Dell V525w Gebruikershandleiding Januari 2012 Machinetype(n): 4448 Model(len): 4d1, 4dE www.dell.com | support.dell.
Handelsmerken Informatie in dit document kan worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. Reproductie op welke manier dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is uitdrukkelijk verboden. Handelsmerken die worden gebruikt in deze tekst: Dell en het logo DELL zijn handelsmerken van Dell Inc.; Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Inhoudsopgave 3 Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie...................................................................................7 Over de printer............................................................................................8 Bedankt dat u voor deze printer hebt gekozen.........................................................................................8 Impact van uw printer op het milieu minimaliseren.................................................................................
Inhoudsopgave 4 Afdrukken..................................................................................................34 Tips voor afdrukken.................................................................................................................................34 Standaarddocumenten afdrukken..........................................................................................................34 Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal..........................................................
Inhoudsopgave 5 E-mailen.....................................................................................................62 Printer instellen om e-mailberichten te verzenden................................................................................62 E-mail verzenden.....................................................................................................................................63 E-mailbericht annuleren...........................................................................
Inhoudsopgave 6 Uitgavebericht.......................................................................................................................................162 Stroomverbruik.....................................................................................................................................164 Index........................................................................................................
Veiligheidsinformatie 7 Veiligheidsinformatie Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. LET OP—KANS OP LETSEL: De lithiumbatterij in dit product moet niet worden vervangen. Wanneer de lithiumbatterij niet juist wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar.
Over de printer 8 Over de printer Bedankt dat u voor deze printer hebt gekozen We hebben er hard aan gewerkt om de printer te laten voldoen aan uw wensen. Als u uw nieuwe printer meteen wilt gaan gebruiken, moet u de installatiehandleidingen gebruiken die bij de printer zijn geleverd en de Gebruikershandleiding doorbladeren voor informatie over het uitvoeren van standaardtaken.
Over de printer 9 Inkt besparen • Gebruik de modus Snel afdrukken of Concept. Deze modi kunnen worden gebruikt om documenten af te drukken met minder inkt dan normaal en zijn ideaal voor het afdrukken van documenten die grotendeels uit tekst bestaan. • Gebruik lettertypen en lettertype-instellingen waarvoor minder inkt is vereist. U kunt in de meeste programma's de helderheid van kleuren aanpassen. • Gebruik cartridges met hoog rendement. Met deze cartridges kunt u meer pagina's afdrukken.
Over de printer 10 Gewenste informatie Locatie Help met de printersoftware Help bij Windows Open een printerprogramma en klik op Help. Klik op om contextgevoelige informatie weer te geven. Opmerkingen: • De Help wordt automatisch geïnstalleerd met de printersoftware. • De printersoftware bevindt zich in de map van het printerprogramma of op het bureaublad, afhankelijk van uw besturingssysteem. De nieuwste aanvullende informatie, updates en online Ondersteuningswebsite van Dell: http://support.dell.
Over de printer 11 Onderdelen van de printer Onderdeel Functie 1 Automatische documentinvoer (ADI) Kopiëren, scannen of faxen van documenten met meerdere pagina's van het formaat A4, Letter of Legal. 2 Papierbaanbeschermer Voorkomen dat onderdelen in de papiersleuf vallen. 3 Papiergeleiders Het papier recht houden wanneer het wordt ingevoerd. 4 Papiersteun Papier in de printer plaatsen. 5 Hendel voor papieraanpassing De papiergeleiders aanpassen.
Over de printer 12 Onderdeel Functie 11 Verlengstuk voor lade Papier op de juiste plaats houden als het uit de printer komt. 12 PictBridge- en USB-poort Een digitale PictBridge-camera of een flashstation aansluiten op de printer. 13 ADI-papiergeleider Het papier recht houden wanneer het wordt ingevoerd in de ADI. Opmerking: stel de papiergeleider van de ADI-lade in op de breedte van het originele document. Onderdeel Functie 14 Scannerklep Toegang krijgen tot de glasplaat.
Over de printer 21 13 Onderdeel Functie Toegangsgedeelte voor printerkop De printerkop installeren. Opmerking: de houder wordt verplaatst naar het toegangsgedeelte voor de printerkop als er geen printerkop is geïnstalleerd in de printer. 22 papierstoringen, klep voor Toegang tot vastgelopen papier en papierstoringen verhelpen. 23 Toegangsgedeelte voor inktcartridges 24 Scannereenheid Inktcartridge installeren, vervangen of verwijderen. • Toegang tot de inktcartridges en printerkop.
Supplies bestellen en vervangen 14 Supplies bestellen en vervangen Inktcartridges bestellen Paginarendementen zijn beschikbaar op www.dell.com/supplies. Gebruik alleen inktcartridges van Dell voor optimale resultaten.
Supplies bestellen en vervangen 15 Inktcartridges vervangen Zorg dat u over nieuwe cartridges beschikt voordat u begint. U moet nieuwe cartridges meteen installeren nadat u de oude cartridges hebt verwijderd omdat anders de resterende inkt in de printerkop kan uitdrogen. Inktcartridges cartridges 1 Zet de printer aan. 2 Open de printer. Opmerking: De printerkop wordt naar de positie voor cartridge-installatie verplaatst.
Supplies bestellen en vervangen 16 Als de cartridge wordt geleverd met een afsluitdopje, verwijdert u het dopje. 2 Plaats de inktcartridges in de printer. Schuif uw vinger langs de inktcartridge tot de cartridge vastklikt. Opmerkingen: • plaats eerst de kleurencartridges en vervolgens de zwarte cartridge. • Installeer de nieuwe inktcartridges direct nadat u de beschermende dop hebt verwijderd om te voorkomen dat de inkt wordt blootgesteld aan lucht. 3 Sluit de printer.
Supplies bestellen en vervangen 6 Klik op . 7 Volg de aanwijzingen op het scherm.
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken 18 Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken Taalvel vervangen Een taalvel kunt u gebruiken om de knoppen op het bedieningspaneel van de printer te labelen. Taalvellen kunt u op elk gewenst moment vervangen, afhankelijk van de taal die u wilt gebruiken. Sommige talen zijn alleen beschikbaar voor bepaalde printermodellen.
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken 19 6 Plaats het gewenste taalvel in de houder en bevestig de houder vervolgens weer aan het bedieningspaneel van de printer. 7 Zet het bedieningspaneel van de printer omhoog tot het vastklikt. 8 Sluit de printer en trek de papieruitvoerlade volledig uit.
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken 20 Bedieningspaneel van de printer gebruiken Optie 1 Aan/uit Functie • De printer in- en uitschakelen. • Overschakelen naar de slaapmodus. Opmerking: Als de printer is ingeschakeld, drukt u op om over te schakelen naar de slaapstand. Houd drie seconden ingedrukt om de printer uit te schakelen. 2 Display Opmerking: in de slaapstand is de display uitgeschakeld.
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken 21 Optie Functie 8 Opnieuw kiezen Het laatstgekozen nummer weergeven. Druk op de pijl omhoog of omlaag om de vijf laatstgekozen nummer weer te geven. 9 Pauze Een onderbreking van drie seconden invoegen in het faxnummer dat u wilt kiezen om te wachten op een buitenlijn of om verbinding te maken met een geautomatiseerd antwoordsysteem. Voeg alleen een onderbreking toe als u al bent begonnen met het invoeren van het nummer.
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken Optie 17 22 Functie Ecomodus • Overschakelen naar de slaapstand als de printer tien minuten niet wordt gebruikt. • Verlaag de helderheid van het scherm. Time-out van de slaapstand wijzigen De time-out van de slaapstand is de tijd waarna de printer overschakelt op de slaapstand, als deze niet wordt gebruikt. De slaapstand optimaliseert energiezuinigheid door het stroomverbruik van de printer te verminderen.
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken 23 Standaardfabrieksinstellingen herstellen Als u de standaardfabrieksinstellingen herstelt, worden alle printerinstellingen verwijderd die u eerder hebt geselecteerd. 1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar: > Instellen > > Fabrieksinstellingen herstellen > 2 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Alle printerinstellingen herstellen en druk op 3 Blader met de pijl naar links of rechts naar Ja en druk op . .
Printersoftware gebruiken 24 Printersoftware gebruiken Minimale systeemvereisten Voor de printersoftware is maximaal 500 MB vrije schijfruimte vereist. Ondersteunde besturingssystemen • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • * Microsoft Windows 7 (SP1) Microsoft Windows Server 2008 (R2 SP1) Microsoft Windows Server 2008 (SP1) Microsoft Windows Server 2003 (SP2) Microsoft Windows Vista (SP1) Microsoft Windows XP (SP3) Macintosh Intel OS X 10.7.0 of hoger Macintosh Intel OS X 10.6.
Printersoftware gebruiken 25 Als u deze extra programma's niet hebt geïnstalleerd tijdens de eerste installatie, plaatst u de cd met installatiesoftware opnieuw in de computer, voert u de installatiesoftware uit en klikt u op Geavanceerde opties > Extra software installeren. Printersoftware Onderdeel Dell printerstartpagina (wordt de printerstartpagina genoemd) Functie • • • • • • • • • • Toepassingen of programma's starten. Foto of document scannen of e-mailen. Gescande documenten bewerken.
Printersoftware gebruiken 26 Onderdeel Functie Voorkeursinstellingen voor afdrukken Wanneer u een document hebt geopend en Bestand > Afdrukken > Eigenschappen kiest, wordt het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken weergegeven. In dit dialoogvenster kunt u opties voor de afdruktaak selecteren, zoals de volgende opties: • • • • • • Het aantal exemplaren opgeven dat moet worden afgedrukt. Dubbelzijdige kopieën afdrukken. De papiersoort selecteren. Een nieuw watermerk toevoegen.
