan. 84 • stroomtoevoer ingedrukt. Als het gaat branden, is er mogelijk een probleem met een randapparaat. ls het led-lampje nog steeds niet brandt, koppelt u de PSUverbindingen van het moederbord los en houdt u de stroomtoevoerk nop ingedrukt.
Lampjespatroon Diagnostische ledlampjes Probleembeschrijvin g Stappen voor het oplossen van problemen Ledlampje van de aan-uitknop • Er is mogelijk een fout van het CPU en het moederbord opgetreden. normaal opstart, gaat u verder met de installatie van de andere geheugenmodul es (één tegelijk), totdat u de defecte module hebt opgespoord of alle modules zonder problemen hebt geïnstalleerd.
Lampjespatroon Diagnostische ledlampjes Probleembeschrijvin g Stappen voor het oplossen van problemen Ledlampje van de aan-uitknop CPU-socket op beschadigingen. 86 BIOS is mogelijk beschadigd of ontbreekt. De computerhardware functioneert normaal, maar de BIOS is mogelijk beschadigd of ontbreekt. Er is mogelijk een fout in het moederbord opgetreden. Verwijder alle externe kaarten uit de PCI- en PCI-Esleuven en start de computer opnieuw op.
Lampjespatroon Diagnostische ledlampjes Probleembeschrijvin g Stappen voor het oplossen van problemen Ledlampje van de aan-uitknop Er is mogelijk een fout in het moederbord opgetreden. • • Koppel alle interne en externe kaarten los en start de computer opnieuw op. Als de computer opstart, plaatst u de kaarten een voor een terug totdat u de probleemkaart vindt. Als het probleem aanhoudt, is het moederbord defect. Er is mogelijk een fout in de knoopcelbatterij opgetreden.
Lampjespatroon Diagnostische ledlampjes Probleembeschrijvin g Stappen voor het oplossen van problemen Ledlampje van de aan-uitknop Er zijn geheugenmodules gedetecteerd, maar er heeft zich een geheugenfout voorgedaan. • • Er is mogelijk een • fout opgetreden met een grafische kaart. • 88 Als er twee of meer geheugenmodul es geïnstalleerd zijn, verwijdert u de modules, plaatst u er één terug (zie de Onderhoudshan dleiding) en start u de computer opnieuw op.
Lampjespatroon Diagnostische ledlampjes Probleembeschrijvin g Stappen voor het oplossen van problemen Ledlampje van de aan-uitknop • grafische kaarten opnieuw. Installeer indien beschikbaar een werkende grafische kaart in de computer. Er is mogelijk een Sluit alle stroom- en probleem met het datakabels opnieuw diskettestation of de aan. vaste schijf. Er heeft zich mogelijk een USBfout voorgedaan. Sluit alle USBapparaten opnieuw aan en controleer alle kabelverbindingen.
Lampjespatroon Diagnostische ledlampjes Probleembeschrijvin g Stappen voor het oplossen van problemen Ledlampje van de aan-uitknop • Er zijn wel • geheugenmodules gedetecteerd, maar er is een fout opgetreden in de geheugenconfigurat ie of -compatibiliteit. • Er is mogelijk een probleem bij een uitbreidingskaart opgetreden. • • 90 zonder problemen hebt geïnstalleerd.
Lampjespatroon Diagnostische ledlampjes Probleembeschrijvin g Stappen voor het oplossen van problemen Ledlampje van de aan-uitknop • Er is mogelijk een probleem met een moederbordbron en/of hardware opgetreden. • • • andere kaart en start u de computer opnieuw op. Herhaal dit proces voor alle geïnstalleerde uitbreidingskaar ten. Als de computer normaal opstart, controleert u of de laatste kaart die u uit de computer hebt verwijderd, voor bronconflicten zorgt. Clear CMOS (CMOS wissen).
Lampjespatroon Diagnostische ledlampjes Probleembeschrijvin g Stappen voor het oplossen van problemen Ledlampje van de aan-uitknop Er is een andere fout opgetreden. • • • • 92 De display/ monitor moet in een losse grafische kaart worden gestoken. Controleer of alle kabels van de vaste schijf en van het optische station goed op het moederbord zijn aangesloten.
Lampjespatroon Diagnostische ledlampjes Probleembeschrijvin g Stappen voor het oplossen van problemen Ledlampje van de aan-uitknop geïnstalleerd op uw computer. Pieptooncodes De computer kan een reeks pieptonen afgeven tijdens het opstarten als het beeldscherm geen fouten of problemen kan weergeven. Deze reeks pieptonen, die pieptooncodes wordt genoemd, geven verschillende problemen aan.
