Dell Precision Werkstation T7600 Gebruiksaanwijzing Regelgevingsmodel: D02X Regelgevingstype: D02X001
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer. WAARSCHUWING: EEN WAARSCHUWING duidt potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertelt u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: EEN WAARSCHUWING duidt op een risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden. © 2013 Dell Inc.
Inhoudsopgave Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen..................................................2 Hoofdstuk 1: Aan de computer werken......................................................................................7 Voordat u in de computer gaat werken....................................................................................................................7 Uw computer uitschakelen.............................................................................................
Het I/O-voorpaneel en de USB 3.0-poorten verwijderen........................................................................................31 Het I/O-voorpaneel en de USB 3.0-poorten plaatsen.............................................................................................33 De stroomschakelaar verwijderen.........................................................................................................................33 De stroomschakelaar plaatsen.........................................
Foutmeldingen........................................................................................................................................................66 Fouten waardoor uw computer volledig wordt gestopt...................................................................................66 Fouten waardoor uw computer niet wordt gestopt.........................................................................................66 Fouten die een "soft halt" van uw computer veroorzaken................
Aan de computer werken 1 Voordat u in de computer gaat werken Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer tegen mogelijke schade te beschermen. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van de volgende veronderstellingen uitgegaan: • • U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
4. Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het stopcontact. 5. Houd de aan-uitknop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd om het moederbord te aarden. 6. Verwijder de kap. WAARSCHUWING: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer.
WAARSCHUWING: Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op de computer. 2. Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer. 3. Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact. 4. Zet de computer aan. 5. Controleer of de computer goed functioneert door Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren.
Het verwijderen en installeren van onderdelen 2 Deze paragraaf beschrijft gedetailleerd hoe de onderdelen moeten worden verwijderd uit, of worden geïnstalleerd in uw computer. Aanbevolen hulpmiddelen Bij de procedures in dit document heeft u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig: • Kleine sleufkopschroevendraaier • Kruiskopschroevendraaier • Klein plastic pennetje De voeding verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2.
Het voorpaneel verwijderen OPMERKING: Het voorpaneel kan worden bevestigd met behulp van de voorpaneel-systeemkastvergrendeling; zie Aanvullende informatie: voorpaneel-systeemkastvergrendeling. 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Druk de voorpaneelvergrendeling omlaag. 3. Houd de vergrendeling omlaag gedrukt en trek de voorplaat naar buiten om deze uit de computer te verwijderen. De voorplaat plaatsen 1. Plaats de voorplaat op de computer. 2.
De vaste schijf verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de voorplaat. 3. Trek de klem van de bracket van de vaste schijf naar buiten. 4. Schuif de beugel van de vaste schijf naar buiten om deze uit de computer te verwijderen. 5. Trek de klem van de beugel van de tweede vaste schijf naar buiten als er een tweede vaste schijf is geïnstalleerd.
6. Schuif de tweede beugel van de vaste schijf naar buiten om deze uit de computer te verwijderen. 7. Buig de beugel van de vaste schijf aan beide zijden om de vaste schijf los te maken. 8. Til de vaste schijf omhoog om deze uit de beugel van de vaste schijf te verwijderen.
9. Als er 2,5 inch vaste schijf is geïnstalleerd, druk dan de borgklemmetjes naar buiten en til de schijf omhoog om deze uit de 3,5 inch vaste-schijfhouder te verwijderen. De vaste schijf plaatsen 1. Buig de bracket van de vaste schijf open en plaats vervolgens de vaste schijf in de bracket 2. Schuif de bracket van de vaste schijf in het compartiment en sluit de klem van de bracket van de vaste schijf. 3. Plaats de voorplaat. 4. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
3. Til de kap omhoog tot een hoek van 45 graden en verwijder de kap van de computer. De linkerplaat plaatsen 1. Plaats de computerkap op het chassis. 2. Druk de kap omlaag totdat deze op zijn plaats klikt. 3. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt. De intrusieschakelaar verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de linkerkap. 3.
4. Druk de intrusieschakelaar omlaag en verwijder deze uit de computer. De intrusieschakelaar plaatsen 1. Plaats de intrusieschakelaar in de houder op het chassis. 2. Leid de kabel van de intrusieschakelaar door de klemmetjes op het chassis en plaats de connector op het moederbord. 3. Plaats de linkerplaat. 4. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt. De PCI-kaart verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2.
4. Druk de vergrendeling naar beneden en trek de PCI-kaart voorzichtig uit de computer. De PCI-kaart plaatsen 1. Druk de PCI-kaart in de kaartsleuf en maak de vergrendeling vast. 2. Plaats de plastic vergrendeling waarmee de PCI-kaart in de kaartsleuf wordt vastgezet. 3. Plaats de linkerplaat. 4. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt. Het 2,5-inch optische station verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2.
4. Maak de voedingskabel los van de achterzijde van de schijf. 5. Druk het blauwe vergrendelingslipje in om de vergrendeling waarmee het optische station is bevestigd, los te maken.
6. Schuif het optische station uit het compartiment en til het omhoog om het uit de computer te verwijderen. 7. Buig de vergrendelingslipjes van het optische station naar buiten om het optische station los te maken uit de beugel. 8. Til het optische station uit de beugel.
Het 2,5-inch optische station plaatsen 1. Schuif het optische station in het compartiment en zorg ervoor dat het goed vastzit. 2. Maak de stroomkabel en de datakabel los van de achterzijde van het optische station. 3. Plaats de linkerkap. 4. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De luchttunnel verwijderen OPMERKING: De luchttunnel is een optioneel onderdeel waarvan uw computer mogelijk niet is voorzien. 1.
5. Druk op het vergrendelingslipje op de onderzijde van het luchtkanaal en til het omhoog om het uit de systeemkast te verwijderen. 6. Herhaal de stappen om de tweede luchtkanaalmodule uit de systeemkast te verwijderen. De luchttunnel plaatsen OPMERKING: De luchttunnel is een optioneel onderdeel waarvan uw computer mogelijk niet is voorzien. 1. Plaats de onderzijde van het luchttunnel in het computerchassis. 2.
De afdekplaat voor de processor/geheugensleuf verwijderen OPMERKING: De afdekplaat is een optioneel component en is bestemd voor het afdekken van de extra processor en de geheugensleuven. Mogelijk is uw computer niet voorzien van de afdekplaat. 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de linkerplaat 3. Maak de borgklemmetjes los waarmee de afdekplaat voor de processor/geheugensleuf is bevestigd. 4.
3. Druk de vergrendelingsklemmetjes op beide zijden van de geheugenmodule omlaag en til de geheugenmodule omhoog om deze uit de computer te verwijderen. Het geheugen plaatsen 1. Plaats de geheugenmodule in de geheugensocket. 2. Druk de geheugenmodule omlaag totdat de vergrendelingsklemmetjes het geheugen vastzetten. 3. Plaats de linkerplaat. 4. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt. De knoopcelbatterij verwijderen 1.
4. Verwijder de geborgde schroeven waarmee de warmteafleider vastzit. 5. Til de warmteafleider uit de computer.
De warmteafleider plaatsen 1. Plaats de warmteafleider in de computer. 2. Draai de geborgde schroeven vast waarmee de warmteafleider aan het moederbord wordt bevestigd. 3. Sluit de kabel van de warmteafleider aan op het moederbord. 4. Plaats de linkerplaat. 5. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt. De ventilator van de warmteafleider verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijderen: a) linkerkap b) de warmteafleider 3.
De systeemventilator verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijderen: a) linker paneel b) optisch station 3. Verwijder de schroeven waarmee de beugel van het optische station is bevestigd. 4. Druk het luchtkanaal in de aangegeven richting om het los te maken van de systeemventilatormodule. 5. Til het luchtkanaal omhoog om het uit de systeemkast te verwijderen.
