Setup Guide
41
 Ondersteuningsfuncties gebruiken
OPMERKING: Als uw computer geen beeld 
op het scherm kan weergeven, raadpleegt 
u “Contact opnemen met Dell” op pagina 53.
Zorg dat de computer is aangesloten op een 1. 
stopcontact en goed werkt.
Zet de computer aan of start deze opnieuw op.2. 
Wanneer het DELL3. 
™
-logo verschijnt, drukt 
u direct op <F12>. Selecteer Diagnostics in 
het opstartmenu en druk op <Enter>.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het 
logo van het besturingssysteem wordt 
weergegeven, moet u blijven wachten tot 
het bureaublad van Microsoft
®
 Windows
®
wordt weergegeven. Daarna sluit u de 
computer af en probeert u het opnieuw.
OPMERKING: Als een bericht wordt 
weergegeven dat er geen partitie met een 
diagnostisch hulpprogramma is gevonden, 
voert u Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) 
uit vanaf de 
Drivers and Utilities 
media.
Druk op een toets om Dell Diagnostics  4. 
(Dell-diagnostiek) te starten vanaf de partitie 
met het diagnostische hulpprogramma op de 
vaste schijf.
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) starten 
vanaf de Drivers and Utilities media
Plaats de 1.
Drivers and Utilities 
media
Zet de computer uit en start deze opnieuw op. 2. 
Wanneer het DELL-logo verschijnt, drukt 
u direct op <F12>.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het 
logo van het besturingssysteem wordt 
weergegeven, moet u blijven wachten tot 
het bureaublad van Microsoft
®
 Windows
®
wordt weergegeven. Daarna sluit u de 
computer af en probeert u het opnieuw.
OPMERKING: Met de volgende stappen 
wordt de opstartvolgorde eenmalig gewijzigd. 
De volgende keer zal de computer opstarten 
volgens de volgorde van apparaten die in 
System Setup is aangegeven.










