Vostro 15 5515 Onderhoudshandleiding Regelgevingsmodel: P106F Regelgevingstype: P106F003 April 2021 Ver.
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen,en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van het product. WAARSCHUWING: WAARSCHUWINGEN duiden potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertellen u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: LET OP duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan. © 2021 Dell Inc. of zijn dochtermaatschappijen. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Werken binnenin de computer...................................................................................... 6 Voordat u in de computer gaat werken.............................................................................................................................. 6 Veiligheidsinstructies.............................................................................................................................................................
De knoopcelbatterij plaatsen........................................................................................................................................ 35 Warmteafleider.................................................................................................................................................................... 36 De koelplaat verwijderen..........................................................................................................................................
Het besturingssysteem herstellen..................................................................................................................................... 73 BIOS flashen (USB-stick)...................................................................................................................................................73 Het BIOS flashen.........................................................................................................................................................
1 Werken binnenin de computer Onderwerpen: • • • • • Voordat u in de computer gaat werken Veiligheidsinstructies Bescherming tegen elektrostatische ontlading (electrostatic discharge, ESD) ESD-onderhoudskit Nadat u aan de computer heeft gewerkt Voordat u in de computer gaat werken OPMERKING: De afbeeldingen in dit document kunnen verschillen van uw computer; dit is afhankelijk van de configuratie die u hebt besteld. 1. Sla alle geopende bestanden op en sluit deze, en sluit alle geopende applicaties af. 2.
WAARSCHUWING: Raak een component pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van het chassis aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werk ook regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan om statische elektriciteit weg te leiden die de interne componenten kan beschadigen. WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de connector of het treklipje te trekken, niet aan de kabel zelf.
● Wanneer u een voor statische elektriciteit gevoelig onderdeel uit de verzenddoos haalt, verwijdert u het onderdeel pas uit de antistatische verpakking op het moment dat u het gaat installeren. Voordat u het onderdeel uit de antistatische verpakking verwijdert, zorgt u ervoor dat u de statische elektriciteit van uw lichaam ontlaadt. ● Plaats een gevoelig onderdeel voor transport eerst in een antistatische doos of andere verpakking.
Nadat u aan de computer heeft gewerkt WAARSCHUWING: Uw computer kan beschadigd raken als u er losse schroeven in achterlaat. 1. Breng alle schroeven opnieuw aan en zorg ervoor dat er geen losse schroeven in uw computer achterblijven. 2. Sluit alle externe apparaten, randapparaten of kabels die u eerder had losgekoppeld, weer aan voordat u aan uw computer werkt. 3. Plaats alle mediakaarten, schijven of andere onderdelen die u had verwijderd, weer terug voordat u aan uw computer werkt. 4.
2 Onderdelen verwijderen en plaatsen OPMERKING: De afbeeldingen in dit document kunnen verschillen van uw computer; dit is afhankelijk van de configuratie die u hebt besteld. Onderwerpen: • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • Aanbevolen hulpmiddelen Lijst van schroeven Belangrijkste componenten van de Vostro 15 5515 Onderplaat Batterij Batterijkabel Geheugen Solid State-schijf - M.2-slot één Solid State-schijf (SSD) - M.
Tabel 1. Lijst van schroeven Component Type schroef Aantal Onderplaat ● Geborgde ● 2 schroeven - M2x7.5 ● 7 ● M2x4 Afbeelding schroef ● ● 3-cels batterij M2x3 3 4-cels batterij M2x3 4 Draadloze kaart M2x3 1 SSD - Slot 1 M2x3 1 SSD - Slot 2 M2x3 1 Ventilator M2x3 2 Koelplaat Geborgde schroeven 4 Systeemkaart M2x2 3 USB Type-C-beugel M2x4 2 Aan/uit-knop met vingerafdruklezer M2x3 1 Netwerkpoortbeugel M2x5 2 I/O-kaart M2x2 1 Touchpad M1.6x2 3 M2x1.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. Onderplaat Koelplaat Systeemkaart Geheugen Batterij Rechterluidspreker Palmsteun- en toetsenbordeenheid Touchpad Beeldschermeenheid Knoopbatterij I/O-kaart M.2 2280 SSD, indien geïnstalleerd Draadloze kaart M.
