Workstation Quick Reference Guide
Naslaggids 107
ALS ER ANDERE PROBLEMEN MET HET GEHEUGEN ZIJN —
• Druk de geheugenmodules stevig vast (zie "Het frontpaneel verwijderen"
in de
Gebruikshandleiding
) om ervoor te zorgen dat de computer ermee kan communiceren.
• Volg de installatierichtlijnen voor het geheugen goed op (zie "Een geheugenmodule
installeren"
in de
Gebruikshandleiding
).
• Ga na of het geheugen dat u gebruikt door de computer wordt ondersteund.
Raadpleeg "Het frontpaneel verwijderen"
in de
Gebruikshandleiding
voor meer
informatie over het geheugen dat door de computer wordt ondersteund.
• Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit (zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)"
op pagina 94).
Problemen met de muis
WAARSCHUWING: Raadpleeg de veiligheidsinstructies in de
Productinformatiegids
voordat u begint met de procedures in dit gedeelte.
C
ONTROLEER DE MUISKABEL —
• Controleer of de kabel is beschadigd of getwist en controleer de connectoren op
gebroken of verbogen pinnen. Maak eventueel verbogen pinnen recht.
• Verwijder alle muisverlengkabels en sluit de muis direct aan op de computer.
• Ga na of de muiskabel is aangesloten zoals in het setupdiagram voor de computer
wordt weergegeven.
START DE COMPUTER OPNIEUW OP —
1
Druk tegelijkertijd op <Ctrl><Esc> om het menu
Start
weer te geven.
2
Druk op <u>,
vervolgens op de pijlen omhoog en omlaag
om de opties
Afsluiten
of
Uitschakelen
te markeren en druk ten slotte op <Enter>.
3
Nadat de computer is uitgeschakeld, sluit u de muiskabel weer aan, zoals in het
setupdiagram te zien is.
4
Zet de computer aan.
TEST DE MUIS — Sluit een correct werkende muis aan op de computer en probeer
deze muis uit.
C
ONTROLEER DE MUISINSTELLINGEN —
Windows XP:
1
Klik op
Start
→
Configuratiescherm
→
Muis
.
2
Wijzig de instellingen, indien nodig.
Windows Vista:
1
Klik op
Start
→
Configuratiescherm
→
Hardware en geluiden
→
Muis
.
2
Wijzig de instellingen, indien nodig.