Dell Vostro 3650 Gebruiksaanwijzing Regelgevingsmodel: D19M Regelgevingstype: D19M002
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen,en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer. WAARSCHUWING: EEN WAARSCHUWING duidt potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertelt u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: Een GEVAAR-KENNISGEVING duidt op een risico op schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden. Copyright © 2015 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave 1 Aan de computer werken.................................................................................... 5 Voordat u aan de computer gaat werken............................................................................................ 5 Uw computer uitschakelen...................................................................................................................6 Nadat u aan de computer heeft gewerkt.............................................................................
3 Problemen oplossen.......................................................................................... 23 Diagnostische Stroom led-codes.......................................................................................................23 Diagnostische foutmeldingen............................................................................................................ 24 Systeemfoutberichten.......................................................................................................
Aan de computer werken 1 Voordat u aan de computer gaat werken Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer tegen mogelijke schade te beschermen. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van de volgende veronderstellingen uitgegaan: • U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
Om schade aan de computer te voorkomen, moet u de volgende instructies opvolgen voordat u in de computer gaat werken. 1. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is, om te voorkomen dat de computerkap bekrast raakt. 2. Schakel uw computer uit (zie Uw computer uitschakelen). WAARSCHUWING: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de connector van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en daarna de netwerkkabel loskoppelen van het netwerkapparaat. 3.
b. Klik op de pijl in de hoek rechtsonder van het menu Start en klik vervolgens op Afmelden. 3. Controleer of de computer en alle aangesloten apparaten uitgeschakeld zijn. Houd de aan-uitknop zes seconden ingedrukt, indien uw computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit. Nadat u aan de computer heeft gewerkt Nadat u de onderdelen hebt vervangen of teruggeplaatst, moet u controleren of u alle externe apparaten, kaarten, kabels etc.
Onderdelen verwijderen en plaatsen Deze paragraaf beschrijft gedetailleerd hoe de onderdelen moeten worden verwijderd uit, of worden geïnstalleerd in uw computer. Aanbevolen hulpmiddelen Voor de procedures in dit document heeft u het volgende gereedschap nodig: • Kleine sleufkopschroevendraaier • Kruiskopschroevendraaier • Klein plastic pennetje De kap verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de kap: a.
3. Volg de procedures in Nadat u aan de computer heeft gewerkt. Het montagekader verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de kap. 3. Verwijder het montagekader: a. Til de lipjes omhoog om het montagekader los te maken van de computer. b. Verwijder het montagekader van de computer. Het montagekader plaatsen 1. Plaats de lipjes op het montagekader in de sleuven in de computer. 2. Druk op het montagekader totdat de lipjes vastklikken. 3. Plaats de kap.
WAARSCHUWING: De montagekaderklep gaat slechts beperkt open. Raadpleeg de gedrukte label voor wat maximaal toelaatbaar is. De harde schijf verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: • 3. • montagekader Ga als volgt te werk om de harde schijf te verwijderen: a. b. c. d. 10 kap Verwijder de schroef waarmee de harde schijf aan de montagekaderklep is bevestigd [1]. Maak de harde schijf los uit de connectoren op de harde schijf [2, 3].
4. Verwijder de harde schijf uit de bracket: a. Verwijder de schroeven waarmee de bracket aan de harde schijf vastzit. b. Verwijder de harde schijf uit de bracket. De harde schijf plaatsen 1. Plaats de harde schijf terug in de bracket. 2. Plaats de schroeven waarmee de bracket van de harde schijf wordt bevestigd. 3. Plaats de harde schijf in de sleuf in de computer. 4. Sluit de montagekaderklep. 5. Plaats de schroef waarmee de harde schijf aan de montagekaderklep wordt bevestigd. 6.
4. Verwijder de bracket van het optische station: a. Verwijder de schroeven waarmee de bracket aan het optische station is bevestigd. b. Verwijder de bracket van het optische station. Het optische station plaatsen 1. Plaats de bracket van het optische station op het optische station. 2. Draai de schroeven aan waarmee de bracket van het optische station op het optische station wordt bevestigd. 3. Plaats het ptische station in het compartiment van het optische station totdat deze vastklikt. 4.
De WLAN-kaart verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: • kap 3. • montagekader Open de montagekaderklep. 4. Verwijder de WLAN-kaart: a. Verwijder de schroef om het plastic lipje los te maken waarmee de WLAN-kaart aan de computer is bevestigd [1]. b. Verwijder het metalen lipje om toegang te krijgen tot de WLAN-kabels [2]. c. Koppel de WLAN-kabels los van de connectoren op de WLAN-kaart [3]. d.