6. Schuif het tweede luchtkanaal in de richting van de systeemventilator om het luchtkanaal los te maken uit de borgklemmetjes. 7. Trek het tweede luchtkanaal in de tegengestelde richting van de systeemventilatormodule. 8. Til het tweede luchtkanaal in opwaartse richting om het uit de systeemkast te verwijderen.
9. Leid de kabel van de systeemventilator door de opening in de systeemventilatormodule. 10. Koppel de kabel van de systeemventilator los van het moederbord. 11. Verwijder de schroeven waarmee de systeemventilatormodule aan de systeemkast vastzit.
12. Koppel de kabel van de systeemventilator los van de systeemventilatormodule en verwijder de systeemventilatormodule uit de systeemkast. 13. Verwijder de rubberen lipjes waarmee de systeemventilator is bevestigd, til de ventilator omhoog en verwijder hem uit de ventilator. De systeemventilator plaatsen 1. Draai de rubberen lipjes aan waarmee de systeemventilator aan de systeemventilatormodule is bevestigd. 2. Sluit de kabel van de systeemventilator aan op de systeemventilatormodule.
3. Plaats de schroeven waarmee de systeemventilatormodule aan het chassis is bevestigd. 4. Sluit de kabels van de systeemventilator aan op de connectors op het moederbord. 5. Leid de kabel van de systeemventilator door de opening in de systeemventilatormodule naar buiten, in de richting van het moederbord. 6. Schuif het grotere luchtkanaal omlaag in de retentlielipjes totdat het aan de systeemventilatormodule is bevestigd. 7.
6. Schuif de tegenoverliggende rand van het I/O-voorpaneel naar buiten om de I/O-module los te maken van de systeemkast. 7. Verwijder de schroeven waarmee de USB 3.0-module aan het I/O-voorpaneel is bevestigd en verwijder hem uit de computer. 8. Verwijder de schroeven waarmee het I/O-voorpaneel is bevestigd en verwijder het uit de computer.
Het I/O-voorpaneel en de USB 3.0-poorten plaatsen 1. Plaats de USB 3.0-module van het I/O-voorpaneel en gebruik de schroeven om deze vast te zetten. 2. Plaats het I/O-voorpaneel en gebruik de schroeven om het vast te zetten. 3. Plaats de I/O-voorpaneeleenheid terug op het chassis en maak deze met de klemmetjes aan beide zijden vast aan het chassis. 4. Plaats de schroeven waarmee het I/O-voorpaneel aan het chassis wordt bevestigd. 5. Sluit alle kabels aan op het I/O-voorpaneel. 6.
De stroomschakelaar plaatsen 1. Maak de kabel van de aan-uitknop vast op het moederbord. 2. Schuif de aan-uitknopmodule door de opening in het voorpaneel. 3. Druk de bevestigingsklemmen in om de aan-uitknop vast te klikken. 4. Plaats de voorplaat. 5. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt. De luidspreker verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2.
3. Druk de vergrendeling van de luidspreker op beide zijden om de luidspreker los te maken van de systeemkast en deze uit de computer te verwijderen. De luidspreker installeren 1. Plaats de luidsprekers en leid de luidsprekerkabel door de systeemkast. 2. Sluit de luidsprekerkabel aan op het moederbord. 3. Plaats de linkerkap. 4. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De rechterkap verwijderen 1.
4. Til de rechterkap onder een hoek van 45 graden omhoog en verwijder deze uit de computer. Afbeelding 1. De rechterplaat plaatsen 1. Plaats de voorplaat op de computer. 2. Plaats de schroeven waarmee de rechterplaat aan de computer wordt bevestigd. 3. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt. Het 5,25-inch optische station verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2.
b) voorpaneel 3. Verwijder de datakabel en stroomkabel uit de achterzijde van het optische station. 4. Druk de vergrendeling (1) in en schuif het optische station naar buiten om het los te maken uit het stationcompartiment (2). 5. Verwijder de schroeven uit het optische station en verwijder de bracket. Het 5,25-inch optische station plaatsen 1. Plaats het optische station op de bracket en draai de schroeven aan om het optische station vast te zetten. 2.
a) voorpaneel b) rechterpaneel 5. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De warmtesensor verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijderen: a) linker paneel b) rechter paneel c) luchttunnel 3. Koppel de kabel van de warmtesensor los van het moederbord en haal de kabel los uit de klemmetjes van de systeemkast 4. Haal de kabel van de warmtesensor uit de bevestigingsklemmetjes op de systeemkast.