Printersoftware gebruiken 27 • Als u optimaal wilt profiteren van uw printer, selecteert u bij het installeren de optie voor aangepaste installatie en selecteert u vervolgens alle pakketten die worden weergegeven. Optionele software zoeken en installeren Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst.
Printersoftware gebruiken 28 Voor Macintosh-gebruikers 1 Sluit alle geopende toepassingen. 2 Blader in de Finder naar: Programma's > selecteer de printermap 3 Dubbelklik op Verwijder. 4 Volg de aanwijzingen op het scherm. Printersoftware installeren Opmerking: als u de printersoftware eerder hebt geïnstalleerd op deze computer en de software opnieuw moet installeren, moet u de huidige software eerst verwijderen. Voor Windows-gebruikers 1 Sluit alle geopende programma's.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen 29 Papier en originele documenten in de printer plaatsen Papier in de printer plaatsen 1 Buig de vellen enkele malen om de vellen los te maken. Vouw of kreuk het papier niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond. 2 Open de papierbaanbeschermer. 3 Plaats het papier in het midden van de papiersteun. Opmerking: Gebruik de aanduidingen op de papiersteun als u kleinere papierformaten plaatst.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen 30 5 Sluit de papierbaanbeschermer. 6 Selecteer of controleer de papierinstellingen op het bedieningspaneel van de printer. Richtlijnen voor papier en special afdrukmateriaal Maximumaantal 100 vellen normaal papier Aandachtspunten • De papiergeleiders zijn tegen de randen van het papier geschoven. • Het briefhoofdpapier wordt met de afdrukzijde naar boven en met de bovenkant naar voren in de printer ingevoerd.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen Maximumaantal 10 enveloppen 31 Aandachtspunten • De afdrukzijde van de envelop is naar boven en met de flap naar links gericht. • De papiergeleiders zijn tegen de randen van de enveloppen geschoven. • U hebt de enveloppen in het midden van de papiersteun geplaatst. • Het juiste envelopformaat is geselecteerd. Selecteer het eerstvolgende grotere formaat als het juiste envelopformaat niet beschikbaar is.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen Maximumaantal 25 vellen glossy of fotopapier 32 Aandachtspunten • Het papier is met de glanzende zijde of afdrukzijde naar boven geplaatst. Raadpleeg de instructies die bij het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is. • De papiergeleiders zijn tegen de randen van het papier geschoven.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen 33 Originele documenten op de glasplaat plaatsen 1 Open de scannerklep en plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Sluit de scannerklep. Originele documenten in de ADI plaatsen U kunt maximaal 35 vellen van een origineel document in de ADI plaatsen om de vellen te scannen, kopiëren en faxen. U kunt papier van het formaat A4, Letter of Legal in de ADI plaatsen.
Afdrukken 34 Afdrukken Tips voor afdrukken • • • • • Gebruikt het juiste papier voor uw afdruktaak. Selecteer een hogere afdrukkwaliteit voor betere afdrukken. Controleer of de inktcartridges voldoende inkt bevatten Verwijder elk vel zodra het is afgedrukt als u foto's afdrukt of speciaal papier gebruikt. Raak de vergrendeling van de duplexeenheid niet aan tijdens het afdrukken. Standaarddocumenten afdrukken Documenten afdrukken Voor Windows-gebruikers 1 Open een document en klik op Bestand > Afdrukken.
Afdrukken Gesorteerd 35 Niet gesorteerd Opmerkingen: • De optie Sorteren is alleen beschikbaar als u meerdere exemplaren afdrukt. • Verwijder de afzonderlijke foto's zodra ze uit de printer komen en laat de foto's drogen voordat u ze op elkaar legt. Hiermee voorkomt u vlekken op de foto's. Voor Windows-gebruikers 1 Open een document en klik op Bestand > Afdrukken. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
Afdrukken 36 5 Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten. 6 Klik op OK of Afdrukken. Voor Macintosh-gebruikers 1 Open een bestand en klik op Archief > Pagina-instelling. 2 Stel in het dialoogvenster Pagina-instelling de printer, het papierformaat en de afdrukstand in. 3 Klik op OK. 4 Selecteer in de menubalk Archief > Druk af. 5 Kies uw printer in de printerlijst of het voorgrondmenu met printers. 6 Selecteer Papierafhandeling in het menu met afdrukopties.
Afdrukken 37 8 Pas de overige instellingen indien nodig aan. 9 Klik op Afdrukken. Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal Enveloppen afdrukken Voor Windows-gebruikers 1 Open een document en klik op Bestand > Afdrukken. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 3 Ga naar: tabblad Papier/afwerking > Lijst Papierformaat > selecteer uw envelopformaat Als er geen formaat is dat overeenkomt met het formaat van de envelop, klikt u op Beheer aangepaste formaten en stelt u een aangepast formaat in.
Afdrukken 38 Afdrukken op etiketten Opmerkingen: • • • • Zorg dat de bovenkant van het etiketvel als eerste in de printer wordt ingevoerd. Zorg dat er een marge van minimaal 1 mm tussen de plakrand en de rand van het etiketvel zit. Controleer of de papiergeleider of papiergeleiders tegen de zijkanten van het papier zijn geplaatst. Gebruik volledige etiketvellen. Bij gedeeltelijke vellen (met ontbrekende etiketten) kunnen de etiketten tijdens het afdrukken losraken, waardoor het papier kan vastlopen.
Afdrukken Afdrukken op papier met een aangepast formaat Voor Windows-gebruikers 1 Open een document en klik op Bestand > Afdrukken. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 3 Ga naar: Tabblad Papier/afwerking > Beheer aangepaste formaten > Nieuw 4 Voer een naam in en pas de instellingen naar wens aan om een aangepast formaat te maken en klik op OK. 5 Klik op Sluiten en klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten. 6 Klik op OK of Afdrukken.
Afdrukken 40 Flashstation gebruiken met de printer Controleer of het flashstation bestanden bevat die worden ondersteund door de printer. Zie “Ondersteunde bestandstypen” op pagina 39 voor meer informatie. 1 Plaats een flash-station in de USB-poort. Opmerkingen: • Het flashstation gebruikt de poort die ook wordt gebruikt voor de kabel van een PictBridge-camera. • Mogelijk moet u een adapter gebruiken als het flashstation niet in de poort past.
Afdrukken 41 4 Als u de afdrukinstellingen wilt aanpassen, bladert u met de pijl omhoog of omlaag naar de gewenste optie en drukt u op de pijl naar links of rechts om de gewenste instelling op te geven. Druk zo nodig op maken. 5 Druk op om een selectie te . Opmerking: voor de beste resultaten laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Afdrukken 42 3 Als de PictBridge-verbinding tot stand is gebracht, wordt het volgende bericht op de display weergegeven: Gebruik PictBridge-apparaat om foto's te selecteren en af te drukken. Kies OK om standaardafdrukinstellingen te selecteren. 4 Als u de standaardafdrukinstellingen wilt wijzigen: a Druk op om het menu PictBridge te openen. b Selecteer met de pijltoetsen de papierbron, de papierinstellingen, het fotoformaat, het aantal foto's per pagina en de afdrukkwaliteit.
Afdrukken 43 Voor Macintosh-gebruikers 1 Open een bestand en klik op Archief > Pagina-instelling. 2 Stel in het dialoogvenster Pagina-instelling de printer, het papierformaat en de afdrukstand in. 3 Klik op OK. 4 Selecteer in de menubalk Archief > Druk af. 5 Kies uw printer in de printerlijst of het voorgrondmenu met printers. 6 Selecteer Kwaliteit & media in het voorgrondmenu met afdrukopties. 7 Kies een ondersteunde papiersoort in het voorgrondmenu Papiersoort.
Afdrukken 44 Printersoftware gebruiken Voor Windows-gebruikers 1 Klik op Bestand > Afdrukken. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 3 Ga naar: Tabblad Indeling > gedeelte Afdrukken op beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) > selecteer een instelling voor droogtijd Opmerking: bij hoge luchtvochtigheid, of als de normale droogtijd niet lang genoeg is om de inkt volledig te laten drogen, kunt u het beste de optie Langer gebruiken. 4 Klik op OK.
Afdrukken 45 3 Als de afdrukwachtrij niet in de lijst voorkomt, moet u een nieuwe afdrukwachtrij maken. Voor Macintosh-gebruikers 1 Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Afdrukken en faxen > de afdrukwachtrij voor uw printer 2 Als de afdrukwachtrij niet in de lijst voorkomt, moet u een nieuwe afdrukwachtrij maken. Afdrukwachtrij maken Voor Windows-gebruikers 1 Klik op Printer toevoegen in het gedeelte voor afdruktaken. 2 Volg de aanwijzingen op het scherm.
Afdrukken 46 Standaardafdrukmodus wijzigen Als u inkt wilt besparen, kunt u voor alle afdruktaken de standaardafdrukmodus wijzigen in Concept of Snel afdrukken. In deze modus wordt minder inkt gebruikt en de modus is ideaal voor het afdrukken van documenten met alleen tekst. Als u een andere afdrukmodus wilt instellen om foto's of andere documenten van hoge kwaliteit af te drukken, kunt u een andere modus selecteren in het dialoogvenster Afdrukken voordat u de afdruktaak verzendt.
