Dell Precision werkstation T7610 Gebruiksaanwijzing Regelgevingsmodel: D02X Regelgevingstype: D02X002
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer. WAARSCHUWING: EEN WAARSCHUWING duidt potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertelt u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: EEN WAARSCHUWING duidt op een risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden. Copyright © 2014 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave 1 Aan de computer werken.......................................................................................................... 7 Voordat u in de computer gaat werken.................................................................................................................... 7 Uw computer uitschakelen.......................................................................................................................................8 Nadat u aan de computer hebt gewerkt.............
De luidspreker verwijderen.................................................................................................................................... 35 De luidspreker installeren.......................................................................................................................................36 De rechterkap verwijderen.....................................................................................................................................37 De rechterplaat plaatsen.
7 Technische specificaties.........................................................................................................73 8 Contact opnemen met Dell......................................................................................................
Aan de computer werken 1 Voordat u in de computer gaat werken Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer tegen mogelijke schade te beschermen. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van de volgende veronderstellingen uitgegaan: • U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
5. Houd de aan-uitknop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd om het moederbord te aarden. 6. Verwijder de kap. WAARSCHUWING: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt Nadat u onderdelen hebt vervangen of geplaatst, moet u controleren of u alle externe apparaten, kaarten, kabels etc. hebt aangesloten voordat u de computer inschakelt. 1. Plaats de kap terug. WAARSCHUWING: Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op de computer. 2. Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer. 3.
Het verwijderen en installeren van onderdelen 2 Deze paragraaf beschrijft gedetailleerd hoe de onderdelen moeten worden verwijderd uit, of worden geïnstalleerd in uw computer. Aanbevolen hulpmiddelen Bij de procedures in dit document heeft u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig: • Kleine sleufkopschroevendraaier • Kruiskopschroevendraaier • Klein plastic pennetje Systeemoverzicht Afbeelding 1. Binnenaanzicht van de T7610 computer 1. 3. voorpaneel voorpaneel-chassisvergrendeling 2. 4.
5. 7. 9. knoopbatterij voeding luchttunnels 6. 8. 10. PCI-kaart intrusieschakelaar warmteafleider De voeding verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder als de PSU is vergrendeld, de PSU-schroef om de PSU te verwijderen. Raadpleeg het hoofdstuk Vergrendelfunctie van de PSU voor meer informatie. 3. Houd het blauwe lipje ingedrukt en trek de voeding vervolgens weg van de computer. De PSU (voeding) plaatsen 1.
Het voorpaneel verwijderen OPMERKING: Het voorpaneel kan worden bevestigd met behulp van de voorpaneel-systeemkastvergrendeling; zie Aanvullende informatie: voorpaneel-systeemkastvergrendeling. 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Druk de voorpaneelvergrendeling omlaag. 3. Houd de vergrendeling omlaag gedrukt en trek de voorplaat naar buiten om deze uit de computer te verwijderen. De voorplaat plaatsen 1. Plaats de voorplaat op de computer. 2.
De harde schijf verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de voorplaat. 3. Trek de klem van de bracket van de harde schijf naar buiten. 4. Schuif de beugel van de harde schijf naar buiten om deze uit de computer te verwijderen.
5. Trek de klem van de bracket van de tweede harde schijf naar buiten als er een tweede harde schijf is geplaatst. 6. Schuif de tweede bracket van de harde schijf naar buiten om deze uit de computer te verwijderen. 7. Buig de bracket van de harde schijf aan beide zijden om de harde schijf los te maken.
8. Til de harde schijf omhoog om deze uit de bracket te verwijderen. 9. Als er 2,5 inch harde schijf is geplaatst, druk dan de borgklemmetjes naar buiten en til de schijf omhoog om deze uit de 3,5 inch harde-schijfhouder te verwijderen. De harde schijf plaatsen 1. Als een 2.5–inch harde schijf is geplaatst, klik de harde schijf dan vast op de houder van de harde schijf. 2. Buig de bracket van de harde schijf open en plaats vervolgens de harde schijf in de bracket. 3.