De warmtesensor installeren 1. Sluit de kabel van de warmtesensor aan op het moederbord. 2. Leid de kabel van de warmtesensor rond de systeemkast van de computer. 3. Bevestig de vergrendeling waarmee de de kabel van de warmtesensor is bevestigd. 4. Installeer: a) luchttunnel b) rechter paneel c) linker paneel 5. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De processor verwijderen 1.
4. Herhaal de bovenstaande stappen om de tweede processor (indien beschikbaar) uit de computer te verwijderen. Raadpleeg het hoofdstuk Componenten van het moederbord om te controleren of uw computer sleuven heeft voor twee dual processoren. De processor plaatsen 1. Plaats de processor in de socket. 2. Plaats de computerkap terug. OPMERKING: De afdekplaat van de processor is vergrendeld met twee hendeltjes.
4. Leid de kabel van onder de systeemkast, zoals aangegeven. 5. Verwijder de schroeven waarmee de ventilator van de vaste schijf aan de voorzijde van de systeemkast is bevestigd en verwijder de ventilator uit de systeemkast.
De ventilator voor de vaste schijf plaatsen 1. Plaats de schroeven waarmee de ventilator van de vaste schijf aan de voorzijde van het chassis is bevestigd. 2. Leid de kabel van de ventilator van de vaste schijf door het chassis en sluit hem aan op de sleuf op het moederbord. 3. Plaatsen: a) PCI-kaart b) linkerplaat c) rechterplaat 4. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt. De PSU-kaart (voeding) verwijderen 1.
De PSU-kaart (voeding) plaatsen 1. Plaats de schroeven waarmee de PSU-kaart aan het chassis wordt bevestigd. 2. Sluit alle kabels aan op de PSU-kaart. 3. Plaats de rechterplaat. 4. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt. Het moederbord verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de: a) b) c) d) e) f) g) h) i) j) k) 3.
4. Verwijder de schroeven waarmee het moederbord aan de systeemkast vastzit. 5. Til het moederbord omhoog om het uit de systeemkast te verwijderen.
Het moederbord installeren 1. Lijn het moederbord uit met de poortconnectoren op de achterzijde van de systeemkast en plaats het moederbord in de systeemkast. 2. Draai de schroeven vast waarmee het moederbord aan de systeemkast vastzit. 3. Sluit de aansluitingen aan op het moederbord. 4. Installeer de: a) b) c) d) e) f) g) h) i) j) k) l) 5.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 46 PCI-sleuf PCIe x16 sleuf PCIe x16 slot (bedraad als x4) PCIe x16 sleuf (Accelerated Graphics Port) PCIe-sleuf met open einde (bedraad als x4) USB 3.
Extra informatie 3 Dit hoofdstuk bevat informatie voor de extra functies op uw computer. Richtlijnen voor de geheugenmodule Neem voor maximale prestaties van de computer de volgende richtlijnen in acht bij het configureren van het systeemgeheugen. • • • • Geheugenmodules van verschillende uitvoeringen kunnen worden gecombineerd (bijvoorbeeld 2 GB en 4 GB), maar alle bezette kanalen moeten identiek geconfigureerd zijn. Geheugenmodules moeten worden geïnstalleerd vanaf de eerste houder.
PSU-vergrendeling (voeding) De PSU-vergrendeling voorkomt de verwijdering van de PSU uit het chassis. OPMERKING: Zorg er bij het vergrendelen of ontgrendelen van de voeding altijd voor dat de plaat van het chassis is verwijderd. Voor informatie over het verwijderen van de linkerplaat gaat u naar het hoofdstuk De linkerplaat verwijderen. Verwijder de schroef van de ontgrendelschroeflocatie en draai de schroef vast op de vergrendellocatie als u de voeding wilt bevestigen.
