Users Guide

224
|Afdrukken
Afdrukken
Dit hoofdstuk geeft tips voor afdrukken, vertelt hoe u bepaalde informatie via de printer
kunt afdrukken en hoe u een taak annuleert.
OPMERKING:
Het juiste afdrukmedium selecteren en dit correct in de papierlade leggen is cruciaal voor het
verkrijgen van afdrukken van een goede kwaliteit en voor het verminderen van papierstoringen. Zie
“Afdrukmediarichtlijnen” en “Inleggen van de afdrukmedia”.
Een afdruktaak verzenden
OPMERKING:
De afdrukinstellingen die geconfigureerd zijn in het printerstuurprogramma krijgen voorrang boven
de menu-instellingen die ingesteld zijn via het bedieningspaneel of de Werkset.
Als u een bepaalde functie in het venster van het printerstuurprogramma niet kent, open dan de
online Help voor meer informatie.
In de volgende procedure wordt een typisch Windows
®
- en OS X-programma als
voorbeeld gebruikt.
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 Kies Afdrukken in het menu Bestand.
3 Controleer of de juiste printer geselecteerd is in het dialoogvenster, en controleer en
wijzig vervolgens de afdrukinstellingen in het dialoogvenster.
4 Klik voor Windows
®
op Voorkeuren, pas de afdrukinstellingen die niet beschikbaar
zijn in het dialoogvenster aan en klik vervolgens op OK.
Ga voor OS X verder met stap 5.
5 Klik op Afdrukken.
OPMERKING:
Als formaat van het papier dat in de lade geplaatst is, kunt u A4 en letter kiezen. U kunt ook kiezen
tussen A5 en Statement. Wanneer u het papierformaat wilt wijzigen, plaatst u afdrukmedia van het
geselecteerde formaat.
Zie “Wisselen A4 <> Letter” en “Wisselen A5<>Statement”.
Een afdruktaak annuleren
Een taak kan geannuleerd worden met behulp van het bedieningspaneel of een
computer.
Een taak annuleren via het bedieningspaneel
Een taak annuleren tijdens het afdrukken
Tik op Stoppen.
De uitgevoerde afdruktaak wordt geannuleerd.
OPMERKING:
De volgende taken worden niet geannuleerd.