Owners Manual

Menu-onderdeel Beschrijving
staat, dan geeft de BIOS alle logische processoren weer. Als deze optie op Disabled
(Uitgeschakeld) staat, dan geeft de BIOS alleen één processor per core weer.
Standaard staat de optie Logical Processor op Enabled (Ingeschakeld).
Maximum data
rate
QPI-snelheid maximale datasnelheid 9,6 Gt/s, 8,0 GT/s, 6,4 GT/s
Alternate RTID
(Requestor
Transaction ID)
Setting
Hiermee kunt u meer RTID's aan de externe houder toewijzen, waardoor de
performance van de cache toeneemt tussen de houders of het verlichten van het
werk in normale modus voor NUMA. Standaard staat de optie Alternate RTID
(Requestor Transaction ID) Setting op Disabled (Uitgeschakeld).
Virtualization
Technology
Hiermee worden de extra hardwaremogelijkheden voor virtualisatie in- of
uitgeschakeld. Standaard staat de optie Virtualization Technology op Enabled
(Ingeschakeld).
Address
Translation
Services (ATS)
Hiermee kunt u de Address Translation Cache (ATC) voor apparaten definiëren om
de DMA-transacties in de cache te plaatsen. Dit veld biedt een interface aan een
chipset’s Address Translation and Protection Table om DMA-adressen te vertalen
naar host-adressen. Standaard staat deze optie op Enabled (Ingeschakeld).
Adjacent Cache
Line Prefetch
Hiermee wordt het systeem geoptimaliseerd voor applicaties die veel gebruik
moeten maken van sequentiële geheugentoegang. Standaard staat de optie
Adjacent Cache Line Prefetch op Enabled (ingeschakeld). U kunt deze optie
uitschakelen voor applicaties die veel gebruik moeten maken van willekeurige
geheugentoegang.
Hardware
Prefetcher
Hiermee wordt de hardware-prefetcher in- of uitgeschakeld. Standaard staat de
optie Hardware Prefetcher op Enabled (Ingeschakeld).
DCU Streamer
Prefetcher
Hiermee kunt u de Data Cache Unit (DCU) streamer prefetcher in of uitschakelen.
Standaard staat de optie DCU Streamer Prefetcher op Enabled (Ingeschakeld).
DCU IP Prefetcher Hiermee kunt u de Data Cache Unit (DCU) IP prefetcher in of uitschakelen.
Standaard staat de optie DCU IP Prefetcher op Enabled (Ingeschakeld).
Execute Disable Hiermee wordt de technologie voor het uitschakelen van geheugenbescherming
in- of uitgeschakeld. Standaard staat de optie Execute Disable op Enabled
(Ingeschakeld).
Logical Processor
Idling
Hiermee wordt de mogelijkheid van het besturingssysteem in of uitgeschakeld om
logische processoren in de inactieve status te zetten om het stroomverbruik te
reduceren. Standaard staat de optie Disabled (Uitgeschakeld).
Configurable TDP Hiermee kan de Thermal Design Power (TDP) op lagere niveaus worden
geconfigureerd.
TDP verwijst naar de maximale hoeveelheid vermogen dat het koelsysteem moet
afvoeren.
X2Apic Mode Met deze optie wordt de X2Apic-modus in- of uitgeschakeld.
Dell Controlled
Turbo
OPMERKING: Afhankelijk van het aantal geïnstalleerde CPU's, kunnen er
maximaal vier processorvermeldingen zijn.
Regelt het aanzetten van de turbo. Schakel deze optie alleen in wanneer System
Profile op Performance staat.
Number of Cores
per Processor
Regelt het aantal ingeschakelde cores in elke processor. Standaard staat de optie
Number of Cores per Processor (Aantal cores per processor) op All (Allemaal).
133