Afdrukken 47 Afdruktaken hervatten Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. De map Printers wordt geopend. 4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Openen of Afdruktaken weergeven. 5 Hervat de afdruktaak: • Als u een bepaalde afdruktaak wilt hervatten, klikt met de rechtermuisknop op de documentnaam en kiest u Doorgaan of Opnieuw starten.
Afdrukken Voor Macintosh-gebruikers 1 Klik op het printerpictogram in het Dock. Het wachtrijvenster wordt weergegeven. 2 Selecteer de taak die u wilt annuleren en klik op Verwijderen.
Kopiëren 49 Kopiëren ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Opmerking: de ADI is alleen beschikbaar op bepaalde printermoGebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals dellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne originele documenten of foto's op de glasplaat. voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).
Kopiëren 50 5 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar gewenste optie in het menuscherm Kopiëren en druk op de pijl naar links of rechts om de gewenste instelling op te geven. Druk zo nodig op om een selectie te maken. 6 Selecteer de kopieermodus: • Druk op om over te schakelen naar de kleurenmodus. • Druk op om over te schakelen naar de zwart-witmodus. Als u afdrukt in kleur of alleen met zwart, gaat het lampje bij uw keuze branden. 7 Druk op .
Kopiëren 51 Kopieerkwaliteit aanpassen 1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats het originele document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 3 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar: > Kopiëren > > Kwaliteit 4 Druk op de pijl naar links of rechts om de kopieerkwaliteit in te stellen. 5 Druk op . Kopieën lichter of donkerder maken 1 Plaats papier in de printer.
Kopiëren 52 Scheidingsvellen invoegen tussen exemplaren Een scheidingsvel is een vel papier dat op basis van de geselecteerde instelling tussen pagina's, exemplaren of taken wordt geplaatst. Deze functie is handig wanneer u afdrukt op transparanten. 1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats het originele document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
Kopiëren 53 Achtergrond verwijderen uit een kopie Met de functie Achtergrond verwijderen kunt u bepalen hoeveel van de achtergrond zichtbaar is op een kopie. 1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats het originele document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
Kopiëren 54 Handmatig een dubbelzijdige (tweezijdige) kopie maken 1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats het originele document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 3 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar: > Kopiëren > > Exemplaren 4 Druk op de pijl naar links of rechts om het aantal exemplaren te selecteren.
Scannen 55 Scannen ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Opmerking: de ADI is alleen beschikbaar op bepaalde printermoGebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals dellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne originele documenten of foto's op de glasplaat. voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).
Scannen 56 3 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar de gewenste scanoptie en druk op de pijl naar links of rechts om de gewenste instelling op te geven. elke Stel de kleur, kwaliteit, het formaat van de originele afbeelding en andere scanopties in. Druk zo nodig op keer nadat u een selectie hebt gemaakt. 4 Druk op . Scannen naar een netwerkcomputer 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
Scannen 57 4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar de gewenste scanoptie en druk op de pijl naar links of rechts om de gewenste instelling op te geven. Stel de kleur, kwaliteit, het formaat van de originele afbeelding en andere scanopties in. Druk zo nodig op keer nadat u een selectie hebt gemaakt. 5 Druk op elke . Volg de aanwijzingen op de display. Foto's scannen om de foto's te bewerken Voor Windows-gebruikers 1 Plaats een of meer foto's met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Scannen 58 Documenten scannen om deze te bewerken Met een OCR-toepassing (Optical Character Recognition) kunt u een origineel tekstdocument dat is gescand, bewerken. Hiervoor moet u een OCR-toepassing hebben geïnstalleerd op een lokale of netwerkcomputer en moet u deze kunnen selecteren in de lijst met toepassingen wanneer u de scan instelt.
Scannen 59 6 Selecteer zo nodig de indeling waarnaar u het bestand wilt converteren. 7 Sla het bestand op. Opmerking: Afhankelijk van uw instellingen kan het bestand worden geopend in de juiste toepassing en kunt u het bestand gaan bewerken. Rechtstreeks scannen naar e-mail met de printersoftware Zorg dat u de e-mailinstellingen hebt geconfigureerd voordat u doorgaat. Raadpleeg het gedeelte over e-mailen in de Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Scannen 60 Scannen naar een PDF Voor Windows-gebruikers 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 2 Klik op of Start. 3 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 4 Ga naar: Printerstartpagina > selecteer uw printer > Scannen > PDF De scan wordt gestart en het voortgangsvenster voor scannen wordt weergegeven. 5 Sla het document op als een PDF.
Scannen 61 Hoe kan ik scannen in zwart-wit? Kleur is de standaardinstelling voor alle scans. Druk op scannen. op het bedieningspaneel van de printer om in zwart-wit te Waarom moet ik een pincode opgeven? Pincodes vormen een beveiligingsmaatregel waarmee kan worden voorkomen dat gescande gegevens op bepaalde locatie terechtkomen of dat anderen de gescande gegevens kunnen weergeven of gebruiken. Mogelijk moet u een pincode opgeven als dit vereist is voor de netwerkcomputer waarnaar u scant.
E-mailen 62 E-mailen Voordat u een e-mailbericht kunt verzenden, moet u eerst de netwerkverbinding en e-mailinstellingen van de printer configureren. Printer instellen om e-mailberichten te verzenden E-mailfunctie instellen Voor Windows-gebruikers 1 Klik of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst.
E-mailen 63 Voor Macintosh-gebruikers 1 Blader in de Finder naar: Programma's > selecteer de printermap 2 Dubbelklik op Printerinstellingen. 3 Ga naar: Tabblad Contacten > tabblad Personen 4 Klik op om het adresboek te openen. Opmerking: Als u contactpersonen wilt toevoegen, moet u contactpersonen importeren uit het adresboek op uw Macintosh-computer.
E-mailen 64 • Gebruik de glasplaat voor het scannen van dubbelzijdige pagina's als uw printer dubbelzijdig scannen niet ondersteunt of de ADI het formaat van het originele document niet ondersteunt. • Stel de papiergeleider in de ADI in op de breedte van het originele document als u de automatische documentinvoer gebruikt. • Als u een document eenvoudig wilt pakken na het kopiëren of scannen via de ADI, tilt u de invoerlade van de ADI op.
Faxen 65 Faxen LET OP—KANS OP LETSEL: Gebruik alleen het telefoonsnoer (RJ-11) dat bij dit product is geleverd of een ULgoedgekeurd vervangend product met een minimale draaddikte van 26 AWG (American Wire Gauge) wanneer u dit product aansluit op het openbare telefoonnetwerk om het risico op brand te verkleinen. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer.
Faxen 66 Configuratie 2: printer deelt de lijn met een antwoordapparaat Aangesloten op dezelfde wandaansluiting voor telefoons Verbinding instellen: 1 Sluit de kabel aan tussen de wandaansluiting voor telefoons en de -poort van de printer. 2 Verwijder de afdekplug uit de -poort van de printer en sluit het antwoordapparaat aan op deze poort.
Faxen 67 Verbinding instellen: Sluit de kabel aan tussen de wandaansluiting voor telefoons en de -poort van de printer. Tips voor deze configuratie: • Als voor uw lijn slechts één telefoonnummer is ingesteld, moet u de printer instellen op het automatisch ontvangen van faxen (Automatisch beantwoorden: Aan). • Stel de printer zo in dat deze oproepen twee belsignalen na het antwoordapparaat aanneemt.
Faxen 68 Tips voor deze configuratie: • Deze configuratie is het meest geschikt als u een abonnement op een speciaal belsignaal hebt. Als u een speciaal belsignaal hebt, controleert u of het juiste belsignaal hebt ingesteld voor de printer. Anders ontvangt de printer geen faxsignalen zelfs als u hebt ingesteld om faxen automatisch te ontvangen. • Als voor uw lijn slechts één telefoonnummer is ingesteld, moet u de printer instellen op het handmatig ontvangen van faxen (Automatisch beantwoorden: Uit).
Faxen 69 3 Als u de computer wilt blijven gebruiken voor internettoegang, sluit u de computer aan op de DSL HPN-poort op het DSL-filter. 4 Als u een telefoon wilt aansluiten op de printer, moet u de afdekplug verwijderen uit de -poort van de printer en de telefoon aansluiten op deze poort. Scenario 3: VoIP-telefoondienst Verbinding instellen: 1 Sluit het ene uiteinde van een telefoonkabel aan op de -poort van de printer.
Faxen 70 Tips voor deze configuratie: • Als u wilt controleren of de telefoonpoort op de VoIP-adapter actief is, sluit u een analoge telefoon aan op de telefoonpoort en luistert u of u een kiestoon hoort. Als u een kiestoon hoort, is de poort actief. • Als u twee telefoonpoorten nodig hebt voor uw apparaten, maar geen extra kosten wilt betalen, moet u de printer niet aansluiten op de tweede telefoonpoort. U kunt een telefoonsplitter gebruiken.
Faxen 71 Tips voor deze configuratie: • Als u wilt controleren of de telefoonpoort op de kabelmodem actief is, sluit u een analoge telefoon aan op de telefoonpoort en luistert u of u een kiestoon hoort. Als u een kiestoon hoort, is de poort actief. • Als u twee telefoonpoorten nodig hebt voor uw apparaten, maar geen extra kosten wilt betalen, moet u de printer niet aansluiten op de tweede telefoonpoort. U kunt een telefoonsplitter gebruiken.
