Instruction Manual

84 Naslaggids
5 verbindings-
integriteitslampje
Groen — Er is een goede verbinding tussen een 10-Mbps
netwerk en de computer.
Oranje — Er is een goede verbinding tussen een 100-Mbps
netwerk en de computer.
Geel — Er is een goede verbinding tussen een 1000-Mbps
(of 1-Gbps) netwerk en de computer.
Uit — De computer detecteert geen fysieke verbinding met het
netwerk.
6 connector voor
netwerkadapter
Wanneer u de computer op een netwerk of breedbandapparaat
wilt aansluiten, verbindt u het ene uiteinde van een netwerkkabel
met een netwerkplug of met uw netwerk of breedbandapparaat.
Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op de aansluiting
voor de netwerkadapter op de computer. Als u een klik hoort,
is de netwerkkabel goed bevestigd.
Sluit geen telefoonkabel aan op de netwerkconnector.
Op computers met een extra netwerkadapter kunt u de
connectoren op de kaart en aan de achterzijde van de computer
gebruiken voor het instellen van meerdere netwerkverbindingen
(zoals een apart intra- of extranet).
Dell raadt u aan om Category 5-bedrading en -ingangen voor
uw netwerk te gebruiken. Als u toch gebruikmaakt van Category
3-bedrading, moet u de netwerksnelheid verhogen tot 10 Mbps
om een betrouwbare werking te garanderen.
7 activiteitenlampje
netwerk
Een geel lampje knippert op het moment dat de computer
netwerkgegevens verzendt of ontvangt. Bij veel verkeer kan
het lijken alsof dit lampje continu brandt.
8 seriële
connectoren (2)
Sluit een serieel apparaat, bijvoorbeeld een handheld-apparaat,
aan op de seriële poort. Indien nodig kan het adres voor deze
poort worden gewijzigd via "System Setup" in de
Gebruikshandleiding).
9 PS/2-toetsenbord-
connector
Als u een standaard PS/2-toetsenbord hebt, moet u dit aansluiten
op de paarse toetsenbordaansluiting. Als u een USB-toetsenbord
hebt, moet u dit aansluiten op een USB-connector.
10 USB 2.0-
connectoren (5)
Dell raadt u aan om de voorste USB-connectoren te gebruiken
voor apparaten die u af en toe aansluit, zoals sleutels met
flashgeheugen of camera's, of voor opstartbare USB-apparaten.
Gebruik de achterste USB-connectoren voor apparaten die
normaal gesproken aangesloten blijven, zoals printers en
toetsenborden.