De linkerkap verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Trek het ontgrendelingslipje van de computerkap aan de zijkant van de computer omhoog. 3. Til de kap omhoog tot een hoek van 45 graden en verwijder de kap van de computer. De linkerplaat plaatsen 1. Plaats de computerkap op het chassis. 2. Druk de kap omlaag totdat deze op zijn plaats klikt. 3. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
De intrusieschakelaar verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de linkerkap. 3. Druk op de vergrendeling van de intrusieschakelaar en koppel de connector los van het moederbord. a. Haal de kabel van de intrusieschakelaar uit de systeemkast. 4. Druk de intrusieschakelaar omlaag en verwijder deze uit de computer. De intrusieschakelaar plaatsen 1. Plaats de intrusieschakelaar in de houder op het chassis. 2.
De PCI-kaart verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder het linker paneel. 3. Open de plastic vergrendeling waarmee de PCI-kaart in de sleuf is vastgezet. 4. Druk de vergrendeling naar beneden en trek de PCI-kaart voorzichtig uit de computer. De PCI-kaart plaatsen 1. Druk de PCI-kaart in de kaartsleuf en maak de vergrendeling vast. 2. Plaats de plastic vergrendeling waarmee de PCI-kaart in de kaartsleuf wordt vastgezet. 3.
Het Slimline optische station verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de linkerkap. 3. Maak de kabel los van de achterzijde van het optische station. 4. Maak de voedingskabel los van de achterzijde van de schijf.
5. Druk het blauwe vergrendelingslipje in om de vergrendeling waarmee het optische station is bevestigd, los te maken. 6. Schuif het optische station uit het compartiment en til het omhoog om het uit de computer te verwijderen. 7. Buig de vergrendelingslipjes van het optische station naar buiten om het optische station los te maken uit de bracket.
8. Til het optische station uit de bracket. Het Slimline optische station plaatsen 1. Schuif het optische station in het compartiment en zorg ervoor dat het goed vastzit. 2. Maak de stroomkabel en de datakabel los van de achterzijde van het optische station. 3. Plaats de linkerkap. 4. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
4. Druk het vergrendelingslipje op de andere zijde van de luchttunnelmodule in om de module los te maken van de systeemkast. 5. Druk op het vergrendelingslipje op de onderzijde van het luchtkanaal en til het omhoog om het uit de systeemkast te verwijderen. 6. Herhaal de stappen om de tweede luchtkanaalmodule uit de systeemkast te verwijderen. De luchttunnel plaatsen OPMERKING: De luchttunnel is een optioneel onderdeel waarvan uw computer mogelijk niet is voorzien. 1.
4. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. Het geheugen verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: a. kapje b. luchttunnel (indien beschikbaar) 3. Druk de vergrendelingsklemmetjes van het geheugen op beide zijden van de geheugenmodule omlaag en til de geheugenmodule omhoog om deze uit de computer te verwijderen. Het geheugen plaatsen 1. Plaats de geheugenkaart in de geheugenhouder. 2.
De knoopbatterij plaatsen 1. Plaats de knoopbatterij in de sleuf op het moederbord. 2. Druk de knoopbatterij omlaag totdat het ontgrendellipje terug op zijn plaats veert en de batterij vastzet. 3. Plaats: a. kapje b. luchttunnel (indien beschikbaar) 4. Volg de procedures in Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.. De warmteafleider verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de linkerkap. 3.
5. Til de warmteafleider omhoog en verwijder deze uit de computer. De warmteafleider plaatsen 1. Plaats de warmteafleider in de computer. 2. Draai de geborgde schroeven vast om de warmteafleider aan het moederbord te bevestigen. 3. Sluit de kabel van de warmteafleider aan op het moederbord. 4. Plaats de kap. 5. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De ventilator van de warmteafleider verwijderen 1.
4. Verwijder de ventilator van de warmteafleider uit de warmteafleider. De ventilator van de warmteafleider plaatsen 1. Schuif de ventilator van de warmteafleider in de warmteafleidereenheid. 2. Sluit de doorvoertules aan om de ventilator van de warmteafleider aan de warmteafleidereenheid te bevestigen. 3. Plaats: a. warmteafleider b. kapje 4. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De systeemventilator verwijderen 1.
4. Druk het luchtkanaal in de aangegeven richting om het los te maken van de systeemventilatormodule. 5. Til het luchtkanaal omhoog om het uit de computer te verwijderen. 6. Verwijder de kabel van de grafische kaart uit de vergrendeling.
7. Trek het tweede luchtkanaal in de tegengestelde richting van de systeemventilatormodule. 8. Til het tweede luchtkanaal in opwaartse richting om het uit de systeemkast te verwijderen. 9. Leid de kabel van de systeemventilator door de opening in de systeemventilatormodule.