16. Ventilator 17. Voedingsadapterpoort OPMERKING: Dell geeft een lijst met componenten en hun onderdeelnummers voor de originele, gekochte systeemconfiguratie. Deze onderdelen zijn beschikbaar volgens garantiedekkingen die door de klant zijn aangeschaft. Neem contact op met uw Dell verkoopvertegenwoordiger voor aankoopopties. Onderplaat De onderplaat verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
1. Draai de twee geborgde schroeven (M2x7.5) los waarmee de onderplaat aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 2. Verwijder de zeven schroeven (M2x4) waarmee de onderplaat aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 3. Gebruik een plastic pennetje en wrik de onderplaat los van de U-vormige inkepingen aan de bovenrand van de onderplaat en blijf aan de zijkanten wrikken tot de onderplaat loskomt van de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 4.
7. Houd de aan/uit-knop 20 seconden lang ingedrukt om de computer te aarden en de reststroom af te voeren. De onderplaat plaatsen Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. De volgende afbeeldingen geven de locatie van de onderplaat aan en bieden een visuele weergave van de installatieprocedure.
1. Sluit de batterijkabel aan op de systeemkaart. 2. Bevestig de tape om de batterijkabel te bevestigen. 3. Plaats de onderplaat bovenop de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 4. Lijn de schroefgaten op de onderplaat uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid en klik vervolgens de onderplaat op zijn plaats. 5. Draai de twee geborgde schroeven (M2x7.5) vast waarmee de onderplaat aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 6.
● Schaf altijd originele batterijen aan op www.dell.com of bij geautoriseerde Dell partners en verkopers. De 3-cels batterij verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de onderplaat. De volgende afbeelding geeft de locatie van de 3-cels batterij (41 Wh) aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. 1. Trek de tape los waarmee de batterijkabel aan de systeemkaart is bevestigd. 2. Trek de batterijkabel los van de systeemkaart. 3.
1. Gebruik de uitlijnpunten om de 3-cels batterij op de palmsteun- en toetsenbordeenheid te plaatsen. 2. Lijn de schroefgaten op de 3-cels batterij uit met de schroefgaten op de palmsteun en het toetsenbordeenheid. 3. Plaats de drie schroeven (M2x3) terug waarmee de 3-cels batterij op de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 4. Sluit de batterijkabel aan op de systeemkaart. 5. Bevestig de tape waarmee de batterijkabel aan de systeemkaart wordt bevestigd. 1. Installeer de onderplaat. 2.
1. Trek de tape los waarmee de batterijkabel aan de systeemkaart is bevestigd. 2. Trek de batterijkabel los van de systeemkaart. 3. Verwijder de vier schroeven (M2x3) waarmee de 4-cels batterij op de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 4. Til de 4-cels batterij samen met de kabel weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid. De 4-celsbatterij installeren Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
2. Lijn de schroefgaten op de 4-cels batterij uit met de schroefgaten op de palmsteun en het toetsenbordeenheid. 3. Plaats de vier schroeven (M2x3) terug waarmee de 4-cels batterij op de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 4. Sluit de batterijkabel aan op de systeemkaart. 5. Bevestig de tape waarmee de batterijkabel aan de systeemkaart wordt bevestigd. 1. Installeer de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Batterijkabel De batterijkabel verwijderen 1.
1. Lijn de batterijkabel uit en plaats deze op de batterij. 2. Leid de batterijkabel door de routeringen op de batterij. 3. Sluit de stekker van de luidsprekerkabel aan op de connector op de batterij. 1. Installeer de 3-cels batterij of de 4-cels batterij, afhankelijk van welke van toepassing is. 2. Installeer de onderplaat. 3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Geheugen De geheugenmodule verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2.