Installatie van het systeem 4 Met systeeminstallatie kunt u de hardware van uw computer beheren en de opties voor het BIOS‐niveau opgeven.
Tabel 1. Navigatietoetsen Toetsen Navigatie Pijl Omhoog Gaat naar het vorige veld. Pijl Omlaag Gaat naar het volgende veld. Hiermee kunt u een waarde in het geselecteerde veld invullen (mits van toepassing) of de verwijzing in het veld volgen. Spatiebalk Vergroot of verkleint een vervolgkeuzelijst, Mits van toepassing). Gaat naar het focusveld. OPMERKING: Alleen voor de standaard grafische browser. Gaat naar de vorige pagina totdat u het hoofdscherm bekijkt.
Optie Beschrijving • Boot List Option Onboard NIC (NIC op kaart) Hiermee kunt u de optie voor de opstartlijst wijzigen. • • Legacy UEFI Tabel 3. System Configuration (Systeemconfiguratie) Optie Beschrijving Integrated NIC Hiermee kunt u de geïntegreerde netwerkcontroller configureren. De opties zijn: • • Integrated NIC 2 Hiermee kunt u de tweede geïntegreerde netwerkcontroller configureren.
Optie Beschrijving SATA Operation Hiermee kunt u de interne SATA-vasteschijfcontroller configureren. De opties zijn: • • • Disabled (Uitgeschakeld) ATA AHCI (Standaardinstelling) OPMERKING: SATA is geconfigureerd om de RAID-modus te ondersteunen. USB Configuration Hiermee kunt u de USB-configuratie definiëren. De opties zijn: • SMART Reporting Met dit veld wordt bepaald of fouten met de vaste schijf voor de geïntegreerde apparaten tijdens het opstarten worden gerapporteerd.
Tabel 4. Performance (Prestatie) Optie Beschrijving Multi Core Support Met dit veld specificeert u of de processor één of meerdere kernen ingeschakeld heeft. De performance van sommige toepassingen zal met de extra kernen verbeteren. Deze optie staat standaard op ingeschakeld. Hiermee kunt u voor de processor de ondersteuning van meerdere kernen in- of uitschakelen. De opties zijn: • • • All (Alle) (Standaardinstelling) 1 2 Intel SpeedStep Hiermee kunt u de functie Intel SpeedStep inof uitschakelen.
Optie Beschrijving • Enable Intel Virtualization Technology for Direct I/O (Intel® Virtualization Technology voor directe I/O inschakelen): deze optie is standaard uitgeschakeld. Tabel 6. Security (Beveiliging) Optie Beschrijving Intel TXT (LT-SX) Configuration Deze optie is standaard uitgeschakeld. Admin Password Hiermee kunt u het administratorwachtwoord (admin) instellen, wijzigen of wissen.
Optie Beschrijving • • Disable (Uitschakelen) Activate (Activeren) OPMERKING: Met de opties Activate (Activeren) en Disable (Uitschakelen) wordt de functie permanent geactiveerd of uitgeschakeld en zijn er geen andere wijzigingen meer toegestaan. Chassis Intrusion Deze optie is standaard uitgeschakeld. Admin Setup Lockout Hiermee kunt u voorkomen dat gebruikers de Setup openen wanneer er een administratorwachtwoord is ingesteld. Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld) Tabel 7.
Tabel 8. Maintenance (Onderhoud) Optie Beschrijving Service Tag Hier wordt het servicelabel van uw computer weergegeven. Asset Tag Hier kunt u een inventaristag voor de computer maken als er nog geen inventaristag is ingesteld. Deze optie is standaard uitgeschakeld. SERR Messages Hiermee wordt het SERR-meldingsmechanisme ingesteld. Deze optie is standaard uitgeschakeld. Voor sommige grafische kaarten is vereist dat het SERRmeldingsmechanisme is uitgeschakeld. Tabel 9.
b) Kies uit de lijst Mijn producten en services c) Kies uit de lijst van alle Dell-producten 5. Selecteer op het scherm voor applicaties en stuurprogramma's, onder de vervolgkeuzelijst Operating System (Besturingssysteem), BIOS. 6. Bepaal het nieuwste BIOS-bestand en klik op Download File (Bestand downloaden). 7. Selecteer uw voorkeursmethode voor het downloaden in het venster Selecteer hieronder uw voorkeursmethode voor downloaden; klik op Download Now (Nu downloaden).