Oorzaak DIMM's niet juist geïdentificeerd of gebruikt Code 3-1-1 Oorzaak Registerfout bij slave-DMA Code 3-1-2 Oorzaak Registerfout bij master-DMA Code 3-1-3 Oorzaak Registerfout bij masker master-interrupt Code 3-1-4 Oorzaak Registerfout masker slave-interrupt Code 3-2-2 Oorzaak Laadfout interruptvector Code 3-2-4 Oorzaak Fout bij testen keyboardcontroller Code 3-3-1 Oorzaak Stroomverlies NVRAM Code 3-3-2 Oorzaak NVRAM Configuration (NVRAM-configuratie) Code 3-3-4 Oorzaa
Oorzaak Fout bij het zoeken naar video-ROM Code 4–2–1 Oorzaak Timer tikt niet Code 4–2–2 Oorzaak Shutdown failure (fout bij afsluiten) Code 4–2–3 Oorzaak Gate A20 failure (fout bij poort A20) Code 4–2–4 Oorzaak Onverwachte interrupt in beveiligde modus Code 4–3–1 Oorzaak Geheugenfout boven adres 0FFFFh Code 4–3–3 Oorzaak Fout bij teller 2 timerchip Code 4–3–4 Oorzaak Tijd-van-de-dag-klok is stilgevallen (dagtijdklok is gestopt) Code 4–4–1 Oorzaak Fout bij testen seriële of p
Foutmeldingen Address mark not found (Adresmarkering niet gevonden) Beschrijving Het BIOS heeft een defecte schijfsector gevonden of kon een bepaalde schijfsector niet vinden. Alert! Previous attempts at booting this system have failed at checkpoint [nnnn]. For help in resolving this problem, please note this checkpoint and contact Dell Technical Support (Waarschuwing! Eerdere pogingen om deze computer op te starten zijn mislukt bij controlepunt [nnnn].
Bad error-correction code (ECC) on disk read (Slechte foutcorrectiecode bij het lezen van de schijf) Beschrijving De diskette of vaste schijfcontroller hebben een onherstelbare leesfout waargenomen. Controller has failed (Controller is defect) Beschrijving De vaste schijf of de bijbehorende controller is defect. Data error (Gegevensfout) Beschrijving De diskette of vaste schijf kan de gegevens niet lezen.
Diskette subsystem reset failed (Reset van het subsysteem van de diskette is mislukt) Beschrijving Mogelijk is de diskettecontroller defect. Gate A20 failure (Fout bij poort A20) Beschrijving Een of meer geheugenmodules zijn mogelijk defect of zijn niet goed geplaatst. Plaats de geheugenmodules opnieuw en vervangen deze indien nodig. General failure (Algemene fout) Beschrijving Het besturingssysteem kan de opdracht niet uitvoeren.
Invalid configuration information-please run SETUP program (Ongeldige configuratiegegevens - voer Setup-programma uit) Beschrijving De computerconfiguratiegegevens komen niet overeen met de hardwareconfiguratie. Invalid Memory configuration, please populate DIMM1 (Ongeldige geheugenconfiguratie, gebruik DIMM1) Beschrijving DIMM1-sleuf herkent een geheugenmodule niet. De module moet (opnieuw) worden geplaatst.
Memory double word logic failure at address, read value expecting value (Dubbelwoordlogicafout geheugen in adres, gelezen waarde verwacht waarde) Beschrijving Een geheugenmodule is mogelijk defect of is niet goed geplaatst. Plaats de geheugenmodules opnieuw en vervangen deze indien nodig.
No boot device available (Geen opstartbron beschikbaar) Beschrijving De computer kan de diskette of vaste schijf niet vinden. No boot sector on hard-disk drive (Geen opstartsector op vaste schijf) Beschrijving De configuratiegegevens van de computer in System Setup zijn mogelijk onjuist. No timer tick interrupt (Geen timertikonderbreking) Beschrijving Mogelijk werkt een chip op het moederbord niet goed.
Requested sector not found (Gewenste sector niet gevonden) Beschrijving Het besturingssysteem kan niet van de diskette of de vaste schijf lezen, de computer kon een bepaalde sector op de schijf niet vinden of de gewenste sector is defect. Reset failed (Reset mislukt) Beschrijving Het resetten van de schijf is mislukt. Sector not found (Sector niet gevonden) Beschrijving Het besturingssysteem kan een sector op de diskette of vaste schijf niet vinden.
Timer chip counter 2 failed (Fout bij teller 2 timerchip) Beschrijving Mogelijk werkt een chip op het moederbord niet goed. Unexpected interrupt in protected mode (Onverwachte onderbreking in veilige modus) Beschrijving Mogelijk werkt de toetsenbordcontroller niet goed of zit er een geheugenmodule los. WARNING: Dell's Disk Monitoring System has detected that drive [0/1] on the [primary/secondary] EIDE controller is operating outside of normal specifications.