10. Koppel de connectoren van de kabel van de systeemventilator los van het moederbord. 11. Verwijder de schroeven waarmee de systeemventilatormodule aan het chassis is bevestigd. 12. Steek de ventilatorkabel door de opening om de systeemventilatormodule los te maken.
13. Verwijder de doorvoertules waarmee de systeemventilator is bevestigd, til de ventilator omhoog en verwijder hem uit de ventilatoreenheid. De systeemventilator plaatsen 1. Draai de doorvoertules aan waarmee de systeemventilator aan de systeemventilatormodule is bevestigd. 2. Sluit de kabel van de systeemventilator aan op de systeemventilatormodule. 3. Plaats de schroeven waarmee de systeemventilatormodule aan het chassis is bevestigd. 4.
3. Koppel alle kabels los van het I/O-paneel. 4. Verwijder de schroeven waarmee het I/O-paneel aan het computerchassis is bevestigd. 5. Trek het I/O-paneel in een tegengestelde richting van de computer om de rand los te maken uit de klem van het chassis.
6. Schuif de tegenoverliggende rand van het I/O-paneel naar buiten om de I/O-module los te maken van het chassis. 7. Verwijder de schroeven waarmee de USB 3.0-module aan het I/O-paneel is bevestigd en verwijder hem uit de computer. 8. Verwijder de schroeven waarmee het I/O-paneel is bevestigd en verwijder het uit de computer. Het I/O-paneel en de USB 3.0-poorten plaatsen 1. Plaats de USB 3.0-module van het I/O-paneel en gebruik de schroeven om deze vast te zetten. 2.
5. Sluit alle kabels aan op het I/O-paneel. 6. Plaats: a. voorpaneel b. linkerpaneel 7. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De aan-uitknop verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u aan de computer gaat werken. 2. Verwijder: a. linkerpaneel b. voorpaneel 3. Voer de volgende stappen uit: a. Koppel de kabel van de aan-uitknop los van het moederbord [1]. b. Verwijder het I/O-paneel [2]. c.
4. Verwijder de aan-uitknop uit de computer. De aan-uitknop plaatsen 1. Sluit de kabel van de aan-uitknop aan op het moederbord. 2. Schuif de aan-uitknopmodule door de opening in het voorpaneel. 3. Druk de bevestigingsklemmen in om de aan-uitknop vast te klikken. 4. Plaats: a. voorpaneel b. linker paneel 5. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De luidspreker verwijderen 1.
3. Koppel de luidsprekerkabel los van het moederbord en maak de kabel los uit het bevestigingsklemmetje op de systeemkast. 4. Voer de volgende stappen uit: a. Druk de vergrendeling van de luidspreker aan beide zijden in om de luidspreker los te maken van het chassis. b. Til de luidspreker omhoog om hem uit de computer te verwijderen. c. Verwijder de luidsprekerkabel door de opening. De luidspreker installeren 1. Plaats de luidsprekers en leid de luidsprekerkabel door de systeemkast. 2.
De rechterkap verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de schroeven waarmee de rechterkap aan de systeemkast vastzit. 3. Schuif de rechterkap in de aangegeven richting om deze uit de computer te verwijderen.
4. Til de rechterkap onder een hoek van 45 graden omhoog en verwijder deze uit de computer. Afbeelding 2. De rechterplaat plaatsen 1. Plaats de voorplaat op de computer. 2. Plaats de schroeven waarmee de rechterplaat aan de computer wordt bevestigd. 3. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt. Het 5,25-inch optische station verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: a. rechter paneel b. voorpaneel 3.
4. Druk de vergrendeling (1) in en schuif het optische station naar buiten om het los te maken uit het stationcompartiment (2). 5. Verwijder de schroeven uit het optische station en verwijder de bracket. Het 5,25-inch optische station plaatsen 1. Plaats het optische station op de bracket en draai de schroeven aan om het optische station vast te zetten. 2. Schuif het optische station in het stationcompartiment. 3. Sluit de stroom- en gegevenskabels aan op het optische station. 4. Plaats: a.
3. Voer de volgende stappen uit: a. Koppel de warmtesensorkabel los van het moederbord [1]. b. Verwijder de kabel van de warmtesensor uit de klemmetjes op het chassis [2]. 4. 40 Verwijder de kabel van de warmtesensor uit de bevestigingsklemmetjes op het chassis.
5. Open de vergrendeling waarmee de warmtesensor is bevestigd en verwijder de warmtesensor uit het chassis. De warmtesensor plaatsen 1. Sluit de kabel van de warmtesensor aan op het moederbord. 2. Leid de kabel van de warmtesensor rond het chassis van de computer. 3. Bevestig de vergrendeling waarmee de kabel van de warmtesensor is bevestigd. 4. Plaats: a. luchttunnel (indien beschikbaar) b. rechterpaneel c. linker paneel 5.
3. De processor verwijderen: OPMERKING: De afdekplaat van de processor is vergrendeld met twee hendeltjes. Deze zijn voorzien van pictogrammen waarmee wordt aangegeven welk hendeltje als eerste moet worden geopend en welk hendeltje als eerste moet worden gesloten. a. Druk het eerste hendeltje dat de afdekplaat van de processor op zijn plaats houdt, omlaag en maak deze los uit het retentiehaakje. b. Herhaal stap 'a' om het tweede hendeltje los te maken uit het retentiehaakje. c.
5. Plaats: a. warmteafleider b. luchttunnel (indien beschikbaar) c. kapje 6. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. De ventilator van de harde schijf verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder: a. linkerpaneel b. rechterpaneel c. PCI-kaart 3. Maak de ventilatorkabel van de harde schijf los van het moederbord. 4. Leid de kabel van onder het computerchassis zoals aangegeven.
5. Verwijder de schroeven waarmee de ventilator van de harde schijf aan de voorzijde van het chassis is bevestigd en verwijder de ventilator uit de computer. De ventilator van de harde schijf plaatsen 1. Plaats de schroeven waarmee de ventilator van de harde schijf aan de voorzijde van het chassis is bevestigd. 2. Leid de kabel van de ventilator van de harde schijf door het chassis en sluit hem aan op de sleuf op het moederbord. 3. Plaats: a. PCI-kaart b. linkerpaneel c. rechterpaneel 4.
3. Koppel alle kabels los die op de PSU-kaart zijn aangesloten. 4. Verwijder de schroeven waarmee de PSU-kaart op de systeemkast is aangesloten en verwijder de kaart uit de computer. De PSU-kaart (voeding) plaatsen 1. Plaats de schroeven waarmee de PSU-kaart aan het chassis wordt bevestigd. 2. Sluit alle kabels aan op de PSU-kaart. 3. Plaats de rechterplaat. 4. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Het moederbord verwijderen 1. Volg de procedures in voordat u werkzaamheden in de computer verricht. 2. Verwijder de volgende onderdelen: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. 3. 46 linker paneel optisch station luchttunnel warmteafleider systeemventilator voorpaneel harde schijf beveiligingsschakelaar van chassis knoopbatterij PCI-kaart geheugenmodule(s) processor Koppel alle aansluitingen los van het moederbord.
4. Verwijder de schroeven waarmee het moederbord aan het chassis vastzit. 5. Til het moederbord omhoog om het uit de systeemkast te verwijderen. Het moederbord plaatsen 1. Lijn de systeemkaart uit met de poortconnectors aan de achterkant van het chassis en plaats de systeemkaart in het chassis. 2. Draai de schroeven vast waarmee het moederbord aan de systeemkast vastzit. 3. Sluit de aansluitingen aan op het moederbord.
4. Plaats: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. 5. processor geheugenmodule(s) PCI-kaart knoopbatterij beveiligingsschakelaar van chassis harde schijf voorpaneel systeemventilator warmteafleider luchttunnel optisch station linker paneel Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht. Onderdelen van het moederbord De onderstaande afbeelding toont de componenten van het moederbord. 1. 3. 5.
7. connector voor intrusieschakelaar 8. 9. 11. processorsocket audioconnector voorpaneel 10. 12. 13. PCI Express 3.0 x16 sleuven (alleen beschikbaar wanneer optionele tweede processor is geplaatst) (CPU2_SLOT1 en CPU2_SLOT2) HDD2-ventilatorconnector Connector processorvoeding processorsocket externe stroomconnector wachtwoordjumper connector voor de interne luidspreker geïntegreerde SAS1-connector knoopbatterij interne USB 2.0-connector voor flexbay connector op het voorpaneel Interne USB 2.
