Operation Manual
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
66
5.4 DE HARDHEID VAN HET WATER INSTELLEN
Het apparaat werd vooraf ingesteld in functie van
een matige waterhardheid.
Om de hardheid te bepalen van het water dat zal
worden gebruikt, maakt u gebruik van het reageer-
strookje (
23), als volgt:
1.Dompel het reageerstrookje kortstondig (1 secon-
de) onder in het water en schud het licht om over-
tollig water te verwijderen.
2.Wacht 1 minuut en lees de waarde af:
1 rode zone = vrij zacht water = controlelampje 1
2 rode zones = vrij/matig zacht water = controle-
lampje 2
3 rode zones = matig/hard water = controle-
lampje
4rode zones = heel hard water = controlelampje
4
In functie van het bekomen resultaat, het apparaat
instellen als volgt:
1.Druk op de knop reiniging/ontkalking (
41) en
houd hem ingedrukt (alleen het controlelampje
voor de regeling van de koffiedosissen
34 brandt,
en duidt in dit geval de vooringestelde hardheid
van het water aan).
2.Houd de knop voor de reiniging/ontkalking (41)
nog steeds ingedrukt, druk tegelijk op de knop
voor de koffiedosering (
32) en selecteer een van
de vier niveaus. Het eerste controlelampje komt
overeen met de waarde 1.
Let op: Als u alleen de knop 41 ingedrukt houdt
gedurende meer dan 10 seconden, herstelt het
apparaat de standaardinstellingen (zie par. 5.3).
3. Laat de reinigingsknop los. Het nieuwe niveau
relatief aan de hardheid van het water is nu
gememoriseerd.
AANPASSINGEN• DE KOFFIEMOLEN
1234
6 DE KOFFIEMOLEN
De koffiemolen is vooraf ingesteld op een gemiddelde waarde die geldt voor de meeste types koffie. Indien
nodig, kan deze waarde gewijzigd worden met behulp
van het hendeltje (
6), alleen wanneer de koffiemolen in
werking is.
Het effect van de gewijzigde instelling is pas waarneem-
baar nadat u 2/3 kopjes koffie hebt gezet.
Houd er in evenwel rekening mee dat het resultaat van de maalgraad kan variëren naargelang het gebruik-
te type koffie; probeer dus diverse types koffie tot u de ideale soort gevonden hebt.
7. Beveiliging tegen vreemde voorwerpen
Het kan zelfs bij de beste koffiesoorten gebeuren dat er een steentje tussen de koffiebonen zit. Als er een
steentje in de koffiemolen terecht komt, hoort u een hevig lawaai: in dergelijk geval
het apparaat onmid-
dellijk afzetten.
Als het apparaat niet onmiddellijk wordt afgezet, treedt een beveiliging in werking die de koffiemolen uit-
schakelt. In dit geval, gaat u als volgt te werk om het apparaat opnieuw in werking te zetten:
fijngemalen
=
sterke koffie
grof gemalen
=
slappe koffie
•Verwijder de koffiebonen.
A.Draai het reservoir voor koffiebonen in de juiste positie en verwijder hem
door hem op te tillen (het controlelampje 34 knippert).
B
. Draai het hendeltje om de maalgraad te regelen (6) in tegenwijzerzin tot op
het einde.
C. Ver wijder het mes en vervolgens het steentje. Gebruik bij voorkeur een stofzui-
ger om het steentje te verwijderen en de gemalen koffie uit de koffiemolen
op te zuigen.
• Hermonteer de koffiemolen door bovenstaan-
de handelingen in omgekeerde volgorde uit te
voeren, oftewel: het mes hermonteren, het
hendeltje voor de regeling van de maalgraad
(
6) in de beginstand zetten, het reservoir voor
koffiebonen terugplaatsen.
A
BC
NL OK 2-01-2003 12:03 Pagina 66