Write fault on selected drive (Fout bij schrijven op geselecteerd station) Beschrijving Het besturingssysteem kan niet naar diskette of vaste schijf schrijven. X:\ IS NOT ACCESSIBLE. THE DEVICE IS NOT READY (X:\ is niet toegankelijk. Het apparaat is niet gereed.) Beschrijving 104 Het diskettestation kan de diskette niet lezen. Plaats een diskette in het station en probeer opnieuw.
26 Specificaties Specificaties OPMERKING: Aanbiedingen kunnen per regio verschillen. De volgende specificaties zijn alleen de specificaties die wettelijk verplicht moeten worden meegeleverd bij de computer. Voor meer informatie over de configuratie van uw computer klikt u op Start → Help en ondersteuning en selecteert u de optie om informatie over uw computer weer te geven.
Geheugen Minimumgeheugen 1 GB Maximumgeheugen 192 GB Video Los Max. twee PCI Express x16 grafische kaarten van volledige hoogte en volledige lengte. Maximaal 450 W Audio (Geluidskaart) Geïntegreerd Analoge apparaten ADI1984A Netwerk Geïntegreerd twee Broadcom BCM5761 Gigabit Ethernet-controllers met ondersteuning voor teaming-functie. Uitbreidingsbus Bustype PCI Express 2.0 PCI 2.3 SATA 1.0 en 2.0 USB 2.
Kaartsleuven Buitenste opstaande kaart: Sleuf 1 PCI Express x8/x16 elektrisch/ mechanisch, volle hoogte, volle lengte Sleuf 2 PCI Express x16 elektrisch/mechanisch, volle hoogte, volle lengte Sleuf 3 N.v.t.
Externe aansluitingen Serieel één 9-pins connector; 16550C-compatibel USB voorpaneel: 2; achterpaneel: 4 Video afhankelijk van videokaart Systeem-ID Cable Management Arm (CMA) externe ledconnector Interne connectors SATA twee 36-pins Mini-SAS-connectors; één 7pins SATA-connector Opstaande kaarten twee 280-pins connectors USB voorzijde één 14-pins connector Add-in HBA HDD LED één 4-pins connector Systeemvermogen één 24-pins connector Communicatie stroomdistributiekaart één zes-pins connect
Interne connectors Middelste opstaande kaart Optie 2 PCI Express twee 164-pins connectors (x16) IO voorzijde: USB voorzijde één 14-pins connector Interne USB één 4-pins connector Voorpaneelbesturing één 28-pins connector Achterpaneel HDD: SATA twee 36-pins Mini-SAS-connectors; zes 29-pins HDD-connectors Voeding één 14–pins connector Schakelaars en lampjes Lampje aan-uitknop: uit: systeem is uit of losgekoppeld. ononderbroken blauw lampje: computer werkt normaal.
Schakelaars en lampjes netwerkverbinding (achterzijde): oranje lampje: er is een goede 100 Mbps-verbinding tussen het netwerk en de computer geel lampje: er is een goede 1000 Mbps-verbinding tussen het netwerk en de computer Lampjes voor de netwerkactiviteit geel lampje: knippert wanneer er netwerkactiviteit is op de verbinding. Controlelampjes: uit: computer staat uit of heeft POST voltooid. geel/knipperend: zie de onderhoudshandleiding voor specifieke diagnostische codes.
Fysiek met montagekader 23,91 kg zonder montagekader 23,52 kg Omgeving Temperatuur: In bedrijf 10 °C tot 35 °C Opslag -40 °C to 65 °C Relatieve vochtigheid (maximum): In bedrijf 10% tot 90% (niet-condenserend) Opslag 5% tot 95% (niet-condenserend) Maximumvibratie: In bedrijf 5 Hz tot 350 Hz bij 0,0002 G2/Hz Opslag 5 Hz tot 500 Hz bij 0,001 tot 0,01 G2/Hz Maximumimpact: In bedrijf 40 G +/- 5% bij pulsduur van 2 msec +/10% (equivalent aan 51 cm/sec) Opslag 105 G +/- 5% bij pulsduur van 2 ms
Contact opnemen met Dell 27 Contact opnemen met Dell OPMERKING: Als u geen actieve internetverbinding hebt, kunt u de contactgegevens vinden op de factuur, de pakbon of in de productcatalogus van Dell. Dell biedt diverse online en telefonische ondersteunings- en servicemogelijkheden. De beschikbaarheid verschilt per land en product en sommige services zijn mogelijk niet beschikbaar in uw regio.