Dell Vostro V131 Eigenaarshandleiding Regelgevingsmodel P18S Regelgevingstype P18S001
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer. WAARSCHUWING: VOORZICHTIG geeft aan dat er schade aan hardware of potentieel gegevensverlies kan optreden als de instructies niet worden opgevolgd. GEVAAR: EEN WAARSCHUWING duidt op een risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. © 2011 Dell Inc.
Inhoudsopgave Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen.................2 Hoofdstuk 1: Aan de computer werken.....................................................7 Voordat u in de computer gaat werken.............................................................................7 Aanbevolen hulpmiddelen.................................................................................................9 Uw computer uitschakelen............................................................................
Hoofdstuk 9: De polssteun verwijderen...................................................25 De polssteun plaatsen.....................................................................................................26 Hoofdstuk 10: De WLAN-kaart (Wireless Local Area Network) verwijderen..................................................................................................29 De WLAN-kaart (wireless local area network) plaatsen................................................
Hoofdstuk 19: De knoopcelbatterij verwijderen.....................................57 De knoopcelbatterij plaatsen..........................................................................................58 Hoofdstuk 20: De warmteafleider verwijderen.......................................59 De warmteafleider plaatsen............................................................................................61 Hoofdstuk 21: De HDMI-kaart verwijderen.............................................
Hoofdstuk 28: Technische specificaties..................................................87 Hoofdstuk 29: Contact opnemen met Dell...............................................93 Contact opnemen met Dell..............................................................................................
Aan de computer werken 1 Voordat u in de computer gaat werken Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer tegen mogelijke schade te beschermen. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van de volgende veronderstellingen uitgegaan: • • • U hebt de stappen uitgevoerd in Aan de computer werken. U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de stekker of aan de kabelontlastingslus te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van een connector met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert. Trek connectors in een rechte lijn uit elkaar om te voorkomen dat connectorpinnen verbuigen. Ook moet u voordat u een kabel verbindt, controleren of beide connectors op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
WAARSCHUWING: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen. 11. Verwijder alle geïnstalleerde ExpressCards of smartcards uit de desbetreffende sleuven.
aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit. Nadat u aan de computer hebt gewerkt Nadat u onderdelen hebt vervangen of geplaatst, moet u controleren of u alle externe apparaten, kaarten, kabels etc. hebt aangesloten voordat u de computer inschakelt. WAARSCHUWING: U voorkomt schade aan de computer door alleen de batterij te gebruiken die voor deze specifieke Dell-computer is ontworpen.
De SD-kaart (Secure Digital) verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Druk op de SD-kaart om deze uit de computer te verwijderen. 3. Pak de SD-kaart vast en trek deze uit de computer. 2 De SD-kaart (Secure Digital) plaatsen 1. Schuif de SD-kaart in de sleuf totdat deze vastklikt. 2. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
De batterij verwijderen 1. 2. 3. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. Verwijder de SD-kaart (Secure Digital). Sluif de vergrendelingslipjes weg om de batterij te ontgrendelen. 4. Verwijder de batterij uit de computer.
De batterij plaatsen 1. Plaats de batterij in het compartiment. 2. 3. 4. Schuif de batterij in de sleuf totdat deze vastklikt. Plaats de SD-kaart (Secure Digital). Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
De simkaart (Subscriber Identity Module) verwijderen 1. 2. 3. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. Verwijder de batterij. Druk op de simkaart om deze los te maken van de computer. 4. Pak de simkaart vast en trek deze uit de computer.
De simkaart (Subscriber Identity Module) plaatsen 1. 2. 3. 16 Steek de simkaart in de sleuf. Plaats de batterij. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Het toetsenbord verwijderen 5 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder de batterij. 3. Maak het toetsenbord los met een platte schroevendraaier om de klemmetjes te verwijderen waarmee het toetsenbord aan de computer is bevestigd. 4. Draai het toetsenbord om en plaats het op de polssteun. 5. Duw het klemmetje omhoog om de toetsenbordkabel los te maken en koppel deze los van de computer.