Faxen 72 Scenario 5: Land- of regiospecifieke installatie Verschillende landen of regio's hebben verschillende soort wandaansluitingen. De standaard wandaansluiting in de meeste landen is de Registered Jack‑11 (RJ‑11). U moet een RJ‑11-stekker of een telefoonkabel met een RJ‑11aansluiting hebben zodat u een apparaat kunt aansluiten op een RJ‑11-wandaansluiting. De faxpoort op de achterzijde van de printer en de telefoonkabel die bij de printer zijn geleverd, beschikken over RJ‑11connectors.
Faxen 73 Verbinding instellen: 1 Sluit het ene uiteinde van een telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de RJ-11-adapter en sluit de adapter vervolgens aan op de wandaansluiting. 3 Als u een ander apparaat (telefoon of antwoordapparaat) op deze wandaansluiting wilt aansluiten, moet u dit apparaat rechtstreeks aansluiten op de wandaansluiting als het apparaat een niet-RJ-11-connector heeft.
Faxen Finland 74 Noorwegen Verenigd Koninkrijk Let op—Kans op beschadiging: Als uw land or regio voorkomt op de lijst, moet u de loopbackplug niet verwijderen uit de -poort van de printer. Dit is nodig voor het correct functioneren van de apparaten op de telefoonlijn. Verbinding instellen: Sluit de kabel aan tussen de wandaansluiting voor telefoons en de -poort van de printer.
Faxen 75 De printer aansluiten op een wandaansluiting in Duitsland De Duitse wandaansluiting heeft twee soorten poorten. De N-poorten zijn voor faxapparaten, modems en antwoordapparaten. De F-poort is voor telefoons. Sluit de printer aan op een van de N-poorten. Verbinding instellen: 1 Sluit het ene uiteinde van een telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de RJ‑11-adapter en sluit de adapter vervolgens aan op een N-poort.
Faxen 76 Gebruikersgegevens invoeren Gebruikersgegevens bestaan uit uw naam of de naam van uw bedrijf, uw faxnummer (dit is uw telefoonnummer tenzij u beschikt over een aparte telefoonlijn voor faxen) en de datum en tijd op uw faxapparaat op het moment dat de fax wordt verzonden. De informatie wordt weergegeven in de kop- en voettekst van de faxen die u verzendt. In sommige landen kunt u geen faxen verzenden zonder deze gegevens.
Faxen 77 Locatie Handelingen Adresboek Adresboek configureren, weergeven of afdrukken. Faxrapporten • Activiteitenlogboeken afdrukken. Activiteitenlogboeken kunt u gebruiken om een overzicht weer te geven van de faxen die zijn ontvangen op en verzonden met de printer. • Bevestigingspagina's of verzendrapporten afdrukken. In deze rapporten kunt u controleren of faxen zonder fouten zijn verzonden. Bellen en antwoorden • Printer instellen voor het automatisch of handmatig ontvangen van faxen.
Faxen 78 3 Klik op Printerstartpagina > Faxen > Printer configureren voor faxen. De wizard Faxconfiguratie wordt geopend. 4 Voer de wizard Faxconfiguratie uit. Zorg dat u de juiste telefoondienst en –verbinding selecteert. De wizard configureert de optimale instellingen op basis van uw verbinding. Opmerking: Klik op de printerstartpagina op Faxen > Geavanceerde faxinstellingen configureren als u geavanceerde instellingen wilt configureren. Hiermee start u het printerconfiguratieprogramma.
Faxen 79 c Druk op de pijltoetsen om te selecteren of u handmatig een contactpersoon wilt toevoegen of een contactpersoon wilt importeren. Druk op als u een keuze hebt gemaakt. • Als u handmatig een contactpersoon wilt toevoegen, geeft u met het toetsenblok het faxnummer op en drukt u op . • Als u een contactpersoon wilt importeren, selecteert u met de pijltoetsen een contactpersoon in het adresboek. Druk op als u een keuze hebt gemaakt.
Faxen 80 Faxen verzenden ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Opmerking: de ADI is alleen beschikbaar op bepaalde printermoGebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals dellen. Als u een printer zonder ADI hebt aangeschaft, plaatst u de briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne originele documenten of foto's op de glasplaat. voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).
Faxen 81 4 Druk op de knop Kleur/Zwart-wit om een kleuren- of zwart-witfax te selecteren. 5 Druk op om de faxtaak te starten. Let op—Kans op beschadiging: raak de kabels of de poorten en niet aan wanneer er een fax wordt verzonden. Tip: • U kunt een groepsfax naar maximaal 30 ontvangers verzenden. Faxen verzenden met de computer Voor Windows-gebruikers 1 Open een document en klik op Bestand > Afdrukken.
Faxen 82 • Als u de printer hebt ingesteld op automatisch faxen ontvangen (Automatisch beantwoorden: Aan), moet u papier in de printer plaatsen.
Faxen 83 Veelgestelde vragen over faxen Als de faxconfiguratie eerst heb overgeslagen, moet ik het installatieprogramma dan opnieuw uitvoeren om de fax te configureren? U hoeft het installatieprogramma niet opnieuw uit te voeren. U kunt de fax instellen en configureren met de faxsoftware die met de printersoftware is geïnstalleerd. 1 Sluit de printer aan op de telefoonlijn. Zie “Printer instellen voor faxen” op pagina 65 voor meer informatie. 2 Configureer de faxinstellingen met de faxsoftware.
Faxen 84 Wat is mijn kiesvoorvoegsel? Het kiesvoorvoegsel is het nummer of de serie nummers die u moet indrukken voordat u het werkelijke faxnummer of telefoonnummer kunt kiezen. Als de printer wordt gebruikt in een kantoor of met een PBX-telefoonsysteem (private branch exchange), kan dit een bepaald nummer zijn dat u moet invoeren voordat u naar buiten kunt bellen. Dit kan ook een landcode of regiocode zijn die u moet opgeven als u faxen naar een andere regio verzendt.
Faxen 85 Hoe kan ik het speciale belsignaal instellen voor de printer? Het is belangrijk om het juiste aantal belsignalen in te stellen als u bent geabonneerd op de functie Distinctive Ring Pattern Detection (DRPD) van telefoonbedrijven. U kunt met deze functie meerdere telefoonnummers op één telefoonlijn hebben.
Faxen 86 Hoe kan ik het volume van de luidspreker op de printer aanpassen? Luister of u kiestoon hoort om na te gaan of de telefoonlijn werkt en controleer of alle kabels en apparaten goed zijn aangesloten op het telefoonnetwerk. Als u de printer hebt ingesteld op het handmatig ontvangen van faxen, controleert u of het beltoonvolume luid genoeg is.
Faxen 87 Kwaliteit Resolutie voor zwart-wit Resolutie voor kleur Standaard 200 x 100 200 x 200 Fijn 200 x 200 200 x 200 Zeer fijn 300 x 300 200 x 200 Extra fijn 300 x 300 (gerasterd) 200 x 200 Als u een fax verzendt, moet u na het opgeven van het faxnummer met de pijltoetsen een faxkwaliteit selecteren en vervolgens op drukken.
Faxen 88 3 Druk op . Hoe kan ik de faxgeschiedenis van de printer afdrukken? U kunt rapporten afdrukken van verzonden en ontvangen faxen of van beide. 1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar: >Instellen > >Faxinstellingen > >Faxrapporten > 2 Selecteer met de pijltoetsen een afdrukoptie voor rapporten: • Als u een logbestand met alle verzonden en ontvangen faxen wilt afdrukken, selecteert u Taaklog afdrukken.
Faxen 89 Kan ik faxen blokkeren? U kunt faxen van specifieke nummers blokkeren. U kunt ook ongewenste faxen en faxen van onbekende afzenders (afzenders zonder nummerweergave) blokkeren. Deze functie is handig als u automatisch faxen wilt ontvangen, maar de faxen wilt filteren die u ontvangt. 1 Schakel het blokkeren van fax en in.
Netwerk 90 Netwerk Printer installeren op een draadloos netwerk Compatibiliteit met draadloze netwerken De printer kan een IEEE 802.11b, IEEE 802.11g of IEEE 802.11n draadloze afdrukserver bevatten. De printer is compatibel met IEEE 802.11 b/g/n-routers die voldoen aan de Wi-Fi-norm. Opmerking: Als de printer een draadloze IEEE 802.
Netwerk 91 Voor een geldige WEP-sleutel geldt het volgende: • Exact 10 of 26 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9. of • Exact 5 of 13 ASCII-tekens. ASCII-tekens zijn letters, cijfers, interpunctietekens en symbolen die op het toetsenbord worden weergegeven. Geen beveiliging Het wordt niet aanbevolen om geen beveiliging in te stellen op een thuisnetwerk.
Netwerk 92 • ASCII-tekens zijn letters, cijfers en symbolen die op het toetsenbord worden weergegeven. ASCII-tekens in een vooraf gedeelde sleutel/wachtwoord voor WPA/WPA2 zijn hoofdlettergevoelig. Als uw netwerk niet is beveiligd, hebt u geen beveiligingssleutel. Opmerking: Als u de SSID van het netwerk waarop de computer is aangesloten niet weet, start u het hulpprogramma voor de draadloze netwerkadapter van de computer en zoekt u de netwerknaam op.
Netwerk 93 Draadloze modus Verificatietype Infrastructuur • • • • • • Ad-hoc Open modus Gedeelde modus WPA-Personal WPA2‑Personal WPA2‑Enterprise 802.1X ‑ RADIUS Open modus Codering Controleer welke coderingsmethode wordt gebruikt op het netwerk. Opmerking: sommige verificatietypen zijn mogelijk alleen beschikbaar voor bepaalde modellen of besturingssystemen.