1. Til de mylar op voor toegang tot de geheugenmodule. 2. Trek de bevestigingsklemmen met uw vingertoppen weg van beide zijden van de geheugenmodule totdat het geheugen losklikt. 3. Verwijder de geheugenmodule uit de sleuf. OPMERKING: Herhaal stap 1 tot en met 3 om eventuele andere in uw computer geïnstalleerde geheugenmodules te verwijderen. De geheugenmodule installeren Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
1. Til de mylar op voor toegang tot de sleuf van de geheugenmodule. 2. Lijn de uitsparing in de geheugenmodule uit met het lipje op de slot van de geheugenmodule. 3. Schuif de geheugenmodule, onder de juiste hoek, stevig in de sleuf voor de geheugenmodule. 4. Druk de geheugenmodule naar beneden totdat deze vastklikt. OPMERKING: Als u geen klik hoort, verwijdert u de geheugenmodule en installeert u deze nogmaals.
OPMERKING: Om geen data te verliezen, mag de SSD niet worden verwijderd als de computer aan staat of in slaapmodus is. 2. Verwijder de onderplaat. OPMERKING: Afhankelijk van de bestelde configuratie kan uw computer een 2230 SSD of een 2280 SSD ondersteunen in M.2-slot één. OPMERKING: Deze procedure geldt alleen voor computers die worden geleverd met een 2230 Solid State-schijf in M.2-slot één. De volgende afbeelding geeft de locatie aan van de 2230 Solid State-schijf in M.
1. Lijn de inkeping op de 2230 SSD uit met het lipje op het slot van de SSD. 2. Schuif de 2230 SSD onder een hoek stevig in het slot van de SSD. 3. Lijn het schroefgat op de SSD uit met het schroefgat op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 4. Plaats de schroef (M2x3) terug waarmee 2230 SSD op de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 1. Installeer de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. De 2280 SSD uit M.2-slot één verwijderen 1.
1. Verwijder de schroef (M2x3) waarmee de Solid State-schijf aan de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 2. Schuif en til de 2280 SSD uit het M.2 SSD-slot op de systeemkaart om deze te verwijderen. De 2280 SSD in M.2-slot één plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. OPMERKING: SSD's zijn kwetsbaar. Wees voorzichtig wanneer u met een SSD werkt.
1. Lijn de uitsparing op de 2280 SSD uit met het lipje op het SSD-slot. 2. Schuif de 2280 SSD onder een hoek stevig in het slot van de SSD. 3. Lijn het schroefgat op de SSD uit met het schroefgat op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 4. Plaats de schroef (M2x3) terug waarmee 2280 SSD op de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 1. Installeer de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. De montagebeugel van de SSD in M.
1. Schuif en verwijder de montagebeugel van de SSD van de montagebeugelslot op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Draai de montagebeugel van de SSD 180 graden. 3. Schuif de beugel van de SSD in het bevestigingsslot op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 4. Installeer de 2230 SSD of de 2280 SSD, afhankelijk van welke van toepassing is. Solid State-schijf (SSD) - M.2-slot twee De 2230 SSD uit M.2-slot twee verwijderen OPMERKING: M.2-slot twee biedt alleen ondersteuning voor de 2230 SSD.
1. Verwijder de schroef (M2x3) waarmee het thermische SSD-schild en de SSD aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid worden bevestigd. 2. Schuif en til het thermische schild van de SSD weg van de SSD. 3. Schuif de SSD uit M.2-slot twee om deze te verwijderen. De 2230 SSD in M.2-slot twee installeren Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. OPMERKING: SSD's zijn kwetsbaar. Wees voorzichtig wanneer u met een SSD werkt.
De volgende afbeelding geeft de locatie aan van de 2230 Solid State-schijf die in M.2-slot twee is geïnstalleerd en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure. 1. Lijn de uitsparing op de 2230 SSD uit met de lipjes op M.2-slot twee op de systeemkaart. 2. Schuif de 2230 SSD in M.2-slot twee op de systeemkaart. 3. Plaats het thermische schild van de SSD op de SSD. 4. Lijn het schroefgat op het thermische schild van de SSD uit met het schroefgat op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 5.
Draadloze kaart De draadloze kaart verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de onderplaat. De volgende afbeeldingen geven de locatie van de draadloze kaart aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. 1. Verwijder de schroef (M2x3) waarmee de bracket van de draadloze kaart is bevestigd op de draadloze kaart en de systeemkaart. 2. Verwijder de bracket van de draadloze kaart van de draadloze kaart. 3.
1. Sluit de antennekabels aan op de draadloze kaart. In de volgende tabel ziet u het kleurenschema van de antennekabel voor de draadloze kaart die door uw computer wordt ondersteund. Tabel 2. Kleurschema antennekabels Connectoren op de draadloze kaart Kleur van de antennekabel Silkscreen-markering Hoofdmenu Wit HOOFDMENU △ (witte driehoek) Secundair Zwart AUX ▲ (zwarte driehoek) 2. Lijn de uitsparing op de draadloze kaart uit met het lipje op de sleuf van de draadloze kaart op de systeemkaart.
Ventilator De ventilator verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de onderplaat. De volgende afbeeldingen geven de locatie van de ventilator aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. 1. Koppel de ventilatorkabel los van de systeemkaart. 2. Verwijder de twee schroeven (M2x3) waarmee de ventilator op de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 3. Til de ventilator weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
1. Gebruik de uitlijnpunten om de ventilator op de palmsteun- en toetsenbordeenheid te plaatsen. 2. Plaats de twee schroeven (M2x3) terug waarmee de ventilator aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 3. Sluit de kabel van de ventilator aan op de systeemkaart. 1. Installeer de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Knoopbatterij De knoopcelbatterij verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
1. Koppel de kabel van de knoopbatterij los van de I/O-kaart. 2. Gebruik het platte uiteinde van een plastic pennetje om de knoopcelbatterij van de palmsteun- en toetsenbordeenheid te trekken. De knoopcelbatterij plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. De volgende afbeelding geeft de locatie van de knoopcelbatterij aan en biedt een visuele weergave van de plaatsingsprocedure.
1. Bevestig de knoopcelbatterij aan de sleuf van de polssteun- en toetsenbordeenheid. 2. Sluit de kabel van de knoopbatterij op de I/O-kaart aan. 1. Installeer de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Warmteafleider De koelplaat verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. WAARSCHUWING: Om te zorgen dat de processor maximaal wordt gekoeld, raakt u de gebieden voor warmteoverdracht op de koelplaat niet aan.
1. Maak in omgekeerde volgorde (aangegeven op de koelplaat) de vier geborgde schroeven los waarmee de koelplaat op de systeemkaart is bevestigd. 2. Til de koelplaat van de systeemkaart. De koelplaat installeren Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. WAARSCHUWING: Als de koelplaat onjuist wordt uitgelijnd, kan dit schade aan de systeemkaart en de processor veroorzaken.
1. Lijn de schroefgaten in de koelplaat uit met de schroefgaten op de systeemkaart. 2. Maak in de juiste volgorde (aangegeven op de koelplaat) de vier borgschroeven vast waarmee de koelplaat op de systeemkaart wordt bevestigd. 1. Installeer de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Netwerkpoortbeugel De netwerkpoortbeugel verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de onderplaat.
1. Verwijder de twee schroeven (M2x5) waarmee de netwerkpoortbeugel wordt bevestigd aan de I/O-kaart. 2. Til de netwerkpoortbeugel weg van de I/O-kaart. De netwerkpoortbeugel installeren Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens het installatieproces uit te voeren. De volgende afbeelding(en) geeft/geven de locatie van de netwerkpoortbeugel aan en biedt/bieden een visuele weergave van de installatieprocedure. 1. Plaats de netwerkpoortbeugel op de I/O-kaart. 2.
3. Plaats de twee schroeven (M2x5) terug waarmee de netwerkpoortbeugel wordt bevestigd aan de I/O-kaart. 1. Installeer de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. I/O-kaart De I/O-kaart verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de onderplaat. 3. Verwijder de netwerkpoortbeugel. De volgende afbeeldingen geven de locatie van de I/O-kaart aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. 1.