6. Til het toetsenbord omhoog en uit de computer. Het toetsenbord plaatsen 1. 2. 3. 4. Sluit de toetsenbordkabel aan op het moederbord. Plaats het toetsenbord in het compartiment. Druk het toetenbord omlaag totdat hij vastklikt in de computer. Plaats de batterij. 5. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
De onderplaat verwijderen 6 1. 2. 3. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. Verwijder de batterij. Verwijder de schroef waarmee de onderplaat aan de computer is bevestigd. 4. Schuif de onderplaat naar de achterzijde van de computer. Til de plaat uit de computer.
De onderplaat plaatsen 1. Lijn de rand van de onderplaat met de computer en schuif deze erop. 2. Draai de schroef vast waarmee de onderplaat aan de computer wordt bevestigd. Plaats de batterij. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt. 3. 4.
Het geheugen verwijderen 1. 2. 3. 4. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. Verwijder de batterij. Verwijder de onderplaat. Wrik de klemmetjes weg van de geheugemodule totdat het geheugen losklikt. 5. Verwijder de geheugenmodule uit de computer.
Het geheugen plaatsen 1. Plaats de geheugenmodule in de geheugensocket. 2. Druk op de klemmen om de geheugenmodule op de systeemkaart te bevestigen. Plaats de onderplaat. Plaats de batterij. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt. 3. 4. 5.
De vaste schijf verwijderen 1. 2. 3. 4. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. Verwijder de batterij. Verwijder de onderplaat. Verwijder de schroef waarmee de vaste schijf is bevestigd. 5. Schuif de vaste-schijfmodule naar links. 6. Verwijder de vaste schijf voorzichtig uit de computer.
7. Verwijder de schroeven waarmee de vaste-schijfbracket aan de vaste schijf is bevestigd. Maak de bracket los van de vaste schijf. De vaste schijf plaatsen 1. Lijn de vaste-schijfbracket uit met de vaste schijf. 2. Draai de schroeven op de vaste schijf vast om de vaste-schijfbracket vast te zetten op de vaste schijf. 3. Schuif de vaste schijf in het compartiment op het moederbord. 4. Plaats de schroeven terug waarmee de vaste schijf aan de computer wordt bevestigd en draai deze vast. 5.
De polssteun verwijderen 1. 2. 3. 4. 5. 6. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. Verwijder de batterij. Verwijder de onderplaat. Verwijder het toetsenbord. De vaste schijf verwijderen Verwijder de schroeven uit de onderzijde van de computer, waarmee de polssteun is bevestigd. 7. Plaats de schroeven terug op de polssteun. 8.
• • 9. mediakaart (2) touchpad (3) Maak de zijkanten van de polssteun voorzichtig los met een plastic pennetje en verwijder de polssteun uit de computer. De polssteun plaatsen 1. 2. Lijn de polssteun uit met de oorspronkelijke positie in de computer en klik deze voorzichtig vast.
3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. • touchpad (3) Draai de schroeven op de polssteun aan om de polssteun vast te zetten. Draai de schroeven aan de onderzijde van de computer aan, waarmee de polssteun is bevestigd. Plaats de vaste schijf. Plaats het toetsenbord. Plaats de onderplaat. Plaats de batterij. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
De WLAN-kaart (Wireless Local Area Network) verwijderen 10 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. Verwijder de batterij. Verwijder de onderplaat. Verwijder het toetsenbord. Verwijder de vaste schijf. Verwijder de polssteun. Koppel de antennekabels van de WLAN-kaart los. 8. Verwijder de schroef waarmee de WLAN-kaart aan het moederbord is bevestigd.
9. 30 Verwijder de WLAN-kaart.