Netwerk 94 Als het installatievenster niet wordt weergegeven na een minuut, start u de cd handmatig: a Klik op of op Start en klik op Uitvoeren. b Typ D:\setup.exe in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren, waarbij D de letter van uw cd- of dvdstation is. c Druk op Enter of klik op OK. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm. Opmerking: Als u wordt gevraagd een verbindingstype te selecteren, selecteert u Draadloze verbinding. Voor Macintosh-gebruikers 1 Sluit alle geopende toepassingen.
Netwerk 95 Printerstatus bepalen met het netwerkindicatielampje Het Wi-Fi- of Ethernet-indicatielampje geeft de netwerkstatus van de printer aan. Opmerkingen: • Het netwerkindicatielampje bevindt zich op het bedieningspaneel van de printer. Mogelijk beschikt uw printer over een indicatielampje voor draadloze en/of Ethernet-netwerken, afhankelijk van het printermodel.
Netwerk 96 Printer toevoegen aan het draadloze netwerk 1 Volg de aanwijzingen om de printer in te stellen voor uw draadloze netwerk. Stop wanneer u wordt gevraagd een netwerk te selecteren. 2 Als de box over een knop voor koppeling/registratie beschikt op de achterkant, moet u op deze knop drukken voordat u een netwerk selecteert. Opmerking: nadat u op de knop hebt gedrukt, hebt u vijf minuten de tijd om de printerinstallatie te voltooien. 3 Ga nu verder met de aanwijzingen op het computerscherm.
Netwerk 97 3 Selecteer de printer en blader naar: Printerstartpagina > Instellingen > Wireless Setup Utility 4 Volg de aanwijzingen op het scherm. Voor Macintosh-gebruikers 1 Dubbelklik op de printermap op het bureaublad of in de map Programma's van de Finder. 2 Dubbelklik op Assistent voor draadloze configuratie. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm.
Netwerk 98 Wi‑Fi Protected Setup handmatig configureren Opmerking: Controleer of het toegangspunt (draadloze router) gecertificeerd is voor WPS (Wi‑Fi Protected Setup). Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor meer informatie. Als uw printer of apparaat nog niet is geconfigureerd voor een draadloze verbinding en u wilt de configuratie uitvoeren met WPS, drukt u op knop WPS op de draadloze router.
Netwerk 99 PEAP • RADIUS-gebruikersnaam • RADIUS-wachtwoord • Certificaat van de certificeringsinstantie EAP‑TLS • RADIUS-gebruikersnaam • Certificaat van de certificeringsinstantie • Ondertekend certificaat EAP‑TTLS • Toepasselijke interne verificatie • RADIUS-gebruikersnaam • RADIUS-wachtwoord • Certificaat van de certificeringsinstantie 802.1x-verificatie configureren Welke informatie u moet invullen, is afhankelijk van het 802.1x-beveiligingsmechanisme dat u selecteert.
Netwerk 100 Schakelen tussen een draadloze, USB- en Ethernet-verbinding (alleen Windows) Afhankelijk van uw wensen kunt u de methode wijzigen waarmee u toegang krijgt tot de printer. In de volgende procedures wordt ervan uitgegaan dat u de printer hebt geconfigureerd voor één type verbinding en dat de printerstuurprogramma's zijn geïnstalleerd op de computer. Raadpleeg de onderwerpen over het oplossen van problemen met de specifieke verbinding als u problemen ondervindt tijdens de configuratie.
Netwerk 101 Als de printer momenteel is geconfigureerd voor een draadloos netwerk 1 Sluit een USB-kabel aan op de printer en de computer. 2 Wacht een ogenblik tot Windows het stuurprogramma heeft gevonden en voltooi het instellen van de printer. 3 Selecteer de USB-printer. Zie “Printers selecteren” op pagina 101. Opmerking: u kunt de printer blijven gebruiken via een draadloze of Ethernet-verbinding.
Netwerk 102 Schakelen tussen een draadloze, USB- en Ethernet-verbinding (alleen Macintosh) Afhankelijk van uw wensen kunt u de methode wijzigen waarmee u toegang krijgt tot de printer. In de volgende procedures wordt ervan uitgegaan dat u de printer hebt geconfigureerd voor één type verbinding en dat de printerstuurprogramma's zijn geïnstalleerd op de computer. Raadpleeg de onderwerpen over het oplossen van problemen met de specifieke verbinding als u problemen ondervindt tijdens de configuratie.
Netwerk 103 3 Voeg de printer toe. Zie “Printer toevoegen” op pagina 103. 4 Er wordt een tweede afdrukwachtrij gemaakt. Verwijder de Ethernet-wachtrij als u de printer niet weer wilt gebruiken via een Ethernet-verbinding. Als de printer momenteel is geconfigureerd voor een draadloos netwerk 1 Sluit een USB-kabel aan op de printer en de computer. 2 Voeg de printer toe. Zie “Printer toevoegen” op pagina 103. 3 Er wordt een tweede afdrukwachtrij gemaakt.
Netwerk 104 Printer delen in een Windows-omgeving 1 Bereid de computers voor op het delen van de printer: a Schakel in het Configuratiescherm de optie Bestands- en printerdeling in bij Netwerk om ervoor te zorgen dat alle computers waarvoor de printer wordt gebruikt, toegankelijk zijn. Raadpleeg de documentatie bij Windows voor informatie over het inschakelen van Bestands- en printerdeling. b Installeer de printersoftware op alle computers waarvoor de printer wordt gebruikt.
Netwerk 105 3 Selecteer een van de volgende opties: • Printer delen met andere Mac OS X-gebruikers: hiermee kunt u andere Macintosh-computers met Mac OSX 10.4 of hoger op het netwerk toegang geven tot een printer die is aangesloten op uw Macintosh-computer. • Printers delen met Windows-gebruikers: hiermee kunt u Windows-computers op het netwerk toegang geven tot een printer die is aangesloten op uw Macintosh-computer. 4 Volg de aanwijzingen op het scherm.
Netwerk 106 • Controleer de beveiligingsinstellingen van het toegangspunt. 1 Open een webbrowser en geef het IP-adres van het toegangspunt op in de adresbalk. Druk op Enter. Opmerkingen: – raadpleeg de documentatie van het toegangspunt of neem contact op met de systeembeheerder als u niet weet wat het IP-adres van het toegangspunt is. – Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
Netwerk 107 Hoe bepaal ik welk type beveiliging voor mijn netwerk wordt gebruikt? • Neem contact op met de afdeling voor systeemondersteuning. De persoon die het netwerk heeft opgezet, bewaart meestal de gegevens van uw draadloze verbinding. • Raadpleeg de documentatie bij uw toegangspunt (draadloze router) is geleverd. • Controleer het wachtwoord dat u gebruikt om toegang te krijgen tot uw draadloze netwerk. Als u geen wachtwoord gebruikt, kiest u Geen of Geen beveiliging.
Netwerk 108 Voorbeelden van een draadloos netwerk Scenario 1: Een combinatie van draadloze en bedrade netwerkverbindingen op een netwerk met toegang tot internet • Alle computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een router met mogelijkheden voor Ethernet en draadloos. • Sommige computers en printers zijn draadloos met de router verbonden en anderen via een bedrade verbinding. • Het netwerk is aangesloten op internet via een DSL- of een kabelmodem.
Netwerk 109 Scenario 3: Draadloos netwerk zonder toegang tot internet • Computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een draadloos toegangspunt. • Het netwerk heeft geen verbinding met internet. Scenario 4: Computer draadloos verbonden met een printer zonder toegang tot internet • Een computer is rechtstreeks aangesloten op een printer en wordt niet via een draadloze router geleid. • Deze configuratie word een ad-hocnetwerk genoemd. • Het netwerk heeft geen verbinding met internet.
Netwerk De USB-poort op de computer en printer zijn gemarkeerd met het symbool 110 . Opmerking: Sluit de USB-kabel pas aan als dit wordt aangegeven. 1 Als de USB-poort achter op de printer is afgedekt met een sticker, moet de sticker verwijderen. 2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer. 3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer. 4 Volg de aanwijzingen op het scherm.
Netwerk 111 In de ad-hocmodus communiceert een computer met een draadloze netwerkadapter rechtstreeks met een printer met een draadloze afdrukserver.
Netwerk 112 Hoe kan ik de signaalsterkte van het draadloze netwerk verbeteren? Een veelvoorkomende reden dat draadloze printers niet kunnen communiceren via een netwerk, is een draadloos signaal van slechte kwaliteit. Als het signaal te zwak is, te vervormd of wordt geblokkeerd door een object, kan het geen gegevens overdragen tussen het toegangspunt (draadloze router) en de printer.
Netwerk 113 • Als een ander draadloos netwerk wordt gebruikt in de nabije omgeving, wijzigt u het draadloze kanaal van het toegangspunt. • Plaats het toegangspunt niet op een printer of een ander elektronisch apparaat. Dergelijke apparaten kunnen ook storing veroorzaken van het draadloze signaal. DEEL HET NETWERK OPNIEUW IN ZODAT DE SIGNAALOPNAME WORDT VERMINDERD Zelfs als het draadloze signaal door een object kan worden verzonden, wordt het signaal een beetje zwakker.
Netwerk 114 Voor Macintosh-gebruikers met een AirPort-basisstation Mac OS X 10.5 of hoger 1 Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Netwerk > AirPort De SSID van het netwerk waarmee de computer is verbonden, wordt weergegeven in het menu Netwerknaam. 2 Noteer de SSID. Mac OS X 10.4 en eerder 1 Blader in de Finder naar: Programma's > Internetverbinding > AirPort De SSID van het netwerk waarmee de computer is verbonden, wordt weergegeven in het menu Netwerk. 2 Noteer de SSID.