– Er mogen alleen kleine letters worden gebruikt. – Alleen de volgende speciale tekens zijn toegestaan: spatie, (”), (+), (,), (-), (.), (/), (;), ([), (\), (]), (`). Vul het systeemwachtwoord op aangeven nogmaals in. 4. Vul hetzelfde wachtwoord als daarvoor in en klik op OK. 5. Selecteer Systeemwachtwoord, vul het systeemwachtwoord in en druk op of . Er verschijnt een melding om het installatiewachtwoord nogmaals in te vullen. 6. Vul hetzelfde wachtwoord als daarvoor in en klik op OK.
OPMERKING: De bestaande wachtwoorden worden niet uitgeschakeld (gewist) totdat de computer wordt opgestart zonder de jumper. 5. Plaats de kap. OPMERKING: Als u een nieuw systeem- en/of setupwachtwoord hebt geïnstalleerd met de PSWD-jumper, dan worden de nieuwe wachtwoorden door het systeem uitgeschakeld wanneer deze de volgende keer wordt opgestart. 6. Sluit de computer aan op het stopcontact en schakel de computer in. 7. Schakel de computer uit en haal de stekker uit het stopcontact. 8.
Diagnostiek 5 Start bij problemen met uw computer eerst de ePSA diagnosefuncties voordat u met Dell contact opneemt voor technische assistentie. Het doel van het starten van deze diagnostische functies is het testen van de hardware van uw computer zonder extra apparatuur nodig te hebben of de kans te lopen om gegevens te verliezen. Als u het probleem niet zelf kunt oplossen, kunnen de medewerkers u op basis van de diagnosefuncties verder helpen om het probleem op te lossen.
6 Problemen oplossen Eventuele problemen met uw computer kunt oplossen met aanduidingen, zoals diagnostische lampjes, piepcodes en foutmeldingen die eventueel tijdens het werken met de computer optreden. Diagnostische ledlampjes OPMERKING: De diagnostische ledlampjes dienen slechts als voortgangsindicator tijdens het POST-proces. Deze lampjes geven niet het probleem aan dat er de oorzaak van is dat het POST-proces stopt.
• Er is mogelijk een fout opgetreden met een grafische kaart. • • • De display/monitor moet in een losse grafische kaart worden gestoken. Plaats alle geïnstalleerde grafische kaarten opnieuw. Installeer indien beschikbaar een werkende grafische kaart in de computer. Er is mogelijk een fout in de vaste schijf opgetreden. • Sluit alle stroom- en datakabels opnieuw aan. Er heeft zich mogelijk een USB-fout voorgedaan. • Sluit alle USB-apparaten opnieuw aan en controleer alle kabelverbindingen.
geheugenconfiguratie of compatibiliteit. • Controleer of het gebruikte geheugentype door de computer wordt ondersteund. Er is mogelijk een probleem met een moederbordbron en/of hardware opgetreden. • Wis CMOS (Plaats de knoopbatterij terug. Zie Knoopbatterij verwijderen en plaatsen). Koppel alle interne en externe kaarten los en start de computer opnieuw op. Als de computer opstart, plaatst u de kaarten een voor een terug totdat u de probleemkaart vindt.
Opstartdocumentatie • Geeft het einde van het POSTproces aan. Ledlampjes zijn normaal kort in deze stand als POST wordt voltooid. Als de levering van het besturingssysteem is voltooid, gaan de ledlampjes uit. Foutmeldingen Er zijn drie soorten foutmeldingen van het BIOS die worden weergegeven afhankelijk van de ernst van het probleem. Deze zijn: Fouten waardoor uw computer volledig wordt gestopt Deze foutmeldingen stoppen de computer waardoor u de stroom van het systeem moet wisselen.