De WLAN-kaart (wireless local area network) plaatsen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Plaats de WLAN-kaart onder een hoek van 45 graden in de betreffende sleuf. Sluit de antennekabels aan op de bijbehorende connectors die gemarkeerd zijn op de WLAN-kaart. Draai de schroeven aan om de WLAN-kaart te bevestigen. Plaats de polssteun. Plaats de vaste schijf. Plaats het toetsenbord. Plaats de onderplaat. Plaats de batterij. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
De WWAN-kaart (wireless wide area network) verwijderen 11 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. Verwijder de batterij. Verwijder de onderplaat. Verwijder het toetsenbord. Verwijder de vaste schijf. Verwijder de polssteun. Koppel de antennekabels los van de WWAN-kaart. 8. Verwijder de schroef waarmee de WWAN-kaart aan het moederbord is bevestigd.
9. Verwijder de WWAN-kaart. De WWAN-kaart (Wireless Wide Area Network) plaatsen 1. Plaats de WWAN-kaart onder een hoek van 45 graden in de betreffende sleuf. 2. Sluit de antennekabels aan op de bijbehorende connectors. 3. Draai de schroef vast om de WWAN-kaart op zijn plaats te bevestigen. 4. Plaats de polssteun. 5. Plaats de vaste schijf. 6. Plaats het toetsenbord. 7. Plaats de onderplaat. 8. Plaats de batterij. 9. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Het beeldscherm verwijderen 12 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder de batterij. 3. Verwijder de onderplaat. 4. Verwijder het toetsenbord. 5. Verwijder de vaste schijf. 6. Verwijder de polssteun. 7. Verwijder de schroeven waarmee het beeldscherm is bevestigd, uit de onderplaat van de computer. 8. Draai de computer om. Koppel de WLAN- en WWAN-kabels los en maak deze los uit de geleiders op de onderplaat van het chassis.
9. Koppel de beeldschermkabel los van de computer en maak deze los uit de geleiders. 10. Verwijder de schroef waarmee het rechterscharnier is bevestigd. 11. Til het beeldscherm voorzichtig van de onderplaat van de computer.
Het beeldscherm plaatsen 1. Lijn het beeldscherm uit met de computerbasis. 2. 3. 6. Draai de schroef vast om het rechterscharnier te bevestigen. Draai de schroeven vast om het beeldscherm aan de bovenplaat van het chassis te bevestigen. Sluit de beeldschermkabel aan op de connector op het moederbord. Leid de WLAN- en WWAN-antennekabels door de geleiders en sluit deze aan de betreffende modules. Plaats de polssteun. 7. 8. 9. 10. 11. Plaats de vaste schijf. Plaats het toetsenbord. Plaats de onderplaat.
Het montagekader van het beeldscherm verwijderen 13 1. 2. 3. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. Verwijder de batterij. Weik het montagekader van het beeldscherm voorzichtig binnenste buiten om het los te maken van het beeldscherm. 4. Til het montagekader van het beeldscherm omhoog en verwijder het uit het beeldscherm.
Het montagekader van het beeldscherm plaatsen 1. Lijn het montagekader van het beeldscherm uit met het beeldscherm. 2. Druk op het montagekader van het beeldscherm, beginnend boven in de hoek, om het beeldscherm heen werkend totdat het kader vastklikt. Plaats de batterij. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt. 3. 4.
Het beeldschermpaneel verwijderen 14 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder de batterij. 3. Verwijder de onderplaat. 4. Verwijder het toetsenbord. 5. Verwijder de polssteun. 6. Verwijder de WLAN-kaart (Wireless Local Area Network). 7. Verwijder de WWAN-kaart (Wireless Wide Area Network). 8. Verwijder het beeldscherm. 9. Verwijder het montagekader. 10. Verwijder de schroeven waarmee het beeldschermpaneel aan het beeldscherm is bevestigd. 11.
12. Verwijder het plakband waarmee de LVDS-aansluiting (low-voltage differential signalling) op het beeldschermpaneel is bevestigd. 13. Koppel de LVDS-kabel los van het beeldschermpaneel.
