Service Manual

Stappen
1. Lijn de schroefgaten op de systeemkaart uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
2. Plaats de vier schroeven (M1.6x1.5) terug waarmee de systeemkaart aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd.
3. Plaats de drie schroeven (M1.2x2) terug waarmee de systeemkaart aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd.
4. Plaats de vier schroeven (M1.4x4) terug waarmee de systeemkaart aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd.
5. Sluit de kabel van de aan/uit-knop en vingerafdruklezer aan op de systeemkaart en sluit de vergrendeling om de kabel vast te zetten.
6. Sluit de kabel van de rechterventilator aan op de systeemkaart.
7. Sluit de toetsenbordkabel aan op de systeemkaart en sluit de vergrendeling om de kabel te vergrendelen.
8. Sluit de touchpadkabel aan op de systeemkaart en sluit de vergrendeling om de kabel te vergrendelen.
9. Sluit de kabel van de linkerventilator aan op de systeemkaart.
10. Leid de linker- en rechterantennekabels door de routeringsgeleiders op de palmsteun- en toetsenbordeenheid richting de draadloze
kaart.
11. Sluit de antennekabels aan op de draadloze kaart.
12. Lijn het schroefgat op de beugel voor de draadloze kaart uit met het schroefgat op de systeemkaart.
OPMERKING: Zorg ervoor dat de beugel van de draadloze kaart in de slot op de systeemkaart is geplaatst.
13. Draai de geborgde schroef (M1.6x2.3) vast waarmee de beugel van de draadloze kaart op de systeemkaart wordt bevestigd.
40
Onderdelen verwijderen en plaatsen