Fouten die een "soft halt" van uw computer veroorzaken Deze foutmeldingen veroorzaken een "soft halt" van uw computer en u wordt gevraagd op te drukken om door te gaan of op om de system setup te openen. De volgende tabel bevat de foutmeldingen. Tabel 14. — Fouten die een "soft halt" van uw computer veroorzaken Foutmelding Alert! Front I/O Cable failure. (Alarm! Storing van de voorste I/O-kabel.) Alert! Left Memory fan failure. (Alarm! Storing van de linkerventilator van het geheugen.
Technische specificaties 7 OPMERKING: Aanbiedingen kunnen per regio verschillen. De volgende specificaties zijn alleen de specificaties die wettelijk verplicht moeten worden meegeleverd bij de computer. Voor meer informatie over de configuratie van uw computer klikt u op Start → Help en ondersteuning en selecteert u de optie om informatie over uw computer weer te geven. Tabel 15.
Functie Specificatie Minimumgeheugen T3600 2 GB T5600 / T7600 4 GB Maximumgeheugen T3600 64 GB T5600 128 GB T7600 512 GB Tabel 18. Video Functie Specificatie Los (PCIe 3.0/2.0 x16) T3600 max. 2 volledige hoogte, volledige lengte (maximaal 300 W) T5600 max. 2 volledige hoogte, volledige lengte (maximaal 300 W) T7600 max. 2 volledige hoogte, volledige lengte (maximaal 600 W) Tabel 19. Audio Functie Specificatie Geïntegreerd Realtek ALC269 audio codec Tabel 20.
Functie Specificatie • 2.0 x4 sleuf: 2 GB/s PCI 2.3 (32-bit, 33 MHz): 133 MB/s SAS – 3 Gbps SATA: 1,5 Gbps en 3,0 Gbps USB: 1,2 Mbps Lage snelheid, 12 Mbps volledige snelheid, 480 Mbps Hoge snelheid, 5 Gbps Super snelheid Tabel 22. Drives Functie Specificatie T3600 / T5600 Extern toegankelijk: Slimline optische SATAcompartimenten één 5.25–inch stationcompartimenten één; biedt ondersteuning voor één 5,25–inch SATA-apparaat, één mediakaartlezer, of max.
Functie Specificatie USB T3600 / T5600 / T7600 Video • • • voorpaneel: drie USB 2.0 en één USB 3.0 achterpaneel: vijf USB 2.0 en één USB 3.0 intern: drie USB 2.0 afhankelijk van videokaart • • • DVI-connector DisplayPort DMS-59 Tabel 24.
Functie Specificatie I/O voorzijde: USB voorzijde één 14–pins connector Interne USB één type A vrouwtje, één dual-port 2x5-kop Voorpaneelbesturing één 2x14 pins connector HDA-kop audio voorpaneel één 2x5 pins connector Achterpaneel HDD: SATA T3600 vier 7-pins SAS/SATA-connectors T5600 één 36-pins mini-SAS-connector, vier 7-pins SAS/SATA-connectors T7600 twee 36-pins mini-SAS-connectors Voeding T3600 één 24-pins en één 8-pins connector T5600 één 24-pins en twee 8-pin connectors T7600 één
Tabel 26.
Functie Gewicht (minimum): Specificatie 16,90 kg (37,26 lb) Tabel 28.
Contact opnemen met Dell 8 OPMERKING: Als u geen actieve internetverbinding hebt, kunt u de contactgegevens vinden op de factuur, de pakbon of in de productcatalogus van Dell. Dell biedt diverse online en telefonische ondersteunings- en servicemogelijkheden. De beschikbaarheid verschilt per land en product en sommige services zijn mogelijk niet beschikbaar in uw regio. Wanneer u met Dell contact wilt opnemen voor vragen over de verkoop, technische ondersteuning of de klantenservice: 1. Ga naar www.dell.