Users Guide

1. Klik op de werkbalk op de knop Nieuw SMS/e-mailbericht.
2. Geef in het dialoogvenster Bericht samenstellen geadresseerden voor het bericht op met een van de volgende methoden:
Typ in het vak Aan... het telefoonnummer of e-mailadres van elke geadresseerde. Gebruik een puntkomma (;) om de
namen te scheiden.
Als u geadresseerden wilt selecteren in uw adresboek, klikt u op de knop Adresboek of op de knop Aan… en
selecteert u één of meer geadresseerden in het dialoogvenster Geadresseerden selecteren, zoals beschreven in
Geadresseerden selecteren in het adresboek.
3. Klik op een prioriteitspictogram om de berichtindeling op te geven. Zie
Berichtindeling instellen voor meer informatie.
4. Typ de tekst van het bericht in het gebied voor tekstinvoer. Terwijl u het bericht typt, wordt het aantal tekens onder aan het
scherm weergegeven. U kunt maximaal 160 invoeren.
5. Wanneer u het bericht wilt verzenden, klikt u op de knop Verzenden.
Tekst knippen, kopiëren en plakken
U kunt tekst knippen of kopiëren en in hetzelfde bericht of een ander bericht plakken.
U gebruikt de functies voor knippen, kopiëren en plakken als volgt:
1. Selecteer de tekst die u wilt knippen of kopiëren. Als u alle tekst wilt selecteren, selecteert u Alles selecteren in het menu
Bewerken of drukt u op Ctrl+A op het toetsenbord.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
Klik op op de werkbalk, selecteer Knippen in het menu Bewerken, of druk op Ctrl+X op het toetsenbord om de
tekst te knippen.
Klik op op de werkbalk, selecteer Kopiëren in het menu Bewerken, of druk op Ctrl+C op het toetsenbord om de
tekst te knippen.
3. Klik waar u de tekst wilt plakken en klik op
op de werkbalk, selecteer Plakken in het menu Bewerken, of druk op Ctrl+V
op het toetsenbord om de tekst te plakken.
4. Als u de bewerking ongedaan wilt maken, selecteert u Ongedaan maken in het menu Bewerken of drukt u op Ctrl+Z op
het toetsenbord.
Een bericht afdrukken
Open het bericht en klik op het pictogram Afdrukken.
Berichtindeling instellen
U kunt de volgende berichtindelingen definiëren:
Stel ASCII- of Unicode-codering in.
Stel de berichtprioriteit in op Noodgeval of Urgent. De prioriteit van het e-mailbericht wordt weergegeven in het postvak van
de geadresseerde.
Vraag om een ontvangstbevestiging wanneer de geadresseerde het bericht ontvangt.
U stelt de berichtindeling als volgt in:
1. Als u de codering wilt instellen, selecteert u Indeling en vervolgens ASCII of Unicode.
2. Als u de prioriteit wilt instellen, klikt u op of selecteert u Indeling > Prioriteit > Noodgeval om een noodgeval aan te
geven, of klik op
of selecteer Indeling > Prioriteit > Urgent om aan te geven dat een bericht urgent is. Als u de
prioriteitsinstelling wilt verwijderen, klikt u nogmaals op dezelfde knop of selecteert u Indeling > Prioriteit > Normaal.
3. Als u een ontvangstbevestiging wenst, selecteert u Indeling > Ontvangst.
4. Als u de huidige instellingen wilt opslaan als standaardinstellingen, selecteert u Indeling > Standaard instellen.
Geadresseerden selecteren in het adresboek
U selecteert als volgt geadresseerden in uw adresboek: