Setup Guide
Het BIOS configureren 59
Integrated
Peripherals
(Geïntegreerde
randapparatuur)
Stelt u in staat om de ingebouwde apparaten en poorten van uw
computer te activeren of deactiveren.
• Halt On — Hiermee stelt u in bij welk type fout het systeem
tijdens de POST moet stoppen. (All errors, No errors, All errors
but keyboard errors) (Alle fouten, Geen fouten, Alle fouten
behalve toetsenbordfouten)
• Boot Up NumLock Status — Hiermee stelt u de opstartstatus
voor NumLock in. (Aan/Uit)
• Fast Boot — Hiermee activeert u Fast Boot (snel opstarten).
Wanneer deze functie ingeschakeld is, kan het BIOS tijdens de
POST bepaalde tests overslaan, waardoor het systeem sneller
wordt opgestart. (In-/uitgeschakeld)
• Drive A — Geeft capaciteit en fysieke grootte aan van een
diskettestation.
• USB Controller — Hiermee wordt de USB-controller
ingeschakeld. (In-/uitgeschakeld)
• USB Keyboard Support — Hiermee wordt ondersteuning voor
het USB-toetsenbord ingeschakeld. (In-/uitgeschakeld)
• USB Mouse Support — Hiermee wordt ondersteuning voor de
USB-muis ingeschakeld. (In-/uitgeschakeld)
• HD Audio — Hiermee wordt de HD audio-instelling
ingeschakeld. (In-/uitgeschakeld)
• Onboard LAN Controller — Hiermee wordt de geïntegreerde
LAN controller-instelling ingeschakeld. (In-/uitgeschakeld)
• Onboard LAN1 Controller — Hiermee wordt de geïntegreerde
LAN1 controller-instelling ingeschakeld. (In-/uitgeschakeld)
• Onboard LAN Boot ROM — Hiermee wordt de functie van het
LAN opstart-ROM ingeschakeld. (In-/uitgeschakeld)
• IEEE1394 Controller — Hiermee wordt de IEEE1394
controller-instelling ingeschakeld. (In-/uitgeschakeld)
Advanced (Geavanceerd)
(vervolg)