Extra informatie 3 Dit hoofdstuk bevat informatie voor de extra functies op uw computer. Richtlijnen voor de geheugenmodule Neem voor maximale prestaties van de computer de volgende richtlijnen in acht bij het configureren van het systeemgeheugen. • Geheugenmodules van verschillende uitvoeringen kunnen worden gecombineerd (bijvoorbeeld 2 GB en 4 GB), maar alle bezette kanalen moeten identiek geconfigureerd zijn. • Geheugenmodules moeten worden geïnstalleerd vanaf de eerste houder.
PSU-vergrendeling (voeding) De PSU-vergrendeling voorkomt de verwijdering van de PSU uit het chassis. OPMERKING: Zorg er bij het vergrendelen of ontgrendelen van de voeding altijd voor dat de plaat van het chassis is verwijderd. Voor informatie over het verwijderen van de luchttunnel (indien beschikbaar) gaat u naar het hoofdstuk De luchttunnel (indien beschikbaar) verwijderen.
Installatie van het systeem 4 Met systeeminstallatie kunt u de hardware van uw computer beheren en de opties voor het BIOS‐niveau opgeven.
Tabel 1. Navigatietoetsen Toetsen Navigatie Pijl Omhoog Gaat naar het vorige veld. Pijl Omlaag Gaat naar het volgende veld. Hiermee kunt u een waarde in het geselecteerde veld invullen (mits van toepassing) of de verwijzing in het veld volgen. Spatiebalk Vergroot of verkleint een vervolgkeuzelijst, Mits van toepassing). Gaat naar het focusveld. OPMERKING: Alleen voor de standaard grafische browser. Gaat naar de vorige pagina totdat u het hoofdscherm bekijkt.
Optie Beschrijving • Advanced Boot Options UEFI Hiermee kunt u Legacy-optie ROM's inschakelen • • Date/Time Disabled (Uitgeschakeld) Enabled (Ingeschakeld) (standaardinstelling) Hiermee kunt u de datum en tijd instellen. De wijzigingen aan de systeemdatum- en tijd worden direct van kracht. Tabel 3. Systeemconfiguratie Optie Beschrijving Integrated NIC Hiermee kunt u de geïntegreerde netwerkcontroller configureren.
Optie Beschrijving • RAID on (RAID ingeschakeld) OPMERKING: SATA is geconfigureerd ter ondersteuning van de RAID-modus. Voor de T7610 is er geen ondersteuning voor SATAbewerkingen. Drives T3610 en T5610 Hiermee kunt u de SATA-stations configureren. De opties zijn: • • • • • • SATA3–HDD0 SATA2–HDD2 SATA2–ODD0 SATA3–HDD1 SATA2–HDD3 SATA2–ODD1 Standaardinstelling: All drives are enabled (Alle stations zijn ingeschakeld).
Optie Beschrijving • Memory Map IO above 4GB 64 PCI-bussen Hiermee kunt u Geheugentoewijzing IO hoger dan 4 GB in- of uitschakelen. • Memory Map IO above 4GB (Geheugentoewijzing IO hoger dan 4 GB): deze optie is standaard uitgeschakeld. Optional HDD Fans Hiermee kunt u de ventilatoren voor de harde schijf beheren. Standaardinstelling: is afhankelijk van de systeemconfiguratie Audio Hiermee kunt u de geluidsfunctie in- of uitschakelen.
Optie Beschrijving Password Change Hiermee kunt u de wachtwoorden voor het systeem wijzigen wanneer het beheerderswachtwoord is ingesteld. Standaardinstelling: Allow Non-Admin Password Changes (Wijzigingen op nietbeheerderswachtwoorden toestaan) is geselecteerd TPM Security Hiermee kunt u de Trusted Platform Module (TPM) tijdens POST inschakelen. Standaardinstelling: The option is disabled (De optie is uitgeschakeld).
Tabel 7. Prestaties Optie Beschrijving Multi Core Support Met dit veld specificeert u of de processor één of meerdere kernen ingeschakeld heeft. De performance van sommige toepassingen zal met de extra kernen verbeteren. Deze optie staat standaard op ingeschakeld. Hiermee kunt u voor de processor de ondersteuning van meerdere kernen in- of uitschakelen.
Optie Beschrijving Standaardinstelling: Enable Dell Reliable Memory Technology (RMT) OPMERKING: Deze functie wordt alleen ondersteund voor T3610 wanneer ECCgeheugenmodules zijn geplaatst. Tabel 8. Energiebeheer Optie Beschrijving AC Recovery Geeft aan hoe de computer zal reageren als de netstroom wordt herstelt na een periode van stroomuitval. U kunt AC Recovery instellen op: • • • Auto On Time Hiermee kunt u de tijd instellen waarop de computer automatisch moet worden ingeschakeld.