14. Verwijder het beeldschermpaneel van de computer. Het beeldschermpaneel plaatsen 1. Sluit de beeldschermkabel aan op het beeldschermpaneel en breng de tape aan om de verbinding vast te maken. 2. Sluit de LVDS-kabel (low-voltage differential signaling) aan op het beeldschermpaneel. 3. Plaats de tape terug waarmee de LVDS-kabel aan het beeldschermpaneel is bevestigd. 4. Lijn het beeldschermpaneel in de oorspronkelijke positie uit met het beeldscherm. 5.
De camera verwijderen 1. 2. 3. 4. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. Verwijder de batterij. Verwijder het montagekader. Koppel de camerakabel los van de cameramodule. 5. Trek de camera uit de cameramodule.
De camera plaatsen 1. Breng de camera in lijn met de cameramodule. 2. 3. 4. 5. 6. Bevestig de tape om de camera op zijn plaats vast te maken. Sluit de camerakabel aan op de cameramodule. Plaats het montagekader van het beeldscherm. Plaats de batterij. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
De beeldschermscharnieren verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder de batterij. 3. Verwijder de onderplaat. 4. Verwijder het toetsenbord. 5. Verwijder de vaste schijf. 6. Verwijder de polssteun. 7. Verwijder het beeldschermpaneel. 8. Verwijder het beeldscherm. 9. Verwijder het montagekader. 16 10. Verwijder de kabels van de draadloze antenne uit de linkerscharnieren van het beeldscherm. 11.
12. Verwijder de schroeven waarmee het linkerscharnier van het beeldscherm aan de achterzijde van het beeldscherm is bevestigd. 13. Verwijder het linkerscharnier van het beeldscherm.
OPMERKING: Volg dezelfde procedure om het rechterscharnier van het beeldscherm te verwijderen. De beeldschermscharnieren plaatsen 1. 2. 3. 5. Breng het beeldschermscharnier in de juiste positie. Draai de schroeven aan om de linkerbracket vast te zetten. Sluit de LVDS-kabel (low-voltage differential signalling) en de kabel voor draadloos aan op het linkerscharnier van het beeldscherm. Plaats het montagekader van het beeldscherm. Plaats het beeldschermpaneel. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
De thermische ventilator verwijderen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. Verwijder de batterij. Verwijder de onderplaat. Verwijder het toetsenbord. Verwijder de vaste schijf. Verwijder de polssteun. Koppel de kabel van de thermische ventilator los van de I/O-kaart. 8. Verwijder de schroeven waarmee de thermische ventilator aan de computer is bevestigd.
9. Til de thermische ventilator omhoog en verwijder deze uit de computer. De thermische ventilator plaatsen 1. Steek de thermische ventilator in de sleuf. 2. Draai de schroeven aan om de thermische ventilator vast te zetten. 3. Plaats de polssteun. 4. Plaats de vaste schijf. 5. Plaats het toetsenbord. 6. Plaats de onderplaat. 7. Plaats de batterij. 8. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Het moederbord verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder de batterij. 3. Verwijder de simkaart (subscriber identity module). 4. Verwijder de SD-kaart (Secure Digital). 5. Verwijder de onderplaat. 6. Verwijder het toetsenbord. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder het geheugen. 9. Verwijder de polssteun. 18 10. Verwijder de WWAN-kaart (Wireless Wide Area Network). 11. Verwijder de WLAN-kaart (Wireless Local Area Network). 12.
15. Til het moederbord uit het chassis.
Het moederbord plaatsen 1. Sluit de gelijkstroomkabel aan op het moederbord. 2. 3. 4. 5. 6. Plaats het moederbord in de sleuf. Draai de schroeven vast waarmee het moederbord aan het chassis wordt bevestigd. Plaats het beeldscherm. Plaats de WWAN-kaart (Wireless Wide Area Network). Plaats de WLAN-kaart (Wireless Local Area Network). 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. Plaats de polssteun. Plaats het geheugen. Plaats de vaste schijf. Plaats het toetsenbord. Plaats de onderplaat.
De knoopcelbatterij verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder de batterij. 3. Verwijder de onderplaat. 4. Verwijder het toetsenbord. 5. Verwijder de vaste schijf. 6. Verwijder de polssteun. 7. Wrik de knoopcelbatterij los met een plastic pennetje. 8. Verwijder de knoopcelbatterij uit de computer.