1. Schuif de I/O-kaart in de slots op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Lijn het schroefgat op I/O-kaart uit met het schroefgat op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 3. Plaats de schroef (M2x2) terug waarmee de I/O-kaart aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 4. Koppel de kabel van de aan/uit-knop met optionele vingerafdruklezer aan de connector op de I/O-kaart en sluit de vergrendeling om de kabel vast te zetten. 5. Sluit de kabel van de knoopbatterij op de I/O-kaart aan. 6.
1. Open de vergrendeling en koppel de kabel van de toetsenbordachtergrondverlichting, toetsenbordkabel en touchpadkabel los van de systeemkaart. 2. Noteer hoe de luidsprekerkabel loopt en verwijder de luidsprekerkabel uit de kabelgeleiders op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 3. Trek de tape los waarmee de luidsprekerkabel aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 4. Maak de luidsprekerkabel los van de systeemkaart. 5.
1. Gebruik de uitlijnpunten en rubberen dichtingsringen om de luidsprekers in de slots op de palmsteun- en toetsenbordeenheid te plaatsen. 2. Sluit de luidsprekerkabel aan op de systeemkaart. 3. Leid de luidsprekerkabel door de routeringsgeleiders op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 4. Sluit de kabel voor toetsenbordverlichting, de toetsenbordkabel en de touchpadkabel aan op de connectoren op de systeemkaart en sluit de vergrendeling om de kabel te bevestigen. 1. Installeer de onderplaat. 2.
3. Verwijder de batterij. De volgende afbeeldingen geven de locatie van de touchpad aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. 1. Open de vergrendeling en koppel de touchpadkabel los van de systeemkaart. 2. Verwijder de drie schroeven (M1.6x2) waarmee de beugel van de touchpad aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 3. Trek de tape los waarmee de touchpad aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 4.
1. Schuif de touchpad in de slot op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. OPMERKING: Draai de computer om en klap het beeldscherm open. Zorg ervoor dat de touchpad op dezelfde manier langs de vier zijden is uitgelijnd. 2. Plaats de twee schroeven (M2x1.8) terug waarmee de touchpad aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 3. Plak de tape vast die de touchpad aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid bevestigt. 4.
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de beeldschermeenheid weer en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
1. Verwijder de tape waarmee de beeldschermkabel aan de systeemkaart is bevestigd. 2. Open de vergrendeling en koppel de beeldschermkabel los van de systeemkaart. 3. Verwijder de drie schroeven (M2.5x4.5) waarmee het linkerbeeldschermscharnier aan de systeemkaart is bevestigd. 4. Verwijder de drie schroeven (M2.5x4.5) waarmee het rechterbeeldschermscharnier aan de systeemkaart is bevestigd. 5. Open de beeldschermscharnieren onder een hoek van 90 graden. 6.
1. Schuif de beeldschermeenheid onder een hoek en plaats de beeldschermeenheid op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Gebruik de uitlijningspunten om de beeldschermscharnieren te sluiten. 3. Plaats de drie schroeven (M2.5x4.5) terug waarmee het rechterbeeldschermscharnier aan de systeemkaart wordt bevestigd. 4. Plaats de drie schroeven (M2.5x4.5) terug waarmee het linkerbeeldschermscharnier aan de systeemkaart wordt bevestigd. 5.
Aan/uit-knop met de optionele vingerafdruklezer De aan-/uitknop met de optionele vingerafdruklezer verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de onderplaat. 3. Verwijder de I/O-kaart. De volgende afbeeldingen geven de locatie van de aan-/uitknop met optionele vingerafdruklezer aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. 1.
1. Lijn de aan/uit-knop met de optionele vingerafdruklezer uit en plaats deze op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Plaats de enkele schroef (M2x3) terug waarmee de aan/uit-knop met optionele vingerafdruklezer aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 1. Plaats de I/O-kaart. 2. Installeer de onderplaat. 3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Netadapterpoort De voedingsadapterpoort verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2.