Netwerk 115 Wat is een MAC-adres? Een MAC-adres (Media Access Control) is een 48‑bits code die is gekoppeld aan hardware- of netwerkapparaten. Het MAC-adres wordt ook wel het fysieke adres genoemd omdat het gekoppeld is aan de hardware van een apparaat en niet aan de software. Het MAC-adres wordt weergegeven als hexadecimaal getal met de volgende indeling: 01-23-45-67-89-AB. U kunt het MAC-adres van een netwerkapparaat wijzigen, maar dit is niet gebruikelijk.
Netwerk 116 • Als u een AirPort-basisstation gebruikt, wordt er mogelijk naar het MAC-adres verwezen met AirPort-id, en is filteren op MAC-adres mogelijk via MAC Address Access Control. Wat is een IP-adres? Een IP-adres is een uniek getal dat wordt gebruikt door apparaten op een IP-netwerk, zoals een draadloze printer, computer of een toegangspunt (draadloze router), om andere apparaten te zoeken en hiermee te communiceren.
Netwerk 117 Het IP-adres van de printer zoeken • Druk vanaf de printer een netwerkconfiguratiepagina af. Zoek naar Adres in het gedeelte TCP/IP. • Controleer de printerinstellingen. Blader op het bedieningspaneel van de printer naar: > Instellen > > Netwerkconfiguratie > > TCP/IP > > IP-adres > > Draadloos 802.11 b/g/n > > Netwerkverbinding instellen > Hoe worden IP-adressen toegewezen? Een IP-adres kan automatisch door het netwerk worden toegewezen met DHCP.
Printer onderhouden 118 Printer onderhouden Inktcartridges onderhouden Als de printer is aangesloten op een goed geaard, werkend stopcontact, kunt u naast de volgende printertaken ook automatische onderhoudscycli uitvoeren. Hiervoor wordt de slaapstand tijdelijk uitgeschakeld of wordt de printer ingeschakeld als deze is uitgeschakeld.
Printer onderhouden 119 Spuitopeningen van de printerkop reinigen Als u de printer langere tijd niet hebt gebruikt, moet u mogelijk de spuitopeningen van de printerkop reinigen om de kwaliteit van uw afdrukken te verbeteren. Zorg dat de printer aangesloten blijft op een geaard en werkend stopcontact zodat de automatische onderhoudsprocedures kunnen worden uitgevoerd.
Printer onderhouden 120 Glasplaat reinigen Maak de glasplaat van de scanner en verwante onderdelen schoon als afgedrukte pagina's verticale strepen bevatten of u vlekken of vegen op dergelijke onderdelen ziet. 1 Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water. 2 Veeg de glasplaat en andere verwante onderdelen voorzichtig schoon.
Printer onderhouden 121 Druk de klem onder het bedieningspaneel van de printer in om het te ontgrendelen en duw het bedieningspaneel naar achter in de vervoersstand. • Houd de printer rechtop om te voorkomen dat de inkt gaat lekken. • Vermijd schokken.
Problemen oplossen 122 Problemen oplossen Voor u problemen gaat oplossen Gebruik deze controlelijst om de meeste printerproblemen op te lossen: • • • • • • • Controleer of het netsnoer is aangesloten op de printer en een goed geaard en werkend stopcontact. Controleer of de printer is ingeschakeld. Controleer of de printer stevig is aangesloten op de computer, afdrukserver of een ander netwerktoegangspunt. Controleer de printer op foutberichten en los eventuele problemen op.
Problemen oplossen 123 Onjuiste taal wordt weergegeven op de display Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: DE TAAL WIJZIGEN MET DE PRINTERMENU'S 1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar: > Instellen > > Apparaatinstelling > > Taal > 2 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar de gewenste taal en druk op 3 Blader met de pijl naar links of rechts naar Ja en druk op .
Problemen oplossen 124 Afdruktaak wordt niet afgedrukt of er ontbreken pagina's Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER OF DE INKTCARTRIDGES CORRECT ZIJN GEPLAATST 1 Schakel de printer in en open vervolgens de printer. 2 Controleer of de cartridges correct zijn geplaatst. De cartridges moeten stevig vastklikken in de overeenkomende kleurensleuf van de printerkop. 3 Sluit de printer.
Problemen oplossen 125 CONTROLEER DE USB-AANSLUITING 1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd. Als de kabel is beschadigd, moet u een nieuwe aanschaffen. 2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer. 3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer. De USB-poort wordt aangegeven met . Opmerking: Als de problemen zich blijven voordoen, probeert u een andere USB-poort van de computer.
Problemen oplossen 126 Als de slaapstand van de printer niet wordt uitgeschakeld, moet u de printer uitschakelen en weer inschakelen: 1 Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en wacht 10 seconden. 2 Sluit het netsnoer aan op het stopcontact en schakel de printer in. Controleer onze website voor updates voor de printersoftware of -firmware als dit probleem blijft bestaan. MAAK DE NETVOEDING VAN DE PRINTER LOS EN SLUIT DEZE WEER AAN 1 Schakel de printer uit.
Problemen oplossen 127 3 Druk op Enter of klik op OK. Het venster Apparaatbeheer wordt geopend. 4 Klik op het plusteken (+) naast Universal Serial Bus Controllers. Als u USB-hostcontroller en USB-hoofdhub ziet staan, is de USB-poort geactiveerd. Raadpleeg de documentatie bij de computer voor meer informatie. VERWIJDER DE PRINTERSOFTWARE EN INSTALLEER DEZE OPNIEUW Printerberichten Probleem bij het uitlijnen Probeer een van de volgende oplossingen: • Controleer de inktcartridges.
Problemen oplossen 128 Sluit de printer De printer is open. Sluit de printer om het bericht te wissen. Faxgeheugen vol Verlaag de resolutie van de fax of het verminder het aantal pagina's voor fax. Raak OK aan of druk op OK om het bericht te wissen, afhankelijk van uw printermodel. Opmerking: hiermee wordt de faxtaak verwijderd uit het printergeheugen. Cartridgefout De printer kan een of meer van de geplaatste cartridges niet verifiëren.
Problemen oplossen 129 Inktcartridge niet ondersteund Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Vervang de niet herkende inktcartridge door een die wordt ondersteund door uw printer. • Druk op of om het bericht te wissen. • Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor een lijst met ondersteunde cartridges. Inkt is bijna op U moet de aangegeven cartridge mogelijk binnenkort vervangen.
Problemen oplossen 130 Het printergeheugen is vol Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak OK aan of druk op om het bericht te wissen, afhankelijk van uw printermodel. Probeer vervolgens opnieuw af te drukken. • Pas op de computer de printerinstellingen aan om de kwaliteit van de afdruktaak te verlagen en probeer opnieuw af te drukken.
Problemen oplossen 131 3 Veeg de contactpunten van de printerkop en de contactpunten in printerkophouder schoon met een schone, pluisvrije doek. 4 Plaats de printerkop terug in de printer en druk op de het deksel tot dit vastklikt. 5 Sluit de printer. Opmerking: Als het probleem niet is opgelost na het verwijderen en weer terugplaatsen van de printerkop, moet u de printer uitschakelen en vervolgens weer inschakelen. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met de klantenondersteuning.
Problemen oplossen 132 2 Plaats de printerkop in de printer en druk op de het deksel tot dit vastklikt. Opmerking: controleer of de inktcartridges in de printerkop zijn geïnstalleerd. Raadpleeg 'Inktcartridges vervangen' in de Gebruikershandleiding voor meer informatie. 3 Sluit de printer. • Druk op om het bericht te wissen. • Raadpleeg 'Fout met printerkop' in de Gebruikershandleiding als het bericht nog steeds wordt weergegeven nadat u een printerkop hebt geïnstalleerd.
Problemen oplossen 4 Verwijder de niet-ondersteunde printerkop. 5 Plaats de ondersteunde printerkop in de printer en druk op het deksel tot dit vastklikt. Opmerking: controleer of de inktcartridges in de printerkop zijn geïnstalleerd. Raadpleeg 'Inktcartridges vervangen' in de Gebruikershandleiding voor meer informatie. 6 Sluit de printer. Printerkopwaarschuwing Een of meer cartridges ontbreken mogelijk gedurende meer dan twee uur nadat de printer werd ingeschakeld.
Problemen oplossen 134 Scandocument te lang Het aantal pagina's van de scantaak is hoger dan het maximumaantal. Druk op scantaak te annuleren. om het bericht te wissen en de huidige Scanner uitgeschakeld Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Controleer de instellingen in de printersoftware of de beheerinstellingen op de printer om de scanner in te schakelen. Neem voor meer informatie contact op met klantenondersteuning. • Druk op om het bericht te wissen.
Problemen oplossen Problemen met vastgelopen en verkeerd ingevoerd papier oplossen • • • • • “Er is papier vastgelopen in de printer” op pagina 135 “Er is papier vastgelopen in de papiersteun” op pagina 137 “Papier is vastgelopen in de duplexeenheid” op pagina 138 “Papier vastgelopen in de automatische documentinvoer (alleen bepaalde modellen)” op pagina 139 “Papier of speciaal papier wordt verkeerd ingevoerd” op pagina 141 Er is papier vastgelopen in de printer Opmerking: De onderdelen in de printer zij
Problemen oplossen 136 • Controleer of de printerkop naar de zijkant is verschoven, uit de buurt van het vastgelopen papier. 3 Pak het papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 4 Plaats de klep voor papierstoringen terug en zorg ervoor dat deze weer vastklikt. 5 Sluit de printer. 6 Raak OK aan of druk op afhankelijk van uw printermodel.