De knoopcelbatterij plaatsen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 58 Plaats de knoopcelbatterij in het compartiment. Plaats de polssteun. Plaats de vaste schijf. Plaats het toetsenbord. Plaats de onderplaat. Plaats de batterij. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
De warmteafleider verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder de batterij. 3. Verwijder de simkaart (subscriber identity module). 4. Verwijder de SD-kaart (Secure Digital). 5. Verwijder de onderplaat. 6. Verwijder het toetsenbord. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder het geheugen. 9. Verwijder de polssteun. 20 10. Verwijder de WWAN-kaart (Wireless Wide Area Network). 11. Verwijder de WLAN-kaart (Wireless Local Area Network). 12.
16. Til de warmteafleider omhoog om deze van het moederbord te verwijderen.
De warmteafleider plaatsen 1. Plaats de warmteafleider in het compartiment. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Draai de geborgde schroeven aan om de warmteafleider te bevestigen. Sluit de kabel van de ventilator aan op het moederbord. Plaats het moederbord. Plaats het beeldscherm. Plaats de WWAN-kaart (Wireless Wide Area Network). Plaats de WLAN-kaart (Wireless Local Area Network). 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. Plaats de polssteun. Plaats het geheugen. Plaats de vaste schijf. Plaats het toetsenbord.
De HDMI-kaart verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder de batterij. 3. Verwijder de simkaart (subscriber identity module). 4. Verwijder de SD-kaart (Secure Digital). 5. Verwijder de onderplaat. 6. Verwijder het toetsenbord. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder het geheugen. 9. Verwijder de polssteun. 21 10. Verwijder de WWAN-kaart (Wireless Wide Area Network). 11. Verwijder de WLAN-kaart (Wireless Local Area Network). 12.
De HDMI-kaart (High-Definition Multimedia Interface) plaatsen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Plaats de HDMI-kaart in het compartiment terug. Plaats het moederbord. Plaats het beeldscherm. Plaats de WWAN-kaart (Wireless Wide Area Network). Plaats de WLAN-kaart (Wireless Local Area Network). Plaats de polssteun. Plaats het geheugen. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. Plaats de vaste schijf. Plaats het toetsenbord. Plaats de onderplaat. Plaats de SD-kaart (Secure Digital). Plaats de simkaart (Subscriber Identity Module).
De luidsprekers verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder de batterij. 3. Verwijder de simkaart (subscriber identity module). 4. Verwijder de SD-kaart (Secure Digital). 5. Verwijder de onderplaat. 6. Verwijder het toetsenbord. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder het geheugen. 9. Verwijder de polssteun. 22 10. Verwijder de WWAN-kaart (Wireless Wide Area Network). 11. Verwijder de WLAN-kaart (Wireless Local Area Network). 12.
De luidsprekers plaatsen 1. Plaats de luidsprekers terug in de oorspronkelijke positie. 2. Leid de luidsprekerkabel door de vergrendeling om de luidsprekers vast te zetten. 3. Plaats het moederbord. 4. Plaats het beeldscherm. 5. Plaats de WWAN-kaart (Wireless Wide Area Network). 6. Plaats de WLAN-kaart (Wireless Local Area Network). 7. Plaats de polssteun. 8. Plaats het geheugen. 9. Plaats de vaste schijf. 10. Plaats het toetsenbord. 11. Plaats de onderplaat. 12.
De I/O-kaart verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder de batterij. 3. Verwijder de simkaart (subscriber identity module). 4. Verwijder de SD-kaart (Secure Digital). 5. Verwijder de onderplaat. 6. Verwijder het toetsenbord. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder het geheugen. 9. Verwijder de polssteun. 23 10. Verwijder de WLAN-kaart (Wireless Local Area Network). 11. Verwijder de WWAN-kaart (Wireless Wide Area Network). 12.