Optie Beschrijving Block Sleep Hiermee kunt u voorkomen dat de computer naar de slaapstand (S3 stand) gaat in OS Environment. Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld) Tabel 9. POST Behavior Optie Beschrijving Numlock LED Geeft aan of de NumLock-functie kan worden ingeschakeld wanneer het systeem wordt opgestart. Deze optie is standaard ingeschakeld. Keyboard Errors Geeft aan of toetsenbord-gerelateerde fouten worden gemeld wanneer het systeem wordt opgestart.
Tabel 12. System Logs (Systeemlogboeken) Optie Beschrijving BIOS events Toont het logboekvoor systeemgebeurtenissen; hiermee kunt u het logboek wissen. • Clear Log (Logboek wissen) Het BIOS updaten Het wordt aanbevolen om uw BIOS (systeeminstallatie) te updaten, tijdens het vervangen van het moederbord, of wanneer een update beschikbaar is. Bij laptops dient ervoor te worden gezorgd dat de accu volledig is opgeladen en de notebook op de reguliere stroomvoorziening is aangesloten. 1.
WAARSCHUWING: Iedereen heeft toegang tot de gegevens in uw computer als deze onbeheerd en niet vergrendeld wordt achtergelaten. OPMERKING: De wachtwoordfunctie is bij levering van uw computer uitgeschakeld. Een wachtwoord aan het systeem en de installatie toekennen U kunt een nieuw Systeemwachtwoord en/of Installatiewachtwoord toewijzen, of een bestaand Systeemwachtwoord en/of Installatiewachtwoord alleen wijzigen wanneer WachtwoordstatusOntgrendeld is.
4. Selecteer Setup Password (Installatiewachtwoord), wijzig of verwijder het huidige installatiewachtwoord en druk op of . OPMERKING: Vul bij het wijzigen van het systeem- en/of installatiewachtwoord het nieuwe wachtwoord in wanneer de melding daarvoor verschijnt. Als een van beide of beide wachtwoorden wordt verwijderd, dient de melding daarover ook te worden bevestigd. 5. Druk op waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan. 6.
Diagnostiek 5 Start bij problemen met uw computer eerst de ePSA diagnosefuncties voordat u met Dell contact opneemt voor technische assistentie. Het doel van het starten van deze diagnostische functies is het testen van de hardware van uw computer zonder extra apparatuur nodig te hebben of de kans te lopen om gegevens te verliezen. Als u het probleem niet zelf kunt oplossen, kunnen de medewerkers u op basis van de diagnosefuncties verder helpen om het probleem op te lossen.
6 Problemen oplossen Eventuele problemen met uw computer kunt oplossen met aanduidingen, zoals diagnostische lampjes, piepcodes en foutmeldingen die eventueel tijdens het werken met de computer optreden. Diagnostische ledlampjes OPMERKING: De diagnostische ledlampjes dienen slechts als voortgangsindicator tijdens het POST-proces. Deze lampjes geven niet het probleem aan dat er de oorzaak van is dat het POST-proces stopt.
• Er is mogelijk een fout opgetreden met • een grafische kaart. • • De display/monitor moet in een losse grafische kaart worden gestoken. Plaats alle geïnstalleerde grafische kaarten opnieuw. Installeer indien beschikbaar een werkende grafische kaart in de computer. Er is mogelijk een fout in de vaste schijf opgetreden. • Sluit alle stroom- en datakabels opnieuw aan. Er heeft zich mogelijk een USB-fout voorgedaan. • Sluit alle USB-apparaten opnieuw aan en controleer alle kabelverbindingen.
• • Er is mogelijk een fout in het moederbord opgetreden. • • Er is een andere fout opgetreden. • • • • Systeem bevindt zich in herstelmodus • Opstartdocumentatie • Koppel alle interne en externe kaarten los en start de computer opnieuw op. Als de computer opstart, plaatst u de kaarten een voor een terug totdat u de probleemkaart vindt. Als het probleem aanhoudt, is het moederbord of onderdelen daarvan defect. Koppel alle interne en externe kaarten los en start de computer opnieuw op.
