Reference Guide

Table Of Contents
De computer gebruiken
De batterij opladen
Sluit de netadapter aan op uw computer of tablet om de batterij op te laden.
De batterij wordt opgeladen wanneer de computer of tablet in gebruik is of is uitgeschakeld. Het interne circuit van de batterij voorkomt
dat deze oververhit raakt.
OPMERKING: Als de batterij te heet wordt als gevolg van gebruik in een hete omgeving, is het mogelijk dat deze niet wordt
opgeladen wanneer u de netadapter aansluit.
De batterij moet eerst afkoelen voordat deze weer kan worden geladen.
OPMERKING: Zie De levensduur van de batterij verbeteren voor informatie over het verbeteren van de levensduur van de batterij
van uw computer.
Het toetsenbord gebruiken
Druk op de toetsen van uw fysieke toetsenbord of tik op de tekens van het schermtoetsenbord om tekst te typen en andere functies uit
te voeren.
Sneltoetsen voor het toetsenbord
Sommige toetsen op het laptoptoetsenbord en sommige externe toetsenborden kunnen twee of meer functies uitvoeren als ze worden
gebruikt in combinatie met andere toetsen, zoals Fn. Op sommige computers kunt u het standaardgedrag van de toets instellen via het
BIOS-setupprogramma of met sneltoetsen.
Tabel 2. Lijst met sneltoetsen voor het toetsenbord
Ctrl, Shift en Esc Hiermee opent u het venster Taakbeheer.
Fn en F8 Hiermee kiest u de manier waarop u meerdere weergaveapparaten
wilt gebruiken — alleen hoofdbeeldscherm, duplicaat, uitbreiden
naar beide beeldschermen en alleen tweede beeldscherm.
Selecteer het gewenste pictogram om het beeldscherm naar de
gewenste optie over te schakelen.
Fn en pijl omhoog Hiermee verhoogt u de helderheid op het geïntegreerde
beeldscherm (niet die op een extern beeldscherm).
Fn en pijl omlaag Hiermee verlaagt u de helderheid op het geïntegreerde
beeldscherm (niet die op een extern beeldscherm).
Windows en L-toets Hiermee vergrendelt u het systeem.
Fn en Esc Hiermee activeert u een energiebeheermodus. U kunt deze
sneltoetscombinatie opnieuw programmeren om een andere
energiebeheermodus te activeren. Dit doet u op het tabblad
Geavanceerd in het venster Power Options Properties
(Eigenschappen energiebeheer).
F2 Hiermee verandert u de naam van het geselecteerde item.
F3 Een bestand of map zoeken.
3
De computer gebruiken 27