De I/O-kaart plaatsen 1. Steek de I/O-kaart in de sleuf. 2. Sluit de luidsprekerkabel aan op de I/O-kaart. 3. Plaats het moederbord. 4. Plaats het beeldscherm. 5. Plaats de warmteafleider. 6. Plaats de WWAN-kaart (Wireless Wide Area Network). 7. Plaats de WLAN-kaart (Wireless Local Area Network). 8. Plaats de polssteun. 9. Plaats het geheugen. 10. Plaats de vaste schijf. 11. Plaats het toetsenbord. 12. Plaats de onderplaat. 13. Plaats de SD-kaart (Secure Digital). 14.
De DC-in-poort verwijderen 1. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. 2. Verwijder de batterij. 3. Verwijder de simkaart (subscriber identity module). 4. Verwijder de SD-kaart (Secure Digital). 5. Verwijder de onderplaat. 6. Verwijder het toetsenbord. 7. Verwijder de vaste schijf. 8. Verwijder het geheugen. 9. Verwijder de polssteun. 24 10. Verwijder de WWAN-kaart (Wireless Wide Area Network). 11. Verwijder de WLAN-kaart (Wireless Local Area Network). 12.
15. Til de gelijkstroompoort omhoog om deze uit de onderplaat te verwijderen.
De gelijkstroompoort plaatsen 1. Plaats de gelijkstroompoort terug in het compartiment. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Draai de schroef aan om de gelijkstroompoort op zijn plaats vast te zetten. Sluit de gelijkstroomkabel aan op het moederbord. Plaats het beeldscherm. Plaats de WWAN-kaart (Wireless Wide Area Network). Plaats de WLAN-kaart (Wireless Local Area Network). Plaats de polssteun. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. Plaats het geheugen. Plaats de vaste schijf. Plaats het toetsenbord. Plaats de onderplaat.
De LVDS-kabel verwijderen 25 1. 2. 3. 4. 5. Volg de procedures in Voordat u binnen de computer gaat werken. Verwijder de batterij. Verwijder de onderplaat. Verwijder het toetsenbord. Verwijder de vaste schijf. 6. Verwijder de polssteun. 7. 8. 9. 10. Verwijder het beeldschermpaneel. Verwijder het beeldscherm. Verwijder het beeldschermscharnier. Koppel de LVDS-kabel (Low-Voltage Differential Signalling) los van de cameramodule. 11.
De LVDS-kabel (Low-Voltage Differential Signalling) plaatsen 1. Leid de LVDS-kabels naar de houder op de bovenkap van het beeldscherm. 2. 3. 4. 5. Sluit de LVDS-kabel aan op de cameramodule. Plaats het beeldschermscharnier. Plaats het beeldscherm. Plaats het beeldschermpaneel. 6. 7. 8. 9. 10. 11. Plaats de polssteun. Plaats de vaste schijf. Plaats het toetsenbord. Plaats de onderplaat. Plaats de batterij. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Systeeminstellingen 26 Overzicht van System Setup Met System Setup (Systeem-setup) kunt u: • • • de systeemconfiguratie wijzigen nadat u hardware hebt toegevoegd, gewijzigd of verwijderd het instellen of wijzigen van een door de gebruiker te selecteren optie, zoals een wachtwoord de huidige hoeveelheid geheugen lezen of het geïnstalleerde type vaste schijf instellen.
Windows wordt weergegeven. Daarna sluit u de computer af en probeert u het opnieuw. System Setup-schermen Menu: verschijnt boven aan het venster System Setup. Dit veld biedt een menu met System Setup-opties. Druk op < Pijl naar links > en < Pijl naar rechts > om te bladeren. Wanneer één van de Menu-opties is geselecteerd, geeft de lijst Options (Opties) de opties weer die de geïnstalleerde hardware op uw computer definiëren. Options List (Optieslijst): verschijnt links in het venster System Setup.