Problemen oplossen 137 Er is papier vastgelopen in de papiersteun Opmerking: De onderdelen in de printer zijn kwetsbaar. Zorg dat u deze onderdelen niet onnodig aanraakt als u vastgelopen papier verwijdert. 1 Verwijder de papiersteun. 2 Pak het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Plaats de papiersteun terug en zorg ervoor dat deze weer vastklikt. 4 Raak OK aan of druk op afhankelijk van uw printermodel.
Problemen oplossen 138 Papier is vastgelopen in de duplexeenheid Opmerking: De onderdelen in de printer zijn kwetsbaar. Zorg dat u deze onderdelen niet onnodig aanraakt als u vastgelopen papier verwijdert. 1 Druk de vergrendeling van de duplexeenheid naar beneden en verwijder de duplexeenheid. 2 Pak het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat u het papier niet scheurt wanneer u het verwijdert.
Problemen oplossen 139 Papier vastgelopen in de automatische documentinvoer (alleen bepaalde modellen) Opmerking: De onderdelen in de printer zijn kwetsbaar. Zorg dat u deze onderdelen niet onnodig aanraakt als u vastgelopen papier verwijdert. Controleer de ADI 1 Druk op de ADI-knop en open de klep van de ADI. Scenario 1 Scenario 2 2 Pak het papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Scenario 1 Scenario 2 Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
Problemen oplossen 140 3 Sluit de ADI-klep. 4 Raak OK aan of druk op afhankelijk van uw printermodel. Controleer onder de ADI-lade 1 Verwijder de ADI-lade. 2 Pak het papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
Problemen oplossen 141 3 Plaats de ADI-lade terug en druk de lade stevig vast totdat u een klik. 4 Raak OK aan of druk op afhankelijk van uw printermodel. Papier of speciaal papier wordt verkeerd ingevoerd Probeer een of meer van de volgende oplossingen wanneer papier of speciaal papier verkeerd, scheef of met meerdere vellen tegelijk wordt ingevoerd, of vellen aan elkaar vastkleven.
Problemen oplossen 142 CONTROLEER DE MINIMUMINSTELLINGEN VOOR AFDRUKKEN Als u de functie voor afdrukken zonder rand niet gebruikt, zijn dit de aanbevolen minimuminstellingen: • Linker- en rechtermarge: – 6,35 mm (0,25 inch) voor Letter-papier – 3,37 mm voor alle papierformaten, behalve Letter • Bovenmarge: 1,7 mm • Ondermarge: 12,7 mm SCHAKEL DE FUNCTIE VOOR AFDRUKKEN ZONDER RAND IN Voor Windows-gebruikers 1 Geef de gewenste foto weer en klik op Bestand > Afdrukken.
Problemen oplossen 143 CONTROLEER OF DE INKTCARTRIDGES CORRECT ZIJN GEÏNSTALLEERD LIJN DE PRINTERKOP UIT REINIG DE SPUITOPENINGEN VAN DE PRINTERKOP OF VOER EEN DIEPTEREINIGING UIT Opmerking: als de strepen of lijnen niet verdwijnen van de afbeeldingen met deze oplossingen, neemt u contact op met de technische ondersteuning.
Problemen oplossen 144 CONTROLEER DE COMPUTERPRESTATIES Mogelijk moet u de methode wijzigen waarop de computer bronnen en processen beheert. Raadpleeg de documentatie bij het besturingssysteem voor meer informatie over het verbeteren van de computerprestaties.
Problemen oplossen 145 GEBRUIK EEN VERSIE VAN HET ORIGINELE DOCUMENT OF DE AFBEELDING DIE HELDERDER IS ZORG DAT HET DOCUMENT OF DE FOTO MET DE BEDRUKTE ZIJDE NAAR BENEDEN IN DE RECHTERBENEDENHOEK VAN DE GLASPLAAT IS GEPLAATST Documenten of foto's worden slechts gedeeltelijk gekopieerd of gescand Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER OF DE FOTO OF HET DOCUMENT MET DE BEDRUKTE ZIJDE NAAR
Problemen oplossen 146 Kan niet scannen naar een computer via een netwerk Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER OF DE PRINTER EN DOELCOMPUTER BEIDE MET HETZELFDE NETWERK VERBONDEN ZIJN CONTROLEER OF DE PRINTERSOFTWARE IS GEÏNSTALLEERD OP DE DOELCOMPUTER Problemen met faxen oplossen • • • • • “Controlelijst voor problemen met faxen oplossen” op pagina 146 “Kan geen faxen verzenden” op p
Problemen oplossen 147 • Als de printer is aangesloten op een DSL-verbinding (Digital Subscriber Line), moet u een DSL-filter voor de printer gebruiken. • Als de printer is aangesloten op een VoIP-adapter of kabelmodem, controleert u of de printer is aangesloten op de eerste telefoonpoort. • Als u een splitter gebruikt, moet u ervoor zorgen dat u een telefoonsplitter gebruikt. Gebruik niet een lijnsplitter.
Problemen oplossen 148 SCHAKEL AUTOMATISCHE FAXCONVERSIE IN Als het ontvangende faxapparaat geen kleurenfaxen ondersteunt, wordt met deze optie de uitgaande fax automatisch omgezet in zwart-wit. De resolutie van de fax wordt automatisch gewijzigd in een resolutie die wordt ondersteund door het ontvangende faxapparaat. 1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar: > Instellen > > Faxinstellingen > > Bellen en verzenden > > Fax. autom.
Problemen oplossen 149 CONTROLEER OF HET PRINTERGEHEUGEN NIET VOL IS De printer slaat een binnenkomende fax op in het printergeheugen voordat de fax wordt afgedrukt. Als de inkt in de printer opraakt of als het papier opraakt bij het ontvangen van de fax, wordt de fax opgeslagen in de printer zodat u de fax later kunt afdrukken. Als het printergeheugen vol is, kan de printer mogelijk geen inkomende faxen meer ontvangen. Als het printergeheugen vol is, wordt een foutbericht weergegeven op de display.
Problemen oplossen 150 Foutberichten voor faxen op het bedieningspaneel van de printer Foutbericht Betekenis Fout met externe fax Het ontvangende faxapparaat kan de fax niet ontvangen. De fout aan de ontvangende zijde kan verschillende oorzaken hebben. Mogelijke oplossingen • Verzend de fax opnieuw. Mogelijk is de kwaliteit van de verbinding niet optimaal. • Verlaag de verzendsnelheid van de faxmodus • Registreer uw gebruikersgegevens.
Problemen oplossen 151 Foutbericht Betekenis Telefoonlijn bezet Uw telefoonlijn of de telefoonlijn van het ontvangende faxapparaat is bezet. Dit gebeurt vooral als de printer de lijn deelt met andere apparaten (telefoon, antwoordapparaat). Mogelijke oplossingen • Stel de printer in op opnieuw kiezen. • Verhoog het interval tussen de pogingen voor opnieuw kiezen: • Bel het nummer waarnaar u de fax wilt verzenden om te controleren of het nummer werkt.
Problemen oplossen 152 De knop Doorgaan is niet beschikbaar Probeer de volgende oplossingen in de volgorde waarin ze worden vermeld tot de knop Doorgaan actief wordt en u op de knop kunt klikken: CONTROLEER OF DE USB-KABEL STEVIG IS AANGESLOTEN OP DE USB-POORT OP DE PRINTER EN OP DE COMPUTER USB-poorten zijn gemarkeerd met . CONTROLEER OF DE PRINTER IS AANGESLOTEN EN IS INGESCHAKELD Ga na of de knop aansluiten. brandt.
Problemen oplossen 153 VOER HET INSTALLATIEPROGRAMMA OPNIEUW UIT 1 Sluit het installatieprogramma. 2 Verwijder de cd uit de computer en start de computer opnieuw op. 3 Plaats de cd in de computer en voer het installatieprogramma opnieuw uit. CONTROLEER OF DE COMPUTER USB-ACTIVITEIT OP DE USB-POORT AANGEEFT Open Apparaatbeheer en controleer of er activiteit plaatsvindt als een USB-apparaat wordt aangesloten op een USBpoort: 1 Klik op of op Start en klik op Uitvoeren. 2 Typ devmgmt.
Problemen oplossen 154 Als u tegelijkertijd verbinding wilt maken met uw lokale netwerk en een VPN, moet de systeembeheerder voor de VPN 'split tunneling' voor u instellen. Sommige bedrijven staan 'split tunneling' niet toe vanwege technische of beveiligingsredenen. Als u alleen verbinding wilt maken met een VPN, kunt u de gewenste documenten pas afdrukken nadat u de VPN-sessie hebt beëindigd.
Problemen oplossen 155 Kan niet afdrukken met draadloze netwerkprinter Als u problemen hebt ondervonden tijdens de installatie of wanneer de printer wordt niet weergegeven in de map Printers of als printeroptie bij het verzenden van een afdruktaak, kunt u de software verwijderen en opnieuw installeren.
Problemen oplossen 156 VERPLAATS HET TOEGANGSPUNT ZODAT HET ZICH NIET IN DE BUURT VAN ANDERE ELEKTRONISCHE APPARATEN BEVINDT Er kan een tijdelijke storing worden veroorzaakt door andere elektronische apparatuur, zoals magnetrons of andere apparaten, draadloze telefoons, babyfoons en camera's van beveiligingssystemen. Controleer of het toegangspunt niet te dicht bij deze apparaten is geplaatst.