De geheugenmodule verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: • kap 3. • montagekader Open de montagekaderklep. 4. Verwijder de geheugenmodule: a. Druk op de vergrendellipjes aan beide zijden van de geheugenmodule. b. Til de geheugenmodule uit de connector op het moederbord. De geheugenmodule plaatsen 1. Lijn de inkeping in de geheugenmodule uit met het lipje op de aansluiting van de geheugenmodule. 2.
De PCIe-uitbreidingskaart plaatsen 1. Trek aan de vergrendeling om deze te openen. 2. Steek de PCIe-uitbreidingskaart in de connector op het moederbord. 3. Bevestig de PCIe-uitbreidingskaart door op het kaartvergrendelmechanisme te drukken totdat deze vastklikt. 4. Sluit de vergrendeling. 5. Sluit de montagekaderklep. 6. Plaats: a. montagekader b. kap 7. Volg de procedures in Nadat u aan de computer heeft gewerkt. De voeding verwijderen 1.
De voeding plaatsen 1. Plaats de voeding in de voedingsleuf en schuif deze naar de achterkant van de computer totdat deze vastklikt. 2. Draai de schroeven aan om de voeding op de computer te bevestigen. 3. Leid de voedingskabels door de borgklemmen. 4. Sluit de voedingskabels aan op de connectoren op het moederbord. 5. Sluit de montagekaderklep. 6. Plaats: • 7. montagekader • kap Volg de procedures in Nadat u aan de computer heeft gewerkt. De aan-uitknop verwijderen 1.
De aan-uitknop plaatsen 1. Plaats de aan-uitknop in de sleuf en druk erop totdat hij vastklikt. 2. Leid de kabel van de aan-uitknop door de kabelklem. 3. Sluit de kabel van de aan-uitknop aan op de connector op het moederbord. 4. Sluit de montagekaderklep. 5. Plaats: • 6. montagekader • kap Volg de procedures in Nadat u aan de computer heeft gewerkt. De knoopbatterij verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: • kap 3.
De knoopbatterij plaatsen 1. Houd de knoopbatterij vast met de pluskant naar boven gericht en schuif de knoopbatterij onder de klemmen aan de positieve kant van de connector. 2. Duw de batterij in de connector totdat de batterij vastklikt. 3. Sluit de montagekaderklep. 4. Plaats: • 5. montagekader • kap Volg de procedures in Nadat u aan de computer heeft gewerkt. De warmteafleider verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2.
5. Plaats: • 6. montagekader • kap Volg de procedures in Nadat u aan de computer heeft gewerkt. De processor verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: • kap 3. • montagekader Open de montagekaderklep. 4. Verwijder de warmteafleider. 5. De processor verwijderen: a. Maak de sockethendel los door de hendel omlaag en onder het lipje op het processorschild uit te drukken [1]. b. Til de hendel en de processorschild omhoog [2]. c.
b. kap 9. Volg de procedures in Nadat u aan de computer heeft gewerkt. De systeemventilator verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de volgende onderdelen: • kap 3. • montagekader Open de montagekaderklep. 4. Verwijder de systeemventilator: a. Maak de kabel van de systeemventilator los van de connector op het moederbord [1]. b. Verwijder de schroeven waarmee de systeemventilator aan de computer vastzit [2]. c.
• kap 3. • montagekader Open de montagekaderklep. 4. Verwijder de volgende onderdelen: • warmteafleider • processor • PCIe-uitbreidingskaart • geheugenmodule 5. • WLAN-kaart Verwijder alle kabels uit de connectoren op het moederbord. 6. Verwijder het moederbord: a. Verwijder de schroeven waarmee het moederbord op de computer is bevestigd [1]. b. Schuif het moederbord naar de voorzijde van de computer en til het uit de computer [2]. Het moederbord plaatsen 1.
• 8. montagekader • kap Volg de procedures in Nadat u aan de computer heeft gewerkt. Indeling van het moederbord 1. SATA-stroomconnector 2. SATA1 3. Lichtbalk koptekst 4. SATA0 5. SATA3 6. SATA2 7. SATA-stroomconnector 8. connector voor voeding 9. Knoopbatterij 10. Jumper CMS wissen 11. Jumper ME uitschakelen 12. Jumper Wachtwoord wissen 13. PCIex16 14. PCIex1 15. PCIex1 16. Connector voor systeemventilator 17. processorsocket 18.
