Users Guide

Begrip van de taakmenu’s |
133
Fax > Faxinstellingen >
Resolutie
Specificeert de scanresolutie om de uitvoerkwaliteit te verbeteren.
OPMERKING:
Gegevens die worden gescand in de modus Superfijn worden verzonden met de hoogste
resolutie die door het externe apparaat wordt ondersteund.
Fax > Faxinstellingen >
Faxvoorblad
Specificeert of de functie Faxvoorblad moet worden geactiveerd. Deze functie voegt een
voorblad toe aan een fax.
Fax > Faxinstellingen >
Uitgestelde verzending
Specificeert of de functie Uitgestelde verzending moet worden geactiveerd. Deze
functie verstuurt een fax op een later tijdstip.
OPMERKING:
er kunnen maximaal 19 uitgestelde faxtaken worden opgeslagen.
Fax > Faxinstellingen >
Instellingen voor opslaan
Tik op om verschillende instellingen van de faxfunctie te bewaren. Gebruik deze
functie ook om gepersonaliseerde tegels voor het faxen te creëren en te bewerken.
Zie “Een aangepaste tegel maken” en “Een aangepaste tegel bewerken” voor meer
informatie.
OPMERKING:
U kunt maximaal 30 adressen op de printer opslaan.
PDF/TIFF afdrukken
OPMERKING:
De functie PDF/TIFF afdrukken is alleen beschikbaar als een USB-flashstation is aangesloten op de
USB-poort aan de voorkant.
Gebruik de menu's van PDF/TIFF afdrukken om het document aan te geven dat is
opgeslagen in de root, bestand of map op een USB-flashstation. Zie “Afdrukinstellingen”.
Om het PDF/TIFF afdrukken-taakmenu weer te geven, drukt u op de knop
(Home), tikt u op en selecteert u vervolgens de tegel PDF/TIFF afdrukken.
Standaard Geschikt voor documenten met tekens van normale grootte.
Fijn Geschikt voor documenten met kleine tekens of dunne lijnen of
documenten die zijn afgedrukt met een dot-matrixprinter.
Superfijn Geschikt voor documenten die bijzonder kleine details bevatten. De
modus Superfijn wordt alleen ingeschakeld als het externe
apparaat ook de modus Superfijn ondersteunt. Zie de volgende
opmerking.
Foto Geschikt voor documenten die foto's bevatten.