Foutmeldingen Er zijn drie soorten foutmeldingen van het BIOS die worden weergegeven afhankelijk van de ernst van het probleem. Deze zijn: Fouten waardoor uw computer volledig wordt gestopt Deze foutmeldingen stoppen de computer waardoor u de stroom van het systeem moet wisselen. De volgende tabel bevat de foutmeldingen. Tabel 14. Fouten waardoor uw computer volledig wordt gestopt Foutmelding Error! Non-ECC DIMMs are not supported on this system.
Foutmelding Alert! PCI fan failure. (Alarm! Storing van de PCI-ventilator.) Alert! Chipset heat sink not detected. (Alarm! Chipset warmteafleider niet gedetecteerd.) Alert! Hard Drive fan1 failure. (Alarm! Storing van ventilator 1 van vaste schijf.) Alert! Hard Drive fan2 failure. (Alarm! Storing van ventilator 2 van vaste schijf.) Alert! Hard Drive fan3 failure. (Alarm! Storing van ventilator 3 van vaste schijf.) Alert! CPU 0 fan failure. (Alarm! Storing van ventilator van CPU 0.) Alert! CPU 1 fan failure.
Technische specificaties 7 OPMERKING: Aanbiedingen kunnen per regio verschillen. De volgende specificaties zijn alleen de specificaties die volgens de wet bij uw computer moeten worden geleverd. Ga voor uitgebreide specificaties van uw computer naar Specificaties’ in uw Gebruikershandleiding die beschikbaar is via de ondersteuningssite op dell.com/support.
Functie T3610/T5610/T7610 Specificatie 4 GB Maximumgeheugen T3610/T5610 128 GB T7610 512 GB Tabel 20. Video Functie Specificatie Los (PCIe 3.0/2.0 x16) T3610/T5610 max. 2 volledige hoogte, volledige lengte (maximaal 300 W) T7610 max. 4 volledige hoogte, volledige lengte (maximaal 600 W) Tabel 21. Audio Functie Specificatie Geïntegreerd Realtek ALC3220 audio codec Tabel 22. Netwerk Functie Specificatie T3610/T5610 Intel 82759 T7610 Intel 82759 en Intel 82754 Tabel 23.
Functie Specificatie Poorten aan voorzijde USB 3.0, 5 Gbps (1 poort); USB 2.0, 480 Mbps (3 poorten) Poorten aan achterzijde USB 3.0, 5 Gbps (3 poorten); USB 2.0, 480 Mbps (3 poorten) Interne poorten USB 2.0, 480 Mbps (3 poorten) Tabel 24.
Functie Specificatie T3610/T5610 één RJ-45 T7610 twee RJ-45 Serieel één 9-pins connector USB T3610/T5610/T7610 Video • • • voorpaneel: drie USB 2.0 en één USB 3.0 achterpaneel: drie USB 2.0 en één USB 3.0 intern: drie USB 2.0 afhankelijk van videokaart • • • DVI-connector DisplayPort DMS-59 Tabel 26.
Functie Specificatie T7610 PCI 2.
Functie Specificatie lampjes voor de netwerkactiviteit (achterpaneel) geel lampje: knippert wanneer er netwerkactiviteit is op de verbinding. Controlelampjes: uit: computer staat uit of heeft POST voltooid. geel/knipperend: zie de onderhoudshandleiding voor specifieke diagnostische codes. Tabel 28.
Functie Specificatie T3610/T5610 Breedte 172,60 mm (6,79 inches) Diepte 471,00 mm (18,54 inches) Gewicht (minimum): 14,00 kg (30,86 lb) / 13,2 kg (29,10 lb) T7610 Hoogte (met pootjes) 433,40 mm (17,06 inches) Hoogte (zonder pootjes) 430,50 mm (16,95 inches) Breedte 216,00 mm (8,51 inches) Diepte 525,00 mm (20,67 inches) Gewicht (minimum) 16,90 kg (37,26 lb) Tabel 30.
Contact opnemen met Dell 8 OPMERKING: Als u geen actieve internetverbinding hebt, kunt u de contactgegevens vinden op de factuur, de pakbon of in de productcatalogus van Dell. Dell biedt diverse online en telefonische ondersteunings- en servicemogelijkheden. De beschikbaarheid verschilt per land en product en sommige services zijn mogelijk niet beschikbaar in uw regio. Wanneer u met Dell contact wilt opnemen voor vragen over de verkoop, technische ondersteuning of de klantenservice: 1. Ga naar dell.