Service Manual

5. Verwijder de beeldschermkabel en camerakabel uit de geleiders op de systeemkaart.
6. Verwijder de schroef (M1.6x3) en de schroef (M1.6x2) waarmee de Type-C-beugel wordt bevestigd aan de systeemkaart.
OPMERKING: De M1.6x2-schroef heeft een grotere kop dan de M1.6x3-schroef.
7. Til de Type-C-beugel weg van de systeemkaart.
8. Maak de luidsprekerkabel los van de systeemkaart.
9. Open de vergrendeling en koppel de kabel van de vingerafdruklezer los van de systeemkaart.
10. Verwijder de dochterkaart van de vingerafdruklezer van de systeemkaart.
11. Open de vergrendeling en koppel de kabel van de toetsenbordkaart los van de systeemkaart.
12. Verwijder de vier schroeven (M1.6x2.5), drie schroeven (M1.2x3) en één geborgde schroef (M1.2x4) waarmee de systeemkaart aan de
palmsteuneenheid is bevestigd.
13. Til de systeemkaart op van de palmsteunassemblage.
14. Verwijder de beugel van aan/uit-knop en vingerafdruklezer van de palmsteuneenheid.
15. Plaats de beugel en de systeemkaart op een droog, vlak en schoon oppervlak.
De systeemkaart installeren
Vereisten
WAARSCHUWING: Maak een back-up van alle bestanden op de Solid-State-schijf (SSD) naar een extern storage-
apparaat voordat u uw apparaat klaar voor gebruik maakt. De SSD is gesoldeerd op de systeemkaart en de kaart voor de
servicevervanging heeft geen besturingssysteem dat vooraf is geïnstalleerd.
Zet bestanden terug uit uw back-up nadat het apparaat is onderhouden met het opnieuw geïnstalleerde besturingssysteem.
Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeelding geeft de connectoren op de systeemkaart aan.
Afbeelding 2. Systeemkaartconnectoren
1.
Luidsprekerkabel 2. Kabel van Vingerafdruklezer
3. Beeldschermkabel 4. Camerakabel
5. Kabel van de toetsenbordkaart
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de systeemkaart weer en bieden een visuele weergave van de installatieprocedure.
28
Onderdelen verwijderen en plaatsen