Users Guide

Hoe kan ik de signaalsterkte van het draadloze netwerk verbeteren?
Een veelvoorkomende reden dat draadloze printers niet kunnen communiceren via een netwerk, is een draadloos
signaal van slechte kwaliteit. Als het signaal te zwak is, te vervormd of wordt geblokkeerd door een object, kan het
geen gegevens overdragen tussen het toegangspunt (draadloze router) en de printer.
Als u denkt dat de signaalsterkte een probleem is tussen het toegangspunt en de printer, kunt u een van de volgende
oplossingen proberen:
Opmerkingen:
De volgende oplossingen zijn van toepassing op infrastructuurnetwerken. Wanneer u een ad-hocnetwerk
gebruikt, moet u de computerinstellingen wijzigen als in de oplossing wordt aangegeven dat u de
toegangspuntinstellingen moet wijzigen.
Ad-hocnetwerken hebben een veel kleiner bereik dan infrastructuurnetwerken. Plaats de printer dichter bij de
computer als er een communicatieprobleem lijkt te zijn
CONTROLEER DE KWALITEIT VAN HET DRAADLOZE SIGNAAL
Druk een netwerkconfiguratiepagina af om te controleren of de printer een krachtig signaal ontvangt van het
toegangspunt. In het veld voor de kwaliteit wordt de relatieve sterkte van het draadloze signaal weergegeven dat
de printer ontvangt. Afnamen van de signaalsterkte kunnen echter tijdelijk zijn. Hoewel de signaalsterkte goed lijkt,
kan deze onder bepaalde omstandigheden zwakker worden. Als de signaalkwaliteit als goed of uitstekend wordt
aangegeven, wordt het probleem door iets anders veroorzaakt.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor meer informatie over het afdrukken van een netwerkconfiguratiepagina.
PLAATS DE PRINTER DICHTER BIJ HET TOEGANGSPUNT
Als de printer te ver van het toegangspunt is geplaatst, is communicatie met andere apparaten op het netwerk niet
mogelijk. Voor de meeste draadloze netwerken binnenshuis is de maximale afstand tussen het toegangspunt en de
printer ongeveer 30 meter. Deze afstand kan groter of kleiner zijn, afhankelijk van de indeling van het netwerk en
de beperkingen van het toegangspunt.
VERWIJDER OBJECTEN DIE TUSSEN HET TOEGANGSPUNT EN DE PRINTER GEPLAATST ZIJN
Het draadloze signaal van uw toegangspunt kan door de meeste objecten heen worden verzonden. De meeste muren,
vloeren, meubels en andere objecten blokkeren het draadloze signaal niet. Er zijn echter objecten waar het signaal
niet doorheen kan worden verzonden, zoals objecten met metaal en beton. Plaats de printer en het toegangspunt
zo dat het signaal niet wordt geblokkeerd door dergelijke objecten.
VERWIJDER STORINGSBRONNEN
Andere soorten radiofrequenties kunnen problemen veroorzaken met het draadloze signaal op uw netwerk,
waardoor afdrukproblemen tijdelijk lijken te zijn.
Schakel mogelijke storingsbronnen uit wanneer dit mogelijk is.
Magnetrons, draadloze telefoons (geen mobiele telefoons), babyfoons, vrijwel alle keukenapparatuur, draadloze
beveiligingsapparatuur of elk apparaat met een motor kan onderbrekingen veroorzaken wanneer deze apparaten
worden gebruikt als u afdrukt via het draadloze netwerk.
Netwerk 112