1. Verwijder de drie schroeven (M2.5x4.5) waarmee het rechterbeeldschermscharnier aan de systeemkaart is bevestigd. 2. Open het beeldschermscharnier onder een hoek van 90 graden. 3. Trek de kabel van de netstroomadapterpoort los uit de systeemkaart. 4. Verwijder de tape waarmee de kabel van de netadapterpoort aan de systeemkaart is bevestigd. 5. Verwijder de kabel van de voedingsadapterpoort uit de kabelgeleiders op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 6.
1. Plaats de voedingsadapterpoort samen met de kabel in het slot op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Leid de kabel van de netstroomadapterpoort door de kabelgeleider op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 3. Bevestig de tape waarmee de kabel van de netadapterpoort aan de systeemkaart wordt bevestigd. 4. Sluit de kabel van de voedingsadapterpoort aan op de systeemkaart. 5.
9. Verwijder de koelplaat. OPMERKING: Bij het verwijderen van de systeemkaart om andere onderdelen te vervangen of bereiken, kan de systeemkaart met de koelplaat eraan vast worden verwijderd en geïnstalleerd om de procedure te vereenvoudigen en de thermische verbinding tussen de systeemkaart en de koelplaat te behouden. De volgende afbeelding geeft de connectoren op de systeemkaart aan. Afbeelding 1. Systeemkaartconnectoren 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Onderdelen verwijderen en plaatsen
1. Verwijder de drie schroeven (M2.5x4.5) waarmee het rechterbeeldschermscharnier aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 2. Open het rechterbeeldschermscharnier onder een hoek van 90 graden. 3. Verwijder de tape waarmee de beeldschermkabel aan de systeemkaart is bevestigd. 4. Open de vergrendeling en koppel de beeldschermkabel los van de systeemkaart. 5. Trek de tape los en ontkoppel de kabel van de voedingsadapterpoort van de systeemkaart. 6.
Afbeelding 2. Systeemkaartconnectoren 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Beeldschermkabelconnector Connector van de voedingsadapterpoortkabel Connector van de toetsenbordverlichtingskabel Connector van de toetsenbordkabel Connector van de touchpadkabel Batterijkabelconnector Connector van de ventilatorkabel Luidsprekerkabelconnector connector van I/O-kaartkabel De volgende afbeelding geeft de locatie van de systeemkaart aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
Onderdelen verwijderen en plaatsen 57
1. Lijn de systeemkaart uit en plaats die op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Plaats de drie (M2x2) schroeven terug waarmee de systeemkaart aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 3. Sluit de beeldschermkabel aan op de systeemkaart en sluit de vergrendeling om de kabel te vergrendelen. 4. Bevestig de beeldschermkabel met de tape op de systeemkaart. 5. Sluit de kabel van de voedingsadapterpoort aan op de systeemkaart. 6.
14. Breng de tape aan waarmee de kabel van de I/O-kaart aan de systeemkaart wordt bevestigd. 15. Sluit het rechter beeldschermscharnier. 16. Plaats de drie schroeven (M2.5x4.5) terug waarmee het rechterbeeldschermscharnier aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Installeer de koelplaat. Plaats de ventilator. Plaats de draadloze kaart. Plaats de M.2 2280 SSD of M.2 2230 SSD in M.2-slot één, afhankelijk van welke van toepassing is. Plaats de M.2 2230 SSD in M.
De palmsteun- en toetsenbordeenheid installeren Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Plaats de palmsteun- en toetsenbordeenheid op een vlak oppervlak.
1. 2. 3. 4. 5. 6. Installeer de beeldschermeenheid. Plaats de touchpad. De luidsprekers plaatsen. Plaats de voedingsadapterpoort. Installeer de aan-/uitknop met optionele vingerafdruklezer. Installeer de systeemkaart. OPMERKING: De systeemkaart kan samen met de koelplaat worden geplaatst. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. Plaats de I/O-kaart. Plaats de ventilator. Plaats de knoopcelbatterij. Plaats de draadloze kaart. Plaats de M.2 2280 SSD of M.2 2230 SSD in M.
