Operation Manual

Stroom (stroominstellingen, stroombeveiligingsvoorzieningen en batterijen) 157
Zie voor meer informatie over een optimale werkingsduur van de batterij voor
uw laptop het gedeelte "Dell™ ControlPoint Stroombeheer" op pagina 162.
Een batterij vervangen
WAARSCHUWING: Het gebruik van een incompatibele batterij kan het risico
van brand of een explosie vergroten. Vervang de batterij uitsluitend door een
compatibele batterij die u bij Dell hebt aangeschaft. De batterij is speciaal
gemaakt voor een Dell-computer. Gebruik geen batterij van een andere computer
voor uw Dell-computer.
WAARSCHUWING: Gooi batterijen niet met het huisvuil weg. Als de batterij
geen energie meer bevat, moet u contact opnemen met de plaatselijke vuilophaal-
of milieudienst voor advies over het verwijderen van een lithium-ionbatterij. Zie
het gedeelte "Batterijen afdanken" in de veiligheidsinstructies die bij uw
computer werden geleverd. Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken
op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en
regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Een verkeerd gebruik van de batterij kan de kans op brand of
chemische brandwonden verhogen. Maak geen gaten in batterijen, gooi geen
batterijen in het vuur, maak geen batterijen open en stel geen batterijen bloot aan
een temperatuur hoger dan 65°C. Houd de batterij buiten bereik van kinderen. Ga
uiterst voorzichtig met beschadigde of lekkende batterijen om. Beschadigde
batterijen kunnen lekken en lichamelijke schade of schade aan uw apparatuur
opleveren.
WAARSCHUWING: Voordat u deze handelingen uitvoert, sluit u eerst de
computer af en haalt u de stekker uit het stopcontact, de adapter en het modem uit
de computer en verwijderd u alle overige externe kabels uit de computer.
KENNISGEVING: Alle externe kabels moet uit de computer moeten worden
gehaald om eventuele schade te voorkomken aan de connectors.
Het type batterij verschilt per laptop. Om de batterij in uw laptop te
vervangen moet u de volgende basisstappen uitvoeren:
1
Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het
dockingstation los.
2
Zorg ervoor dat de computer uitstaat.