Toetsaanslag Actie < Esc > Huidige weergave afsluiten of de huidige weergave naar de pagina Exit (Afsluiten) in System Setup (Systeem-setup) te schakelen. < Pijl omhoog > of < Pijl omlaag > Selecteer een item dat u wilt weergeven. < Pijl-omhoog > of < Pijl-omlaag > Selecteer een menu om weer te geven. – of + Wijzig de bestaande itemwaarde. < Enter > Selecteer het submenu of voer de opdracht uit. < F9 > Laad de standaardinstelling.
Processorgegevens CPU Type (Processortype) Hier wordt het type processor weergegeven. CPU Speed (Processorsnelheid) Geeft de snelheid van de processor weer. CPU ID (Processor-id) Geeft de processor-id weer. L1 Cache Size (Grootte L1cachegeheugen) Geeft de capaciteit van het L1cachegeheugen van de processor weer. L2 Cache Size (Grootte L2cachegeheugen) Hier wordt de capaciteit van het L2cachegeheugen van de processor weergegeven.
Virtualization (Virtualisatie) Schakel de Intelvirtualisatiefunctie in of uit. Standaard: Enabled (Ingeschakeld) Integrated NIC (Geïntegreerde netwerkkaart) Schakel de voeding naar de Standaard: Enabled op het moederbord (Ingeschakeld) ingebouwde netwerkkaart in of uit. USB Emulation (USBemulatie) Schakel de USBemulatiefunctie in of uit. USB PowerShare Schakel de USBStandaard: Enabled powersharefunctie in of uit.
disable (opstarten uitschakelen), in- of uitschakelen (Standaard: Disabled (Uitgeschakeld)). Security (Beveiliging) Op het tabblad wordt de beveiligingsstatus weergegeven en hiermee kunt u de beveiligingsfuncties van de computer beheren. Set Service Tag (Serviceplaatje instellen) Dit veld geeft het serviceplaatje van het systeem weer. Als het serviceplaatje nog niet is ingesteld, kunt u dit via dit veld alsnog doen.
Hard Disk Drives (Vaste schijven) Geeft aan via welke vaste schijf de computer kan opstarten. USB Storage Device (USBopslagapparaat) Geeft op via welk USB-opslagapparaat de computer kan opstarten. CD/DVD ROM drives (cd/dvd-rom-stations) Geeft aan via welke cd/dvd de computer kan opstarten. Netwerk Geeft op via welk netwerkapparaat de computer kan opstarten. Exit (Afsluiten) Met deze sectie kunt u standaardinstellingen opslaan, weggooien en laden voordat u afsluit via System Setup.
Diagnostiek 27 Statuslampjes van het apparaat Gaat branden wanneer u de computer inschakelt en knippert wanneer de computer zich in de energiebeheermodus bevindt. Gaat branden wanneer de computer gegevens leest of schrijft. Gaat branden of knippert om de batterijstatus aan te geven. Gaat branden wanneer het draadloze netwerk is ingeschakeld. Status van de ledlampjes OPMERKING: Op de voorzijde van het systeem vindt u vier ledlampjes.
Slaapstand Continu wit Stand-by Continu wit Aan Continu wit Ledlampje Ledlampje voorkant voor batterijlading (Stroombron: batterij; Batterijlading: <=10% opladen) Slaapstand Uit Stand-by Continu oranje Aan Continu oranje Ledlampje Ledlampje voorkant voor batterijlading (Stroombron: batterij; Batterijlading: <=10% opladen) Slaapstand Uit Stand-by Continu oranje Aan Continu oranje Ledlampje Ledlampje voor vaste schijf (HDD) Slaapstand Uit Stand-by Uit Aan Witte verlichting wanneer actief L
Diagnostische pieptooncodes De computer kan een reeks pieptonen afgeven tijdens het opstarten als het beeldscherm geen fouten of problemen kan weergeven. Deze reeks pieptonen, die pieptooncodes wordt genoemd, geven verschillende problemen aan. De vertraging tussen elk piepje is 300 ms; de vertraging tussen elke reeks piepjes is 3 sec; het piepje zelf duurt 300 ms. Na elk piepje en elke reeks piepjes moet het BIOS waarnemen of de gebruiker de aan/uit-knop indrukt.