3 Drivers en downloads Bij het oplossen van problemen met drivers of het downloaden of installeren hiervan is het raadzaam om het Dell Knowledge-artikel SLN128938 over veelgestelde vragen over drivers en downloads te lezen.
4 Systeeminstallatie WAARSCHUWING: Tenzij u een computerexpert bent, dient u de instellingen voor dit programma niet te wijzigen. Door bepaalde wijzigingen is het mogelijk dat de computer niet goed meer werkt. OPMERKING: Voordat u het BIOS-setup-programma gebruikt, is het verstandig de scherminformatie van het BIOS-setupprogramma te noteren zodat u deze later ter referentie kunt gebruiken.
Opstartvolgorde Via Opstartvolgorde kunt u de door System Setup gedefinieerde volgorde van het opstartapparaat omzeilen en direct op een specifiek apparaat opstarten (bijvoorbeeld een optisch station of harde schijf). U kunt het volgende doen tijdens de Power-on Self-Test (POST), zodra het Dell logo verschijnt: ● System Setup openen door op de F2-toets te drukken; ● Het eenmalige opstartmenu openen door op de F12-toets te drukken.
Tabel 4. Systeeminstallatie-opties - Geavanceerd menu (vervolg) Geavanceerd De opties zijn: ● Enabled (standaardinstelling) ● Uitgeschakeld Geïntegreerde NIC Hiermee kunnen pre-OS- en vroege OS-networkingfuncties NIC's gebruiken die zijn ingeschakeld. De opties zijn: ● Enabled (standaardinstelling) ● Uitgeschakeld USB Emulation Hiermee kunt u USB-emulatie ingeschakelen.
Tabel 4. Systeeminstallatie-opties - Geavanceerd menu (vervolg) Geavanceerd ● Enabled (standaardinstelling) ● Uitgeschakeld Camera Hiermee kunt u de camera in- en uitschakelen. De opties zijn: ● Enabled (standaardinstelling) ● Uitgeschakeld Internal Bluetooth Hiermee kunt u Bluetooth in- en uitschakelen. De opties zijn: ● Enabled (standaardinstelling) ● Uitgeschakeld Internal WLAN Hiermee kunt u de draadloze kaart in- en uitschakelen.
Tabel 4. Systeeminstallatie-opties - Geavanceerd menu (vervolg) Geavanceerd ● Ingeschakeld BIOS herstellen vanaf harde schijf Automatisch herstel BIOS SupportAssist-systeemresolutie De firmware wordt gereset naar de fabrieksimage die op de secundaire storage is opslagen. De opties zijn: ● Enabled (standaardinstelling) ● Uitgeschakeld De firmware wordt automatisch gereset wanneer een beschadigde BIOS wordt gedetecteerd.
Tabel 5. Opties voor System Setup - menu Beveiliging Beveiliging ● Aan ● Off (Uit) PPI Bypass for Enable Commands Regelt de TPM Physical Presence Interface (PPI). Hiermee kunt u in- of uitschakelen dat het besturingssysteem de BIOS-PPI-gebruikersprompts overslaat bij het uitvoeren van opdrachten om TPM PPI in te schakelen en te activeren. De opties zijn: ● Ingeschakeld ● Disabled (standaard) PPI Bypass for Disable Commands Regelt de TPM Physical Presence Interface (PPI).
Tabel 6. Opties voor System Setup—Opstartmenu Opstarten Opstartoptie voor Bestandsverkenner verwijderen Windows Boot Manager: Toont het Dell-opstartpad van de standaard opstartoptie. OPMERKING: De optie kan anders zijn op het Linux besturingssysteem. UEFI-OPSTARTMODUS HDD1: Windows Boot Manager Toont de apparaat-ID van de Secundaire storage van de computer. UEFI ingebouwde LAN IPv4 Toont de apparaat-ID van de ingebouwde IPv4 LAN-controller met ondersteuning voor UEFI.