Problemen oplossen 157 d Zoek in het gedeelte met de draadloze instellingen naar SSID. e Noteer de SSID. Opmerking: noteer de gegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. 2 Zoek de SSID op van het netwerk waarmee de printer is verbonden: a Druk vanaf de printer een netwerkconfiguratiepagina af. b Zoek in het gedeelte Draadloos naar SSID. 3 Vergelijk de SSID van de computer met de SSID van de printer. Als de SSID's gelijk zijn, zitten de computer en de printer op hetzelfde draadloze netwerk.
Problemen oplossen 158 Het IP-adres van de printer zoeken • Druk vanaf de printer een netwerkconfiguratiepagina af. Zoek naar Adres in het gedeelte TCP/IP. • Controleer de printerinstellingen. Blader op het bedieningspaneel van de printer naar: > Instellen > > Netwerkconfiguratie > instellen > > TCP/IP > > IP-adres > > Draadloos 802.
Problemen oplossen 159 3 Druk op Enter of klik op OK. 4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Eigenschappen of Printereigenschappen in het menu. 5 Klik op de tab Poorten. 6 Schakel zo nodig het selectievakje naast Bidirectionele ondersteuning inschakelen in. 7 Klik op Toepassen > OK en druk opnieuw af.
Problemen oplossen 160 Schakel mogelijke storingsbronnen uit en controleer of deze het probleem veroorzaken. Als dit het geval is, moet u het draadloze netwerk afschermen van het apparaat. WIJZIG HET KANAAL DAT WORDT GEBRUIKT DOOR HET TOEGANGSPUNT Soms kunt u interferentie door onbekende bronnen opheffen door het kanaal te wijzigen dat het toegangspunt gebruikt om uit te zenden. Een router beschikt over drie aparte kanalen.
Problemen oplossen 161 GA NA OF ER BEKENDE PROBLEMEN MET HET TOEGANGSPUNT ZIJN Voor sommige draadloze routers bevat de documentatie informatie over fouten die zijn vastgesteld en opgelost door de fabrikant. Ga naar de website van de fabrikant van de router. Controleer of er firmware-updates en andere informatie van de fabrikant beschikbaar zijn. Raadpleeg de documentatie bij de draadloze router als u niet weet hoe u de website van de fabrikant kunt bereiken.
Kennisgevingen 162 Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Dell V525w Apparaattype: 4448 Model(len): 4d1, 4dE Uitgavebericht Januari 2012 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving: DEZE PUBLICATIE WORDT ALS ZODANIG GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Kennisgevingen 163 Gemiddelde geluidsdruk in dBA op 1 meter afstand Afdrukken 50 dBA Scannen 47 dBA Kopiëren 47 dBA Gereed Niet hoorbaar Waste from Electrical and Electronic Equipment (WEEE) directive The WEEE logo signifies specific recycling programs and procedures for electronic products in countries of the European Union. We encourage the recycling of our products. Verwijdering van het product Gooi de printer of onderdelen niet weg met het huishoudelijke afval.
Kennisgevingen 164 Temperatuurinformatie Omgevingstemperatuur 15 tot 32 C Verzend- en opslagtemperatuur -40 tot 60 C, 1 tot 60 C Stroomverbruik Stroomverbruik van het product In de volgende tabel worden de eigenschappen voor het energieverbruik van de printer beschreven. Opmerking: sommige modi zijn wellicht niet van toepassing op uw product. Modus Beschrijving Stroomverbruik (Watt) Bezig met afdrukken van Er worden papieren kopieën van elektronische invoer gemaakt met het product. 16.
Kennisgevingen 165 Totaal energieverbruik Het is soms handig om het totale energieverbruik van het product te berekenen. Aangezien het stroomverbruik wordt aangegeven in watt, moet het stroomverbruik worden vermenigvuldigd met de tijd dat elke stand actief is op het product. Zo kunt u het energieverbruik berekenen. Het totale energieverbruik van het product is de som van het energieverbruik voor alle standen.
Kennisgevingen 166 Blootstelling aan hoogfrequentie-energie De hoeveelheid hoogfrequentie-energie die door dit draadloze apparaat wordt uitgestraald, ligt ver onder de limieten voor hoogfrequentie-energie die zijn vastgesteld door de FCC en andere regelgevende instanties. Er moet minimaal 20 cm (8 inch) ruimte tussen de antenne en eventuele personen zijn om te voldoen aan de vereisten voor hoogfrequentie-energie van de FCC en andere regelgevende instanties.
Kennisgevingen Roemenië Zweden 167 Slovenië Slowakije Turkije Verenigd Koninkrijk Česky Společnost Lexmark International, Inc. tímto prohlašuje, že výrobek tento výrobek je ve shodě se základními požadavky a dalšími příslušnými ustanoveními směrnice 1999/5/ES. Dansk Lexmark International, Inc. erklærer herved, at dette produkt overholder de væsentlige krav og øvrige relevante krav i direktiv 1999/5/EF. Deutsch Hiermit erklärt Lexmark International, Inc.
Kennisgevingen Svenska Härmed intygar Lexmark International, Inc. att denna produkt står i överensstämmelse med de väsentliga egenskapskrav och övriga relevanta bestämmelser som framgår av direktiv 1999/5/EG.
Index 169 Index Cijfers 2-zijdig, faxen instellen 76 802.
Index contactpersonenlijst, e-mail instellen 62 maken 62 controlelijst problemen met faxen oplossen 146 voor u problemen gaat oplossen 122 controleren inktvoorraad 118 controleren, kiestoon 85 D datum en tijd instellen 76 delen, printer in Windows 104 Digital Subscriber Line (DSL) fax instellen 68 digitale telefoondienst faxconfiguratie 70 documenten afdrukken 34 faxen met de computer 81 faxen met het bedieningspaneel 80 plaatsen in de automatische documentinvoer 33 plaatsen op de glasplaat 33 scannen met
Index Digitale lijn gevonden 150 Fatale fout met fax 150 Faxmodus niet ondersteund 150 Fout met externe fax 150 Fout met faxmodem 150 Fout met telefoonlijn 150 Geen antwoord 151 Geen nummerweergave 151 Niet-ondersteunde compressie 150 Niet-ondersteunde resolutie 150 Telefoonlijn bezet 151 Telefoonlijn niet aangesloten 150 Verbinden mislukt 150 fax, koptekst en voettekst instellen 76 fax, voettekst instellen 76 faxconfiguratie digitale telefoondienst 70 DSL-verbinding 68 land- of regiospecifieke installatie
Index instellen afzender, informatie 76 Automatisch beantwoorden 84 fax, koptekst en voettekst 76 faxkwaliteit 86 maximale verzendsnelheid 76 nummerweergave 76 TTI (Transmit Terminal Identification) 76 instellen, droogtijd voor dubbelzijdig afdrukken 43 instellen, fax digitale telefoondienst 70 DSL-verbinding 68 land- of regiospecifieke installatie 72 standaardtelefoonverbinding 65 VoIP-verbinding 69 instellen, printer faxen 83 op draadloos netwerk (Macintosh) 93 op draadloos netwerk (Windows) 93 invoeren
Index netwerkbeveiliging 107 netwerkconfiguratiepagina afdrukken 91 netwerkindicatielampje 95 netwerkoverzicht 106 netwerkprinter installeren 117 netwerkverbinding met USB 114 niet-reagerende printer controleren 122 normaal papier 30 nummerweergave 76 O onderbreken afdruktaak 46 onderdelen diagram 11 ondersteunde bestandstypen 39 ondersteunde besturingssystemen 24 ongewenste faxen blokkeren 89 onjuiste taal wordt weergegeven op de display 123 Ontbrekende printerkop 131 ontvangen faxen, geschiedenisrapport
Index Printerkopwaarschuwing 133 Probleem bij het uitlijnen 127 Scandocument te lang 134 Scanner uitgeschakeld 134 Sluit de printer 128 Toegangsfout geheugenapparaat 129 USB-apparaat wordt niet ondersteund 134 USB-hub wordt niet ondersteund 134 Wijzig in [soort]-papier van het formaat [Formaat] 127 Wijzig in papier van het formaat [formaat] 127 printergeheugen faxen 89 Printerinstellingen 77 printerkop uitlijnen 118 Printerkop kan niet bewegen 130 Printerkop niet ondersteund 132 printerkop, fout 130 printe
Index PIN 61 tips 55 via een netwerk 56 scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens het scannen 145 Scanner uitgeschakeld 134 scannereenheid 13 scannereenheid sluit niet 144 scannerklep 12 scantaak annuleren 61 selecteren, draadloze poort 157 signaalsterkte zoeken 111 slaapstand, time-out wijzigen 22 slechte kwaliteit aan de randen van de pagina 141 sleutelindex 117 Sluit de printer 128 Snelkeuze instellen 78 software is niet geïnstalleerd 123 software, optioneel zoeken, installeren 27 Software
Index 176 W Z wachtwoord 107 website zoeken 9 wenskaarten 31 WEP 90, 98 WEP-sleutel sleutelindex 117 zoeken 105 WEP-verzendsleutel 98 Wi‑Fi Protected Setup gebruiken 105 handmatig configureren 98 Wi‑Fi Protected Setup, logo zoeken 105 Wijzig in [soort]-papier van het formaat [Formaat] 127 Wijzig in papier van het formaat [formaat] 127 wijzigen, afdrukvolgorde 35 wijzigen, draadloze instellingen na de installatie (Macintosh) 96 wijzigen, draadloze instellingen na de installatie (Windows) 96 wijzigen, pag