Code 6 Oorzaak Fout tijdens test Video-BIOS Stappen voor het oplossen van problemen Videokaartfout Code 7 Oorzaak Processorfout Stappen voor het oplossen van problemen Processorfout Code 8 Oorzaak Beeldscherm Stappen voor het oplossen van problemen Beeldschermfout Statuslampjes van het toetsenbord De lampjes bovenin het toetsenbord geven het volgende aan: Ledlampje Beschrijving Kleur Standaardfunctie 1 Caps Lock Gaat branden als de functie Caps Lock wordt geactiveerd.
Technische specificaties 28 OPMERKING: Aanbiedingen kunnen per regio verschillen. De volgende specificaties zijn alleen de specificaties die wettelijk verplicht moeten worden meegeleverd bij de computer. Voor meer informatie over de configuratie van uw computer klikt u op Start → Help en ondersteuning en selecteert u de optie om informatie over uw computer weer te geven.
Audio (Geluidskaart) Controller Conexant CX20671 Stereoconversie 24-bits (analoog-naar-digitaal en digitaalnaar-analoog) Interface: Intern high definition audio Extern Combiconnnector voor microfooningang/ stereohoofdtelefoon Luidsprekers twee (2W) Interne luidsprekerversterker twee (2W) Volumeknoppen Softwareprogrammamenu's, mediatoetsen en functietoetsen toetsenbord Communicatie Netwerkadapter 10/100/1000 Mbps Ethernet-LAN Draadloos intern WLAN (wireless local area network), Bluetooth, Mo
Beeldscherm Afmetingen 13,30 inch Actief gedeelte (X/Y) 293,42 mm x 164,97 mm Afmetingen: Hoogte 188,75 mm Breedte 314,10 mm Z-hoogte 3,60 mm Diagonaal 337,82 mm Maximale resolutie 1366 x 768 bij 262.
Batterij Afmetingen: Diepte: 4-cels en 6–cels 48,64 mm Hoogte: 4-cels 20,20 mm 6-cels 31,20 mm Breedte: 4-cels en 6-cels 269,30 mm Gewicht 4-cels 240 g 6-cels 340 g Spanning: 4-cels 14,80 V 6-cels 11,10 V Geschatte oplaadtijd voor een 4–cels en 6–cels batterij met de computer uit 4 uur Temperatuurbereik: In bedrijf 0 °C tot 35 °C Niet in bedrijf –40 °C tot 65 °C Knoopcelbatterij CR2032-lithium-ionbatterij van 3 V Netadapter Type 65 W Ingangsspanning 100 V wisselstroom tot 240 V wi
Netadapter Afmetingen: Hoogte 29 mm Breedte 46,50 mm Diepte 107 mm Temperatuurbereik: In bedrijf 0 °C tot 40 °C Niet in bedrijf –40 °C tot 70 °C Fysiek Hoogte (met een WLED-paneel) 16,05 mm tot 21,00 mm Breedte 329,30 mm Diepte 237,65 mm Gewicht (minimum) 1,64 kg Omgeving Temperatuurbereik: In bedrijf 0 °C tot 35 °C Opslag –40 °C tot 65 °C Relatieve vochtigheid (maximum): In bedrijf 10% tot 90% (niet-condenserend) Opslag 5% tot 95% (niet-condenserend) Hoogte (maximum): In bedrijf
Omgeving Opslag Contaminatieniveau in de lucht 92 160 G G1 of lager, zoals gedefinieerd in ISAS71.
Contact opnemen met Dell 29 Contact opnemen met Dell OPMERKING: Als u geen actieve internetverbinding hebt, kunt u de contactgegevens vinden op de factuur, de pakbon of in de productcatalogus van Dell. Dell biedt diverse online en telefonische ondersteunings- en servicemogelijkheden. De beschikbaarheid verschilt per land en product en sommige services zijn mogelijk niet beschikbaar in uw regio.