1. Selecteer in het scherm Systeem-BIOS of Systeeminstallatie de optie Beveiliging en druk op Enter. Het scherm Security (Beveiliging) wordt geopend. 2. Selecteer Systeem-/beheerderswachtwoord en maak een wachtwoord aan in het veld Voer het nieuwe wachtwoord in. Hanteer de volgende richtlijnen om het systeemwachtwoord toe te kennen: ● Een wachtwoord mag bestaan uit maximaal 32 tekens. ● Het wachtwoord mag de nummers 0 t/m 9 bevatten. ● Er mogen alleen kleine letters worden gebruikt.
5 Problemen oplossen Onderwerpen: • • • • • • • • • Dell SupportAssist Pre-Boot System prestatiecontrole uitvoeren Diagnostische lampjes systeem Het besturingssysteem herstellen BIOS flashen (USB-stick) Het BIOS flashen M-BIST Ingebouwde zelftest (BIST) voor lcd's Wifi-stroomcyclus Reststroom verwijderen Dell SupportAssist Pre-Boot System prestatiecontrole uitvoeren De SupportAssist-diagnose (ook bekend als systeemdiagnose) voert een volledige controle van uw hardware uit.
Diagnostische lampjes systeem Statuslampje batterij Geeft de status van de voeding en de batterij weer. Wit lampje - voedingsadapter is aangesloten en de batterij is meer dan 5 procent opgeladen. Oranje - computer werkt op de accu en de accu heeft minder dan 5 procent vermogen. Uit - ontladen of andere voedingsstatussen ● Voedingsadapter is aangesloten en de accu is volledig opgeladen. ● De computer werkt op de accu en de accu heeft meer dan 5 procent vermogen.
Knipperend patroon Omschrijving van het probleem Mogelijke oplossing 3 4 BIOS-herstel-image gevonden maar ongeldig Nieuwste BIOS-versie flashen. Vervang de systeemkaart als het probleem aanhoudt. 3 5 Voedingsrailfout Plaats de systeemkaart terug. 3 6 Flash-corruptie gedetecteerd door SBIOS Plaats de systeemkaart terug. Statuslampje voor camera: geeft aan of de camera in gebruik is. ● Wit lampje - camera is in gebruik. ● Uit - camera is niet in gebruik.
OPMERKING: Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie automatisch detecteren of handmatig bladeren voor uw model computer. 4. Klik op Drivers & downloads (Stuurprogramma's en downloads) > Find it myself (Ik vind het zelf). 5. Selecteer het besturingssysteem dat op uw computer is geïnstalleerd. 6. Scroll naar beneden op de pagina en vouw BIOS uit. 7. Klik op Downloaden om de laatste versie van de BIOS voor uw computer te downloaden. 8.
OPMERKING: Sommige ISP's (Internet Service Providers) bieden een gecombineerde modem/router. 1. Zet de computer uit. 2. Schakel de modem uit. 3. Schakel de draadloze router uit. 4. Wacht 30 seconden. 5. Schakel de draadloze router in. 6. Schakel de modem in. 7. Zet de computer aan. Reststroom verwijderen Reststroom is de statische elektriciteit die op de computer nog achterblijft nadat deze is uitgeschakeld en de accu verwijderd is.
6 Hulp verkrijgen en contact opnemen met Dell Bronnen voor zelfhulp U kunt informatie en hulp voor producten en services van Dell krijgen door middel van deze bronnen voor zelfhulp. Tabel 9. Bronnen voor zelfhulp Bronnen voor zelfhulp Bronlocatie Informatie over producten en services van Dell www.dell.com Mijn Dell Tips Contact opnemen met de ondersteuning In Windows Zoeken typt u Contact Support en drukt u op Enter. Online help voor besturingssysteem www.dell.com/support/windows www.dell.
Contact opnemen met Dell OPMERKING: Als u niet over een actieve internetverbinding beschikt, kunt u contactgegevens vinden op de factuur, de pakbon of in de productcatalogus van Dell. Dell biedt verschillende online en telefonische ondersteuningsdiensten en -mogelijkheden. De beschikbaarheid verschilt per land en product en sommige services zijn mogelijk niet beschikbaar in uw regio. Om contact op te nemen met Dell voor zaken op het gebied van verkoop, technische ondersteuning of klantenservice: 1.