3 Problemen oplossen U kunt eventuele problemen met uw computer oplossen met behulp van aanduidingen, zoals diagnostische lampjes, piepcodes en foutmeldingen die tijdens het werken met de computer optreden. Diagnostische Stroom led-codes Tabel 1. Diagnostische Stroom led-codes Status van de aanuitledlampjes Mogelijke oorzaak Stappen voor het oplossen van problemen Uit De computer is uitgeschakeld of krijgt geen stroom of staat in de slaapstand.
Status van de aanuitledlampjes Mogelijke oorzaak Stappen voor het oplossen van problemen Ononderbroken wit De computer is volledig functioneel en ingeschakeld. Als de computer niet reageert, doet u het volgende: • • Ga na of het beeldscherm is aangesloten en ingeschakeld is. Als het beeldscherm is aangesloten en ingeschakeld, moet u een pieptooncode horen. Diagnostische foutmeldingen Tabel 2.
Foutmeldingen Beschrijving EXTENDED MEMORY SIZE HAS CHANGED (Hoeveelheid uitgebreid geheugen is gewijzigd) De hoeveelheid geheugen die wordt vastgelegd in een niet-vluchtig geheugen (NVRAM), komt niet overeen met de geheugenmodule die in de computer is geplaatst. Start de computer opnieuw op. Als de fout nogmaals verschijnt, moet u contact opnemen met Dell.
Foutmeldingen Beschrijving computer opnieuw op. Als het probleem aanhoudt, moet u een andere schijf proberen. Voer de hardeschijftests uit in Dell Diagnostics (Delldiagnostiek). HARD-DISK DRIVE FAILURE (Fout bij het lezen van het harde-schijfstation) De harde schijf is mogelijk defect. Schakel de computer uit, verwijder de harde schijf en start de computer op vanaf een optisch station. Schakel de computer vervolgens weer uit, plaats de harde schijf terug en start de computer opnieuw op.
Foutmeldingen Beschrijving MEMORY ADDRESS LINE FAILURE AT ADDRESS, Een geheugenmodule is mogelijk defect of is niet READ VALUE EXPECTING VALUE goed geplaatst. Plaats de geheugenmodule (Adreslijnfout geheugen in (adres), opnieuw of vervang deze zo nodig. gelezen waarde verwacht (waarde)) MEMORY ALLOCATION ERROR (Geheugentoewijzingsfout) Er is mogelijk een conflict tussen de software die u wilt uitvoeren en het besturingssysteem, een ander programma of hulpprogramma.
Foutmeldingen Beschrijving SECTOR NOT FOUND (Sector niet gevonden) Het besturingssysteem kan geen sector op de harde schijf vinden. Mogelijk is er een defecte sector of beschadigde FAT op de harde schijf. Voer het Windows-hulpprogramma voor foutcontrole uit om de bestandsstructuur op de harde schijf te controleren. Zie Windows Help en ondersteuning voor instructies (klik opStart → Help en ondersteuning).
Foutmeldingen Beschrijving Diagnostics (Dell-diagnostiek) of neem contact op met Dell. X:\ IS NOT ACCESSIBLE. THE DEVICE IS NOT READY (X:\ is niet toegankelijk. Het apparaat is niet gereed.) Plaats een schijf in het station en probeer het opnieuw. Systeemfoutberichten Tabel 3. Systeemfoutberichten Systeembericht Beschrijving Alert! Previous attempts at booting De computer is er drie keer achtereen niet in this system have failed at checkpoint geslaagd om de opstartprocedure uit te voeren [nnnn].
Systeembericht Beschrijving No timer tick interrupt (Geen timertikonderbreking) Mogelijk is een chip op de systeemkaart of de systeemkaart zelf defect. NOTICE - Hard Drive SELF MONITORING S.M.A.R.T-fout, mogelijke vaste-schijffout. SYSTEM has reported that a parameter has exceeded its normal operating range. Dell recommends that you back up your data regularly.
Opties voor System Setup 4 Tabel 4. — Hoofdmenu System Time Geeft de systeemtijd weer. Hiermee kunt u de tijd van de interne klok van de computer resetten. System Date Geeft de systeemdatum weer. Hiermee kunt u de datum van de interne kalender van de computer resetten. BIOS Version Geeft de BIOS-revisie weer. Product Name Hier wordt het modelnummer van de computer weergegeven. Service Tag Dit toont de servicetag van uw computer.
Integrated NIC Hiermee kunt u het geïntegreerde netwerk in- of uitschakelen. Standaard: Ingeschakeld SATA Operation Hiermee kunt u de SATA-modus wijzigen. Standaard: AHCI Intel Multi-Display Hiermee kunt u de Multi Display-functie in- of uitschakelen. Standaard: Uitgeschakeld USB Emulation Hiermee kunt u de USB-emulatiefunctie in- of uitschakelen. Standaard: Ingeschakeld SW Guard Extensions (SGX) Hiermee kunt u SW Guard extensions (SGX) in- of uitschakelen.
HDD Password Status Toont de status en geeft aan of het systeemwachtwoord is ingesteld. Standaardinstelling: niet ingesteld Asset Tag Hier kunt u uw servicetag invoeren. Admin Password (Administratorwachtwoord) Hiermee kunt u een beheerderswachtwoord aanmaken. HDD Password Hiermee kunt u een HDD-wachtwoord aanmaken. System Password Hiermee kunt u een systeemwachtwoord aanmaken. Password Change Hiermee kunt u de optie instellen om het wachtwoord te wijzigen.
4. Hiermee kunt u de wijzigingen die zijn aangebracht in de System Setup opslaan. Overzicht voor Systeeminstallatie Met Systeeminstallatie kunt u: • de systeemconfiguratie wijzigen nadat u hardware in uw computer hebt toegevoegd, gewijzigd of verwijderd; • een gebruikersoptie instellen of wijzigen zoals het gebruikerswachtwoord;. • de huidige hoeveelheid geheugen lezen of het geïnstalleerde type harde schijf instellen.
5 Specificaties OPMERKING: Aanbiedingen kunnen per regio verschillen. De volgende specificaties worden in naleving van de wet bij de computer meegeleverd. Ga voor meer informatie over de configuratie van uw computer naar Help en ondersteuning in uw Windows-besturingssysteem en selecteer de optie om informatie over uw computer te bekijken. Tabel 9.
Tabel 12. Audio Geïntegreerd Geïntegreerd 5.1-kanaal, High Definition Audio Tabel 13. Communicatie Ethernet 10/100/1000 Mbps Ethernetcontroller, geïntegreerd op het moederbord Wireless (Draadloos) Tot Wi-Fi 802,11ac Bluetooth 4.0 Tabel 14. System Information Chipset Intel H110 Tabel 15. Uitbreidingsbus Bussnelheid: PCI Express PCIe 2.0 met snelheden van maximaal 5.0 GT/s SATA • • SATA 3 Gbps voor optisch station SATA 6 Gbps voor harde schijf USB • • 5 Gbps voor USB 3.
Voorpaneel Twee USB 3.0-connectoren Achterpaneel Vier USB 2.0-connectoren Video • • Eén 15-gats VGA-connector Eén 19-pins HDMI-connector Geheugenkaartlezer Eén Tabel 19. Bedienings- en controlelampjes Lampje aan-uitknop wit lampje: continu brandend wit lampje geeft aan dat de computer aan staat; een knipperend wit lampje geeft aan dat de computer in de slaapstand/ stand-bystand staat.
Tabel 22. Omgeving Temperatuur: In bedrijf 10 °C tot 35 °C (50 °F tot 95 °F) Opslag -40 °C tot 65 °C (-40 °F tot 149 °F) Relatieve vochtigheid 20% tot 80% (niet-condenserend) Hoogte: In bedrijf –15,20 m tot 3048 m (–50 ft tot 10.000 ft) Opslag –15,20 m tot 10.668 m (–50 ft tot 35.000 ft) Mate van luchtvervuiling 38 G1 of lager, zoals gedefinieerd in ISA-S71.
Contact opnemen met Dell 6 OPMERKING: Als u geen actieve internetverbinding hebt, kunt u de contactgegevens vinden op de factuur, de pakbon of in de productcatalogus van Dell. Dell biedt diverse online en telefonische ondersteunings- en servicemogelijkheden. De beschikbaarheid verschilt per land en product en sommige services zijn mogelijk niet beschikbaar in uw regio. Wanneer u met Dell contact wilt opnemen voor vragen over de verkoop, technische ondersteuning of de klantenservice: 1. Ga naar Dell.